Inspireren en bouwen op Dag van de Stad

Eén dag waarop iedereen bij elkaar komt die in Nederland werkt aan de ontwikkeling van de stad en stedelijke regio’s op lokaal, regionaal, landelijk en internationaal niveau: dat is de Dag van de Stad, op maandag 30 oktober in de Werkspoorkathedraal in Utrecht.

Het is relevant om stil te staan bij de stad: driekwart van de inwoners van Nederland woont in grote of middelgrote steden. De bevolking neemt toe, naar verwachting met nog eens een miljoen mensen tot 2030. Dat biedt kansen, maar leidt ook tot steeds meer en grotere uitdagingen. De Dag van de Stad wil inspireren, informeren, agenderen, verbinden en gezamenlijk bouwen.

Toonaangevende sprekers

Toonaangevende sprekers in hun vakgebied hebben al toegezegd een bijdrage te leveren. Het gaat onder anderen om, directeur Hans Mommaas van het Planbureau voor de Leefomgeving, landschapsarchitect Adriaan Geuze, urban planner Riek Bakker, historicus Herman Pleij, journalist Tracy Metz, hoogleraar Urban Futures Maarten Hajer en criminoloog Cyrille Fijnaut.

De dag wordt georganiseerd door G32 en G4, de ministeries van BZK, EZ, IenM, VWS, SZW, OCW en VenJ, de VNG, Platform 31, het Netwerk Kennissteden Nederland en VNO-NCW.

Meer informatie vindt u op de speciale website van de Dag van de Stad die vandaag live is gegaan: www.dedagvandestad.nl.

Amersfoorters voeren klimaatonderzoek uit

Monitoring en evaluatie is onderdeel van de stedelijke aanpak van klimaatadaptatie. Hierbij valt er veel te leren van de ervaringen van bewoners. Dit was aanleiding voor de gemeente Amersfoort en waterschap Vallei en Veluwe om bewoners te betrekken bij het meten van klimaateffecten in de stad. In het project Meet je stad! doen nieuwsgierige Amersfoorters al drie jaar onderzoek naar onder meer temperatuur, persoonlijke klimaatbeleving en bloeitijden.

Het past mooi bij de doelen van de City Deal Klimaatadaptatie.

Meet je Stad!

Meet je stad! begon in 2015 als driejarig project. Begin 2017 telt de stad Amersfoort rond de veertig zelfgebouwde meetkastjes die elk kwartier locatie, temperatuur en luchtvochtigheid registeren. Via een open source netwerk worden deze metingen zichtbaar gemaakt op www.meetjestad.net, zodat de data onderling vergeleken en geanalyseerd worden. De meetgroep heeft daarmee een van de eerste stadsdekkende Internet of Things-netwerken met toepassing in Nederland gerealiseerd.

Bewust van ontwikkelingen in stad

Onlangs is de eindpublicatie van Meet je stad! verschenen. Hierin vertellen bewoners en initiatiefnemers over hun beweegredenen, bijdragen en ervaringen. Dimitri van Dam van het waterschap merkte dat veel bewoners hun eigen rol klein maakten, als daarnaar gevraagd werd. “Dat is bijzonder, omdat de bewoners die ik heb ontmoet heel actief zijn en bewust van de ontwikkelingen in hun stad. Daarmee vormden zij voor mij een ingang om verder te komen in de stad.”

Zo is Dimitri in allerlei initiatieven gerold. “Ik ben gevraagd mee te denken over vergroening van schoolpleinen en hoe regenwater daar een plek kan krijgen, en ik ben betrokken bij Operatie Steenbreek. Deze spin-off is voor mij minstens zo waardevol als de data die ik ontvang, en wat ik daarmee ga doen.”

Dit bericht is oorspronkelijk gepubliceerd op de website van de City Deal Klimaatadaptatie.

Good Practice City Label voor Schiedam in Beweging

Het Schiedamse project ‘Schiedam in Beweging’ krijgt het ‘Good Practice City Label’ van het Europese programma URBACT. Het is een voorbeeld van duurzame stedelijke, integrale ontwikkeling, toepasbaar in andere steden. De prijsuitreiking is in oktober in Tallinn, Estland.

