Stedelijke samenwerking EC en lidstaten gaat verder
Steden, lidstaten en de Europese Commissie gaan verder samenwerken op de gebieden vergroening en duurzaam toerisme. Dat zijn nieuwe themagebieden voor het EU Urban Initiative vanaf eind 2022.
Het EU Urban Initiative kent subsidiepotjes voor het aanjagen van innovatieve actie, kennis, communicatie en beleidsontwikkeling om stedelijke problematiek aan te pakken.
Lees het eerder verschenen artikel (Binnenlands Bestuur, 31 december 2021).
Steden leveren tastbare input
In het EU Urban Initiative werken steden, de lidstaten, en de Europese Commissie vanaf eind 2022 samen om betere regels, kennisdeling en financiering te bevorderen. Dat heeft volgens de Zwolse wethouder René de Heer (VVD) en portefeuillehouder Urban Agenda van gemeentekoepel VNG in Brussel tot tastbaar resultaat geleid. ‘Zo heeft het partnerschap luchtkwaliteit geleid tot een tool waarmee decentrale overheden makkelijk de luchtkwaliteit kunnen berekenen. En het partnerschap smart mobility heeft voorstellen gelanceerd om onder meer de wildgroei aan verschillende milieu- en tolzones in steden te reguleren.’
Te druk
Volgens De Heer, lid van de Comité van de Regio´s, zijn onder de EU Urban Agenda – de voorloper van het EU Urban Initiative – veertien thematische partnerschappen tot stand gekomen. Drie daarvan worden door Nederlandse steden gecoördineerd. Al die partnerschappen hebben samen 135 concrete acties en voorstellen opgeleverd.
Zelf gaat Zwolle niet meedoen aan een partnerschap onder het EU Urban Initiative: de ambtelijke organisatie is te druk met de groei van de stad en de regio met daarin 21 gemeenten. De Heer: ‘Deelname aan een partnerschap betekent het aangaan van een langdurige samenwerking met andere Europese partijen. Dat betekent dat er zowel bestuurlijk als ambtelijk commitment moet bestaan over nut en noodzaak van deelname. Daarnaast is een inhoudelijk goede inzet en kennis op het thema waarop wordt samengewerkt uiteraard nodig.’
Luchtkwaliteit
Utrecht, dat heeft meegedaan aan een partnerschap over luchtkwaliteit, bevestigt dat zo’n samenwerking heel wat werk vraagt. Maar de opbrengsten zijn er ook, zegt wethouder Eelco Eerenberg (D66, milieu) van de Domstad.
Zo heeft het partnerschap in 2019 concrete aanbevelingen gedaan aan de Europese Commissie om het beleid op luchtkwaliteit te verbeteren en er is een tool ontwikkeld waarmee steden luchtkwaliteit kunnen meten, inclusief een set beleidsinstrumenten. Daarmee kunnen steden hun luchtkwaliteit verbeteren.
Luchtkwaliteit is al vele jaren een prioriteit voor de Utrechters. Zo kwam de stad als eerste in Nederland met een stadsbrede subsidieregeling om de bevolking te bewegen om rookkanalen en vervuilende kachels te verwijderen. Ook is Utrecht voorloper op het vlak van milieuzones en wordt er gewerkt aan emissieloze stadslogistiek. Zo ligt stad op schema om in 2030 de WHO-streefwaarden te halen met als doel dat er minder doden vallen door luchtvervuiling.
Gezondheid
Door met andere steden, lidstaten en de Europese Commissie aan tafel te gaan, zit je zo dicht mogelijk bij het vuur, zegt Eerenberg. Zo komt er bijvoorbeeld nieuwe Europese regelgeving aan voor de luchtkwaliteit. Utrecht heeft daarop ook input gegeven, waarbij de stad oproept om op Europees niveau toe te werken naar de nieuwe WHO-streefwaarden tegen 2040. Utrecht roept de Europese Commissie op om bijvoorbeeld strengere bronmaatregelen te treffen en te investeren in duurzame infrastructuur op weg en water. Eerenberg: ‘In Utrecht werken we hard aan het behalen van de WHO-streefwaarden voor schone lucht, maar wij hebben zelf slechts 20 procent in eigen hand. Luchtvervuiling stopt niet aan de grens en juist daarom is samenwerking van groot belang. Alleen door maatregelen te treffen op lokaal, nationaal en Europees niveau kunnen we gezonde lucht garanderen. En het EU partnerschap helpt ons om deze samenwerking te realiseren.’