‘Hot topic’ stedelijke mobiliteit vraagt om disruptieve oplossingen

Het Partnership Urban Mobility streeft naar duurzame en efficiënte stedelijke mobiliteit. Dit partnerschap van de Europese Agenda Stad of Urban Agenda for the EU, wordt gecoördineerd door Tsjechië en de Duitse stad Karlsruhe en heeft een concept-actieplan opgesteld dat nu onder publieke consultatie is. Vanuit Nederland neemt Nijmegen deel. Strategisch beleidsadviseur Klaas-Jan Gräfe van de gemeente Nijmegen hoopt op veel input van innovatieve bedrijven en medeoverheden zoals andere steden en ministeries.

“De Urban Agenda en partnerships zoals Urban Mobility zijn belangrijk en ik hoop dat steden en stedelijke regio’s echt beseffen: dit gaat over óns. Voorheen sprak de Europese Commissie alleen met ministeries en deelstaten, nu bieden de partnerships steden de gelegenheid om echt aan tafel te zitten met ministeries en drie DG’s van de commissie om over oplossingen voor hun vraagstukken mee te praten. Daarom is het ook belangrijk dat andere steden, ministeries, provincies en bedrijven hun input leveren op het actieplan van Urban Mobility”, steekt Gräfe enthousiast van wal.

Input leveren op het actieplan kan online tot 9 april. De sluitingsdatum was eerst 30 maart, maar is verlengd om belanghebbenden langer in de gelegenheid stellen om te reageren. “Maar na de online consultatie is men ook nog tot begin juni welkom om feedback aan mij door te geven”, vult Gräfe aan. Met de andere partners gaat hij de komende maanden ook nog ‘actief input ophalen’ door workshops en presentaties te verzorgen, onder andere op bijeenkomsten van grote stedennetwerken als POLIS en EUROCITIES. “Als je mailt merk je dat zo’n oproep gauw wegzakt, maar één op één kun je meer toelichten waar het eigenlijk om gaat en dat levert veel meer reacties op.”

Het Partnership Urban Mobility ging op 23 februari 2017 van start. Naast Nijmegen, Tsjechië en Karsruhe doen de steden Bari, Bielefeld, Burgas, Gdynia, Malmö en Torres Vedras mee en de stedelijke regio’s Skåne and Wallonië. Daarnaast nemen de landen Cyprus, Finland, Roemenië en Slovenië deel en de organisaties EUROCTIES, Raad van Europese Gemeenten en Regio’s (CEMR), POLIS, de Europese Investeringsbank (EIB), de Europese Fietsersbond (ECF), de internationale vereniging voor openbaar vervoer (UITP), URBACT en drie directoraten-generaal van de Europese Commissie: Regionaal en Stedelijk beleid (DG REGIO), Vervoer en Mobiliteit (DG MOVE), en Milieu (DG ENV). Het ministerie van BZK neemt niet formeel deel, maar helpt wel bij het coördineren van de Nederlandse inbreng en standpunten en is aanspreekpunt voor steden en hun vertegenwoordigers in de contacten met Brussel en andere Urban Agenda for the EU-partijen.

Klaas-Jan Gräfe. Foto: Sarah Kiddie.

Innovatieve oplossingen

Gräfe: “Wij nemen op voordracht van Nederland deel vanwege onze expertise, capaciteit en ons netwerk, maar Nijmegen is als stad partner. Wat we inbrengen en ophalen, proberen we wel zo goed mogelijk af te stemmen met stakeholders binnen Nederland, zoals de G40 en steden die hun interesse hebben getoond. We hebben de G40 een aantal keer aangehaakt, via presentaties op de bestuurlijke netwerkbijeenkomst en de Europa-werkgroep en ik merk dat de consultatie nu op gang begint te komen. Niet elke actie uit het actieplan is even relevant voor Nederland – wij hebben bijvoorbeeld al een hoogwaardige fietsinfrastructuur – maar daar kunnen wij onze kennis dan weer over delen. Zelf richten we ons meer op het ophalen van kennis, beïnvloeding van beleid en ‘good practices’ over innovatieve oplossingen voor duurzame stedelijke mobiliteit. Daarin merk ik dat we op dezelfde lijn zitten als de deelnemende Noord-Europese partners Finland, Mälmo en de Zweedse regio Skåne. “Hoe ontwikkelen initiatieven rondom elektrische deelauto’s of ‘mobility as a service’ zich, en welke rol dient de lokale overheid daarin te spelen? Hoe zorg je ervoor dat zowel overheden als aanbieders van slimme diensten gebruik kunnen maken van open data en hoe krijg je dit alles in een middelgrote stad van de grond?”, dat zijn vragen die ons bezighouden.”

