Minister Schultz zet zelfrijdende auto op Europese agenda

Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) zal de ontwikkelingen met de zelfrijdende auto in de eerste helft van 2016 op de  Europese agenda zetten. De minister wil de Europese samenwerking bevorderen en zich onder meer inzetten voor de aanpassing van het Verdrag van Wenen. In dit Europese verdrag staat nu nog een passage waaruit volgt dat een bestuurder de handen aan het stuur moet hebben.

De minister heeft vorige week een bezoek aan Californië gebracht waar zij heeft gesproken met verschillende autofabrikanten en met Google over de ontwikkelingen rond zelfrijdende voertuigen. De minister heeft in de gesprekken aangegeven dat ze deze ontwikkeling waar mogelijk wil ondersteunen. Zelfrijdende voertuigen kunnen veel betekenen voor duurzame mobiliteit, verkeersveiligheid en betere doorstroming van het verkeer. De zelfrijdende auto biedt ook nieuwe mogelijkheden van vervoer van bijvoorbeeld ouderen en mensen in landelijk gebied.

De minister agendeert het onderwerp tijdens het EU-voorzitterschap van Nederland in de Europese transportraad. Ze wilde in de Verenigde Staten van marktpartijen horen wat zij nodig hebben van de overheid, bijvoorbeeld nieuwe wetgeving en ook deregulering om de introductie van zelfrijdende voertuigen internationaal mogelijk te maken. In de gesprekken was er in het bijzonder aandacht voor de benodigde aanpassing van het Verdrag van Wenen, waarin nu nog staat dat de bestuurder te allen tijde de controle moet houden over zijn voertuig.

Ook is er gesproken over eisen die mogelijk aan de (digitale) infrastructuur moeten worden gesteld en over de impact van de zelfrijdende auto op andere verkeersdeelnemers, bijvoorbeeld fietsen. De minister heeft aangegeven dat in Nederland een fiets wordt ontwikkeld met sensoren die waarschuwen voor naderend verkeer. De fabrikanten vonden dit interessant met het oog op interactie met kwetsbare verkeersdeelnemers. Ook onderwerpen zoals data-uitwisseling en de borging van privacy zijn aan de orde geweest.

De minister heeft gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van onder meer Tesla, Mercedes, Nissan en Google. Tesla heeft al banden met Nederland aangezien de RDW de typegoedkeuring voor Tesla in Europa verzorgt. Recent heeft de RDW nog de nieuwe update van Tesla goedgekeurd. Met de nieuwe software in de wagen krijgt de bestuurder hulp bij het wisselen van baan en is sturen in de file niet nodig bij een snelheid tot 12 km/u. Bij Tesla bestaat grote waardering voor de samenwerking met de RDW.

Met Mercedes is gesproken over de benodigde samenwerking in Europa en tijdens het bezoek aan Nissan is onder meer stil gestaan bij de samenwerking tussen de fabrikant en de provincie Noord-Holland bij communicatie tussen zelfrijdende auto’s en verkeerslichten. Nissan gaf aan dat het bijzonder is hoe snel Nederland goede en bruikbare data kan leveren. Bij Google is de minister geïnformeerd over de ontwikkeling van de Googlecar.

 

Themacluster Bewustwording, gezondheid en sociale inclusiviteit

Trekkers van dit themaclusters: Utrecht en Leeuwarden
Deelnemende partijen: Almere, Amsterdam, Den Haag, Ede, Groningen, Rotterdam, Venlo, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport 

Gezondheid, voedsel en sociale inclusiviteit zijn in de stad sterk met elkaar verbonden. Gezondheid is een kernwaarde die veel stedelijke inwoners aan voedsel verbinden en daarom een belangrijke ingang voor bewustwording rond voedselkeuzes.

Voedingspatronen bepalen voor een deel hoe mensen zich voelen, en vormen een belangrijke determinant van de volksgezondheid. In 2015 had de helft van de Nederlanders ouder dan 20 jaar overgewicht en 13,7% obesitas en het aandeel mensen met obesitas is verdrievoudigd sinds 1981. Overgewicht wordt geassocieerd met een verhoogde kans op chronische ziekten, zoals hart- en vaatziekten en diabetes type II.

