‘Veel mensen willen helemaal geen eigen auto’
Matthijs Sienot (1972) is Tweede Kamerlid van D66 en groot voorstander van de energietransitie. Voor de City Deal Elektrische Deelmobiliteit spraken we hem over deelmobiliteit en hoe autodelen echt een succes kan worden.
Gebruikt u zelf wel eens een deelauto?
“Absoluut. In de zomer heb ik mijn oude auto verkocht en ik gebruik nu 2 typen deelauto’s: een Tesla en een Renault Zoe. Ze komen uit de vloot van We Drive Solar, wat ik een fantastisch concept vind. Met een acceptabele prijs ook.”
Bent u bekend met de City Deal Elektrische Deelmobiliteit en de Green Deal Autodelen II?
“Nee, die kende ik nog niet. Maar ik ben een groot voorstander van het sluiten van deals om deelmobiliteit in beweging te krijgen. Want er zijn wel witte vlekken op de kaart. In de randstad kan je al vaak gebruikmaken van deelauto’s, en staan er al veel laadpalen. In andere provincies is dat een stuk minder, dat is niet goed voor de aantrekkingskracht van elektrisch rijden. Als ik in Friesland kom bij mijn moeder, dan heb ik stress over de afstand tot laadpunten.”
Autodelen draagt bij aan meerdere doelen (klimaat, luchtkwaliteit, ruimte, circulaire economie, bereikbaarheid, actieve mobiliteit), welke vindt u het belangrijkste?
“Het begint met: willen we de aarde op een goede manier doorgeven aan onze kinderen? In dat geval moeten we onze leefwijze aanpassen en daar zijn deelauto’s belangrijk bij. Daarom willen we dat zo goedkoop en makkelijk mogelijk maken. En met elektrische auto’s draag je ook bij aan de luchtkwaliteit. Dus klimaat, circulariteit, schone lucht; die moet je niet tegen elkaar wegstrepen. Het begint met alles in het werk stellen om de Parijse klimaatdoelen te halen. Voor mij persoonlijk is daar alles op ingesteld.”
Moeten deelauto’s voorrang krijgen bij laadpalen?
“We willen veel laadpalen, en dat mensen elektrisch rijden. Zeggen dat de een voor de ander komt, helpt ons dan niet. Mijn voorkeur gaat uit naar: iedereen die elektrisch wil rijden, voorzien van een laadpaal. Dus de schaarste aanpakken, door voor genoeg laadpalen te zorgen. Het schaarsteprobleem oplossen door bepaalde gebruikers voorrang te geven, is het paard achter de wagen spannen. Dan maken we de schaarste voor andere gebruikers knellender. Dat gaat de transitie niet helpen.”
In het Klimaatakkoord staan de ambities van de Green Deal Autodelen (In 2021 100.000 deelauto’s en 700.000 autodelers). In 2019 jaar zaten we op 50.000 deelauto’s en ruim half miljoen autodelers. Dit jaar groeit dat naar minstens 60.000. Doen het Rijk, de provincies en gemeenten genoeg om deze doelen te bereiken?
“Ik heb het idee dat er veel gebeurt, maar zo lang we de doelen niet halen is het niet genoeg. Er zijn, zoals ik zei, nog veel witte vlekken in het land. Ik denk dat de ondersteuning per gemeente ook heel verschillend is. Je zou gemeenten op communicatievlak kunnen helpen om autodelen bekender te maken: wat werkt wel en wat werkt niet. En help ze met het plaatsen van laadpalen. Dan neem je de belangrijkste 2 knelpunten weg.”
Wij denken dat een publiekscampagne bij zou kunnen dragen aan een grotere bekendheid van autodelen. Zou de rijksoverheid ook bereid kunnen worden gevonden om hier een bijdrage aan te leveren, ook gezien de doelen die we nastreven met autodelen?
“Ja, daar kan ik me wel iets bij voorstellen. Bijvoorbeeld dat het Rijk de kleinere gemeentes, waar het knelt, helpt. Dat lijkt me heel zinnig. Maar: dan moet je ook de infrastructuur in orde brengen; mensen iets aanprijzen wat vervolgens de belofte niet waarmaakt, is killing! Dus nu alleen campagnebudget bijdragen zónder infrastructuur zou ik niet aanmoedigen.”
Er zijn nu 50.000 deelauto’s in Nederland en 1 miljoen treinreizigers per dag. Bent u met ons van mening dat autodelen eerder leidt tot het terugdringen van autobezit in plaats van tot OV-gebruik?
“Ik ben een levend voorbeeld van iemand die zijn auto de deur uit doet, en treint en met deelauto reist. Je hebt een deur-tot-deurbehoefte, niet van station tot station. Dat kan een deelauto perfect aanvullen. En dat gaat dus niet ten koste van de trein.”
Wat zouden de ambities moeten zijn voor autodelen en aantal autodelers voor 2030?
“Ten eerste: zorg dat er overal geladen kan worden. Dat je zorgeloos je bestemming kan halen met een goed gevulde accu. Maak de drempel zo laag mogelijk. 2 jaar geleden was er maar 1 laadplek voor We Drive Solar in heel Leidsche Rijn, waar ik woon. Daardoor fietste ik, als groene gek, eerst 10 minuten naar de auto. Maar wie doet dat nou? Ten tweede: op elke hoek van de straat een deelauto. Dat moet de missie zijn, dán gaat het vliegen.”
“Wat ik ook inspirerend vind: in Utrecht zijn nieuwbouwprojecten waar niet elk huis een parkeerplaats krijgt, maar waar wordt gerekend met 1 parkeerplek voor 3 huizen, ingenomen door een deelauto. Je koopt dan niet alleen het huis, maar ook 10.000 gratis kilometers reizen. Ontzettend goed. Want veel mensen willen helemaal geen eigen auto. Het is duur en sommige mensen rijden nu eenmaal niet zo veel. En die mensen willen wél in een mooie groene wijk wonen, waar niet de hele straat vol staat met auto’s. En soms willen ze met een auto naar familie rijden. Maak dat voor mensen zo makkelijk en goedkoop mogelijk. En zorg dat concepten zoals deze in Utrecht steden steeds meer ingang vinden. Met zo’n nieuwe manier van kijken op het inrichten van wijken, rekening houdend met ruimte, is een deelauto gewoon een winnend concept in dichtbevolkte steden. Maar dan moeten we ook de belofte waarmaken dat je op zoveel mogelijk plekken makkelijk kunt laden, en dat er op elke hoek van de straat een deelauto staat.”
Laat een reactie achter