Het actieplan telt 9 acties:

  • Richtlijnen ontwikkelen voor infrastructuur op het gebied van ‘actieve mobiliteit’, ondersteund door relevante subsidies
  • Het ondersteunen van duurzaam en actief gedrag op het gebied van mobiliteit met behulp van campagnes
  • Het terugdringen van de vele vormen waarin milieu- of tolzones worden geïmplementeerd
  • Het verkennen van de inzet van ‘new mobility services’
  • Het opzetten van een Europees raamwerk waarin stedelijke mobiliteitsinnovatie gestimuleerd wordt
  • Het evaluaren van ‘best practices’ in laagdrempelige toegang tot openbaar vervoer
  • Het opschalen van innovatief schoon busvervoer
  • Het versterken van de samenwerking op meerdere overheidsniveau’s
  • Het versterken van de ontwikkeling en toepassing van Duurzame Stedelijke Mobiliteitsplannen (SUMPs)

“Omdat de acties die voor Nijmegen relevant zijn veelal een sterke innovatiecomponent hebben, nodig ik ook zeker innovatieve bedrijven en startups uit om feedback op de plannen te leveren of anderzijds het gesprek aan te gaan”, vertelt Gräfe. “Waar loop je als startup tegenaan, hoe kijken jullie aan tegen nieuwe ontwikkelingen als zelfrijdend vervoer, mobility as a service of deelsystemen? Het vraagstuk van stedelijke mobiliteit is complex en veelzijdig en het is duidelijk dat je dat als gemeente niet in je eentje kunt oplossen. Gelukkig is urban mobility echt een ‘hot topic’. Steden groeien – meer dan de helft van de mensen woont in de stad en die groei zal doorzetten. Tegelijkertijd biedt de stad beperkte ruimte en die ruimte moet je zo efficiënt mogelijk benutten. De stad moet bereikbaar zijn, maar de luchtkwaliteit moet ook verbeterd worden. Steden moeten gezonde en leefbare omgevingen zijn en blijven. Omdat iedereen met het onderwerp bezig lijkt, kun je en moet je coalities sluiten en van elkaar leren. Alleen dan kun je tot de disruptieve oplossingen komen waar dit probleem om vraagt, zoals meer elektrische deelmobiliteit en flexibele oplossingen voor de zogenaamde ‘first and last mile’, de afstand van vertrekpunt naar OV-halte, en van de uitstaphalte naar bestemming.”

Deelnemers van het Partnership Urban Mobility met in de bovenste rij, vierde van rechts, Klaas-Jan Gräfe. ©KMK/Behrendt & Rausch