De titel is toegekend vanwege innovatief ruimtegebruik en duurzame stedelijke ontwikkeling. Volgens het juryrapport laat Schiedam zien dat je een grote stedelijke ontwikkeling op gang kunt brengen met een integrale aanpak. Door op het tunneldak van de A4 een sportpark aan te leggen, zijn er plekken in de stad vrijgekomen voor duurzame woningbouw. In het rapport wordt met waardering gesproken over hoe sportclubs, omwonenden en andere belanghebbenden vanaf het begin zijn betrokken bij de ontwikkelingen.

Good Practice City

Schiedam in Beweging is een voorbeeld voor andere Europese steden, omdat het een veelzijdig project is. Het gaat over slim ruimtegebruik, veel aandacht voor duurzaamheid, aandacht voor sport en beweging, kinderopvang én een mogelijkheid om energiezuinige woningen in diverse prijsklassen aan de stad toe te voegen zodat Schiedammers een wooncarrière in de stad kunnen maken. Daarom mag Schiedam zich Good Practice City noemen.

URBACT is een Europees programma voor duurzame, integrale stedelijke ontwikkeling voor steden in Europa.

Bron: VNG

Meer hitte in steden dan op platteland

Bij hitte kunnen de temperaturen in steden maar liefst 5 tot 10 graden warmer zijn dan op het omliggende platteland. Wat doet Nederland eigenlijk aan hittestress? Staatssecretaris Sharon Dijksma van IenM lichtte de Tweede Kamer in via een Kamerbrief over de maatregelen die het kabinet wil nemen. Daarin is ook aandacht voor de City Deals.

Klimaatverandering heeft een directe relatie tot hitte in steden, zo blijkt uit een begin juni gepubliceerd onderzoek van onder meer de Vrije Universiteit Amsterdam. Die laat zien dat het hitte-eiland-effect in de steden, waarbij het op bepaalde plekken 5 tot 10 graden Celsius warmer kan worden dan op het platteland, schade kan opleveren voor de economie.

Op 1 juni 2017 heeft de Tweede Kamer verzocht om een brief over het thema hitte in de stad in relatie tot klimaatverandering.

Hittestress

Hittestress zorgt verder voor een groeiend aantal zieken, ziekenhuisopnamen en sterfgevallen, schrijft Dijksma daarin. Arbeidsprestaties nemen af en het arbeidsverzuim neemt toe. Het gaat hierbij om de gevolgen van hogere temperaturen op de gezondheid van ouderen en kwetsbare groepen, maar ook de toename van luchtverontreiniging (door hoge ozongehaltes en zomersmog) wat leidt tot meer luchtwegaandoeningen. Daarnaast kan hitte nadelige gevolgen hebben in de land- en tuinbouw, door een verslechtering van de waterkwaliteit (algenbloei) en hittestress in de dierhouderij. Verder zal de vergrijzing en het gegeven dat ouderen steeds langer thuis blijven wonen in de komende decennia leiden tot een grotere groep kwetsbaren.

Aanpak nog in kinderschoenen

De aanpak van hittestress staat – vergeleken met de aanpak van waterveiligheid en het tegengaan van wateroverlast en droogte – nog in de kinderschoenen. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft, naar aanleiding van de hete zomer van 2006, in 2007 een Nationaal Hitteplan laten opstellen door onder andere het Rode Kruis, het RIVM en de GGD; in 2015 is dit geactualiseerd. Het Nationaal Hitteplan is bedoeld om de gevolgen van hittestress voor met name ouderen en kwetsbare groepen te beperken.

Op 2 december 2016 heeft het kabinet de Nationale klimaatadaptatiestrategie (NAS) vastgesteld en aan de Tweede Kamer aangeboden. Hierin is hittestress opgenomen als een prominent thema dat de komende decennia aandacht verdient.

Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie

Op Prinsjesdag ontvangt de Tweede Kamer het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie, als onderdeel van het Deltaprogramma 2018. In dit deltaplan staan maatregelen die moeten zorgen voor het verminderen van schade door wateroverlast, hittestress, droogte en overstroming als gevolg van klimaatverandering. In het kader van het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie wordt op dit moment de Klimaateffectatlas geactualiseerd. Gemeenten en andere belanghebbenden gebruiken deze atlas om op hoofdlijnen te kunnen vaststellen wat hun klimaatopgave is.

Het ministerie van Economische Zaken (EZ) inventariseert op dit moment met de stakeholders welke acties nodig zijn om landbouw klimaatbestendig te maken en wie deze acties op zal pakken. Hittestress is hierbij een van de aandachtspunten.

