URBACT Call Transfer Networks – aanmelden voor 10 januari 2018

URBACT, het Europese programma gericht op stedelijke kennisuitwisseling, heeft een call uitgeschreven voor steden om deel te nemen aan ‘Transfer Networks’.

In een ‘Transfer Network’ staat kennisoverdracht tussen steden centraal. Deze netwerken worden geleid door steden met een URBACT Good Practice label. Good practices zijn onder andere geselecteerd op de criteria: URBACT-principes (waaronder duurzame, participatieve en integrale aanpak), bewijslast, overdraagbaarheid en relevantie. Momenteel zijn er 97 good practices, waaronder drie Nederlandse steden (Groningen, Schiedam, Heerlen).

Lees de  CALL en de bijbehorende informatie over hoe je als stad mee kunt doen. De inzendtermijn sluit op woensdag 10 januari 2018 (15.00 uur CET).

Ben je zelf expert in specifieke stedelijke thema’s en heb je interesse om netwerken te ondersteunen bij het ontwerpen en implementeren van leernetwerken, kijk dan naar ook eens naar de oproep voor URBACT experts.

Lees meer: http://urbact.eu/urbact-iii-call-transfer-networks-nu-open.

Nieuwe Europese adviesdienst helpt steden bij het plannen van investeringen

Urbis (afkorting van “Urban Investment Support”) gaat steden adviseren om investeringen ter ondersteuning van hun eigen stadsontwikkelingsstrategieën beter te plannen en om gemakkelijker toegang te krijgen tot financiering.

Voor steden is het namelijk niet eenvoudig om toegang te krijgen tot financiering. Als een gemeente een specifiek project inzake sociale integratie, stadsvernieuwing of energie-efficiëntie wil opstarten, is dat voor de markt vaak te riskant of te kleinschalig. Anderzijds kan het moeilijk zijn om financiering te krijgen voor geïntegreerde stedelijke programma’s, omdat deze bestaan uit verscheidene kleine projecten in verschillende sectoren. Bovendien kunnen steden aanlopen tegen leningplafonds.

Ontwerp, de planning en de uitvoering

Urbis wil steden helpen om deze specifieke problemen op te lossen. De adviesdienst zal hen bij het ontwerp, de planning en de uitvoering van hun investeringsstrategieën en -projecten bijstaan met technisch en financieel advies op maat, ook op het gebied van innovatieve financieringsmogelijkheden. Het is de bedoeling op de korte tot middellange termijn goed onderbouwde projecten van de grond te doen komen, bijvoorbeeld op het gebied van stedelijke klimaatmaatregelen.

Logo van het EIBMaroš Šefčovič, vicevoorzitter van de Europese Commissie en verantwoordelijk voor de energie-unie, lichtte toe: “Burgemeesters willen actie ondernemen om hun steden slimmer en duurzamer te maken. Wij zullen hen daarbij helpen via Urbis, dat het gemakkelijker zal maken om toegang te krijgen tot de investeringen die zij daarvoor nodig hebben door advies op maat te verstrekken en de weg te wijzen naar bestaande fondsen en activa. Stedelijke innovatie moet worden ontsloten, op voldoende grote schaal worden ontwikkeld en in heel Europa worden toegepast.”

Duurzame stedelijke ontwikkeling

Bij de lancering van Urbis tijdens het Cities-forum 2017 in Rotterdam, zei Corina Creţu, commissaris voor Regionaal Beleid, hierover: “Urbis zal ons helpen de ambitieuze doelstellingen voor duurzame stedelijke ontwikkeling te verwezenlijken die wij in het kader van de stedenagenda voor de EU hebben vastgesteld. Dankzij dit initiatief krijgen steden de nodige steun om nieuwe mogelijkheden te scheppen voor hun inwoners.”

“Steden zijn meer dan ooit aantrekkingspolen: over dertig jaar zullen acht op tien Europeanen in een stad wonen,” zei Vazil Hudák, vicevoorzitter van de Europese Investeringsbank en verantwoordelijk voor adviesverlening en projectondersteuning aan steden en regio’s. “Gemeenten, steden en regio’s hebben naast financiële middelen ook advies nodig om slim, modern, groen en innovatief te zijn, en met de hulp van ons proefproject Urbis kunnen we daarvoor zorgen.”

