Finalisten Challenge Stad van de Toekomst op Bootcamp

De 10 finalisten van de Challenge Stad van de Toekomst kregen halverwege oktober een driedaagse ‘Bootcamp’ door Rotterdam. Bekijk ook het filmpje waarin alle finalisten aan het woord komen.

Het geeft een goed beeld van wat de 10 projecten tot nu toe aan de Challenge hebben gehad. Zo brengt de Challenge volgens hen onder andere persoonlijke ontwikkeling, media-aandacht en leren ze focus te leggen binnen het project. Ook komt het 11e project aan bod, een samenvoeging van de 10 finalisten die samen de ‘Stad van de Toekomst’ vormt.


 

videobootcampChallengeBekijk de video met de 10 finalisten en hun ervaringen tijdens de Bootcamp.

Wat wil de City Deal Voedsel op de Stedelijke Agenda?

Het grote belang van de agro-food sector voor de Nederlandse economie staat buiten kijf. Nederland is de tweede agro-food exporteur ter wereld met een exportwaarde van 81,3 miljard euro, voor een groot deel verdiend met de productie van voedsel: vlees, zuivel, eieren, groente, fruit. Er zijn 86.000 bedrijven actief in ons land in de voedselsector, en bijna een half miljoen mensen vinden er werk.

Wat moet er dan beter?

Toch staat onze voedselvoorziening, zowel in Nederland als wereldwijd, voor grote opgaven. Zoals uiteengezet door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in het rapport ‘Naar een Voedselbeleid’  (2014) zijn er 3 grote uitdagingen. Ten eerste is er de ecologische houdbaarheid, waaronder de stijgende vraag naar voedsel door een groeiende en verstedelijkende wereldbevolking; het onduurzame gebruik van grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen; klimaatverandering en verlies aan biodiversiteit en voedselverspilling. Ten tweede zijn er problemen op het gebied van volksgezondheid: gezondheidsrisco’s rond de primaire productie, bijvoorbeeld door overmatig antibioticagebruik; problemen rond voedselveiligheid en de aan consumptie gerelateerde gezondheidsrisico’s. Zo is momenteel een derde van de wereldbevolking ondervoed, dan wel te zwaar.  Als laatste is ook de robuustheid van het voedselsysteem in het geding, zoals bijvoorbeeld de sterke volatiliteit van voedselprijzen  laat zien.

Er moet dus iets veranderen. Veel van de uitdagingen in de voedselvoorziening betreffen structurele aspecten van het voedselsysteem zoals verdeling, stabiliteit, toegankelijkheid en ecologische houdbaarheid. Ze gaan niet om landbouw alleen maar om de gehele, complexe en vaak mondiale voedselketen en vergen daarom systeemverandering en transitie. Het kabinet heeft in reactie op het WRR rapport in oktober 2015 zijn ‘Voedselagenda voor veilig, gezond en duurzaam voedsel’ gepresenteerd. Deze agenda is een eerste stap naar een Nederlandse strategie voor voedseltransitie.

Voedsel op de Stedelijke Agenda

Op de agenda ontbreekt echter een visie om steden en stedelijke regio’s te betrekken bij de ontwikkeling en invulling van de voedselagenda. En dat terwijl juist steden een belangrijke rol spelen bij het ontwikkelen en in de praktijk brengen van integraal voedselbeleid. Juist zij zijn belangrijke schakels in het voedselsysteem, en staan als bestuurslaag het dichtst bij consumenten, die voor het merendeel in steden woont. Steden vormen daarnaast knooppunten zijn waar kennis, creativiteit, innovatie, maatschappelijke vraagstukken en financiële stromen bij elkaar komen.

In veel steden zijn dan ook al diverse voedselinitiatieven te vinden die stedelijke voedselsystemen willen verbeteren. Van samenwerking met bedrijven, zoals het Food Tech Park Brainport in Helmond, de Dairycampus in Leeuwarden of het World Food Center in Ede, tot er initiatieven te vinden op het gebied van voedselonderwijs en sociale inclusiviteit. Ook wordt er rondom en in steden steeds meer voedsel geproduceerd, van stadstuinen tot voedselbossen en worden lokale producenten en consumenten aan elkaar gekoppeld.

