Werken aan een verbetering van het leven op ‘Zuid’

Zicht op Rotterdam-Zuid. Foto: Flickr Creative Commons/ Frans Schouwenburg
Zicht op Rotterdam-Zuid. Foto: Flickr Creative Commons/ Frans Schouwenburg

Rotterdam-Zuid wordt wel gezien als één van de grootste probleemgebieden van Nederland. Voor een nieuw en beter perspectief van dit stadsdeel hebben Rijk, gemeente Rotterdam, de woningcorporaties Havensteder, Woonstad, Vestia en Woonbron, en de aanwezige scholen, zorginstellingen en bedrijfsleven de handen ineengeslagen in het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid (NPRZ).

Het NPRZ richt zich op het wegwerken van achterstanden bij bewoners en op het verbeteren van het leven op Zuid. In 2030 moet ‘Zuid’ het net zo goed doen als de andere drie grote steden in ons land. Een langjarige betrokkenheid is nodig om het gebied naar een hoger niveau te tillen.  Daarom tekenden de verschillende partijen in 2011 het samenwerkingsverband , waarmee NPRZ officieel van start ging. Minister Donner tekende voor rijksbetrokkenheid.

Niet in beton gegoten

Het programma is niet ‘in beton gegoten’. Elke vier jaar wordt door het bestuur van het NPRZ een nieuw uitvoeringsprogramma vastgesteld. Het bestuur staat onder voorzitterschap van de burgemeester van Rotterdam, Ahmed Aboutaleb. Het bureau  NPRZ in Rotterdam-Zuid, belast met de uitvoering van het programma, staat onder leiding van Marco Pastors. De directeur Programmadirectie Stad (DGBW) Bert van Delden is in het bestuur namens de minister de rijksvertegenwoordiger. De meest betrokken andere departementen zijn OCW, SZW en sinds kort VenJ. De minister is niet verantwoordelijk voor de voortgang wat betreft de uitvoering van het programma – dat zijn de partijen op lokaal niveau -, maar is wel aanspreekbaar op de condities, zoals wet- en regelgeving, en eventueel financiering.

Overigens wordt bij de uitvoering van NPRZ ook wat verwacht van de bewoners van de wijken op Zuid. Participatie staat immers centraal in het programma. Dat betekent naar school gaan, werken, of desnoods vrijwilligerswerk doen en thuis de basis op orde hebben. Dat vraagt om een actieve opstelling van bewoners. Niet zitten afwachten tot een ander het oplost, maar zelf de verantwoordelijkheid voor je eigen leven en dat van je gezin in handen nemen.

Voortgang geboekt

In Rotterdam-Zuid wordt sinds de start van het programma voortgang geboekt. Steeds meer marktpartijen zijn geïnteresseerd om te investeren in de particuliere woningvoorraad op Zuid, is de Rotterdamwet aangescherpt, gelden op basisscholen verlengde schooltijden en wordt stevig werk gemaakt van carrièrestartgaranties. Daarnaast worden mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in toenemende mate naar werk bemiddeld.

Verder wordt er geïnvesteerd in de kwetsbare woningvoorraad: de minister voor Wonen en Rijksdienst heeft voor de periode tot 2022 de mogelijkheden voor het gebruik maken van een fiscale vermindering op de Verhuurderheffing specifiek voor investerende partijen in Rotterdam Zuid verruimd.

De uitdaging is de voortgang vast te houden en tegelijkertijd het langdurige programma vitaal te houden voor de aangesloten partners en de bewoners in het gebied . De inzet van het Rijk zal de komende periode in  ieder geval worden voortgezet, zo laat het nieuwe Regeerakkoord weten.

Afrikaanderwijk. Foto/ Flickr Creative Commons/Alexander

Afrikaanderwijk. Foto/ Flickr Creative Commons/Alexander

Blokkenschema Dag van de Stad

Dit blokkenschema is in bewerking. Waar nu nog witte vakken zijn, publiceren we binnenkort meer sessies. Aanvullende sessies voegen wij dagelijks toe. Het is mogelijk dat sessies in dit schema tot kort voor de Dag van de Stad nog van inhoud of tijdstip veranderen.

Klik hier om het blokkenschema te openen. 