Deskundigen

Urbis zal worden samengesteld uit deskundigen van de verschillende advies- en projectondersteuningsdiensten van de Europese Investeringsbank (EIB), met inbegrip van EIB-medewerkers in de lidstaten en deskundigen van Jaspers, het onafhankelijke team dat zich specialiseert in de voorbereiding van door de EU gefinancierde projecten van hoge kwaliteit.

Waar nodig zal ook een beroep worden gedaan op deskundigen die weten hoe de EU-middelen kunnen worden gecombineerd met financieringsmiddelen van nationale en lokale stimuleringsbanken en met innovatieve financieringsmogelijkheden. Tot deze mogelijkheden behoren onder meer impactinvesteringen, dat wil zeggen investeringen in ondernemingen of fondsen met het oog op een sociale en ecologische impact naast financiële winst.

Kleine als grote steden

Zowel kleine als grote steden uit alle lidstaten kunnen Urbis om hulp vragen via een webpagina die door de Europese investeringsadvieshubwordt gehost.

Urbis zal helpen bij:

  • het verbeteren van de investeringsstrategie van een stad door advies te geven over strategische planning, prioritering en verbetering van investeringsprogramma’s en projecten;
  • het uitwerken van projecten en investeringsprogramma’s tot een bankabel niveau, bijvoorbeeld door op verzoek een analyse te maken, door te helpen bij financiële structurering en door feedback te geven over ontwerpsubsidieaanvragen;
  • het verkennen van mogelijkheden voor financiering door het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI), de fondsen voor het cohesiebeleid – die in de periode 2014-2020 meer dan 100 miljard euro investeren in stedelijke gebieden – of allebei;
  • het ondersteunen van het voorbereidende werk voor investeringsplatforms en faciliteiten om verschillende fondsen te combineren, evenals het leggen van contacten met financiële intermediairs en het ontwikkelen van uitvoeringsregelingen voor deze faciliteiten;
  • het ontwikkelen van financieringsmogelijkheden om de druk op de gemeentelijke schuld te verlichten en om gemeentelijke en particuliere verstrekkers van stedelijke diensten te helpen toegang te krijgen tot financiering.

Volgende stappen

Om te beginnen zal Urbis gebruikmaken van de bestaande advies- en projectondersteuningsdiensten van de Europese Investeringsbank en zich daarbij toespitsen op een selectie opdrachten.

In de tweede helft van 2018 zullen de EIB en de Commissie deze eerste opdrachten evalueren en de behoefte van steden aan ondersteuning van Urbis in kaart brengen. Als blijkt dat Urbis een succes is, kan worden overwogen om bijkomende middelen vrij te maken voor de voortzetting, verbetering en uitbreiding van het initiatief.

Het werk en de analyse van Urbis zullen worden meegenomen in de lopende discussie over het volgende begrotingskader voor de periode na 2020, met bijzondere aandacht voor de toegang van steden tot de fondsen van het cohesiebeleid en het beheer van deze fondsen door de steden.

Meer informatie:

Een stedenagenda voor de EU: de éénloketdienst voor steden op de website van de Europese Commissie
EIB-steun voor de stedenagenda
Het plan-Juncker
Open gegevensplatform over het cohesiebeleid

Nieuwe samenwerking maakt Enschede slimmere stad

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

De gemeente Enschede, Universiteit Twente, hogeschool Saxion, AKI ArtEZ en ROC van Twente intensiveren hun samenwerking met een agenda gericht op het aantrekken, boeien en binden van talent. De agenda met als titel Smart Enschede bevat activiteiten die bijdragen aan een slimmere stad die aantrekkelijk(er) is voor talentvolle ondernemers, studenten en inwoners. Op 5 december bekrachtigden de partners deze unieke samenwerking met handtekeningen onder een convenant. Daarbij was ook Sinterklaas aanwezig met een heuse City Deal rijm.

De intensieve samenwerking tussen gemeente en kennisinstellingen is nodig voor een duurzame economische ontwikkeling van de stad en regio en past mooi bij de doelstellingen van de City Deal Kennis Maken, die begin 2017 is ondertekend en waarvan Enschede een van de elf steden is.