 Voeding en gezondheid

Gezondheidsproblemen hangen daarnaast sterk samen met armoede en sociale achterstand, waarbij factoren als (lage) voedselvaardigheden en onvoldoende toegang tot gevarieerde en verse voeding een belangrijke rol spelen. Gezondheidsverbetering – met een focus op mensen in een lagere sociaaleconomische positie – is daarom voor veel steden in Nederland een kernpunt in het stedelijk voedselbeleid met activiteiten als: voorlichting over gezonde voeding; het gemakkelijker en aantrekkelijker maken van gezonde voedselkeuzes; integratie van voedsel in de zorg; en het stimuleren van voedselproductie met bewezen gezondheidseffect voor specifieke ziektes (‘personalised food’).

Naast het stimuleren van gezond voedingsgedrag is het versterken van een gezonde leefomgeving, die uitnodigt tot een bewuste en gezonde levensstijl, een belangrijk aandachtspunt voor het bevorderen van gezondheid en sociale inclusiviteit. Hiertoe behoren toegang tot voldoende voedsel en groen in de wijk, maar ook stadslandbouw en andere gemeenschapsactiviteiten rond voedsel.

Vraagstukken die het themacluster inhoudelijk richting geven

 Bewustwording van gezond en duurzaam voedsel, sterk voedselonderwijs en integratie van voeding en zorg

  • Goed voedselonderwijs en gedragsverandering naar gezondere en duurzamere consumptie
  • Wat zijn succesvolle interventiemethoden op het gebied van voorlichting, bewustwording en educatie over gezond en duurzaam voedsel en gedragsverandering, in het bijzonder voor jeugd in de basisschool leeftijd?
  • Hoe kunnen steden voedsel beter integreren in de zorg (waaronder personalised food) en zo voedsel in de zorg inzetten om mensen gezond te houden?

Gezonde voedselkeuze en een gezonde voedselomgeving in een inclusieve maatschappij

  • Stimuleren gezonde voedselkeuzes: Hoe kan voedsel bijdragen aan het verminderen van gezondheidsverschillen, in het bijzonder bij mensen in een lagere sociaaleconomische positie? Denk aan inzet op het verbeteren van brede voedselvaardigheden (kennis, vaardigheden en gedrag benodigd voor een gezond voedingspatroon), dagbesteding, en opleidings-en arbeidsplaatsen.
  • Creëren van een gezonde voedselomgeving: Hoe kan een gezonde voedselomgeving bijdragen aan het verminderen van gezondheidsverschillen, in het bijzonder bij mensen in een lagere sociaaleconomische positie? Denk aan toegang tot gezond voedsel in de stad, gezond schoolbeleid, en ‘nudging’ (kleine aanpassingen in de sociale- en of fysieke omgeving).

Sterkere sociale inclusie door gemeenschapsinitiatieven rond voedsel

  • Kansen om stadslandbouw en andere voedselinitiatieven in te zetten voor het versterken van de sociale inclusiviteit?

Acties die het themacluster heeft opgepakt

Binnenkort meer informatie

 

Vier themaclusters

Om de transitie naar integraal en interactief voedselbeleid te helpen richten en te versnellen wordt in deze deal gewerkt binnen vier themaclusters:

  1. Ecologisch en economisch verduurzamen en innoveren;
  2. Regionale voedselsystemen en versterken voedselketens rond de stad;
  3. Bewustwording, gezondheid en sociale inclusiviteit; 
  4. Bestuurlijke innovatie.

De overkoepelende beoogde impact is het verkrijgen van nieuwe inzichten die een katalysator kunnen zijn voor een transitie van traditioneel gefragmenteerd beleid naar een integraal voedselbeleid op verschillende overheidsniveaus. In het themacluster Bestuurlijke innovatie wordt met name gekeken naar veranderingen in de rolneming van steden, andere overheden en maatschappelijke partners die nodig is voor de voedseltransitie.

Uiteindelijk doel van de City Deal is het bijdragen aan een ecologisch houdbare, robuuste en gezonde voedselvoorziening, zoals ook genoemd in de nationale voedselagenda van het Rijk.

Voor meer informatie over de themaclusters klik op de bijbehorende blokken aan de rechterkant van deze pagina.

Sinds 2012 ruim 11.000 panden omgevormd tot woning

Sinds begin 2012 zijn er per jaar ruim elfduizend woningen bijgekomen door (delen van) bestaande gebouwen om te vormen tot woningen. Vooral kantoor- en winkelpanden werden vaak tot woningen verbouwd.

Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

De afgelopen 3,5 jaar werden bijna veertigduizend nieuwe woningen door hergebruik van panden aan de woningvoorraad toegevoegd. Vaak ging het om relatief weinig woningen per pand. Bij ruim 40 procent van de verbouwingen werden minder dan tien woningen per pand toegevoegd.

Het ombouwen van kantoorpanden leverde sinds 2012 bijna tienduizend nieuwe woningen op. Bij voormalige winkelpanden waren dat er bijna 4.800. Ook scholen, boerderijen of panden met een industriële functie werden de afgelopen jaren tot woningen omgebouwd.

Zo’n 20 procent van de transformaties vond plaats in Noord-Holland en circa 19 procent in Zuid-Holland. In Amsterdam, Den Haag en Groningen werden (delen van) gebouwen het vaakst tot woning omgevormd.

Vijf trends die steden ingrijpend veranderen

De stad van de toekomst: hoe ziet die eruit? Tom Kniesmeijer, ‘toekomstpsycholoog’ en initiator van de jaarlijkse TrendRede, heeft daarop het antwoord. Hij heeft vijf trends benoemd die het stedelijke leven nu al beïnvloeden en die in de komende decennia wel eens bepalend zouden kunnen zijn. Agenda Stad vroeg hem deze trends uit te werken, waarna Kniesmeijer in gesprek ging met verschillende experts, bestuurders en ondernemers. Het resultaat is het digitale magazine: De Stad van de Toekomst Besturen.

1 Dataversnelling

‘De stad van de toekomst bestaat uit zowel stenen als pixels. Digitale technologie zal het leven in de stad, en het samenleven, sterk veranderen. Winkelen, de uitwisseling van ideeën, het volgen van onderwijs, de zoektocht naar de ware liefde of een one night stand: mensen doen het tegenwoordig grotendeels online, vastgeklonken aan telefoon of tablet. Bij het nadenken over de toekomstige infrastructuur van steden spelen datastromen een even belangrijke rol als de reële bewegingen die mensen maken.’ Lees meer over dataversnelling

2 Circulaire economie

‘“Afval bestaat niet.” Deze slogan maakt direct duidelijk waar het om draait bij de circulaire economie: de ultieme vorm van duurzaamheid, waarbij materialen en energie een gesloten cirkel vormen. Afval hoeft geen eindstadium te zijn, het kan ook een nieuw startpunt betekenen. Dat is niet alleen handig, maar ook wenselijk en soms bittere noodzaak. Grondstoffen worden schaarser terwijl de vraag toeneemt.’ Lees meer over circulair economie

3 Deeleconomie

‘Het delen vermenigvuldigt zichzelf in recordtempo. Vijf jaar geleden kende niemand Airbnb of Greenwheels. Nu zijn het huishoudnamen. Natuurlijk, de financiële crisis heeft geholpen. Een kledingbibliotheek of een huizenruil bespaart nu eenmaal geld. Maar er is ook sprake van een fundamentele BetekenisWissel. Mensen lopen een lege slaapkamer binnen en geven hem nieuwe betekenis als hotel. Ze zien hun auto staan en denken: ‘taxi’. Roepen, terwijl ze in een enorme pan soep roeren: ‘afhaalrestaurant!’ Lees meer over deeleconomie

4 Makersmentaliteit

‘Nog niet afgestuurde nerds bouwen aan apps voor grote bedrijven op hun zolderkamer, de Frietwinkel uit Utrecht, een initiatief van twee studenten, maakte dit jaar volgens het Algemeen Dagblad de beste patat van Nederland. Overal in Nederland bruist het van de kleinschalige economische activiteit, aangestuurd vanuit een nieuwe MakersMentaliteit. Individuen onttrekken zich aan massaproductie. Ze kiezen ervoor om op kleine schaal binnen de eigen stad te produceren, op zoek naar intrinsieke arbeidsmotivatie. Ze willen een product afleveren dat werkelijk betekenis toevoegt aan het leven van de klant – en de stad.’ Lees meer over makersmentaliteit

5 Dwarsverbindingen

‘De beleidsinstrumenten die gemeenten tot nu toe gebruikten lijken niet meer geschikt om de sociale kansen en problemen van de toekomst aan te pakken. Aan de ene kant is er eenvoudigweg minder geld beschikbaar, aan de andere kant groeit het besef dat subsidies en de regels die daarbij horen niet altijd de enige juiste oplossing zijn. Er wordt een steeds zwaarder beroep gedaan op burgers om zelf hun individuele of collectieve vangnetten te organiseren.’ Lees meer over dwarsverbindingen