De ministeries van IenM, BZK en EZ nemen samen met onder meer steden, bedrijven en onderzoeksinstellingen deel aan City Deals die tot doel hebben steden te vergroenen (en daardoor te verkoelen) en klimaatbestendiger te maken.

Plan van Aanpak Klimaatadaptatie Gebouwde Omgeving

Het ministerie van BZK verwerkt de acties vanuit het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie en de NAS die betrekking hebben op de gebouwde omgeving in een Plan van Aanpak Klimaatadaptatie Gebouwde Omgeving. In dit plan wordt gekeken naar de knelpunten om tot klimaatbestendig bouwen te komen en wordt bepaald welke instrumenten vragen om aanpassing of ontwikkeling, zodat ze hieraan een bijdrage kunnen leveren.

Ook in hogescholen en universiteiten krijgt hittestress steeds meer aandacht. Het is de laatste jaren veelvuldig onderwerp van onderzoek.

Op 5 september was er een debat in de Tweede Kamer. Lees het verslag hier.

1 bijlage

Tweede ronde SURF Pop Up 2017 opengesteld voor aanvragen

Voor Smart Urban Regions of the Future (SURF) Pop Up kunnen voor de tweede keer dit jaar aanvragen worden ingediend voor een klein project op het gebied van kennis en innovatie van steden en stedelijke regio’s.

SURF Pop Up maakt onderdeel uit van het programma SURF, dat deel is van het kennisinitiatief Verbinden van Duurzame Steden (VerDuS), en is een initiatief van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM), het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), NWO, Platform31 en NRPO SIA op het gebied van slimme stedelijke regio’s.

Financiering voor kortlopende projecten

Onderzoekers kunnen in deze call namens een consortium met tenminste één kennisinstelling en één publieke of private partner financiering aanvragen voor kleine, kortlopende projecten, waarbij ingespeeld wordt op de behoefte aan kennis over nieuwe ontwikkelingen en ad-hoc vragen binnen de SURF-thematiek. Aanvragen op het gebied van ‘Wonen en bebouwde omgeving’ en ‘Economie’ worden in het bijzonder op prijs gesteld. Een aanvraag kan zich richten op innovatief wetenschappelijk onderzoek, maar de financiering kan ook worden gebruikt voor kennisoverdracht, het ontwikkelen van een tool of het op een andere manier toepasbaar maken van het onderzoek.

Indienmomenten

Voor dit kalenderjaar werden al eerder twee indienmomenten aangekondigd; de tweede deadline dit jaar valt op 28 september 2017. Na deze deadline volgt een op zichzelf staande beoordelingsprocedure, waarbij de op dat moment ontvangen aanvragen met elkaar in competitie gaan. Er wordt naar gestreefd om aanvragers binnen 8 à 10 weken na de deadline te informeren over de besluitvorming. De nieuwe SURF Pop Up-projecten uit de eerste ronde van dit jaar, waarvoor tot 1 juni voorstellen konden worden ingediend, worden begin september bekend gemaakt.

Meer informatie over SURF Pop Up vindt u op de financieringspagina van NWO. Ook kunt u contact opnemen met de secretaris van SURF, Esther van der Wel, via mailto:[email protected]of (+31) 70 – 344 05 68. Meer informatie over SURF.

Werken aan versnelling van binnenstedelijk bouwen

Er is in ons land een enorme behoefte aan woonruimte. Door aanhoudende huishoudens- groei moet de woningvoorraad tot 2025 met zo’n 600.000 woningen worden uitgebreid om aan die woningvraag te voldoen. Een groot deel daarvan kan worden gerealiseerd in binnen- stedelijk gebied. Maar zo makkelijk is dat niet. Steden en marktpartijen gaan daar nu versnelling in brengen met een nieuw samenwerkingsprogramma. Daarbij maken ze gebruik van de kennis en ervaringen uit de City Deal Binnenstedelijk Bouwen en Transformatie.