In de City Deal Voedsel op de Stedelijke Agenda willen alle partners deze lokale voedselinitiatieven naar een meer strategisch niveau tillen: lokale oplossingen voor mondiale issues als het voeden van steden. Op nationaal en internationaal niveau zijn er talloze andere initiatieven waar de City Deal op kan aansluiten, zoals het Milan Urban Food Policy Pact, dat wereldwijd door ruim 160 steden is ondertekend, waaronder acht Nederlandse steden.

Bestuurlijke innovatie

De transitie naar een integraal voedselbeleid op de diverse overheidsniveaus vraagt om nieuwe bestuurlijke organisatievormen en sturingsmodellen die voedselsystemen op basis van de waarden people, planet, profit beter verankeren in economie en samenleving. Daar is bestuurlijke innovatie voor nodig, zowel binnen overheidsorganisaties als in de relatie tussen overheid en samenleving. Met andere woorden: hoe kom je als overheid van ‘government naar governance’ en van een aanpak in gefragmenteerde subdomeinen naar een benadering van de voedselopgave als één systeem?

Ook assessment van stedelijke voedselsystemen en monitoring van effecten van beleid zijn daarbij onmisbaar.

Lees de volledige tekst van de City Deal.

Nicolaas Beets speciaal gezant voor Europese Agenda Stad

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft Nicolaas Beets (62 jaar) op 6 oktober 2015 benoemd tot speciaal gezant voor de Europese Agenda Stad.

In deze functie onderhoudt Beets voor de Programmadirectie Stad de contacten met het Europese bestuurlijke netwerk. Hij zal gedurende het Nederlandse EU Voorzitterschap de Europese ambtelijke werkoverleggen die gaan over de Europese Agenda Stad voorzitten.

Nicolaas Beets was onder meer ambassadeur in Koeweit, Finland, Saudi-Arabië en Letland. Daarvoor bekleedde hij diverse functies bij het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Postzegel toont Nederlands lichtnetwerk

Sinds begin deze week is een nieuwe postzegel te koop die Nederland toont als netwerk van licht. Een losse postzegel laat een klein stukje van Nederland zien, zodat je zelf kunt kiezen welk deel van het land je op de envelop plakt. Ontwerper Daan Roosegaarde liet zich inspireren door ruimtefoto’s van André Kuipers en satellietfoto’s van Nederland, waar hij zijn eigen interpretatie aan gaf.

Hij verwerkte er met zijn studio ook een foutje in, vertelt hij aan NRC. ‘Vroeger verzonnen kaartenmakers een niet bestaand stadje of straatje op een plattegrond, zodat ze konden zien of iemand hun kaart had nagemaakt. Zo hebben wij in onze kaart op de postzegel ook een fout gemaakt.’ Voor wie zijn topografie (of de Nederlandse eilanden) goed kent, is de fout snel gevonden.

Op zaterdag 24 oktober worden de postzegels door PostNL persoonlijk aan kunstenaar Daan Roosegaarde uitgereikt. Hiervoor doet Daan Roosegaarde in een speciaal programma tijdens de Nacht van de Nacht symbolisch het licht uit in Het Concertgebouw in Amsterdam.

Nederland terug in top 5 meest concurrerende economieën

Nederland stijgt dit jaar van de achtste naar de vijfde plaats op de ranglijst van meest concurrerende economieën ter wereld. Dit blijkt uit de jaarlijkse ranglijst van het Global Competitiveness Report die is opgesteld door het gezaghebbende World Economic Forum.

IJzersterke uitgangspositie

Volgens de onderzoekers is de stijging te danken aan het excellente onderwijssysteem, de efficiënte infrastructuur, de betrouwbare overheid en een blijvende focus op innovatie. De Top 5 positie toont volgens hen aan dat Nederland een van de meest geavanceerde en innovatieve economieën van de wereld is, met concurrerende en open markten. Minister Kamp van Economische Zaken: “Dit rapport laat zien dat er veel is om trots op te zijn in Nederland. Ondernemers, kennisinstellingen en overheden hebben samen gebouwd aan deze ijzersterke uitgangspositie. In het belang van werkgelegenheid en economische groei is het nu zaak deze positie verder uit te bouwen. Wie weet wat er dan volgend jaar mogelijk is.”