Lees het hele online magazine De Stad van de Toekomst Besturen

Verslag Bootcamp door Rotterdam

Van 14 tot 16 oktober was het zo ver: de 3 dagen durende Bootcamp door Rotterdam met de 10 finalisten van de Challenge Stad van de Toekomst. De finalisten bezochten aansprekende voorbeelden, maakten intensief kennis met elkaars vraagstukken en zijn aan de slag gegaan met het in kaart brengen van hun persoonlijke ontwikkelingspad. De 3 dagen kenden elk een eigen thema respectievelijk: het individu, het project en de samenleving. Hierbij een korte impressie van wat de dagen hebben opgeleverd.

Dag 1

De dag opende met korte pitches van alle 10 finalisten om te kijken waar ieder project nu staat. Het vuur werd gelijk aan  elkaars schenen gelegd met kritische vragen maar tegelijk werden er ook opbouwende opmerkingen gemaakt naar elkaar. De Challenge is aan de ene kant een competitie, maar daarnaast ook een traject waarin de 10 projecten elkaar zullen ondersteunen.

Hierna was het tijd om het inspirerende verhaal van Ruud Koornstra aan te horen. Deze rasondernemer nam de mensen mee in zijn professionele loopbaan waarin hij na succesvolle mediabedrijven verscheidene duurzame ondernemingen opzette. Zijn boodschap was helder: “Als een innovatie niet duurzaam is, is het geen innovatie!”. Maar in een tijd waarin de grote concerns graag de touwtjes in handen houden en een duurzame ontwikkeling die status-quo kan ondermijnen vergt duurzaam ondernemen een hoop durf, lef en doorzettingsvermogen! Dus blijf partners zoeken die ook willen dat het lukt, denk altijd aan het grote belang en geloof er in dat verandering altijd klein begint.

Een fietstocht volgde langs Studio Roosegaarde (waar ook juryvoorzitter Daan even zijn gezicht liet zien) en 3 Rotterdamse finalisten in de Challenge: DakAkkers, BlueCity010 en Hotspot Hutspot.

Dag 2

Een watertaxi bracht de finalisten over de Maas richting de Buitenplaats Brienenoord. In deze prachtige plek in de natuur was het tijd om dieper in te gaan op de projecten van de finalisten zelf. Onder leiding van Maurits Groen zijn de projecten met elkaar in gesprek gegaan over elementen waar ze in de dagelijkse praktijk tegenaan lopen. Een aantal belangrijke opmerkingen van Maurits: zoek natuurlijke bondgenoten met een gedeeld belang, regel je parameters, maak een top-propositie en regel dat men niet langs je heen kan. En misschien wel het belangrijkste “De tijd is overrijp voor duurzaamheid dus geen tijd voor ‘leuke bedrijfjes’, het is tijd voor impact!”.

Hierna was het tijd om een panel hun verhalen te laten vertellen. Het panel met Maurice Specht, Michon van der Salm, Eva Gladek, Yvonne van Remmen en Erika Koehler nam de finalisten mee in hun ervaringen rond het opzetten en ondersteunen van projecten.

De middag was verder ingevuld met het doorkruisen van de stad voor het bezoeken van locaties waarbij de finalisten verdeeld waren in 3 thema’s. Zo was er de groep Sociaal die langs de Leeszaal West en Unilever ging. Groep Bouwen ging op bezoek bij Katshoek, Het Gele Gebouw en bij AIR voor een gesprek over de Markthal. En de groep Water is langs de Haven van Rotterdamse en Uit Je Eigen Stad geweest. De routes werden afgesloten met een groepsdiner om ook tijdens het eten de focus per thema te versterken.

Dag 3

De hele ochtend was ruimte vrijgemaakt voor de finalisten om hun persoonlijke coaches te ontmoeten en met hen door te praten over de doelstellingen, routepad en bijdrage van de coach daarin.

Daarna was het tijd om alle finalisten weer bij elkaar te halen, en een  terugkoppeling te doen. Dit werd ingeleid door Arnoud Molenaar (Chief Resilience Officer van de stad Rotterdam) die vertelde over ‘Rotterdam’s Resilience Challenge‘. Hierna presenteerden de groepen wat ze de dag ervoor hadden gezien en wat ze daaruit mee konden nemen. Het resulteerde in een interessante discussie over de maatschappij, de rol van de overheid in projecten als deze en hoe waardes om te zetten in geld (of toch niet?).