Van oude parkeerterreinen tot leegstaande bedrijvenpanden, waar niets mee wordt gedaan. In steden zijn gebieden en gebouwen genoeg die kunnen worden getransformeerd tot woningen. Een substantieel deel van de woningbehoefte kan dan ook worden opgevangen in binnensteden. Toch vervullen op dit moment ontwikkelaars, met heel veel inspanningen en extra geld, slechts een derde van de benodigde woningbouwopgave in de steden. Ze lopen tegen allerlei barrières aan. Van lastige procedures, aanpassingen van bestemmingsplannen tot steeds wisselende of afwezige gebiedsvisies. Investeren durven ze niet omdat zekerheid vaak ontbreekt bij plan- vorming rond te herontwikkelen gebieden.
Steden en marktpartijen werken samen om de kansen in binnensteden te benutten om zo de economische vitaliteit en leefbaarheid van de steden te versterken en tegelijk belangrijke bijdragen te leveren aan andere grote opgaven, zoals als de energietransitie, klimaatadaptie en de verduurzaming van de gebouwde omgeving. De G32, G4, IPO, IVBN, Bouwend Nederland, Neprom, NVB en TU Delft, starten daarvoor het Samenwerkingsprogramma Intensivering Binnenstedelijke Gebiedstransformaties. Samen willen ze zorgen voor de realisatie van voldoende duurzame en betaalbare woningen door binnenstedelijke gebiedstransformaties te versnellen en op te schalen.

Transformatie
Deelnemende partijen maken gebruik van de ervarin-gen en kennis van de City Deal Binnenstedelijk Bouwen en Transformatie die vorig jaar werd gesloten in het kader van Agenda Stad, het interbestuurlijke programma waarin steden en rijk met maatschappelijke partners samenwerken aan de groei, leefbaarheid en innovatie in Nederlandse steden. In deze deal, kijken zeven Zuid- Hollandse steden samen met provincie en marktpartijen hoe gebiedstransformaties in de binnensteden makkelijker van de grond kunnen komen. Welke typen van aanpak zijn nodig? Welke alternatieve instrumenten en financieringsconstructies kunnen helpen? In de City Deal, die eind dit jaar afloopt, zijn dan ook verschillende onder- zoeken gedaan. Met de overdracht van deze kennis in het landelijke Samenwerkingsprogramma lijkt de City Deal geslaagd in haar opzet. Ferdi Licher, directeur Bouwen en Energie bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: ‘Ik zie ook dat het tempo van de woningbouw nu snel omhoog moet en dat bij grootscha-lige en binnenstedelijke bouwopgaven dat niet eenvoudig is. Goed dus dat partijen de handen ineenslaan om samen meer tempo te gaan maken en om wat we in de City Deal hebben geleerd breder toe te gaan passen’.

Concrete pilots
Het nieuwe programma, dat op 30 oktober op de Dag van de Stad wordt gelanceerd, gaat een stap verder. De partners willen namelijk een groot aantal binnen- stedelijke projecten, verspreid over heel Nederland, in procedure krijgen richting uitvoering. ‘De City Deal heeft veel helderder gemaakt wat de problema tiek nu echt is bij binnenstedelijke transformaties,’ stelt Jop Fackeldey, voorzitter Fysieke Pijler van de G32 en wethouder van Lelystad. ‘De volgende stap is niet meer praten maar doen. Daarom gaan we nu de komende vier jaar inzetten op concrete pilots in steden. Samenwerking is daarbij essentieel. Het gaat immers veelal om complexe opgaven.’
Jan Fokkema, directeur van Neprom, de belan-genorganisatie van projectontwikkelaars, is het daarmee eens. ‘Om dit te bereiken vergt het bijzondere inspanningen. We moeten privaat en publiek samenwerken, maar niet zoals voor de crisis. We moeten zoeken naar nieuwe manieren. Als je wilt investeren in binnenstedelijk bouwen dan doe je dat op langere termijn, zeg maar 10 tot 15 jaar. De markt wil dan ook zekerheid dat een project waar ze in investeert echt doorgaat, ook als er een nieuw college van B&W komt. Hoe regel je dat, zonder alles vast te leggen in dikke contracten en blauwdruk- ken? Al dit soort vragen pakken we samen op in het samenwerkingsprogramma.’
Een andere belangrijke component in het nieuwe samenwerkings-programma is kennisdeling. ‘Zo heeft dat wat wij van elkaar leren impact op de langere termijn,’ aldus Fackeldey. De kennisdeling vindt onder meer plaats via regiobijeenkomsten en zelfs via een eigen opleidings- programma, waarbij de TU Delft, die ook nauw betrokken is bij de City Deal, een coördinerende rol krijgt.

