“Toekomstige stad: meer inzicht in onderlinge verbindingen”

“In de stad van de toekomst is het belangrijk dat we weg blijven van anonimiteit en meer inzicht krijgen in de onderlinge verbindingen”, zegt Matthijs Bierman, directeur van Triodos Bank Nederland. Matthijs Bierman  is samen met Daan Roosegaarde  & Willemijn Verloop jurylid van Challenge Stad van de Toekomst.

Hoe ziet de stad van de toekomst er volgens jou uit?

Steden zijn steeds groter geworden en de mensen die er wonen beseffen steeds minder hoe ze onderdeel uitmaken van een ecologisch systeem. Voor ons voortbestaan zijn we afhankelijk van de veerkracht en de houdbaarheid van dat systeem. En dat juist in de steden. Wat mij betreft biedt de stad van de toekomst elementen die bewoners weer meer bewust maken van dit principe en bijdragen aan diversiteit en veerkracht en daarmee ‘volhoudbaarheid’.

In de stad van de toekomst is het belangrijk dat we weg blijven van anonimiteit en meer inzicht krijgen in de onderlinge verbindingen. We moeten weer gaan snappen hoe we verbonden zijn met anderen. Daarnaast moeten we meer denken in diversiteit. Net als in de natuur maakt dat ons minder kwetsbaar. Ook moeten we ons bewegen van het grootschalige, decentrale denken richting kleinschaliger en meer lokaal verbonden ideeën. Dit geldt op een groot aantal domeinen zoals voeding, onderwijs, zorg en energie.

Wat hoop je terug te vinden in de inzendingen?

Ik ben op zoek naar originele, nieuwe ideeën. Het gaat mij bij de inzendingen om bewustwording, het zoeken naar diversiteit en het terugbrengen naar een menselijke maat. Initiatieven moeten praktisch toepasbaar en tegelijkertijd aanstekelijk zijn.

Waar ga je op letten bij de jurering van de inzendingen?

Een vraag die ik graag stel bij de jurering is: ‘biedt het echt iets nieuws?’. En die nieuwigheid kan gaan om de oplossing, maar ook om de toepassing van het project. Daarnaast moeten de inzendingen aansprekend zijn. Ze moeten zich in zekere mate zelf verkopen. Ook de herhaalbaarheid is belangrijk. Heeft het project een uitstralende werking, is het herhaalbaar op andere plekken? Ten slotte ben ik ook bankier, dus ook de economische realiteit is iets waar ik op zal letten. Een project kan nog zo mooi zijn maar als het niet geworteld is in de economische realiteit wordt het een lastig verhaal.

De Viltmannen: “Als je iets wilt, moet je het gaan doen”

In de Rotterdamse wijk Zomerhofkwartier, startte Frank Hilbrands in 2012 een bijzonder project: De Viltmannen. Rotterdam heeft de grootste schapenkudde van Nederland, maar er werd nauwelijks iets gedaan met de wol van die schapen. De Viltmannen verwerken deze wol in hoge kwaliteit vilten producten. Van akoestisch materiaal tot hippe hoeden, tassen en andere accessoires die in de etalage van de Bijenkorf niet zouden misstaan. Het verwerken van de Rotterdamse wol gebeurt in de stad zelf.

Waarom begon je het bedrijf De Viltmannen?

“Ik wilde iets moois maken en sociale impact teweegbrengen. Dat kon ik hier in Rotterdam combineren. Vroeger floreerden hier allerlei kleine ambachten, maar die zijn door de ‘vooruitgang’ langzaam weggeduwd.” Het gaat Frank om het evenwicht tussen zakendoen, het laten herleven van tradities en sociaal rendement. De buurt moet er baat bij hebben. Frank begon door met iedereen te praten. Op straat, in het buurthuis, bij de moskee. “Dat kost tijd, maar je moet mensen serieus nemen en vooral benaderen op een manier die bij ze past.” Inmiddels zijn er tien mensen in dienst en werken er 27 vrijwilligers. “Het mooie is dat al zeven vrijwilligers zijn doorgestroomd naar betaald werk.”