Innovatie en inspiratie op de Dag van de Stad

Grote en middelgrote steden blijven groeien. Hoe zorgen we voor gezonde steden met voldoende scholen, huizen, banen, goede zorg en een passende infrastructuur? En hoe maken we de steden tegelijkertijd ook nog eens veilig, duurzaam en klimaatbestendig? Veel van deze vraagstukken waar de stad mee te maken krijgt komen ook terug in het nieuwe regeerakkoord. Op maandag 30 oktober laten ruim 1.500 bestuurders, ambtenaren, ondernemers, actieve inwoners, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en wetenschappers aan elkaar zien hoe zij met deze vraagstukken omgaan. Iedereen die werkt aan de ontwikkeling van de stad komt op één dag bij elkaar in Utrecht; de Dag van de Stad biedt stedelijke oplossingen voor landelijke vraagstukken.

Programma

De Dag van de Stad biedt een gevarieerd en uitgebreid festivalprogramma. Op het grootste podium staan toonaangevende sprekers. Wat zouden zij de wereld vertellen als zij nog één keer mochten spreken? Onder anderen directeur Hans Mommaas van het Planbureau voor de Leefomgeving, landschapsarchitect Adriaan Geuze, acteur Gijs Scholten van Aschat, bedrijfskundige, publicist en voormalig politicus Pieter Winsemius, urban planner Riek Bakker, historicus Herman Pleij, journalist Tracy Metz, hoogleraar Urban Futures Maarten Hajer en criminoloog Cyrille Fijnaut. Ook jong talent komt aan het woord over hun oplossingen voor de stad. Jonge ondernemers en wetenschappers die een fantastisch idee hebben over de stad vertellen hierover.

Excursies Utrecht

Gaststad Utrecht organiseert excursies naar de meest innovatieve stedelijke ontwikkelingsprojecten in en rond Utrecht. Tijdens wandelingen ontdekken deelnemers wat Utrecht allemaal doet voor ‘de fiets’ en welke datastromen er zichtbaar en onzichtbaar door de stad lopen. En hoe gaat het in het Utrechtse stationsgebied, de grootste binnenstedelijke bouwput van Nederland? En zij gaan langs bij verschillende samenwerkings- en burgerinitiatieven die innovatieve manieren van wonen, werken en ontspannen laten zien. Bekijk het volledige excursie-programma op www.dedagvandestad.nl/excursies

In veertien themapaviljoens komen in bijna 100 sessies alle belangrijke opgaven van de stad aan bod; nieuwe ontwikkelingen in verschillende vakgebieden. Bekijk het volledige overzicht op www.dedagvandestad.nl/blokkenschema

De Dag van de Stad wordt georganiseerd door Agenda Stad, G4 en G32 Stedennetwerk, Platform31, de ministeries van BZK, EZ, IenM, VWS, SZW, OCW en VenJ, de VNG, het Netwerk Kennissteden Nederland, VNO-NCW en MKB-Nederland. Meer informatie over de Dag van de Stad: www.dedagvandestad.nl

 

Dag van de Stad: 1500 bezoekers delen dag vol creativiteit en optimisme

Van virtual reality-brillen, een levensgroot Pacman spel tot workshops over circulaire economie, aardgasvrije wijken, drones in de stad en de uitreiking van de Hein Roethofprijs. Op de Dag van de Stad op 30 oktober in de Werkspoorkathedraal in Utrecht was er voor ieder wat wils.

Voorlopend op de Internationale Dag van de Stad van de VN (31 oktober), die als doel heeft urbanisatie op de politieke agenda te krijgen, kwamen in Utrecht zo’n 1500 bezoekers samen om in Nederland de stad verder te brengen. Allemaal mensen die dagelijks werken aan steden die klaar zijn voor de toekomst. Ze inspireerden elkaar in meer dan honderd sessies, vijftien paviljoens en met meer dan tweehonderd sprekers. Bijna de hele dag was Dag van de Stad dan ook trending topic op Twitter.

‘Innovatie vindt plaats op crossovers’

Want steden vormen de locomotief van de economie, kennis en cultuur, stelde Jan van Zanen, burgemeester van Utrecht én gastheer, in zijn openingsspeech. “Steden zijn dé plekken waar je wilt wonen, werken en studeren, waar je elkaar ontmoet en inspireert.” Hij riep het kabinet dan ook op om steden stevig en fier te laten zijn. “We moeten met zijn allen aan het werk om de economie vorm te geven en klimaatverandering aan te pakken. Op alle steden rust de plicht, juist hier is talent en doorzettingsvermogen aanwezig.”