Gezamenlijk doorpakken
‘We willen met elkaar een soort community vormen,’ legt Fokkema uit. ‘Het commitment van het rijk is daarbij van groot belang. We hebben draagvlak nodig om dingen in gang te zetten. Anders blijven we wellicht steken op een lager niveau dan we willen. Zo missen we misschien weer kansen in de binnen- stad die we dan buiten de stad gaan oplossen. Dat draagvlak is ook belangrijk voor publiek investeren, wat nu eenmaal ook nodig is. Denk aan milieusanering die nodig is bij een bouwproject, of openbaar vervoerroutes die moeten worden aangepast voor woningbouw. Wie betaalt dat? Dat haal je niet uit de opbrengsten van de woningen. Als we willen versnellen is publiek geld hard nodig, veelal in de vorm van flankerende investeringen, geen subsidies. Dit werkt alleen als de opgave die er ligt duidelijk is voor iedereen.’
En dat is het geval, volgens Fokkema. ‘Toch moeten we met zijn allen waakzaam zijn dat er concrete resultaten worden geboekt,’ waarschuwt de Neprom- directeur. ‘We moeten wel kritisch blijven. We vragen van elkaar veel energie. Dat moet natuurlijk niet leiden tot een groot praatcircus, dat concreet niet veel verder komt. Ik vind daarom dat men ons erop moet kunnen afrekenen dat er over vier jaar echt tientallen omvangrijke projecten in de pijplijn zitten die leiden tot concrete transformatie en woningbouw.’De Omgevingswet die voor de deur staat kan daarbij helpen, stelt Fackeldey. ‘Deze wet kan meer ruimte creëren voor binnenstedelijk bouwen. Dan gaan alle stakeholders samen naar een probleem kijken. Zolang je maar aan de voorkant het eens wordt over de voorwaarden. Kortom, we hebben het tij mee, laten we dus gezamenlijk doorpakken.’

Dit artikel is eerder verschenen in het magazine Publiek Denken.

www.agendastad.nl
http://dedagvandestad.nl
https://agendastad.nl/citydeal/binnenstedelijk-bouwen/

Vier nieuwe projecten VerDuS SURF Pop Up van start

In het kader van VerDuS SURF Pop Up zullen vier nieuwe kleine projecten van start gaan over coöperatief wonen, grondbeleid, duurzame burgerinitiatieven, en een tool voor multi-stakeholder businessmodellen.

Onderzoekers konden in de call VerDuS SURF Pop Up 2017, eerste ronde, financiering aanvragen voor kleine, kortlopende projecten die passen binnen de thematiek van het VerDuS-programma Smart Urban Regions of the Future (SURF). In het programma staan vijf maatschappelijke opgaven centraal rondom ruimte, wonen, bereikbaarheid, economie en bestuur.

NWO kon in deze ronde vier van de veertien ingediende aanvragen financieren. De gehonoreerde projecten zijn (in alfabetische volgorde op achternaam van hoofdaanvrager):

  1. Samen wonen samen onderzoeken; Coöperatief wonen in Nederland verder brengen met Europese ervaringen
    Prof. dr. ir. V.H. (Victor) Gruis (m), Technische Universiteit Delft
    Dit project is een samenwerking van TU Delft, Rochdale, De Key, Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions en !Woon
    Via action research worden Europese ervaringen met het oprichten en beheren van coöperatieve woonvormen in de Nederlandse praktijk gebracht. Doel is om Nederlandse professionals bij woningcorporaties te helpen om efficiëntere ondersteuning te bieden en om bewoners te ondersteunen bij het inrichten van de governance van het ontwikkelproces en de beheerorganisatie.
  2. Ontwikkeling en evaluatie van een tool voor multi-stakeholder business modellen: het Collaborative Business Canvas
    Dr. ir. R. (Robert) van den Hoed (m), Hogeschool van Amsterdam
    Dit project is een samenwerking van Hogeschool van Amsterdam en Amsterdam Smart City.
    Om Smart City-projecten te laten slagen, is een levensvatbaar businessmodel nodig dat voor alle betrokkenen aantrekkelijk is. Voor het ontwikkelen van zo’n ‘multi-stakeholder business model’ is geen goede tool voorhanden. Op basis van eerdere projecten (R-LINK en U-SMILE) wordt in dit Pop Up-project een dergelijke tool ontwikkeld.
  3. Grond voor wonen: van aan de grond zitten tot uit de grond stampen
    Prof. dr. L.B. (Leonie) Janssen-Jansen (v), Wageningen University & Research
    Dit project is een samenwerking van Wageningen University & Research, Universiteit Utrecht, Bureau Rekenruimte, Gemeente ’s Hertogenbosch, Gemeente Zwolle en Vereniging Nederlandse Gemeenten. Nederland kent de komende vijftien jaar een grote verstedelijkingsopgave die niet alleen binnenstedelijk kan worden opgelost. Kennis over toekomstige toepassing van actief grondbeleid en verdergaande invulling van de woningbouwopgave bij faciliterend grondbeleid, geeft gemeenten handvatten voor een nieuw handelingsperspectief hoe zij dit urgente decentrale vraagstuk van voldoende woningbouw kunnen aanpakken.
  4. Duurzame burgerinitiatieven en democratische legitimatie: nieuwe verhoudingen tussen burgers en overheid. Een regionaal leer- en onderzoeksconsortium.
    Prof. dr. E.H. (Evelien) Tonkens (v), Universiteit voor Humanistiek
    Dit project is een samenwerking van Universiteit voor Humanistiek, Movisie, Landelijk Samenwerkingsverband Actieve Bewoners, Gemeente Landerd, Gemeente Bernheze, Gemeente Sint Michielsgestel en Gemeente Boxtel. Gemeenten in Brabant, het Landelijke Samenwerkingsverband Actieve bewoners, Movisie en de Universiteit voor Humanistiek zullen kennis opdoen en delen over de interactie tussen verschillende partijen in de nieuwe gemeentelijke constellatie waarin burgerinitiatieven een grotere rol krijgen. Ze doen dit op basis van criteria rond democratische legitimatie en duurzaamheid van beleid.