Talent

De activiteiten zijn een concrete vertaling van de Agenda voor Twente, waarin het thema ‘talent’ een prominente rol speelt. Burgemeester Onno van Veldhuizen licht de ambities namens de samenwerkende partners toe: “Enschede staat bekend als stad van innovatie. De aanwezige ruimte, kennis en faciliteiten bieden ideale omstandigheden om tot baanbrekende innovaties te komen. Deze unieke factoren brengen we bijeen in ‘Smart Enschede’. Wij stellen onze stad beschikbaar voor nieuwe concepten, producten en oplossingen. En laten onze inwoners en bezoekers als eerste profiteren van hun innovaties.”

Elkaar vinden

Frank Kresin sprak over het Design Lab in Enschede, en hoe zij de verbindingen steeds beter zien ontstaan. Hij benoemde daarbij drie dingen die heel kenmerkend zijn voor het proces in Enschede en het echt speciaal maken: “We vinden elkaar – steeds meer dan in andere steden het geval is, de aanwezigheid van ‘test beds’ die het mogelijk maken om snel te testen, ontwikkelen en opschalen. Alles mag getest worden, en alles is aanwezig om dit te doen. Als derde noemde hij de nadruk op ethiek en mobiliteit. Het gaat niet alleen maar om een hoop technologie neer te zetten, maar hier ook echt ethisch mee aan de slag, en kijken naar de effecten.

De samenwerking vertaalt zich concreet naar de volgende onderdelen:

Meer data, betere inzichten, nieuwe oplossingen

Vitale en aantrekkelijke binnensteden zijn van groot maatschappelijk en economisch belang. Smart Enschede richt zich daarom op innovaties in de (binnen)stad om actief op nieuwe trends en ontwikkelingen in te kunnen spelen. Real-time data spelen daar een belangrijke rol bij. Dr. Mettina Veenstra (lector Smart Cities op Saxion): “Door middel van nieuwe technologie verzamelen we steeds meer data, waar ondernemers en inwoners profijt van hebben. Een praktisch voorbeeld is een project gericht op het meten van grondwaterniveaus bij woningen. Veel huishoudens in Enschede hebben grondwateroverlast. Door betere inzichten kunnen we gerichter problemen oplossen.”

Samen investeren in innovatiecluster Space53

De kennisinstellingen investeren gezamenlijk in specifieke innovatieclusters waar kansen liggen om de positie van de regio te verstevigen. Concreet voorbeeld is de samenwerking en investering in Space53. ROC, Saxion en de Universiteit Twente ontwikkelden gezamenlijk samen met Space53 een onderzoeks- en onderwijsprogramma waarmee op alle niveaus een bijdrage wordt geleverd aan nieuwe toepassingen en technische mogelijkheden met drones en onbemande systemen. De optelsom van kennis, talent en onderzoeksfaciliteiten maakt een onderscheidend systeem, waarmee een voorsprong wordt genomen op andere regio’s in Europa.

Studenten meer in verbinding met bedrijfsleven

Een van de uitdagingen is het behouden van talent dat in Twente afstudeert. In deze regio zijn genoeg interessante banen, die nog onvoldoende op het netvlies komen van deze studenten. Smart Enschede zorgt voor verbinding van student en bedrijfsleven tijdens studie. Bijvoorbeeld door in een bijbaan te voorzien die aansluit bij hun studie. Zo kunnen studenten relevante werkervaring opdoen en maakt de student tegelijkertijd kennis met het Twentse bedrijfsleven. Binnen de ICT-sector wordt hier door het bedrijfsleven al een programma op ontwikkeld. Ook de gemeente zelf creëert binnen de organisatie extra ruimte voor studenten.

Multidisciplinair samenwerken in Enschede Lab

Het Ondernemerslab (ROC van Twente), Stadslab en FabLab (Saxion), het DesignLab (Universiteit Twente) en de AKI werken met studenten, inwoners en de gemeente samen aan innovatieve, duurzame oplossingen voor de stad van morgen. Studenten vanuit alle niveaus en richtingen werken multidisciplinair samen aan maatschappelijk ingestoken vraagstukken. Met hun sterke motivatie, actuele kennis en creatieve en ondernemende vaardigheden dragen studenten bij aan het ontwerpen van vernieuwende oplossingen. De labs stellen hun infrastructuur, faciliteiten en medewerkers beschikbaar. In februari 2018 gaan de eerste projecten van start.