Het is dan ook nu of nooit volgens hoogleraar Urban Futures Maarten Hajer in zijn last lecture. Gaan steden wel voldoende de uitdaging aan? Het is dan ook tijd voor een nieuwe ronde stadsvernieuwing, aldus Hajer. “De stad is nu eenmaal complex, daarom belangrijk dat we niet in silo’s blijven denken. Innovatie vindt dan ook plaats op de crossovers, niet in de gemeenteraden en in het parlement maar juist in ateliers, op kruispunten waar belanghebbenden rond een vraagstuk samenkomen en de politiek afstand houdt.”

De bekende acteur Gijs Scholten van Aschat betoogde in zijn last lecture dat hoe meer commerciële partijen zich bemoeien bij weer opbloeiende plekken als bijvoorbeeld Kytopia, het voormalige Tivoli in Utrecht, hoe meer de authenticiteit van dergelijke plekken dreigt af te nemen. Gijs pleit voor het creëren en stimuleren van broedplaatsen in plaats van deze commercieel uit te nutten en voor het geven van tijd, geld en vertrouwen aan de kunstwereld.

Paviljoens

De verschillende vraagstukken die leven in de Nederlandse steden vormden de thema’s voor de verschillende paviljoens, die de indrukwekkende ruimte van de Werkspoorkathedraal verdeelden. Van de Gezonde Stad, de Lerende Stad tot de Sociale Stad en de Aantrekkelijke Stad. Elk paviljoen had tijdens de hele dag workshops en sessies lopen over de thema’s. Zo presenteerde Urbact de nieuwe Europese call voor Transfer Networks, waaraan ook Nederlandse steden kunnen meedoen, kregen Aart Wijnen van WoonConnect, Henri Smits en Eric Logister complimenten voor ‘meest pragmatische presentatie’ van de dag en werd er hybride autodrop uitgedeeld na een sessie over mobiliteit. Verder blijkt klimaatbestendige inrichting niet duurder te zijn dan traditionele inrichting van een stad, kwamen inwoners uit Emmen vertellen hoe zij zelf gezondheidsachterstanden helpen terugdringen en riep het filmpje Gekke Vriend bestuurders op om meer gebruik te maken van het creatieve potentieel in Nederland. De Urban Futures Studio (Universiteit Utrecht) nam de toehoorders mee op reis: met een blinddoek en koptelefoon waarop een hoorspel was te beluisteren, werden ze uitgedaagd zich voor te stellen hoe de stad er over tientallen jaren uitziet, ruikt, hoort en voelt.

City Deals

Natuurlijk was er op de Dag van de Stad veel aandacht voor de achttien City Deals, die in het kader van Agenda Stad zijn afgesloten. City Deal Makers ontmoetten elkaar, deelden hun verhalen en het NSOB presenteerde een essay over werken in City Deals. Overheden en marktpartijen lanceerden officieel het programma Stedelijke Transformatie, dat inspiratie op heeft gedaan bij de City Deal Binnenstedelijk Bouwen en Transformatie. “Voor de uitdagingen van nu zijn vooral ‘creativiteit’ en ‘organiserend vermogen’ nodig”, stelde Hans Mommaas, directeur van PBL in zijn last lecture. “De City Deals zijn dan ook dé manier om de creativiteit binnen de stad te laten ontstaan.” We kunnen volgens Mommaas dan ook nog meer leren van elkaar: top down en bottom-up op een interactieve manier met City Deals 2.0.

De City Deals stonden ook centraal op een speciaal bestuurdersprogramma, waar leden van de G32, G4 en VNG met elkaar samen het nieuwe regeerakkoord analyseerden op de kansen die er zijn voor de steden. Dat de City Deals nu in dit akkoord staan is dan ook een opsteker. “Fijn dat er nu ook geld voor is, spannend is wel de publiek/private inzet”, aldus Bert van Delden, directeur van het Programma Stad, ministerie van BZK.