Dit zijn de gehonoreerde aanvragen van de eerste ronde in 2017. De deadline voor de tweede en laatste ronde in 2017 sloot op 28 september jl. In 2018 zullen opnieuw meerdere rondes VerDuS SURF Pop Up worden georganiseerd. Meer informatie over SURF vindt u op surf.verdus.nl. Voor vragen kunt u contact opnemen met de programmasecretaris via [email protected].

Bron: NWO.

Prestigieuze Europese subsidie voor SUPERLOCAL-project

Het project SUPERLOCAL van Woningcorporatie HEEMwonen, gemeente Kerkrade en IBA Parkstad heeft een Europese subsidie van 5 miljoen euro gekregen. In het project willen de drie partijen drie hoogbouwflats inclusief de bijbehorende openbare ruimte in de wijk Bleijerheide (Kerkrade) door middel van volledig hergebruik van materialen transformeren tot 125 nieuwe sociale huurwoningen, aangevuld met 25 vrije sectorwoningen.

Met de toekenning van de Europese subsidie van 5 miljoen euro, die mede door de inzet van de Stadsregio Parkstad Limburg tot stand is gekomen, is er een nieuw hoogtepunt bereikt in deze samenwerking. Dit is een belangrijke stap richting het realiseren van de gezamenlijke ambitie om circulair te ontwikkelen. De gemeente Kerkrade, HEEMwonen, IBA Parkstad en Stadsregio Parkstad Limburg hebben de UIA-subsidie op 10 oktober gezamenlijk in ontvangst genomen in Brussel.

Wethouder Tim Weijers van Kerkrade vertelde onlangs eerder over het project hier op de website. Lees het interview. 

Details subsidie

De Urban Innovative Actions (UIA) is een prestigieuze subsidie van de Europese Unie voor de stimulering van duurzame stedelijke ontwikkeling. Om in aanmerking te komen moeten initiatieven aan strenge eisen voldoen. Zo moet het een baanbrekend project betreffen dat nog niet elders in Europa uitgevoerd is. Voor de subsidieaanvraag van SUPERLOCAL hebben maar liefst twaalf partners intensief samengewerkt: HEEMwonen, gemeente Kerkrade, IBA Parkstad, Stadsregio Parkstad Limburg, Dusseldorp Infra, Sloop en Milieutechniek B.V., Bouwbedrijven Jongen (Koninklijke VolkerWessels onderneming), Waterleiding Maatschappij Limburg (WML), Waterschapsbedrijf Limburg (WBL), gemeente Brunssum, gemeente Landgraaf, Zuyd Hogeschool en branchevereniging VERAS. De kennis die de partners tijdens het project opdoen is openbaar toegankelijk, zodat de nieuwe methodes bij andere (internationale) projecten kunnen worden toegepast.

Tim Weijers, wethouder Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van de gemeente Kerkrade: “Ik ben zeer verheugd dat het ons met zijn allen gelukt is om deze Europese subsidie binnen te halen. Dit is een uitstekend voorbeeld van samenwerken vanuit de inhoud, ook gemeentegrensoverschrijdend. En dan met dit geweldige resultaat.”

