Ruimte voor Lopen

Status citydeal: in uitvoering

Op 14 december 2020 is de City Deal Ruimte voor Lopen officieel van start gegaan. Met dit samenwerkingsverband committeren gemeenten, rijksoverheid en maatschappelijke partijen zich om de komende 4 jaar te gaan experimenteren met loopbeleid in een stedelijke omgeving. Met de inzet op drie centrale werklijnen wordt innovatie op stedelijk loopbeleid versterkt, versneld en vervolgens verspreid.

 

Werklijn 1: De ideale voetgangersstad: inrichtingsprincipes, routestructuren en hoe maak je ruimte voor lopen

In deze werklijn wordt geëxperimenteerd met de stad van de toekomst. Bij de inrichting van de fysieke leefomgeving moet de voetganger een volwaardige plek krijgen in het ontwerp- en afwegingsproces. Dit betekent ook meer inzicht in de kwantitatieve opgave van voetgangers in de stad.

Werklijn 2: Samen oplopen: organiseren van integraliteit

In deze werklijn worden ervaringen uitgewisseld en geëxperimenteerd met verschillende manieren van integraal werken. Lopen is in potentie een succesvol samenbindend middel. Toch is het zoeken naar manieren om het concreet vorm te geven. Hiervoor is er binnen overheidsinstanties interne draagkracht nodig. Ook het betrekken van de doelgroep, de lopers, bij het beleid hoort hierbij.

Werklijn 3: Verleiden om te lopen

Lopen stimuleren: het gebeurt en kan nu al. In deze werklijn wordt gezocht naar interventies die slagen om mensen daadwerkelijk meer te laten lopen, die ook op andere plekken kunnen worden ingezet. Waar in werklijn 1 de focus ligt op ontwerp, inrichting en infrastructuur, gaat werklijn 3 over het daadwerkelijk stimuleren van (groepen) mensen om meer te lopen. Binnen deze werklijn gaan steden en organisaties van elkaars goede voorbeelden en initiatieven leren. Maar ook wordt er geëxperimenteerd met nieuwe initiatieven, waaruit vervolgens lessen getrokken worden.

Meer weten?

Lees ook de brochure van de City Deal Ruimte voor Lopen vol met interviews en achtergrondinformatie. Wil je daarna nóg meer weten over de City Deal? Neem dan contact op met projectleider Martine de Vaan.

Bekrachtigingsvideo

Bekijk ook de Bekrachtigingsvideo waarin verschillende partners hun steun voor de City Deal uitspreken en toelichten waarom het thema voor hen belangrijk is:

 

Fietsen voor iedereen

Status citydeal: in uitvoering

In Nederland zijn meer fietsen dan mensen; met elkaar hebben we 23 miljoen fietsen. En daarmee hebben we meteen een blinde vlek te pakken; want niet iedereen in Nederland heeft een fiets en heeft gelijke toegang tot een fiets. Van alle Nederlanders vanaf 6 jaar heeft 12% geen fiets. En ongeveer 20% van de mensen fietst nooit of bijna nooit. Een deel van deze mensen, waaronder ook kinderen, hebben moeite om zich het fietsen ‘eigen’ te maken. Bijvoorbeeld omdat ze nooit geleerd hebben om te fietsen, het niet gewend zijn, of omdat ze geen fiets kunnen betalen. Voor die mensen bundelen we de krachten, op nationaal, regionaal en lokaal niveau in de City Deal Fietsen voor Iedereen. In deze City Deal werken 14 gemeenten, 6 maatschappelijke organisaties, 2 bedrijven en 3 ministeries de komende vier jaar samen.

Met deze City Deal willen partijen bereiken dat zoveel mogelijk mensen gaan fietsen, die nu om uiteenlopende redenen niet kunnen fietsen. Om ervoor te zorgen dat mensen gaan fietsen, moeten zij een fiets hebben en kunnen fietsen. De City Deal concentreert zich op deze twee punten: toegang tot een veilige fiets hebben en de vaardigheid om te kunnen fietsen. Daarbij helpt de City Deal voorwaarden te creëren, zodat aangesloten organisaties deze twee onderdelen kunnen realiseren.

Mensen die niet fietsen zijn niet gelijk verdeeld over de gehele bevolking. Mensen met een praktisch opleidingsniveau, een laag inkomen, en/of een niet-Westerse migratieachtergrond fietsen gemiddeld minder dan andere bevolkingsgroepen. Deze groepen concentreren zich met name – maar zeker niet alleen – in kwetsbare wijken in steden. In sterk stedelijk gebied zitten in elke klas gemiddeld 2 kinderen die geen fiets hebben, en fietst 1 op de 11 kinderen nooit of nauwelijks.[1]

Er wordt in verschillende gemeenten en provincies al actie ondernomen op het hebben van een fiets en het kunnen fietsen. Wanneer organisaties meer samenwerken en hun krachten bundelen, is er meer mogelijk dan wat er nu al gebeurt. Bijvoorbeeld doordat ze projecten samen oppakken en van elkaar kunnen leren wat wel/niet werkt, zowel binnen bestaande projecten, als binnen nieuwe. Daarom ligt de focus van deze City Deal op impact maken met projecten, zodat uiteindelijk meer mensen een fiets hebben, kunnen fietsen en daadwerkelijk gaan fietsen. Een City Deal is geen vrijblijvende samenwerking, partners investeren tijd en geld.