Enschede in Business

Ondernemers kunnen bij (Smart) Enschede in Business, onderdeel van het Ondernemersloket van de gemeente, terecht voor kennis, talent en faciliteiten voor het testen en toepassen van hun product, dienst of innovatie in de stad. Dat kan een oplossing zijn voor een maatschappelijke vraag, maar ook toepassingen in de openbare ruimte of een winkelconcept.

Goed op weg

Het toewerken naar een samenwerkingsagenda voor de komende vier jaar heeft ook dit jaar al zijn vruchten afgeworpen voor de regio Enschede. Producten zijn onder meer de komst van Dutch Game Garden, de City Deal Kennismaken, het aanstellen van een alumnimanager bij Saxion en UT en de start van een urban data platform.

Nederlandse steden willen meer en beter samenwerken in stedelijke regio’s

De bestuurders van de Nederlandse steden willen meer en beter samenwerken met de Rijksoverheid in stedelijke regio’s. Ze doen daarvoor voorstellen in een brief aan de ministers van BZK en LNV. Dat meldt de VNG in een persbericht.

De brief is opgesteld op de Dag van de Stad afgelopen 30 oktober en ondertekend door voorzitter Jan van Zanen van de VNG, voorzitter Fred Crone van de G32, Piet Litjens namens de G4 en voorzitter Hans de Boer van VNO-NCW.

In de brief staat hoe stedelijke regio’s met maatschappelijke opgave aan de slag willen gaan.

  • Per regio moet de inhoudelijke opgave centraal staan (niet de departementale indeling).
  • Stedelijke verdichting en het aantrekkelijk maken van binnensteden vragen aandacht. Dit hangt samen met mobiliteit en de energietransitie. Daarnaast is een samenhangende aanpak nodig in het sociaal domein om tweedeling te voorkomen. De steden het financiële en beleidsmatige ruimte nodig om te kunnen doen wat nodig is.
  • Praktijkvoorbeelden uit de stedelijke regio’s moeten leidend zijn. De steden willen voortbouwen op de City Deal-aanpak waarin een aantal regio’s nieuwe oplossingen uitproberen waar de andere van leren. Een deel van de financiering moet worden ingericht voor regionale knelpunten, waarbij de beste plannen als eerste aan bod komen.

Bron: VNG

1 bijlage

Urbact opent nieuwe call voor praktijkuitwisseling tussen EU-steden

Gemeenten kunnen tot 10 januari 2018 een voorstel indienen voor een zogeheten Transfer Network. Deze netwerken richten zich op de aanpassing en overdracht van gevestigde goede praktijken tussen EU-steden. Platform31 is het Nationale URBACTPunt dat steden informeert en verbindt op Europees niveau en een URBACTpodium om behaalde resultaten te delen en verspreiden van calls.

Samenwerken met EU-steden en succesvolle oplossingen toepassen in je eigen stad

Het URBACT Transfer Network is interessant voor steden die geïnteresseerd zijn in het overbrengen van één van de 97 URBACT Good Practices en daarbij een specifieke beleidsuitdaging willen aanpakken door middel van een geïntegreerde een duurzame oplossing. Van de stad wordt verwacht dat deze een geteste en effectieve praktijk in hun eigen stadscontext aanpassen en hergebruiken. Ook steden die willen samenwerken met steden buiten Nederland, die al een URBACT Good Practice label hebben, komen in aanmerking voor deze call. Deze steden leiden en begeleiden het proces van begrijpen, aanpassen en hergebruiken van hun goede praktijk. Daarbij kunnen deze steden hun eigen methodologie verfijnen en verbeteren door middel van peer reviews met steun van URBACT experts.

Meedoen aan de call?

Steden die willen meedoen aan de ‘Call for Transfer Networks’ kunnen de benodigde informatie vinden op deze pagina.

VNO-NCW: ‘Compenseer de btw-pijn door gerichte maatregelen in de regio’

Het nieuwe regeerakkoord zorgt dat burgers en ondernemers er stevig op vooruit gaan door lastenverlichting. Tegelijkertijd gaan sommige ondernemers naar verwachting wel pijnlijke effecten ondervinden van de btw-verhoging naar 9%. Dit effect zal vooral worden gevoeld in middelgrote steden -met leeglopende stadscentra- en de krimp- en grensregio’s. Deze week bleek nog dat afgelopen jaar in 45% van de gemeenten de leegstand van winkelcentra weer verder is toegenomen.

