“Potentieel van Europese steden beter benutten”
Ferdi Licher, directeur Kennis en Verkenningen bij BZK, is als programmadirecteur verantwoordelijk voor de Europese Urban Agenda. “Steden zijn motoren van economische groei, broedplaatsen voor innovatie en belangrijk bij het behalen van de EU 2020doelstellingen. Dit economisch en maatschappelijk potentieel van Europese steden moeten we beter benutten, als we niet achterop willen raken.
Met de Urban Agenda willen we daarnaast ook het belang van een goede leefkwaliteit in steden op de agenda zetten. Het overgrote deel van de Europeanen leeft immers in een stad. Traditioneel geeft Europa veel aandacht aan nieuwe lidstaten en regio’s met achterstanden. De Urban Agenda richt zich op de kansen die steden bieden voor de economie en de leefomgeving van mensen in Europa en Nederland.”
“De Urban Agenda sluit aan bij de ambities van Juncker en Timmermans: meer economische groei en werk, en betere regelgeving. Uitgangspunten voor de agenda zijn subsidiariteit en proportionaliteit. Het vraagt dus niet om nieuw beleid van Europa, maar kijkt naar de effectiviteit van het beleid voor steden. We streven naar betere regels en minder rompslomp in de financiering. Een van de prioriteiten van het Nederlands voorzitterschap is innovatie. Steden spelen daarin een cruciale rol. Daarom is het belangrijk dat we kennisuitwisseling en samenwerking tussen steden bevorderen.”
Partnerschappen binnen Europa
“De agenda is breed: het gaat over social, sustainable en smart. Deze stedelijke agenda is de afgelopen jaren door onze DG Mark Frequin prominent onder de aandacht gebracht in Europa. We vullen de stedelijke agenda nu met prioriteiten die steden zelf benoemen.
Er komt een top-5 van zaken waar ze tegenaan lopen. Genoemd worden dossiers als luchtkwaliteit, geluidoverlast en natuurbescherming, en de aanbesteding- en staatssteunregels. De tijd is rijp om de stedelijke dimensie te verankeren in het sectorale Europees beleid. Daarbij zoeken we partnerschappen. Zo kan Nederland samenwerken met Duitse en Deense steden op het gebied van verduurzaming, en bijvoorbeeld met Engelse en Franse steden in sociale cohesie. Dat gebeurt nu al, maar de instrumenten en resultaten kunnen beter en hebben nog niet het nodige gewicht en urgentie.
Ik vind het interessant om te merken dat nu we als Nederland in Europa het voortouw nemen, we echt als grote speler worden gezien. Alle ogen zijn op ons gericht, de verwachtingen zijn hoog.”
“Ik leid de internationale werkgroep die de Urban Agenda opstelt, die naast Nederland bestaat uit Frankrijk, Duitsland, Eurocities, het Comité van de Regio’s, de Europese Commissie en de huidige en toekomstige voorzitters van de EU: Letland, Luxemburg en Malta. Zo willen we de continuïteit van de agenda waarborgen voor de periode na het Nederlandse voorzitterschap.
We werken uiteraard ook nauw samen met de ministeries van EZ, IenM, BZ en AZ, zowel als het gaat om positionering van de agenda als de inhoudelijke aanpak. Die samenwerking – tussen landen, maar ook met collega’s van andere departementen – kan alleen tot stand komen als je de perspectieven van de ander goed begrijpt. Dat gaat niet altijd direct goed. Dan is het mijn taak om de ruis van de lijn te halen, zodat we samen verder kunnen: op naar de Verklaring van Amsterdam over de Urban Agenda in 2016.”
Dit interview is eerder gepubliceerd in het ABD Blad, hieronder te downloaden
Laat een reactie achter