Project

“Bij het SUPERLOCAL-project gaat het om circulair ontwikkelen. De materialen, kwaliteiten en waarden van de hoogbouwflats en het omliggende projectgebied worden zoveel mogelijk hergebruikt, zodat zo min mogelijk nieuwe grondstoffen aangeboord hoeven te worden.” aldus Marjo Vankan, directeur-bestuurder van HEEMwonen. Het beton van de flats heeft 50 jaar dienst gedaan. Momenteel wordt onderzocht of hergebruik van volledige betonnen flatdelen, zoals hele appartementen, mogelijk is. Hiermee wordt ingespeeld op de prognose van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) dat hoogwaardig recyclen van beton een grote uitdaging voor de bouwsector is. In het SUPERLOCAL-project wordt gepionierd in hoogwaardig hergebruik van beton. De opgedane kennis zal een onmiskenbare impact hebben op de bouwbranche.

Initiatief IBA beloond

IBA Parkstad ziet haar inspanningen beloond. “Onze partners hebben een fantastisch innovatief en duurzaam project, dat perfect past binnen het IBA-gedachtegoed. IBA heeft het subsidietraject geïnitieerd en aangejaagd. Waar nodig onderzoeken laten uitvoeren. De samenwerking tussen HEEMwonen, gemeente Kerkrade, Stadsregio Parkstad Limburg en IBA Parkstad heeft tot toekenning van de subsidie geleid, een fantastisch resultaat”, aldus Kelly Regterschot, directeur IBA Parkstad.

Lees meer over het project en de toekenning van de subsidie op de website van de gemeente Kerkrade.

Praktijksessie groene en blauwe waarden in de stad

Arnhem

Terwijl er druk gewerkt wordt aan de doorontwikkeling van tools om de baten van groen concreet te maken, is het ook zaak om te kijken hoe deze aan kunnen sluiten op de behoeften van de gebruikers, zoals gemeenten. Wat hebben zij in verschillende stadia van het plan- en ontwikkelingsproces nodig? Daarover ging de derde praktijksessie van de deelnemers aan de City Deal ‘Groene en blauwe waarden in de stad’, waarvoor NVTL en Branchevereniging VHG samen het initiatief namen. Deze vond plaats op 9 oktober in het Muntgebouw in Utrecht.

Tijdens de praktijksessie gingen vertegenwoordigers van gemeenten, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en ondernemers met elkaar in gesprek over het inzichtelijk maken van de baten van groen. Hans Dekker (NVTL) presenteerde een planning en ontwerpmodel voor ‘datagestuurd ontwerpen’. “Er is heel veel data beschikbaar. Het gaat erom dat we een brug slaan naar de vraag van gemeenten in de planvorming en
-ontwikkeling.”

Beschikbare data

Ton de Nijs (RIVM) gaf een toelichting op de ontwikkeling van de huidige tools TEEB-Stad en Atlas Natuurlijk Kapitaal. Het is de bedoeling de krachten van deze tools te bundelen door deze verder te ontwikkelen en het gebruik bij de planvorming te stimuleren. Ook wordt beoogd de tool nog meer in te zetten in de communicatie naar de baathouders van het groen. “We zijn nu zo ver dat we per locatie kunnen zien wat de baten kunnen zijn. Die informatie kan helpen om inzicht te krijgen in de effecten van diverse opties. De kwaliteit van het groen is van invloed op die baten, ook dat zit in de tool.”

Behoeften gemeenten

Jacco Schuurkamp (gemeente Den Haag) en Jeroen Schenkels (gemeente Utrecht) presenteerden enkele praktijkcases en gaven daarbij aan welke rol een tool als TEEB-Stad kan spelen. “Het is goed om de waarden inzichtelijk te maken, daarmee kun je keuzes onderbouwen”, aldus Schuurkamp. “Maar hoe bereken je bijvoorbeeld de waarde van maatschappelijke initiatieven in een groen gebied?” Schenkels zou graag zien dat je met zo’n tool ook de vertaling naar de praktische uitvoering kunt maken: “De ambitie en opgaven zijn helder, maar wat hebben we dan concreet nodig aan groen? Hoeveel groen is nodig voor een bepaald effect?”