Compensatie

Verhoging van de btw is in deze gebieden met dalende koopkracht en scherpe concurrentie een extra dreun en maakt stadscentra nog minder attractief. Daarom pleit VNO-NCW voor een aantrekkelijk compensatiepakket dat de nadelige consequenties kan wegnemen en leidt tot gerichte publiek-private maatregelen die ondernemers in de regio weer vooruit helpen en regio’s en stadscentra weer laten bruisen.

200 miljoen

Hans de Boer, voorzitter VNO-NCW: “In het regeerakkoord is een post opgenomen van 900 miljoen euro voor de aanpak van regionale knelpunten. Door zo’n 200 miljoen euro in te zetten voor regiodeals kunnen gemeenten en ondernemers van getroffen sectoren (winkels, horeca, cultuur, recreatie etc) worden ondersteund om hun stadscentrum of gebied weer onderscheidend en aantrekkelijker te maken. Door binnen- en buitenlandse toeristen aan te trekken ontlasten we bovendien overvolle steden, en creëren we extra omzet in die gebieden.”

Beste plannen

Als het geld slim en gericht wordt ingezet voor de beste plannen kan het volgens VNO-NCW publiek-privaat veel energie losmaken in regio’s en grotere investeringen uitlokken. Ook geeft het plan het kabinet de mogelijkheid om invulling te geven aan de in het regeerakkoord genoemde ‘deals’ met decentrale overheden om regionale kansen te benutten.

Aanvullende fiscale maatregelen

Enkele gerichte aanvullende fiscale maatregelen kunnen de pijn van de btw-verhoging in specifieke sectoren verder verzachten volgens VNO-NCW. Zo kan de timing van de lastenverlichting naar voren worden gehaald in de tijd.

Ruim 60 huishoudens in Utrecht krijgen oplossing op maat dankzij City Deal

Ondiep, Utrecht. Foto: Flickr Creative Commons/Patricia van der Kooij.
Ondiep, Utrecht. Foto: Flickr Creative Commons/Patricia van der Kooij.

Meer dan 60 huishoudens van de Utrechtse wijk Ondiep Pijlsweerd hebben met de aanpak ‘Ondiep Ontregelt’ een oplossing op maat gekregen. Dat schrijven wethouders Victor Everhardt en Kees Diepeveen in een brief namens het college aan de raad. De aanpak is onderdeel van de City Deal Inclusieve Stad, en wordt nog dit jaar uitgebreid naar een andere wijk in de Domstad, Kanaleneiland.

Samen met vier andere gemeenten en vier ministeries werkt Utrecht in de City Deal aan het verbeteren van de ondersteuning aan mensen met complexe problemen met name op het vlak van bestaanszekerheid. “We voeren experimenten uit die meer maatwerk mogelijk maken, versterken de flexibiliteit binnen de eigen gemeentelijke organisatie en nodigen onze partners, zoals woningcorporaties en zorgverzekeraars, maar ook de rijksuitvoeringsinstanties, waaronder het UWV, Belastingdienst en SVB, uit om hetzelfde te doen”, schrijven Everhardt en Kees Diepeveen.

‘Doen wat nodig is’

Het buurtteam en de vaste contactpersonen hebben sinds maart in Ondiep de ruimte gekregen om ‘te doen wat nodig is’, ook als dat betekent dat er een uitzondering op de regels gemaakt moet worden. In veel gevallen werden met de maatwerkoplossingen grotere schulden voorkomen. Ook werden oplossingen gerealiseerd op het vlak van inkomen, woonsituaties en gezondheid/beperkingen. Op basis van de ervaringen in Ondiep wordt deze werkwijze nog dit jaar uitgebreid naar Kanaleneiland.

Door de nauwe samenwerking tussen het buurtteam, en een team van vaste contactpersonen van diverse organisaties, van gemeente/Werk & Inkomen, woningcorporaties Mitros en Portaal, Zilveren Kruis tot UWV, SVB en CAK, zijn complexe problemen opgelost. Hierdoor wordt de ondersteuning aan Utrechters effectiever en worden problemen opgelost voordat ze escaleren. Tevens worden maatschappelijke kosten bespaard op het vlak van jeugdhulp, zorg, huisuitzetting, gezondheidszorg, schuldsanering en bewindvoering.