Bureau Stipo kreeg van woningbouwcorporatie Havensteder de ruimte om in het gebied Zomerhofkwartier aan de slag te gaan. Jeroen Laven, partner bij Stipo: “Frank was eigenlijk te vroeg en heeft alles zelf moeten uitvechten. Wij kwamen een jaartje later met een opdracht van de woningbouwcorporatie in onze zak. Hun plan voor woningbouw zat er voorlopig niet in. Aan ons de vraag om het gebied in tien jaar te ontwikkelen. We zijn er zelf gaan zitten en kregen de ruimte om andere bedrijven te ‘selecteren’.” Met Havensteder en de gemeente werden afspraken gemaakt, onder meer over flexibele contractvormen en investeringen in de buitenruimte. “We hebben sterk ingezet op de lokale economie, waar de maakindustrie onderdeel van is. Daardoor werd het gebied weer aantrekkelijk voor met name de groepen waar we naar op zoek waren. En Frank is met de Viltmannen een pionier.”

Pionieren is lastig. Toen Frank startte was sociaal ondernemerschap nog een onbekend begrip. Het vertalen van het sociale rendement van de Viltmannen naar harde pecunia is een lastige kwestie, maar er is onderbouwing nu vrijwilligers doorstromen naar een betaalde baan. “Aanhaken op de formele, financiële systemen van de overheid is van wezenlijk belang. De goede wil is er meestal wel, maar de tools zijn er nog niet altijd”, geeft Frank aan. Hoe overleef je dan? Jeroen geeft aan: “Met blijven doen, blijven praten en permanent agenderen. Zorgen dat de beslissers weten dat je bestaat en ze waar mogelijk aan je verbinden. Dat mensen zoals minister Blok of de voorzitter van de Rockefeller Foundation hier zijn geweest is niet omdat het leuk is met een bekend iemand op de foto te staan, maar om te zorgen dat het Zomerhofkwartier op de kaart staat. Je moet niet alleen afhankelijk zijn van het toeval.”

Hoe gaat het met het bedrijf?

Frank: “Ik heb een model ontwikkeld waar ik in geloof en dat volgens mij ook zeker toepasbaar is op andere plekken. We maken mooie high end producten op een low tech basis en we willen niet inboeten, noch op de kwaliteit van het product, noch op het sociale aspect. Het is nog steeds kwetsbaar. Onze productiekosten zijn relatief hoog, onze marges klein, dus rijk word ik er niet van, integendeel, maar ik maak wel wat moois, het helpt mensen vooruit en het laat de buurt opkrabbelen. Ik zeg wel eens dat ik niet alleen een product maak, maar ook geluk produceer. Langzaam merk je dat ‘de markt’ daar oog voor krijgt.”

Hoe kunnen instanties dit type initiatieven beter op waarde schatten?

“Meer denken in mogelijkheden dan in problemen en vooral mensen benaderen op de manier die bij ze past en niet alleen vanuit het mechanisme van het systeem. De kracht van onderop wordt nog te vaak niet erkend. Bestuurders en politici zitten van nature niet snel met een initiatief als het mijne om de tafel, eerder met de grotere partijen binnen hun netwerk. Ze zitten zo eigenlijk gevangen in hun eigen systeem. Die cirkel probeer ik te doorbreken. Verbinding leggen, dat is een van de wezenlijke kenmerken voor een maker, voor een sociaal ondernemer. Verbinding met je directe omgeving en verbinding met de formele wereld van de overheid. Ik ben met een zak wol en een goed idee begonnen en heb er veel tijd, energie en geld in gestopt. Met liefde en overtuiging, met hier en daar de nodige tegenwerking en onbegrip. Na drie jaar heb ik het gevoel dat het kwartje ook bij de instanties aan het vallen is. Dat stemt hoopvol, dus ik ga onverdroten door. Wat mij betreft heeft vilt in Rotterdam de toekomst en bestaan de Viltmannen over 100 jaar nog.”