Eenduidig

“Samenwerking kan hopelijk ook leiden tot meer eenduidigheid. Nu merk je dat er in Europa heel veel verschillende manieren zijn waarop steden hun milieu- en tolzones ontsluiten. Het is niet de bedoeling dat Europa gaat voorschrijven wie met welk vervoermiddel toegang heeft tot welk deel van de stad, maar Europa kan er wel aan bijdragen, dat áls je een milieuzone inricht, er dan een universele technologie gebruikt wordt die ook elders in Europa al beproefd en bekend is en dat het voor de automobilisten duidelijk is in welke stad ze wel of geen toegang hebben. Dat is ook één van onze acties. Daarnaast is het van groot belang dat de toegang tot subsidies voor steden laagdrempeliger en transparanter is. Daarvoor willen we een raamwerk voor innovaties opstellen. Nu moet je als stad met vijf andere steden een partnership aangaan en een groot project optuigen, terwijl je als stad juist ondersteuning wilt voor een pilot, die je pas breed gaat uitrollen als ie succesvol blijkt. Daarom hebben in het actieplan een aanbeveling opgenomen om zo snel mogelijk met de Europese Commissie rond de tafel te gaan zitten om te praten over de invulling van hun programma’s en subsidieregelingen voor na 2020. En we zoeken samenwerking met andere partnerships, zoals Air Quality, om een steviger geluid te laten horen.

Het is ook belangrijk om samenhang aan te brengen in alle verschillende initiatieven en netwerken. Zo wilden wij vanuit het partnership een kennisplatform starten, waarin innovatieve aanbieders uit de markt, wetenschappers en verschillende overheidslagen vertegenwoordigd zijn om oplossingen voor onze vraagstukken in kaart te brengen. Maar terwijl we het plan hiervoor schreven, werd er al zo’n Europees platform opgestart, met de provincie Noord-Brabant als trekker. Daar hebben we ons dus gretig bij aangesloten. We willen geen dubbel werk doen.”

Elektrische file

In Nijmegen gebeurt ook buiten het partnerschap veel om een gezonde stedelijke mobiliteit te bevorderen. “Nijmegen investeert al langer in ‘actieve mobiliteit’, zoals wandelen en fietsen. We zijn lid van het samenwerkingsverband ‘F10’, dat zich tot doel stelt om het fietsgebruik de komende jaren met 20 procent te laten toenemen. Daarnaast wil onze wethouder paal en perk stellen aan vervuilende scooters en snorfietsen, die met hun tweetakt-motoren veel uitlaatgassen produceren, die dan ook nog eens door fietsers waarmee zij hun fietspad delen, worden ingeademd. Het streven is dat er op landelijk of Europees niveau een richtlijn komt die vanaf 2025 alleen nog elektrisch aangedreven scooters en snorfietsen toestaat. Daarnaast stimuleren we het gebruik van de elektrische auto, maar dan wel voornamelijk als deelauto. Want als we alle auto’s door elektrische deelauto’s vervangen, hebben we nog steeds evenveel blik op straat en vervangen we de benzinefile slechts door een elektrische file.

Wat het partnerschap betreft, als we in juni alle input vergaard hebben, verwerken we deze in het definitieve actieplan dat in augustus klaar is. Dan hebben we nog anderhalf jaar, tot eind 2019, om de acties te implementeren. Als het partnership is afgerond, hoop ik dat we het voor verschillende overheidslagen eenvoudiger hebben gemaakt om gezamenlijk de problematiek van stedelijke bereikbaarheid aan te pakken en dat we daarvoor praktische handvatten kunnen aanreiken over wat ze kunnen doen, en wie ze daarvoor nodig hebben.”

Het actieplan en de vragenlijsten voor de publieke consultatie zijn (per actie) te vinden op de website van Futurium. Klaas-Jan Gräfe is voor vragen of reacties te bereiken op [email protected].

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

  1. Met Shweeb een energie neutrale fiets monorail werken we met diverse partners in Arnhem, Roermond en Dubai aan een MaaS dienst waarbij de Shweeb ook de rail kan verlaten en naar kleine dorpen kan bewegen. Later kan dit ook autonoom.
    Zie dat wij met Shweeb de mobilitychallenge.nl hebben gewonnen. Momenteel werken we met diverse partners zoals arcadis en overheden om een haalbaarheidsstudie met EU gelden uit te voeren. Ook nijmegen arnhem amsterdam zouden de shweeb kunnen implementeren om autoverkeer op drukke wegen drastisch te verminderen.met energieneutraal recreatief fiets-ov
    Zie ook introvation.nl