VHG-directeur Egbert Roozen over de praktijksessie: “Met de partners die deelnemen vormen we een nieuwe keten die nodig is om het model te laten slagen en groen effectief in te zetten in de gemeentelijke opgaven. De nieuwe Omgevingswet zal daarbij helpen. Die vraagt een integrale, gebiedsgerichte aanpak waarbij veel meer dan nu zal worden geredeneerd vanuit die gemeentelijke opgaven op het gebied van waterberging, verlaging van de temperatuur en vergroting van de biodiversiteit.”

De partijen in deze City Deal zullen blijven werken aan het doorontwikkelen en bundelen van de tools, het stimuleren van testcases, communicatie en kennisontsluiting.

Bron: VHG

EU Partnership Housing: ‘Schrap huidige EU-definitie staatssteunregels’

De huidige staatssteunregels van de Europese Unie hebben een negatief effect op de Europese sociale huisvesting en zijn daarom aan vervanging toe. Dat zegt het EU Housing Partnership in een serie aanbevelingen, die ze afgelopen zomer meegaf aan de Europese Commissie. Het EU Housing Partnership bestaat uit ministeries van EU-lidstaten, Europese steden, de Europese Investeringsbank, de Europese Commissie en publieke en private organisaties, waaronder Aedes.

Lokale problemen en gemengde wijken

In zijn zogeheten Guidance Paper betoogt het partnerschap dat vooral de huidige definitie van sociale huisvesting negatieve effecten heeft op investeringen in betaalbare woningen. Volgens die EU-definitie is sociale huisvesting alleen voor ‘achterstandsgroepen of sociaal achtergestelden die door solvabiliteitsbeperkingen geen huisvesting tegen marktvoorwaarden kunnen vinden’. Alleen dan is sociale huisvesting een Dienst van Algemeen Economisch Belang (DAEB), en mag deze (indirecte) staatssteun ontvangen. Dit is té beperkend en levert onzekerheid op, vindt Aedes. De huidige definitie is in het verleden aangegrepen om sociale huisvesters (in Nederland, Frankrijk en Zweden) te dwingen hun doelgroepen te versmallen.

Het partnerschap stelt nu voor die definitie van sociale huisvesting te laten schrappen. De EU mag op basis van mededinging geen grote stempel drukken op de noodzakelijke doelgroepen voor sociale huisvesting in steden. Ook moet een eventuele nieuwe EU-omschrijving taken als ‘sociale mix en sociale samenhang’ als DAEB mogelijk maken – in Nederland spreken we van ‘gemengde wijken’. In juni 2017 stelde Eurocommissaris voor Mededinging Vestager dat impliciet al voor.

Het partnerschap stelt voor de herziening van het ‘DAEB-Vrijstellingsbesluit’ (in 2017) aan te grijpen om de huidige definitie te schrappen. Een nieuwe definitie moet meer rekening houden met de omstandigheden op lokaal of regionaal niveau en moet sociale mix en sociale samenhang bevatten als een van de geldige doelstellingen van DAEB (Diensten van Algemeen Economisch Belang).

Daarnaast stelt het partnerschap voor om de juridische kennis te versterken van nationale, lokale en EU-beleidsmakers op het gebied van steunmaatregelen ten behoeve van betaalbare woningbouw.

Omzetten in beleid

De aanbevelingen van het partnerschap worden doorgestuurd naar de Raad van Ministers. Het zal ook worden besproken tijdens het Cities Forum in Rotterdam (27 en 28 november 2017). De uiteindelijke aanbevelingen en suggesties worden uiteindelijk met de Europese Commissie gedeeld. Die kan de aanbevelingen omzetten in herziening van huidig beleid, nieuw beleid, het faciliteren van kennis of het (her)organiseren van fondsen ten behoeve van de stedelijke omgeving in Europa.

Europese Agenda Stad

Het EU Housing Partnership komt voort uit de Europese Agenda Stad (EU Urban Agenda), geïnitieerd onder het Nederlandse voorzitterschap van de EU in 2016. De partnerschappen zijn verantwoordelijk voor het formuleren van concrete voorstellen voor ‘betere regelgeving, betere kennis en betere fondsen’ voor bestaand of toekomstig EU-beleid. Het doel van het Housing Partnership is zorgen voor meer betaalbare huisvesting van goede kwaliteit. De focus ligt op sociale en betaalbare huisvesting, staatssteunregels en woonbeleid. De Europese Agenda Stad is vastgelegd in het ‘Pact van Amsterdam’.

Bron: Aedes.