Verslag sessie ‘De rol van docenten en onderzoekers: uitwisseling landelijk’
Welke rol hebben docenten binnen het thema verbinding met de samenleving? Waar lopen zij tegenaan in de organisatie, projecten en begeleiding van studenten? In de werksessie met en over docenten, onder leiding van Erik Mooij (Hogeschool Utrecht), kwamen deze vragen aan bod. Net als de waardering van dit type onderwijs en onderzoek; hoe wordt het beloond?
Sprekers tijdens deze werksessie waren Geertje Tijsma (Vrije Universiteit Amsterdam), Daniel van Vliet (Erasmus University), Pim van Gestel (De Haagse Hogeschool) en Veronica Jurjan. (University of Twente).
VU: instellingsbrede aanpak
Tijsma begint met een passende quote van de VU, als het gaat om de kennis van studenten toe te passen in maatschappelijke vraagstukken: Door het gebruik van real-life cases, dilemma’s uit de samenleving en het betrekken van stakeholders – zoals de publieke sector, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties – wordt onderwijs relevant en waardevol.
Een instellingsbrede aanpak van de VU is het herontwikkelen van bestaande cursussen, om zo de maatschappelijke betrokkenheid van studenten en onderwijsprogramma’s te vergroten. Als barrières voor docenten om hier ook mee aan de slag te gaan, noemt ze: tijdgebrek, gebrek aan kennis, financiering en prioritering. Bovendien zou er behoefte zijn aan een coördinerende eenheid en evenzeer een belangrijk punt is de afwezigheid van interne en externe beloning. Tijsma ziet nog noodzaak voor aangepaste accreditatiecriteria, inbedden van deze activiteiten in het curriculum en systematische interne geldstromen.
Erasmus: communities of practice
Daniel van Vliet vertelt namens Erasmus University hoe zij positieve maatschappelijke impact proberen te creëren. Als projectleider Impact at the core, ziet hij erop toe dat onderwijsprogramma’s binnen de universiteit impact hebben op zowel, studenten, docenten als de buitenwereld. ‘Dat wil zeggen dat je maatschappelijke problemen aanpakt en de bouwstenen voor een oplossing vanuit de studenten komen. We combineren in het onderwijs kennis en theorie met probleemoplossende vaardigheden.’
Hoe bereikt de Erasmus University dit? Door een structuur te bouwen die impact gedreven onderwijs ondersteunt met faciliteiten en professionele docenten. Het betrekken van interne en externe stakeholders moet de transitie naar impact gedreven onderwijs versterken. Op de Erasmus University, met relatief veel faculteiten, is het belangrijk om kennis te delen en samen op te trekken. Communities of Practice, die worden gevormd door wat docenten en studenten als noodzakelijk aanstippen, maken het mogelijk om faculteit overstijgend te leren innovatie te versnellen.
De Haagse Hogeschool: minor sociale innovatie in stad en wijk
Pim van Gestel van de Haagse Hogeschool vertelt over een nieuwe minor die zijn werkgever is gestart: sociale innovatie in stad en wijk. Met praktijkopdrachten in Den Haag, Delft en Zoetermeer. De hogeschool zocht ‘echte’ opdrachtgevers.
Van Gestel draaide de minor bijna helemaal zelfstandig en volgend jaar met vier docenten. Teams bestonden uit studenten van vijftien verschillende opleidingen, waarbij hij nauwelijks kon voorzien uit welke disciplines studenten afkomstig zouden zijn. Dit was geen probleem: de verscheidenheid aan achtergronden maakte de teams van studenten sterker.
‘Het is belangrijk dat je structureert en faciliteert, maar zeker niet alles dichttimmert. De student moet ook de ruimte hebben om zelf initiatief te nemen en in een gat te springen. We zeiden dus: ga de wijk in en trek bij ons aan de bel als je inspiratie wil delen of wil sparren. We juichen de methode Skin in the game toe: beoordeel mensen op in hoeverre ze hun nek uitsteken, betrokkenheid tonen en kansen grijpen. Door studenten aan externe partners te koppelen, moeten zij wel presteren. Zij willen goed voor de dag komen: daar gaat een student ook harder door lopen’.
University of Twente
Veronica Junjan vertelt hoe het er bij het Enschede Lab van de University of Twente aan toe gaat. Docenten verzorgen workshops en begeleiden studenten. Zo ook voor het EnschedeLAB.
Binnen het EnschedeLAB werken studenten (minimaal tweedejaars) van 4 instellingen (AKI ArtEZ, ROC van Twente, Universiteit Twente en Saxion Hogeschool) samen aan de oplossing van een gemeenschappelijk probleem. Het gaat om studenten vanuit multidisciplinaire achtergronden en perspectieven. Docenten werken samen met collega’s van andere onderwijsinstellingen, iets wat Junjan ontzettend goed beviel in haar eigen werk. Een mooi voorbeeld van een nano-challenge die in het EnschedeLAB is gedaan: “Blik van de weg”: hoe richten we samen de stad in als we geen auto’s meer op straat parkeren in het centrum van Enschede? Bij alle nano-challenges wordt de Responsible Design Thinking-methode gehanteerd.
Laat een reactie achter