Nederland als ‘Sustainable Urban Delta’

Nederland slimmer, duurzamer en leefbaarder maken. Dát is de wens van Maarten Camps, Secretaris Generaal bij het ministerie van Economische Zaken. In deze ambitie schuilt direct een enorme uitdaging. Want hoe kom je tot de juiste oplossingen om Nederland te laten functioneren als één grote, innovatieve netwerkstad? Hoe maak je van Nederland een Sustainable Urban Delta?

De Innovatie-estafette zet Nederland op de kaart als Sustainable Urban Delta. Op de vraag waarom er gekozen is voor dit nieuwe thema, antwoordt Camps: “Met ‘Sustainable Urban Delta’ geven we een duidelijkere richting aan dan met het eerdere thema ‘De Stad van de Toekomst’. Het gaat nog steeds over steden, verstedelijking en de verschillende functies binnen de steden. Onder de noemer Sustainable Urban Delta dagen we innovatieve mensen uit om antwoorden te geven op de maatschappelijke vragen die er liggen. Denk aan waterbeheer, energie, voedselvoorziening, mobiliteit, logistiek of natuurvraagstukken.”

Onze kracht ligt in creatieve oplossingen

“Nederland is sterk verstedelijkt. Van een grote afstand ziet Nederland er uit als één grote stad, waar het bruist van ideeën, kennis en ervaring op allerlei gebieden.” vertelt Camps enthousiast. Hij vervolgt: “We leven bij uitstek in een land waarin een grote verscheidenheid aan thema’s in de steden samenkomt. Innovaties op het gebied van water, voedsel, energie en mobiliteit bieden nu al een grote meerwaarde voor Nederland. Het is belangrijk dat je in de stad toekomstbestendig kunt wonen, werken en creëren. Het is de uitdaging, maar zeker ook onze kracht om met onze creativiteit tot oplossingen te komen waarin deze functies elkaar niet in de weg zitten, maar juist versterken. Zo kun je met verrassende combinaties tot mooie projecten komen!”

Om goede antwoorden te vinden op deze uitdaging is het volgens Camps nodig om de krachten te bundelen. Hij benadrukt: “Innovatieve oplossingen ontstaan alleen als initiatieven en partijen samenwerken. Met het netwerk van de Innovatie-estafette hopen we een bijdrage te leveren aan die verbinding om samen tot duurzame oplossingen te komen die uitgewerkt en toegepast kunnen worden.”

14 april 2016 in het teken van ‘Sustainable Urban Delta’

De Innovatie-estafette is al volop bezig met de voorbereidingen voor het evenement, dat op 14 april 2016 plaatsvindt in Amsterdam aan het IJ rondom het Eye. De dag staat geheel in het teken van het thema Sustainable Urban Delta. Duizenden ondernemers, beleidsmakers, onderzoekers en innovatieve burgers krijgen de kans om elkaar te ontmoeten. Nieuwe samenwerkingen kunnen opbloeien en bestaande innovatieve projecten worden naar een hoger niveau getild. Camps juicht het evenement van harte toe: “De estafette is natuurlijk al gestart toen we op zoek gingen naar projecten. Naast de verbinding en nieuwe initiatieven die we hiermee stimuleren, is het een prachtige kans om te laten zien waar we voor staan als Nederland, wat we willen bereiken en wat voor uitdagingen er nog zijn. Als we erin slagen om Nederland slimmer, duurzamer en leefbaarder te maken, worden we vanzelf een Sustainable Urban Delta.”


Dit artikel is eerder gepubliceerd door de Innovatie-Estafette

City Deal: katalysator voor The Hague Security Delta

“City Deals helpen om allerlei vraagstukken rondom stedelijke ontwikkeling in kaart te brengen, scherper te krijgen en te faciliteren”, zegt Karim Adarghal van de gemeente Den Haag. “Rondom het cluster The Hague Security Delta zou Den Haag graag een City Deal sluiten.”

