Position paper Netwerk Kennissteden Nederland

Groningen

De ‘groeibrief’ van het kabinet en de start van Agenda Stad in 2014 vormde aanleiding voor het Netwerk Kennissteden Nederland om hun position paper van 2011 tegen het licht te houden en te actualiseren. Daarbij ook de vooruitblik
naar een Europese Urban Agenda.

Het afgelopen halfjaar sprak de kerngroep van het netwerk (de steden Delft, Groningen, Leiden en Nijmegen, de VSNU, Vereniging Hogescholen, Kences en Tilburg University) met ministeries en met alle leden van het netwerk over Agenda Stad. Al gauw bleek hoe snel de omgeving van universiteiten, hogescholen en kennissteden aan het veranderen is en hoeveel invloed dat heeft op actuele vraagstukken in de regionale kenniseconomieën. Alle kennissteden functioneren in een regionaal ecosysteem van bedrijven, kennisinstellingen en overheden.

Het Netwerk Kennissteden presenteert hieronder een vernieuwd position paper, waarin ze het aanbod voor Agenda Stad uiteenzetten: Kracht van Kennis.

Voorbij de ranglijstjes

Hoe bruikbaar is de grote hoeveelheid vergelijkende onderzoeken en ranglijsten over steden die de afgelopen jaren ontwikkeld zijn? De Chicago Council on Global Affairs bracht hierover onlangs een interessant rapport uit: Beyond the Scorecard: Understanding Global City Rankings.

Het gaat onder meer over met welke criteria men meet en tot welke verschillen dat heeft geleid. Wat zeggen onderliggende analyses over de positie van een stad ten opzichte van andere steden? Het rapport komt tot een aantal aanbevelingen aan stadsbestuurders en beleidsmakers. Om zo de stad te helpen bij het benutten van kansen en het aangaan van de uitdagingen die er liggen.

Enkele aanbevelingen uit Beyond the Scorecard:

  • Gebruik omvattende rankings (zoals Cities of Opportunity van PwC of AT Kearney’s Global Cities Index) om op basis van de meest recente data een gedetailleerd beeld van de huidige positie te krijgen.
  • Kijk verder dan alleen de overall score of score per thema, maar bekijk ook wat daarvan de onderliggende indicatoren zijn. Analyseer daarmee vervolgens zelf hoe die score tot stand is gekomen om daarmee sterke en zwakke punten (ten opzichte van andere steden) in beeld te krijgen. Maak onderscheid tussen indicatoren die wel of niet met beleid te beïnvloeden zijn.
  • Kijk verder dan alleen de eigen prestaties, maar kijk ook naar de prestaties van andere, vergelijkbare steden (grootte, GDP, ligging, ontwikkeling, ambities). Zoek de verbinding met die steden en probeer van hen te leren welke strategieën en investeringen daar werken.
  • Kijk verder dan onderzoeken die vooral de ontwikkelingen van afgelopen decennia weergeven, maar gebruik ook onderzoeken die specifiek vooruitkijken en trends identificeren om zo richting toekomst kansen te kunnen verzilveren.

In dit kader is de recent gelanceerde Topsteden-website van Platform31 nog beter te interpreteren. Op deze site worden 15 gerenommeerde internationale vergelijkende onderzoeken naar steden geanalyseerd. De website is geen pleidooi voor het blindstaren op de positie op ranglijstjes, maar roept juist op tot het gebruik van de achterliggende informatie en analyses om de ontwikkeling van Nederlandse steden te kunnen versterken.

Lees het rapport ‘Beyond the Scorecard: Understanding Global City Rankings’

 

 

Advies aan Agenda Stad

In dit advies geeft het College van Rijksadviseurs een bijdrage aan Agenda Stad. De bijdrage gaat vooral in op de vraag hoe Agenda Stad tot een succes gemaakt kan worden. Ander belangrijke punten zijn de verdeling van de verantwoordelijkheden bij nationale en stedelijke opgaven en de balans tussen concurrentiekracht en leefbaarheid.

De concurrentiepositie van Nederlandse steden

Alle ogen zijn gericht op de economische kracht van steden en stedelijke regio’s. Maar waar moeten zij op inzetten om hun positie in internationale, nationale en regionale netwerken te verbeteren? En hoe kunnen de relatief kleine Nederlandse steden samen optrekken om de voordelen van grotere steden, zogenaamde agglomeratievoordelen, te benutten? Op welke manier kunnen zij profiteren van elkaars nabijheid door agglomeratiekracht van elkaar te lenen?

Dit zijn de centrale vragen van het NAPOLEON-onderzoek dat in het voorjaar van 2012 van start is gegaan. Het onderzoek richt zich op de vraag hoe de relatief kleine Nederlandse steden hun positie in netwerken op uiteenlopende schaalniveaus – van wereldwijd tot regionaal – kunnen verbeteren om hun concurrentiekracht te versterken. Nederland kent immers geen miljoenensteden maar heeft wel de ambitie om internationaal een rol van betekenis te spelen.

Governing the city

Hieronder vindt u een samenvatting van de publicatie Governing the City. Het Engelstalige rapport van de OECD biedt een overzicht van bestuurlijke processen in grootstedelijke gebieden.

The Metropolitan Century

Hieronder vindt u een samenvatting van de publicatie The Metropolitan Century: Understanding Urbanisation and its Consequences.  Het Engelstalige rapport van de OECD biedt een overzicht van recente en mogelijk toekomstige stedelijke trends, en stelt de gevolgen ter discussie.

Unlocking growth in cities

Download hieronder het plan van de Britse overheid (december 2011) om de kracht vanuit steden verder te stimuleren.

Manifest 2040 in wording – aprilversie

Het Jaar van de Ruimte is een jaar van dialoog over de ruimtelijke toekomst van Nederland. Die dialoog vindt online plaats en bij verschillende evenementen in het land. Als basis voor de dialoog dient een openingsbod dat gepresenteerd is op 15 januari, met daarin 3 opgaven en 5 ontwikkelingsprincipes voor 2040. Het bod wordt uitgewerkt tot een Manifest 2040, te presenteren oop 15 december 2015.

In onderstaande aprilversie van het Manifest 2040 bevat de eerste oogst en de resultaten van het Jaar van de Ruimte on Tour, op 8 april in het Groningse Loppersum.

Denktank Agenda Stad presenteert langetermijnperspectief

De basis voor nieuwe stedelijke bloei ligt in steden zelf, maar kan alleen goed tot stand komen bij het opschalen van maatschappelijke innovatie. Daartoe hebben steden ruimte nodig: financiële en bestuurlijke ruimte om maatwerk te realiseren, ruimte om te experimenteren en om eigen keuzes te maken.

Dit staat in het langetermijnperspectief voor verbonden steden van de denktank van Agenda Stad, waarvan burgemeester van Amsterdam, Eberhard van der Laan boegbeeld is. Het rapport is hieronder te downloaden.

Nuancering OESO prestaties Nederlandse steden

Nieuwbouw in Scheveningen aan het strand

In de ‘OECD Territorial Reviews: Netherlands 2014’ constateert de OESO onder meer dat de productiviteit en de productiviteitsgroei in de Nederlandse steden achterblijven ten opzichte van steden in andere OESO-landen. Deze conclusie was voor de ministeries van BZK, EZ en I&M aanleiding om het CPB te vragen dit nader te onderzoeken.

In de CPB-notitie zijn drie conclusies te lezen.