Uitdagingen

Het rapport stelt dat het beleid van de overheid de afgelopen jaren actief heeft bijgedragen aan het versterken van de Nederlands positie. Zo wijzen de onderzoekers erop dat de gezondereoverheidsfinanciën, de hervorming van de financiële sector en de arbeidsmarkt, het topsectorenbeleid en het stimuleringsbeleid voor ondernemers hebben geleid tot een aanzienlijke verbetering van het concurrentie- en innovatievermogen. Het rapport is echter ook duidelijk in de uitdagingen die we moeten aangaan om ervoor te zorgen dat Nederland ook in de toekomst in de Top 5 blijft. Kamp: “Het Kabinet blijft zich onverminderd inzetten voor het concurrentievermogen van Nederland door het creëren van de juiste randvoorwaarden voor ondernemers. Bijvoorbeeld door de aangekondigde lastenverlichting van 5 miljard en de aanvullende financiële maatregelen waarmee naar verwachting komende jaren enkele miljarden euro’s aan extra kredietverlening voor het mkb mogelijk wordt gemaakt.” Later vandaag praat Kamp met de Tweede Kamer over het verder verbeteren van het ondernemersklimaat in Nederland.

Top 5

Nederland staat al sinds 2005 onafgebroken in de top tien. In 2012 stond Nederland ook op plek 5, maar in 2013 zakte Nederland naar plek 8, een positie die we in 2014 handhaafde. Het kabinet stelde zichzelf de ambitie om de positie van Nederland in de top 5 van de meest concurrerende economieën te verankeren en versterken. Met een rentree in de Top 5 van de index dit jaar, komt het verwezenlijken van die ambitie dichterbij. Het afgelopen jaar wist Nederland Japan, Hong Kong en Finland op de ranglijst te passeren. Alleen Zwitserland, Singapore, De VS en Duitsland staan nu nog boven Nederland. De gehele lijst bestaat uit 144 landen.

Lees of download het rapport op het World Economic Forum

Health Deals voor zorginnovaties

Minister Edith Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) gaat de ontwikkeling van Nederlandse medisch-technologische innovaties stimuleren. Er komen ‘Health Deals’ tussen overheid en (private) partners die duurzame zorginnovaties verder op weg helpen. Schippers wil met de sector Life Sciences & Health (LSH) op nieuwe economische missies gaan. De Tweede Kamer is vandaag over de plannen geïnformeerd.

Met haar brede inzet op het stimuleren van zorginnovaties heeft Schippers het belang van patiënt en premiebetaler voor ogen: het gaat haar om vernieuwingen die de zorg beter maken en betaalbaar houden. Aan de andere kant staan ook het verdienvermogen en de concurrentiekracht van de LSH-sector centraal, en daarmee het stimuleren van banengroei en werkgelegenheid in Nederland.

Schippers investeert de komende twee jaar bij elkaar bijna 130 miljoen euro in duurzame medisch-technologische innovaties, Voor een groot deel betreft dit publiek-private samenwerking tussen overheid, bedrijven in de LSH-sector, wetenschappelijke onderzoeks- en kennisinstellingen en gezondheidsfondsen. Private partijen zelf gaan hierin ook fors meer investeren: totaal in 2016 ca 140 miljoen en in 2017 ca 207 miljoen.

Schippers benadrukt dat het haar niet alleen om innovaties in de hoog-complexe zorg gaat, zoals het kweken en printen van organen of het vroegtijdig opsporen van ziektes via nano-technologie. Juist vernieuwingen in de laag-complexe zorg en preventie, zoals telemonitoring, e-health, gezondheids-apps en sensoren dragen bij aan de kwaliteit van leven, de zelfredzaamheid van mensen en de betaalbaarheid van de zorg. Schippers wil een omslag bewerkstelligen, waarbij het vertrekpunt is wat individuele patiënten nodig hebben en niet wat de zorg of de medische technologie aanbiedt. Alleen zo kunnen technologische vernieuwingen kostenbesparend worden in plaats van kostenopdrijvend.