Maatwerkoplossingen

En in alle situaties is de maatwerkoplossing gepaard gegaan met de vraag aan het huishouden: ‘Als wij voor u deze uitzondering realiseren, wat kan uw inzet zijn om de situatie verder te verbeteren?’ Dit heeft ertoe geleid dat mensen een baan vonden, vrijwilligerswerk gingen doen of zich op een andere manier extra gingen inspannen om hun leven weer op de rit te krijgen. Zowel het Buurtteam Ondiep als inwoners zijn positief over de oplossingen die geboden zijn.

“Als gemeente zien we de complexe casussen uit Ondiep als een spiegel waarin we kunnen zien hoe ons beleid en onze dienstverlening in de leefwereld van de Utrechtse inwoner uitpakt”, aldus de twee wethouders. “Tweemaandelijks bespreken we hoe we de patronen die uit de casuïstiek naar voren komen kunnen omzetten in verbetering van onze dienstverlening, onze werkprocessen en ons beleid. Ook signaleren we structurele knelpunten waardoor problemen zelfs binnen de city deal niet oplosbaar bleken.”

Maatschappelijke kosten

Behalve het voorkomen van meer ellende voor de betreffende huishoudens zijn ook maatschappelijke kosten bespaard door problemen sneller en eerder op te lossen:

  • In 40 situaties zijn (hogere) schulden voorkomen. Dat bespaart kosten voor schulddienstverlening, bewindvoering, huisuitzetting, incassokosten bij instanties en vaak ook kosten op het vlak van (jeugd-)zorg.
  • In minimaal één situatie is acute dakloosheid voorkomen en daardoor kosten voor maatschappelijke opvang en (jeugd-)zorg
  • In drie situaties heeft de maatwerkoplossing ertoe geleid tot de betrokkenen weer aan het werk kunnen. Dat bespaart drie uitkeringen
  • In bijna alle situaties zijn hogere (jeugd-)zorgkosten voorkomen door reductie van de stres
  • In bijna alle situaties zijn kosten bespaard op de inzet van het buurtteam die veel forser zou zijn als de ontregelde aanpak niet mogelijk was geweest

In de City Deal Inclusieve Stad heeft Utrecht gekozen voor Ondiep Pijlsweerd als eerste experimentwijk voor de City Deal aanpak. Eind van het jaar zal het Verwey Jonkerinstituut met een evaluatierapport komen over deze aanpak.

Klik hier voor de commissiebrief waarin voorbeelden beschreven worden of kijk naar een lijst van voorbeelden uit de Utrechtse wijkaanpak.

Terugblik: Dag van de Stad toont veelzijdigheid van de stad

“Voor het eerst in de geschiedenis wonen meer mensen in de stad dan daarbuiten, als je dat beseft is het eigenlijk elke dag Dag van de Stad”. Daarmee opende burgemeester Jan van Zanen de Dag van de Stad in het Werkspoorkathedraal te Utrecht. Want elke dag zijn bestuurders, ambtenaren, ondernemers, actieve inwoners, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en wetenschappers bezig om de steden in Nederland verder te brengen. Maar op maandag 30 oktober was er één Dag van de Stad, waarop ruim 1.500 bezoekers al hun ideeën, oplossingen en vragen met elkaar konden delen.

“De trek naar de stad is op dit moment het grootst sinds de industriële revolutie”, benadrukt Tracy Metz naar aanleiding van haar optreden op de Dag van de Stad in haar wekelijkse radio column. En dat betekent dat steden te maken krijgen met grote kansen maar ook met grote opgaven. “Met alles wat vandaag wordt gedeeld hopen we dat we betere antwoorden krijgen voor de vraagstukken die leven en dat mensen ideeën uit een andere stad meenemen naar hun eigen stad”, zegt Frank Reiniers, projectleider van de Dag van de Stad in dit filmpje.