Karim Adarghal is namens de gemeente Den Haag betrokken bij The Hague Security Delta (HSD), als ‘senior program manager’. HSD is een nationaal veiligheidscluster met Den Haag als centrale locatie, maar er wordt ook intensief samengewerkt met veiligheidscentra in Twente en Brabant. HSD is het grootste nationale veiligheidscluster van Europa en richt zich op nationale veiligheid, cyber security, vitale infrastructuur, stedelijke veiligheid en forensics.

“Veiligheid wordt steeds belangrijker in onze samenleving. Ook omdat we alles digitaliseren en met internet uitrusten. Straks wordt onze telefoon het middelpunt van hoe we ons leven organiseren. We bestellen er dingen mee, bankieren ermee, we gebruiken het om onze gezondheid te meten en erover te communiceren, de auto te controleren, en nog veel meer. Op zich is dat een goede zaak, maar het heeft ook een keerzijde. Mocht de telefoon worden gestolen of gehackt, of mocht de locatie waar we onze data achterlaten worden gehackt, dan heb je toch een probleempje.

Maar veiligheid gaat veel verder. Hoe voorkom je dat een hacker een scheepslading op een andere locatie uitlaadt? Hoe voorkom je een aanval op vitale infrastructuren zoals onze dijken en hoe beveilig je een gebied in de stad zonder er meteen hoge hekken omheen te zetten? Mijn uitdaging ligt in het samen laten werken van bedrijven, overheden en kennisinstellingen om zo uiteindelijk te komen tot innovatieve oplossingen die zorgen voor een veilige stad met meer banen.

In de praktijk zien we veel tegenstrijdige belangen bij de verschillende bedrijven die met veiligheid bezig zijn. Hoe krijg je iedereen op 1 lijn? De overheid kan hiervoor de kaders scheppen: hoe gaan we met elkaar om, wat is strafbaar en wat niet. Als het gaat om innovatie, privacy en toegang tot data, dan loopt de wetgeving vaak nog achter. En dat terwijl veiligheid voor de komende decennia een van de grote maatschappelijke opgaven voor Europa is.”

Waarom is de HSD opgericht?

“Den Haag is van oudsher een ambtenarenstad, met veel ‘oude economie’. Grote bedrijven zoals KPN en de rijksoverheid zorgden voor veel werkgelegenheid. Maar de rijksoverheid krimpt en telecombedrijven, verzekeraars en pensioenfondsen verkeren in turbulente tijden met alle gevolgen van dien. Dit betekent voor de gemeente Den Haag een grote opgave wat betreft werkgelegenheid. Daarom gingen we op zoek naar wat de nieuwe economie voor Den Haag kan betekenen.

Den Haag is een internationaal georiënteerde stad met veel ambassades en belangrijke veiligheidsorganisaties. We hebben het Internationaal Gerechtshof van de VN, er zijn zo’n 160 internationale organisaties en we hebben vele internationale conferenties. Deze positie wordt versterkt door de aanwezigheid van TNO, Nationale en Europese Cyber Centra en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) . Door de sterk groeiende verbindingen tussen deze instellingen is er in de Haagse regio een specialistisch kennisknooppunt ontstaan op het gebied van veiligheid. Dit knooppunt vormt de basis voor ’The Hague Security Delta’.

Los van het feit dat dit thema heel erg belangrijk is en dat het past bij het profiel van Den Haag als internationale stad van Vrede en Recht, kunnen we dit project ook aan het college van B&W verantwoorden, omdat die zich ten doel heeft gesteld om extra banen over diverse sectoren te genereren in deze collegeperiode.

Ik ben er trots op dat de HSD Campus snel groeit met bedrijven, kennisinstellingen en allerlei andere (overheids)organisaties. We zijn begin vorig jaar met 1,5 verdieping begonnen, en we zitten nu op 3 verdiepingen. Beneden gaan we een start-up community bouwen met een accelerator: dat geeft mij veel energie. Deze branche ontwikkelt zich dagelijks en het is leuk om midden in die dynamiek te zitten. Bedrijven vragen hier om out-of the box te denken en om met creatieve oplossingen te komen.”

Wat verwacht je van een City Deal?