  • Er wordt proefgedraaid met ‘Health Deals’ tussen overheid en (private) partners. Hierin heeft de overheid een rol in het oplossen van knelpunten, bijvoorbeeld door aanpassingen in wet- of regelgeving en vermindering van administratieve lastendruk. Schippers geeft bij voorbaat aan dat de meerwaarde voor de patient voorop moet staan, ontwikkeling van onbetaalbare middelen schiet het doel voorbij.
  • Speciale aandacht is er voor onderzoek en ontwikkeling van ‘personalised medicine’, waarbij ook de doelmatigheid en kosteneffectiviteit van deze veelbelovende ‘geneeskunde op maat’ voor oncologie en zeldzame ziekten centraal staan.
  • In het bijzonder zal ook worden ingezet op ‘translationeel’ onderzoek: onderzoek dat een innovatie zo snel mogelijk van het wetenschappelijke laboratorium naar de patiënt brengt. Daarnaast zullen de zorgopleidingen doorgelicht worden op de noodzakelijke nieuwe kennis en vaardigheden als gevolg van medisch-technologische innovaties.
  • In nauwe samenspraak met de LSH-sector zal een agenda voor economische diplomatie van ‘Health-Holland’ worden opgesteld. Daarbij gaat het enerzijds om het onderhouden en uitbreiden van al bestaande relaties (zoals met bijvoorbeeld China en India), maar anderzijds ook om het openbreken van nieuwe markten in bijvoorbeeld het Midden-Oosten en Oost-Afrika.

De inzet van VWS op innovatie in de zorg is een belangrijke versterking van het Rijksbrede topsectorenbeleid, onder leiding van het ministerie van EZ. De stijging van Nederland van plek 8 naar plek 5 op de ranglijst van meest concurrerende economieën laat zien dat succesvolle innovatie bijdraagt aan economische groei. De innovatiecontracten voor 2016 en 2017 die vandaag in Delft worden getekend hebben een waarde van 4,2 miljard euro, waarvan 2,2 miljard euro voor rekening komt van het bedrijfsleven.

Minister Kamp lanceert eerste Smart Industry Fieldlab

Minister Henk Kamp van Economische Zaken heeft het eerste fieldlab gelanceerd dat van start gaat in het programma Smart Industry. Een fieldlab is een proeftuin van bedrijven en kennisinstellingen die samenwerken aan slimme productietechnieken, door nieuwste productiemiddelen zoals robots en sensors te combineren met software, data en internet.

Het eerste Fieldlab dat van start gaat is Fieldlab Campione, een consortium van ruim dertig bedrijven en kennisinstellingen in Noord-Brabant en Zeeland. Doel is om het onderhoud in chemiebedrijven efficiënter te maken. Dit kan door de staat van installaties constant te monitoren en deze gegevens te combineren met beschikbare data. Op deze manier kan onderhoud exact op tijd worden uitgevoerd – niet te vroeg, zoals bij planmatig onderhoud, en niet te laat, als reparaties nodig zijn. Hierdoor wordt onderhoud goedkoper. Installaties liggen minder vaak stil en de veiligheid neemt toe.

Minister Kamp: “De Nederlandse industrie is sterk. We staan op nummer vijf van de wereldranglijst van de meest concurrerende economieën. Om concurrerend te blijven, moeten we innoveren en kansen benutten die er liggen in ICT en digitalisering. Met het actieprogramma Smart Industry maakt de industrie hier werk van. Dat zien we bij een proeftuin als Campione. Efficiënter onderhoud leidt tot hogere productie en meer groei en banen.”

Het Campione-consortium is gevormd door het Dutch Institute World Class Maintenance in samenwerking met KEC en Midpoint Brabant. Projectdeelnemers zijn onder meer: Delta, DOW Benelux, Ericsson Telecommunicatie en FUJIFILM. Deelnemende onderwijs- en kennisinstellingen zijn onder meer NLR, ROC Tilburg, Tilburg University, TU Eindhoven en Hogeschool Zeeland. Andere partners zijn Tata Steel en de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij.

De activiteiten van Fieldlab Campione zullen plaatsvinden op het Aeroparc in Gilze-Rijen en Tilburg University (waar partner DAFLab is gevestigd). Op het Aeroparc kunnen bedrijven, onderwijs- en kennisinstellingen experimenteren met de nieuwste technieken en, de laatste innovaties op het gebied van monitoring en data.

De kosten van het Fieldlab zijn 12 miljoen euro. Bedrijven brengen 5,3 miljoen in. De Europese Unie en het ministerie van Economische Zaken dragen ieder 2,1 miljoen bij. De provincie Noord-Brabant draagt 1,8 miljoen bij en de gemeenten Tilburg en Rijen 0,7 miljoen.