Met een borrel in de Fenix Food Factory werden de 3 intensieve dagen afgesloten. Het waren volle dagen waarin alle projecten elkaar goed hebben leren kennen en de basis is gelegd voor een mooi vervolgtraject richting de Innovatie-estafette op 14 april 2016.


 

Foto’s van dag 1 & 2 zijn te vinden op Flickr.

Meer informatie over de Challenge Stad van de Toekomst

Themacluster Regionale voedselsystemen en Versterken eerlijke voedselketens rond de stad

Trekkers van dit themaclusters: Almere en Groningen
Deelnemende partijen: Amsterdam, Den Bosch, Den Haag, Ede, Helmond, Oss, Rotterdam, Utrecht, Venlo, Ministerie van Landbouw, Natuur & Voedselkwaliteit, Provincie Gelderland

Er is een groeiende maatschappelijke behoefte om lokaal en regionaal voedsel beter beschikbaar te maken in de stad. Lokaal en regionaal voedsel komen tegemoet aan de vraag naar gezond en vers voedsel en transparante voedselketens, en bieden tegelijkertijd kansen om boereninkomens te versterken.

Toch komt de ontwikkeling van markten voor lokaal en regionaal voedsel nog onvoldoende van de grond. Lokale en regionale producten zijn nog slechts mondjesmaat in supermarkten verkrijgbaar. Wel is er veel dynamiek en innovatie bij kleinschalige initiatieven die boer en consument direct via korte ketens verbinden, maar deze missen nog schaal en slagkracht om bredere consumentengroepen te bereiken.

Lokaal beleid biedt kansen om een kwaliteitsslag te maken en de beschikbaarheid van lokale en regionale producten in de stad te vergroten. Hiertoe is het zaak om plattelandsontwikkelingsbeleid en stedelijke beleidsinstrumenten (bijv. publieke inkoop) integraal in te zetten. Ook ontwikkeling van innovatieve winkelconcepten (internet, coöperatief, etc.) en bundeling van aanbod in regionale voedselhubs zijn van belang.

Voedseleducatie kan eveneens bijdragen aan het versterken van eerlijke, regionale voedselsystemen. In de afgelopen decennia zijn burgers, en vooral jongere generaties, steeds meer vervreemd van de herkomst en productwijze van hun voedsel. Voedseleducatie en bewustwordingsactiviteiten (bijv. schoolbezoeken en uitwisselingen met boerenbedrijven in de omgeving; bewustwording en educatie over voedsel voor specifieke doelgroepen) kunnen bijdragen aan een groter besef over de herkomst van voedsel en het belang van sterke relaties tussen stad en platteland.

Rechtvaardigheid en een eerlijke prijs voor voedselproducten zijn belangrijke drijfveren voor het versterken van regionale voedselsystemen. Deze vinden onder andere ook hun weerslag in stedelijke Global Goals-campagnes voor het realiseren van de Sustainable Development Goals van de VN op lokaal niveau.

Vraagstukken die het themacluster inhoudelijk richting geven

 Sterke stad-landrelaties

  • Meer lokaal voedsel op het bord van de stedelijke consument
  • Wat is er voor nodig om voedselproducenten meer lokaal te laten afzetten, zo mogelijk op duurzame manier, inclusief logistiek?
  • Bewustwording over de herkomst van voedsel en over stad-land relaties
  • Wat is er voor nodig om het besef te vergroten van de herkomst van voedsel en daarmee herwaardering van voedselproductie?

Rechtvaardige en eerlijke voedselsystemen

    • Rechtvaardige voedselsystemen: een eerlijke inkomstenverdeling in de voedselketen
    • Wat zijn de knelpunten om een eerlijkere inkomstenverdeling te realiseren in de voedselketen en hoe kunnen deze opgelost worden (mededinging, eerlijke prijs, markttoegang, ontsluiten andere marktconcepten)?
    • Realiseren van robuuste voedselsystemen en stedelijke Global Goals campagnes. Hoe kunnen Sustainable Development Goals lokaal worden ingezet om robuuste voedselsystemen in en rond de stad te versterken? (met name SDGs 11: Duurzame steden en gemeenschappen, 2: Geen honger, 3: Goede gezondheid en welzijn, 12: Verantwoorde consumptie en productie en 13: Klimaatactie)

 

Acties die het themacluster heeft opgepakt

Binnenkort meer informatie

 

Themacluster Ecologisch en Economisch verduurzamen en innoveren

Innovatief voedsel verbouwen in Den Bosch. Foto: Pieter Verbeek.
Innovatief voedsel verbouwen in Den Bosch. Foto: Pieter Verbeek.