“We hopen via een City Deal meer hulp van het rijk te krijgen. Dat hoeft niet eens in financiële zin, maar het gaat wel om smeerolie tussen partijen. Voor ons is het soms moeilijk om bij de juiste partijen aan tafel te komen. Het kan helpen als je via zo’n city deal een aanknopingspunt hebt om met elkaar te praten. Bijvoorbeeld over de regels die er zijn voor het inkopen van innovatie, daar lopen we tegen aan en dan is het prettig om dit met het ministerie van Economische Zaken te bespreken.

Mogelijk heeft het proces rond de totstandkoming van een City Deal nog meer waarde dan het tekenen van de deal. Want je bent met elkaar in dialoog over allerlei vraagstukken die een paar jaar geleden nog helemaal niet bestonden. Het is goed om die vraagstukken te kunnen bespreken met collega’s van EZ, BZK of OCW. Waar het rijk vroeger meer op afstand stond, zijn ze nu nadrukkelijker aanwezig in de stad en dat is denk ik de meerwaarde van de City Deal.”

 

Zwolle wil City Deal over klimaatadaptatie

Anne Vrouwe, adviseur water gemeente Zwolle en Geert Janssen, bestuursadviseur gemeente Zwolle

“Zwolle moet rekening houden met wateroverlast omdat het in een delta ligt waar water van twee kanten komt. Tegelijkertijd willen we de recreatieve mogelijkheden optimaal benutten. De gemeente Zwolle wil een City Deal sluiten over klimaatadaptatie. Omdat klimaatverandering niet alleen een bedreiging is, maar ook juist een kans”, zegt Geert Janssen, bestuursadviseur bij de gemeente Zwolle, en nauw betrokken bij Agenda Stad.

“Zwolle doet het goed. We groeien de komende decennia qua inwonersaantal en we behoren tot de economische topregio’s van Nederland. In 2006 zijn we verkozen tot groenste stad van Europa en in 2014 tot beste Fietsstad van Nederland.

Klimaatadaptatie past bij de economische ontwikkeling en de leefkwaliteit van de stad. De binnenstad van Zwolle heeft een directe verbinding met het IJsselmeer. Als het water in het IJsselmeer stijgt, dan stijgt het in de stadsgrachten ook. Tegelijkertijd ontvangen we vanuit het oosten aanvoer van water door allerlei rivieren zoals de IJssel, de Vecht en alle weteringen die uitkomen in de stad.

Er stroomt dus van allerlei kanten water de stad in, waarbij er soms ook sprake is van tegengestelde belangen. De balgstuw bij Kampen kan bij hoog water het water uit het IJsselmeer tegenhouden, maar dan hoopt het water van de Sallandse heuvels zich op in Zwolle.”

Wat verwacht je van een City Deal klimaatadaptatie?

“Het overheidsgeld voor waterveiligheid gaat nu volledig naar de waterschappen voor een waterbeschermingsprogramma. Het enige wat ze daarmee mogen doen is een dijk aanleggen. Maar je kunt je voorstellen dat het aanleggen van een dijk te integreren is met andere projecten. En er zijn ook andere manieren om de risico’s van stijgend water of heftige regenval te beperken. We experimenteren daarmee.

Zo hebben we kort geleden de Pannenkoekendijk aangepakt. Dit is een dijk die tegelijkertijd dient als doorgaande weg en busbaan. Normaal gesproken mag je op een dijk geen bomen planten maar die staan hier wel. Het groen gaat hittestress tegen. Zo stoppen we allerlei doelen samen in één project en komen we tot betere, creatieve oplossingen. Een ander voorbeeld is de geluidswal in de wijk Stadshagen, die tegelijkertijd dient als dijk. Zulke dingen willen we in de toekomst vaker doen.

We zitten in de IJssel-Vechtdelta en kunnen dit als stad niet alleen. We zijn in gesprek met de waterschappen en omliggende gemeenten, maar we hebben ook de ministeries nodig. Zo praten we bij het ministerie van Infrastructuur & Milieu over mogelijke aanpassingen in de regels en de financieringsconstructie, en komen we met de juiste mensen in contact waardoor we kennis kunnen delen en uiteindelijk samen tot innovatie komen.”