“Zoveel aanbod, zoveel keuze, het is een snoepwinkel, ik heb keuzestress”, waren veel gehoorde reacties op Twitter over het zeer uitgebreide programma van meer dan honderd sessies, vijftien paviljoens en met meer dan tweehonderd sprekers. “Maar het laat tegelijkertijd de veelzijdigheid van de stad zien”, zegt één van de bezoekers in de after-movie. “Het is me nog nooit gebeurd dat ik op een congres naar werkelijk iedere sessie toe had gewild. Het was de ideale mix van aansprekende sprekers, betrokken publiek en een voortreffelijke organisatie”, vertelt Stefanie Couwenberg van BDL in haar blog.

Door het enorme aanbod is het geven van een volledige terugblik op de Dag van de Stad dan ook lastig, maar een impressie vindt u op: www.dedagvandestad.nl

Europese Partners Energie Transitie bij elkaar in Tilburg

Tilburg skyline
Tilburg skyline

Onder het Nederlandse voorzitterschap voor de Raad van de Europese Unie is in 2016 de ‘Agenda Europese Stad’ tot stand gekomen. Deze agenda is vastgelegd in het Pact van Amsterdam en kent twaalf thema’s om adviezen te verlenen aan de Europese Commissie. Voor alle twaalf thema’s is een partnerschap gevormd van Europese steden. Tilburg is onderdeel van het partnerschap Energie Transitie.

Op 6 en 7 december komt in Tilburg het partnerschap Europese Stad voor Energie Transitie bijeen om adviezen op te stellen die direct gericht worden aan de Europese Commissie. In dat partnerschap werkt Tilburg nauw samen met Groningen, Utrecht, Enschede, de G32 en de vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG).

Tilburg is nauw betrokken geweest bij het vormgevingsproces, onder andere door wethouder Marcelle Hendrickx als spreker op het Comité van de Regio’s forum over de Europese Agenda Stad in mei 2016.

Betere Europese regelgeving

“Met de selectie van Tilburg in het partnerschap Energie Transitie hebben we als stad, maar ook voor andere Nederlandse steden een directere lijn richting de Europese Commissie om adviezen te geven over de Energie Transitie. Daarbij valt te denken aan betere Europese regelgeving, verbeterde financieringsmogelijkheden en betere kennisdeling tussen steden”, aldus de Tilburgse energie-wethouder Berend de Vries: “Deelname aan dit partnerschap levert ons naast een verbreed Europees netwerk indirect ook meer kans op Europese middelen om tastbare doelstellingen voor de steden mogelijk te maken, zoals het verduurzamen van ons maatschappelijk vastgoed als sporthallen en musea.”

Binnen het energie transitie richt Tilburg zich vooral op de thema’s van warmte-infrastructuur, het Nul-op-de-Meter concept en de grootschalige opwekking van duurzame energie. Op deze thema’s wordt gewerkt aan voorstellen, die vervolgens worden ingebracht in het plan met concrete acties met toekomstwaarde om de energietransitie in Europese steden en regio’s mogelijk te maken.

Urban Agenda Energie Transitie

De coördinatoren van de Urban Agenda Energie Transitie zijn Londen, Gdansk en Roeselare. Tilburg ontmoet als partner in dit samenwerkingsverband ook Gotenburg, Navarra Nasuvinsa, Udine, Vaasa, Vidzime, Warschau, de lidstaten Frankrijk en Duitsland en de DG REGIO en ENER van de Europese Commissie.

Internationale interesse voor City Deal Kennis Maken

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Deze week was de City Deal Kennis Maken op bezoek in Parijs bij de OESO, de intergouvernementele organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.

Projectleider Rowinda Appelman mocht bij de Working Group on Higher Education aansluiten om de aanpak van de City Deal toe lichten en te vertellen wat Nederland allemaal doet met hoger onderwijs in deze Deal. Bij de bijeenkomst waren delegaties aanwezig uit alle OESO-lidstaten.

De City Deal werd afgelopen februari ondertekend in Leiden door de gemeenten Delft, Enschede, Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam, Tilburg en Wageningen, samen met ketenpartijen binnen de stad en in de omliggende regio. Ook de vereniging van universiteiten (VSNU), de Vereniging Hogescholen, Kences en het Netwerk Kennissteden Nederland en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) doen mee. Later is ook de gemeente Amsterdam aangesloten als tiende universiteitsstad.

De inzet van de City Deal Kennis Maken is om een versnelling tot stand te brengen in het oplossen van maatschappelijke opgaven van steden door onderzoekers, docenten en studenten hierbij grootschalig te betrekken.