Trekkers van dit themaclusters: Rotterdam en Den Bosch
Deelnemende partijen: Almere, Amsterdam, Den Haag, Ede, Helmond, Leeuwarden, Oss, Venlo, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Lokaal voedselbeleid biedt kansen om voedselsystemen ecologisch te verduurzamen en tegelijkertijd economische bedrijvigheid te genereren in en rond de stad. Om deze kansen te benutten is het wezenlijk dat een gezamenlijke aanpak van alle partners in de keten tot stand komt – van boer tot consument maar ook tussenliggende schakels als retail en verwerkende industrie.

De stedelijke overheid kan hierin een belangrijke rol als katalysator vervullen, bijvoorbeeld door partijen van verschillende beleidsterreinen bij elkaar te brengen om crossovers te stimuleren en een stimulerende omgeving voor systeeminnovatie te genereren. Stedelijke voedselsystemen zijn op tal van manieren verbonden met het gebruik en beheer van natuurlijke hulpbronnen. De ecologische voetafdruk van steden kan voor ca. 40% worden teruggevoerd op voedsel gerelateerde activiteiten en ook is de stad via afval-, nutriënten- en waterstromen verbonden met de omliggende regio.

Het beter sluiten van kringlopen en in balans brengen van landbouwproductie met het beheer van natuurlijke hulpbronnen kan regionale voedselsystemen economisch versterken. Benaderingen als circulaire economie, cradle-to-cradle en natuurinclusieve landbouw bieden hiervoor aanknopingspunten. Voorbeelden zijn het matigen van vleesconsumptie in combinatie met de regionale teelt en afzet van eiwitgewassen, het voorkomen van voedselverliezen en –verspilling, en het valoriseren en ‘upcyclen’ van reststromen tot waardevolle producten.

Om deze kansen voor economische en ecologische verduurzaming te benutten moeten nieuwe, waarde-gedreven businessmodellen (people, planet, profit) en kennis en innovatie op dit gebied ontwikkeld worden. Lokale overheden kunnen dit bevorderen, bijv. door onderzoek, bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen te bundelen in kennis en innovatieclusters en het stimuleren en begeleiden van startups. Ook kansen voor het bundelen en onderling afstemmen van de specifieke kennis en inzet van regionale voedselclusters kunnen nader worden onderzocht en uitgewerkt.

Vraagstukken die het themacluster inhoudelijk richting geven

Bloeiende lokale economieën

 

  • Inventarisatie van nieuwe waarde gedreven businessmodellen in en rond de stad. Wat zijn nieuwe voedselproductie-concepten in en rond de stad —met een meer gelijke verdeling tussen verschillende waarden van voedsel (zoals economie, ecologie, gezondheid) en wat zijn daarbij kansrijke verdienmodellen en opschaal strategieën?
  • Ontwikkeling van regionale kennis- en innovatieclusters (o.a. testfaciliteiten, innovatiecampussen)
  • Hoe kunnen regio’s clustering van kennis en innovatie voor gezond en duurzaam voedsel stimuleren?

Verduurzamen van voedselketens

  • Valorisatie van reststromen en verduurzaming voedselketens
  • Op welke manieren kunnen reststromen beter tot waarde gebracht worden om zo de voedselketen te verduurzamen?
  • Eiwittransitie en vermindering ecologische voetafdruk
  • Op welke manieren kunnen steden de ontwikkeling van nieuwe, duurzame eiwitten door bedrijven faciliteren op het land en op zee?

Acties die het themacluster heeft opgepakt

Binnenkort meer informatie

 

Projecten gevraagd voor Smart Urban Futures

Op 15 december 2015 gaat de vierde call for proposals van het programma JPI Urban Europe open, de ERA-NET Co-fund Smart Urban Futures (ENSUF). De projecten staan in het teken van het creëren van een duurzame impact op steden, door de ontwikkeling van nieuwe kennis en oplossingen voor stedelijke vraagstukken. Voorwaarde is dat het onderzoek interdisciplinair is en vraagt om een intensieve samenwerking tussen onderzoekers, burgers, maatschappelijke organisaties, beleidsmakers en bestuurders.