Had dit niet al eerder gekund, zonder City Deal?

“De mensen die met klimaatadaptatie bezig zijn, kennen elkaar vaak wel. Maar in de dagelijkse praktijk is iedereen toch vooral met zijn eigen zaakje bezig. We hebben nu beter overleg doordat we elkaar opzoeken, en omdat we met iets specifieks bezig te zijn. Daar helpt Agenda Stad enorm bij. Je merkt wel dat elke partij zo zijn eigen belang heeft. Maar ik merk ook dat de ministeries graag naar steden luisteren over wat de steden nodig hebben. We zitten nu netjes met verschillende overheden bij elkaar maar dat is nog niet voldoende. De grote opgave is hoe we zorgen dat ook andere partijen aansluiten zoals vastgoedeigenaren, verzekeringsmaatschappijen, investeringspartijen en inwoners.

Het zou goed zijn als investeerders de keuze te maken voor klimaatadaptief vastgoed, dit kost meer maar heeft uiteindelijk ook meer waarde doordat het risico van overstromingen minder is. Dat geldt ook voor verzekeringsmaatschappijen die op deze manier met minder schade te maken hebben. Het mooiste zou zijn als we met een concept City Deal de commerciële partijen kunnen uitnodigen om het mede te tekenen.”


AnneVrouweLees ook het interview met Anne Vrouwe over de ruimtelijke aanpassingen die in Zwolle nodig zijn voor een waterbestendige stad

 

“Waterbestendige stad vraagt om ruimtelijke aanpassingen”

“Er zijn meer manieren om de stad waterbestendig te maken dan alleen een dijk te verhogen. In Zwolle hebben we verschillende locaties in kaart gebracht die we kunnen aanpassen om beter om te gaan met water”, zegt Anne Vrouwe, werkzaam voor de gemeente Zwolle als adviseur op het gebied van water.

“We hebben in Zwolle nagedacht over hoe we meer kunnen inzetten op ruimtelijke adaptatie, in plaats van uitsluitend op preventie. Er zijn verschillende mogelijkheden in de IJssel-Vechtdelta om beter met water om te gaan. Zwolle ligt precies in het ‘putje’ van de dijkring Salland. Hier kunnen we meer doen dan uitsluitend aan de primaire kering te werken, we kunnen ook aanvullende maatregelen treffen. Maar onderzoek heeft uitgewezen dat we altijd moeten blijven investeren in de dijken en hierdoor is het moeilijk om ruimtelijke adaptatie rendabel te maken.

Toch werken we verschillende mogelijkheden verder uit. Zo zijn we in de wijk Stadshagen bezig met een geluidswal die ook water kan tegenhouden. Daarmee wordt het een ‘gevolgbeperkende wal’. Dit is geen officiële kering/dijk maar wel een soort terp die dus schade kan beperken. Die geluidswal ligt er deels al maar we kijken hoe we hem kunnen aanpassen met een andere afwerking en door het dichten van gaten. Met een speciale kleilaag op, een iets vlakker binnentalud en een bepaald grasmengsel kan het water beter tegenhouden.”

Is dit ook iets wat andere gemeentes kunnen overnemen?

“Uiteraard kan dit ook iets zijn voor andere steden die dijken hebben. Het gaat uiteindelijk om het multifunctioneel inzetten van je ruimtelijke objecten. Wij hebben als voorbeeld ook de Pannenkoekendijk. Dit is naast een dijk ook een belangrijke as in het openbaar vervoer, met een bushalte. De weg hebben we verhoogd aangelegd zodat de dijk meer functie heeft. Zo voldoen we aan het hoogwaterbeschermingsprogramma die van ons eist dat we vele kilometers in dit gebied moeten versterken.