Deelnemende partijen

Deelnemende partijen zijn:

Gemeente Amsterdam, Apeldoorn, Arnhem, Den Haag, Eindhoven, Enschede, Haarlem, Heerlen, Leeuwarden, Leiden, Maastricht, Rotterdam, Utrecht en Zwolle.

De ANWB, BOVAG, Beweegalliantie, Fietsersbond, Platform 31, Stichting Leergeld, Decathlon en Heijmans.

En het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De City Deal Fietsen voor iedereen is op 9 oktober 2023 ondertekend.

[1] Mobycon (2022). Onderzoek feiten en cijfers ‘Fietsen voor Iedereen’.

 

Waarden van groen en blauw in de stad

Status citydeal: afgerond

De ministeries van Economische Zaken en Infrastructuur & Milieu gaan met een zevental steden en partners VHG, RuG, RIVM en Hogeschool van Amsterdam aan de slag om de waarden van natuurlijk kapitaal in de stad steeds beter in geld uit te drukken.

Dit is vastgelegd in de City deal ‘Waarden van groen en blauw in de stad’. Gemeenten, private partijen en kennisinstituten gaan gebruikerservaringen en kennis delen om de TEEB-stadtool en de Atlas Natuurlijk Kapitaal (ANK) te verfijnen, te integreren en nog beter te laten aansluiten bij de uitvoeringspraktijk. TEEB staat voor The Economics of Ecosystems and Biodiversity. Met de TEEB-stadtool kan de monetaire waarde van stedelijk groen en water worden bepaald.

Groen is een wezenlijke factor in het stedelijk vestigingsklimaat voor bewoners en bedrijven. Dit werd ook onderstreept in de recente studie ‘BlindSpot’. De city deal moet er dan ook toe bijdragen dat groen en water een grotere rol spelen in gemeentelijke besluitvorming. De deal kwam tot stand op initiatief van een zevental gemeenten en partners zijn afkomstig uit onder meer bedrijfsleven en hoger onderwijs.

Lees de hele tekst van de City Deal in de Staatscourant.

Voedsel op de stedelijke agenda

Status citydeal: afgerond

In oktober 2015 presenteerde het Nederlandse kabinet een nationale voedselagenda in de ‘Kamerbrief over de voedselagenda voor veilig, gezond en duurzaam voedsel’. Stedelijke gemeenten kunnen hierbij een belangrijke rol spelen omdat zij voor de nationale voedselagenda de vertaling kunnen maken naar het lokale niveau en de uitvoering hiervan. Succesvol voedselbestuur is daarom sterk afhankelijk van gemeenten, zowel qua rolneming als inhoud.

Voedsel op de stedelijke agenda

In dit kader starten in het voorjaar van 2017 drie ministeries (EZ, BZK, VWS), twaalf gemeenten (Amsterdam, Almere, Den Haag, Ede, Groningen, Leeuwarden, Den Bosch, Venlo, Helmond, Utrecht, Oss, Rotterdam) en de provincie Gelderland de City Deal ‘Voedsel op de stedelijke agenda’. De deelnemende steden streven ernaar om het Nederlandse voedselsysteem te verbeteren door nauwe samenwerking met Rijkspartijen, kennisinstellingen, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties en van elkaars ervaringen te leren in deze City Deal.

De nationale voedselagenda is inmiddels nader uitgewerkt, o.a. in een nieuwe Kamerbrief in november 2016 over de ‘Voortgang van de voedselagenda voor veilig, gezond en duurzaam voedsel’ en de slotverklaring van de Voedseltop op 26 januari 2017 bij welke gelegenheid ook de City Deal werd getekend. Inmiddels is duidelijk dat ook het nieuwe kabinet de voedselagenda zal voortzetten, en de City Deal ‘Voedsel op de Stedelijke Agenda’ beoogt hier aan bij te dragen met voorstellen over de rol van steden in het versnellen en versterken van de voedselagenda.

Steden zullen beleid ontwikkelen dat leidt tot ‘systeeminnovatie in de voedselketen’ door:

  1. samenwerking via een kennisuitwisselingsprogramma op nationaal niveau;
  2. actief middelen in te zetten voor het verder door ontwikkelen van de nationale voedselagenda naar een integraal voedselbeleid op lokaal niveau;
  3. op internationaal niveau een voorbeeldfunctie te vervullen met Nederland als koploper op het gebied van integraal voedselbeleid, door een actieve inbreng in onder andere Europese platforms en internationale samenwerkingsverbanden.

Vier themaclusters

Om de transitie naar integraal en interactief voedselbeleid te helpen richten en te versnellen wordt in deze deal gewerkt binnen vier themaclusters:

  • ecologisch en economisch verduurzamen en innoveren;
  • regionale voedselsystemen en versterken voedselketens rond de stad;
  • bewustwording, gezondheid en sociale inclusiviteit;
  • bestuurlijke innovatie.

Lees de tekst van de City Deal, zoals die gepubliceerd is in de Staatscourant.