De volgende drie thema’s zijn gedefinieerd:

  1. Concepten en strategieën voor slimme stedelijke transformatie, groei en krimp
    Hieronder vallen onderzoeken naar de complexe relatie tussen steden en hun ommeland op het gebied van ruimtelijke ordening, infrastructuur, milieu en energie. Maar ook projecten die de kansen van krimp onderzoeken om te komen tot herziene ruimtelijke structuren, besluitvormingsprocessen en samenwerking met betrokkenen om de kwaliteit van leven in deze gebieden te vergroten.
  2. Nieuwe dynamiek van openbare diensten
    Uitgangspunt van dit thema is dat economische en sociale trends vragen om de herziening van traditionele modellen van openbare diensten. Het is tijd om te zoeken naar nieuwe en innovatieve benaderingen van publieke dienstverlening die beter in staat zijn om in te spelen op specifieke lokale vraagstukken.
  3. ‘Inclusive’, levendige en toegankelijke stedelijke gemeenschappen
    De meeste steden kennen een sterke variëteit van sociale en culturele groepen. Het is een uitdaging om een inclusieve stad te creëren waarin verschillende groepen vreedzaam kunnen samenwonen. Projecten binnen dit thema richten zich op maatschappelijke initiatieven, stedelijk bestuur of herstructureringsprojecten om een duurzame ontwikkeling van de inclusieve stad te stimuleren.

Er is een totaalbedrag van maximaal 24,5 miljoen euro beschikbaar gesteld uit nationale en regionale financiering uit 18 Europese landen, inclusief steun van de Europese Commissie in het kader van het programma Horizon 2020.

Interesse? Meld het bij Platform31. Die gaan geïnteresseerde partijen met elkaar in contact brengen om zo een consortium – van onderzoekers, sociale ondernemers van maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en bedrijfsleven, en lokale beleidsmakers – te kunnen vormen.

Tijdlijn

De procedure bestaat uit twee fasen. In de eerste fase krijgen consortia de kans om pre-proposals in te dienen: deze voorstellen moeten in maart 2016 ingediend worden. De organisatie selecteert vervolgens ongeveer 50 consortia die een uitnodiging krijgen hun ideeën verder uit te werken in volledige voorstellen. De geselecteerde projecten zullen eind 2016 of begin 2017 van start gaan.

Minister Kamp sluit Retaildeals met 31 gemeenten

Minister Henk Kamp van Economische Zaken tekende op 18 november 2015 met 31 gemeenten in Nederland een ‘Retaildeal’. Hierin staan afspraken voor een visie op de binnenstad, gericht op onder meer detailhandel.

De retailbranche zit in de lift, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek. Dit biedt perspectief voor de binnenstad, die anno 2015 inspeelt in op de wensen van haar bezoekers en de toeristen die onze steden bezoeken. Die vinden dat de couleur locale ligt besloten in de authenticiteit van de locatie, een verrassend aanbod en de sfeer die nieuwe ondernemers er creëren. Deze locaties in de stad zijn kansrijk voor de combinatie van detailhandel, horeca, ambachten, kunst- en cultuur en wonen. De Retaildeals maken deel uit van de twintig afspraken die zijn gemaakt in de nationale Retailagenda.

Juist vanwege deze verwachte groei is het belangrijk dat gemeenten nu doorpakken. Met het ondertekenen van een RetailDeal leggen gemeenten expliciet de focus op toekomstgerichte, levendige binnensteden. Onder meer door intensief samen te werken met ondernemers: winkels, dienstverlening, vastgoed en horeca.

Steden die een Retaildeal ondertekenden

Op 18 november 2015 ondertekende 29 gemeenten en 2 regio’s een Retaildeal. Dit zijn: Beverwijk, Breda, Den Bosch, Dordrecht, Ede, Geldrop-Mierlo, Gouda, Groningen, Haaksbergen, Hardenberg, Helmond, (regio) Hoeksche Waard, Hilversum, Houten, Leeuwarden, Leidse regio, Lochem, Meppel, Noordwijk, Nijkerk, Nijmegen, Rijswijk, Roermond, Schiedam, Sittard-Geleen, Steenwijk, Tilburg, Venray, Zaanstad en Zandvoort. Meer informatie over de Retaildeal-gemeenten en de lokale invulling volgt op onze website.