Een ander voorbeeld is een ziekenhuis dat gesloopt is, waar woningen moeten komen. Het gebied grenst aan een dijklichaam dus je kunt er niet zomaar bouwen. Maar als we na afstemming, toch gaan bouwen kunnen we meteen kijken naar hittestress of naar welke kant we het regenwater laten afvoeren. We kiezen nu niet voor de makkelijkste oplossing want in de achterliggende wijk kan het water maar moeilijk wegstromen. We laten het verderop wegstromen, zodat het water beter weg kan vloeien.

We proberen een echte deltastad te zijn maar we doen dit nog niet heel erg georganiseerd. Om dit beter te doen moet iedereen bezig zijn met het klimaat en moeten meer mensen het belang zien. Zo is er onlangs een golfbaan gerealiseerd waar ook goede mogelijkheden waren geweest in ruimtelijke adaptatie. Maar veel mensen staan te ver af van het waterbeleid. We moeten daarom ook werken aan de beleefbaarheid van water.”


videoAnneVrouwe

Bekijk de video met Anne Vrouwe over klimaatbestendig bouwen

 

 

 


 

Anne Vrouwe, adviseur water gemeente Zwolle en Geert Janssen, bestuursadviseur gemeente ZwolleLees ook het interview met Geert Janssen over de City Deal Klimaatadaptatie.

”Nederland is fantastisch om in te wonen”

“We maken graag publieke gebouwen”, zegt Francine Houben, oprichter en creatief directeur van Mecanoo architecten in Delft. “Bibliotheken zijn de meest publieke gebouwen van dit moment, de kathedralen van onze tijd. Er zijn helaas veel misverstanden over bibliotheken. Het gaat al lang niet meer om boeken.

Zelfs intellectuelen begrijpen vaak niet wat er in een bibliotheek gebeurt. Ze denken aan de bibliotheek van hun jeugd en hebben nog een romantisch beeld van een gebouw vol boeken. Maar bibliotheken zijn enorm in transitie en ze bieden hun brede groep bezoekers waar behoefte aan is. Het moet een omgeving zijn waar iedereen gemakkelijk en vrij naartoe kan gaan om zich te ontwikkelen.”

Hoe stem je een gebouw af op de omgeving?

“In Birmingham hebben we twee jaar geleden een nieuwe centrale bibliotheek neergezet. In deze stad heeft lang niet iedereen toegang tot internet. Net als in New York trouwens. Het bieden van gratis internettoegang is daar heel belangrijk.

birmingham_library_building_s091210

Bibliotheek van Birmingham

Maar in steden zijn er vaak ook mensen die vooral een rustige en veilige omgeving zoeken. Die vinden ze in de bibliotheek. Ook jongeren, die vroeger moeilijk naar de bibliotheek waren te krijgen, zitten in de Birminghamse bibliotheek. Misschien omdat ze thuis geen plek hebben om hun huiswerk te maken.

De nieuwe bibliotheek in Birmingham is nu meer dan 2 jaar open. De vroegere bibliotheek zat in een betonnen gebouw dat schreeuwde dat je ongelooflijk intelligent moest zijn om het te betreden. Het nieuwe gebouw is veel meer voor iedereen. Het bezoek is inmiddels verdubbeld.”

 Zijn alle bibliotheken in transitie?

“Natuurlijk is elke stad en ieder dorp anders. Maar zeker in grote steden spelen ze een belangrijke rol. Wij hebben net de opdracht gekregen om de bibliotheek in New York te renoveren. New York is van oorsprong natuurlijk een echte immigrantenstad. Die bibliotheek is een toevluchtsoord voor iedere New Yorker. En wij krijgen in Europa ook meer vluchtelingen dan een tijd geleden. Waar moeten die heen? Een bibliotheek kan een prettige omgeving bieden om je thuis te gaan voelen. Of het nu gaat om het lezen van boeken of het gebruik van internet, informatie vinden in je eigen taal, een nieuwe taal leren of dat je gewoon bij elkaar kunt zitten.

Een bibliotheek is een plek waar mensen zich kunnen ontwikkelen en waar ze deel uit kunnen maken van een gemeenschap. Kijk ook bijvoorbeeld naar zzp’ers die liever in de bibliotheek zitten te werken dan alleen thuis. Het vormen van ‘communities’ is ongelooflijk belangrijk in de maatschappij.”