Dit jaar en volgende voorjaar zullen meer fieldlabs starten in het kader van de het programma Smart Industry. De Fieldlabs SmartFood, Smart Dairy Farming en Smart Bending Factory zijn al deels van start.

Meer weten over Smart Industry? Lees het hier.

“Nederland heeft eigen ontwikkelingsbank nodig”

Er ligt Europees geld klaar voor zo’n €14 mrd aan Nederlandse projecten om de economie een nieuwe impuls te geven. Maar dan moeten de handen wel ineen worden geslagen in een nationale ontwikkelingsbank met een brede opdracht. De missie moet zich niet beperken tot het financieren van innovatieprojecten en het mkb, maar ook in het verduurzamen van de economie en het verbeteren van de infrastructuur.

Deze boodschap heeft Jeroen Kremers in petto voor het kabinet aan de vooravond van een Kamerdebat over een ontwikkelingsbank.

Lees het interview met Jeroen Kremers in het Financiële Dagblad

Bootcamp Challenge Stad van de Toekomst

Vandaag is de bootcamp Challenge Stad van de Toekomst begonnen. Van 14 tot 16 oktober leggen de 10 finalisten de basis voor verdere groei. Ze bezoeken enkele locaties in Rotterdam, maken intensief kennis met elkaars vraagstukken en gaan onder begeleiding aan de slag met het in kaart brengen van hun persoonlijke ontwikkelingspad.

Het programma

  • Ruud Koornstra geeft een lezing over de (on)mogelijkheden van innovatie in een stedelijke context.
  • Studio Roosegaarde ontvangt de finalisten en neemt ze mee naar onder meer de Smog Free Tower.
  • Een bezoek aan de 3 Rotterdamse projecten: DakAkkers, BlueCity010 en Hotspot Hutspot.
  • Onder leiding van Maurits Groen (nr 1 van de Duurzame Top 100 van Trouw) gaan alle projecten hun doelen opstellen en hierbij een stappenplan formuleren.
  • Een expertpanel met Maurice Specht, Michon van der Salm en Eva Gladek zit klaar om hun eigen ervaringen te delen.
  • De finalisten zullen de stad doorkruisen om inspiratie op te doen bij onder meer de Haven Rotterdam, ZOHO, de Markthal en Unilever.
  • Ook staat ingepland een individuele sessie van 3 uur met de coaches.
  • Onder leiding van Arnoud Molenaar (Chief Resilience Officer van de stad Rotterdam) zal de bootcamp geëvalueerd worden op persoonlijk, projectmatig en stedelijk niveau.

Updates van het programma zijn te volgen via het Twitterkanaal van de Challenge Stad van de Toekomst.

En op de website van de Challenge Stad van de Toekomst.

Open Days – Europese week van steden en regio’s

De Open Days zijn begonnen: een jaarlijks evenement in Brussel waarop ambtenaren van regionale en lokale overheden samen met deskundigen en academici ervaringen en kennis uitwisselen op het gebied van regionale en stedelijke ontwikkeling.

Open Days bestaat sinds 2003 en is uitgegroeid tot een erkend platform voor politieke communicatie over de ontwikkeling van het EU-cohesiebeleid, en een plaats om de besluitvormers ervan bewust te maken dat de regio’s en steden moeten worden betrokken bij het EU-beleidsvormingsproces.

In vele bijeenkomsten staat de uitwisseling centraal van onder meer goede praktijkvoorbeelden van economische ontwikkeling, sociale integratie, grensoverschrijdende samenwerking, publiek-private partnerschappen en regionale innovatie.

In de loop van de jaren is Open Days uitgegroeid tot de belangrijkste gebeurtenis voor regionaal beleid van de EU. Ook dit jaar zijn ongeveer 6 duizend deelnemers (lokale, regionale, nationale en Europese beleidsmakers en deskundigen) aanwezig voor meer dan 100 workshops en debatten, tentoonstellingen en netwerkmogelijkheden. In aanvulling op de in Brussel gevestigde workshops, zijn er ook nog zo’n 250 lokale evenementen in de rest van Europa, van september tot november.

Bekijk ook de factsheet Open Days hieronder, of ga naar de website van Open Days.

Bij de Open Days is ook een afvaardiging van de Urban Agenda aanwezig.

1 bijlage