Hoe doet Nederland het?

“Mensen zijn enthousiast over Nederland. Mecanoo is een groot bureau met zo’n 160 mensen waarvan de meerderheid in Delft werkt en in de Randstad woont. Het is een internationale groep mensen die het geweldig vindt om in Nederland te wonen. Want het is hier prettig en comfortabel. Onze fietscultuur draagt daar aan bij. En dat je je kinderen naar een openbare school kunt sturen en dat dit relatief betaalbaar is. Dat er gezond en betrouwbaar voedsel is. Al dat soort dingen maakt Nederland een fantastisch land om in te wonen.

In de internationale concurrentie tussen bureaus gaat het om wie de beste mensen aan zich weet te binden. Steden spelen daar een belangrijke rol in. Voor mij is Delft samen met Rotterdam en Den Haag één stad. Ik woon zelf in Rotterdam en pak de auto,  de trein, de regiotram of de fiets om ergens te komen. De goede bereikbaarheid wordt ook door onze buitenlandse werknemers op prijs gesteld.

Nederlanders doen vaak negatief over het Nederlandse poldermodel, maar ik vind het juist mooi dat we met elkaar in gesprek gaan en dat er een oplossing uitkomt in de juiste proporties. In de Angelsaksische traditie gaat dat heel anders. Daar wordt veel minder gepland vanuit de overheid en meer aan de markt overgelaten. Het resultaat is geen goede stedenbouw en geen goede samenhang in de stad.

We doen als Nederland mee als wereldspeler. Kijk bijvoorbeeld naar de Technische Universiteit Delft. Die willen goede talentvolle studenten vanuit de hele wereld aantrekken. Misschien gaan deze mensen straks weer terug naar China, Afghanistan of Brazilië maar ze behouden vriendschappen en blijven werken met wie ze vroeger gestudeerd hebben en die ze vertrouwen. Dat is ongelooflijk belangrijk voor de economie en de stabiliteit van Nederland.”


 

Francien van Bohemen van de Vereniging Openbare Bibliotheken: “De rol van de bibliotheek verschuift”

Nu al eenvoudig beter

De invoering van de nieuwe Omgevingswet in 2018 is een van de grootste wetgevingsoperaties in de Nederlandse geschiedenis. Met 26 wetten, 4700 artikelen, 120 Algemene Maatregelen van Bestuur en 120 ministeriële regelingen op het gebied van de leefomgeving die straks gebundeld, verbeterd en vereenvoudigd worden. Om de invoering makkelijker te laten verlopen werken gemeenten, provincies en waterschappen al sinds 2012 in de geest van de nieuwe Omgevingswet onder de noemer Nu al Eenvoudig Beter.

Edward Stigter is programmadirecteur Eenvoudig Beter bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) en is blij verrast door het succes van het project Nu al Eenvoudig beter.

Lees het interview met Edward Stigter op de website van Platform 31

Distributie in stad verandert

Stedelingen veranderen in gedrag en ook de distributie van goederen in de stad verandert. “Deze zal steeds kleinschaliger en frequenter worden en de druk op de infrastructuur in de stad neemt toe”, zegt Walther Ploos van Amstel, lector city logistics aan de Hogeschool van Amsterdam. “Willen we zorgen voor de economische vitaliteit en de leefbaarheid van onze steden, dan moet stadsdistributie op een andere manier benaderd worden. En de overheid heeft daar de sleutel in.”

Online winkelen heeft een enorme impact op stadsdistributie, in plaats van levering aan winkels gaan producten rechtstreeks naar de consument. Dat leidt tot meer logistieke bewegingen overal in de stad.

Lees het interview met Walther Ploos van Amstel op de website van Ruimtevolk

“In de stad gebeurt het”

In de stad gebeurt het

Dat zegt minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). “De stad is de plek waar steeds meer mensen naar toe trekken, de stad is de economische motor van dit land.” (meer…)