Nieuw gevoel van eigenaarschap

Verder waren er andere sprekers die hun visie gaven op de stad. “Door samen de stad te maken ontstaat er een nieuw gevoeld van eigenaarschap. Dat moeten we koesteren, aldus journaliste en auteur Tracy Metz. Ze roept op om kostbare stadmakers en initiatiefrijke burgers te koesteren en te bestendigen. Emeritus-hoogleraar en criminoloog Cyrille Fijnaut roept de minister van Justitie en Veiligheid Ferd Grapperhaus op om Nederland op het gebied van criminaliteit als stadsstaat te zien. “Steden staan niet op zichzelf, maar vormen knooppunten. Zo is het probleem van wietteelt ook veel groter dan alleen Brabant en zijn er 200 jongens uit Utrecht die door het hele land pinautomaten kraken.” We moeten juist vooruitkijken hoe het er over dertig jaar uit zal zien. Zo’n studie hebben we hard nodig om op tijd in te grijpen en problemen te voorkomen. Zeker ook voor de steden.”

Hein Roethofprijs

Minister Grapperhaus kwam zelf ook nog langs op de Dag van de Stad om de Hein Roethofprijs uit te reiken aan Heilige Boontjes, een initiatief van een sociaal werker en wijkagent uit Rotterdam om ontspoorde jongeren op het rechte pad te krijgen door ze op te leiden als barista of koffiebrander. Het programma heeft veel succes en daar had de jury veel erkenning voor. De minister nodigde alle drie de genomineerden uit op zijn ministerie om meer te komen vertellen.

Naast gevestigde bestuurders was er op de Dag van de Stad juist ruimte voor jonge stadmakers die hun innovatieve ideeën konden laten horen. Zoals Jaap Godrie en Walter Breukers die hun Ark van het Nieuwe Verbond presenteerden en de bijbehorende 10 duurzame geboden voor steden.  Ze wonnen er eerder dit jaar de Post-Fossil City Contest mee. De ark zal van stad naar stad reizen en elke stad zal er zijn eigen interpretatie aan geven, zodat de steden elkaar zullen inspireren.

“De stad van de toekomst is er al lang”, stelde Breukers in de first lecture die beide heren deden. “We moeten het alleen nog leren zien.”

Bekijk een 3D impressie van de Dag van de Stad, gemaakt door fotograaf Serge Ligtenberg:

de dag van de stad from serge ligtenberg on Vimeo.

Vanaf maandag 6 november kunt u terugblikken op dit geweldige evenement in de vorm van foto’s en video’s op Dag van de Stad: http://www.dedagvandestad.nl/

Oss onderzoekt kansen voor inzet op langer thuis wonen

Gemeente Oss wil inwoners helpen hun woning aan te passen, zodat ze er langer kunnen blijven wonen en het duurzamer wordt. Bijvoorbeeld als dat voor de gezondheid nodig is of om te besparen op energiekosten. In de wijk Ruwaard in Oss loopt dit najaar daarom een bijzondere pilot. De centrale vraag daarin is hoe we mensen meer bewust kunnen maken en beter inzicht kunnen geven in de (on)mogelijkheden om langer in hun eigen huis te blijven wonen.

Daarvoor werkt gemeente Oss met de digitale 3D weergave van de woning in WoonConnect. Particuliere woningeigenaren van 232 woningen van 5 verschillende woningtypen zijn voor deelname uitgenodigd. Gé Wagemakers, wethouder Wonen: “Als gemeente proberen we onze inwoners te helpen bij het maken van keuzes en voorzien we ze van betrouwbare informatie. We spelen daarmee in op de trend dat mensen langer thuis blijven wonen. Het wordt steeds minder vaak nodig om voor zorg je huis te verlaten.”

City Deal

De pilot vindt plaats in het kader van de City Deal ‘Naar een Digitale Woonomgeving’, waar Gemeente Oss zich in december 2016 bij aansloot. Gemeente Oss gelooft namelijk in de meerwaarde van online hulpprogramma’s om mensen te helpen zelf keuzes te maken. Bovendien kan het helpen om de dienstverlening vanuit het Wmo Loket te versnellen en verbeteren. Belangrijker nog, is dat mogelijke knelpunten in de woning die het langer zelfstandig wonen in de weg staan eerder verholpen kunnen worden. Woningeigenaren kunnen preventief aan de slag met woningaanpassingen.

Naast de toepassingen op het vlak van zorg is het voor de gebruikers van WoonConnect in Oss ook mogelijk om energiebesparingsmaatregelen te verkennen. In Oss wordt deze aanpak vergeleken met de traditionele aanpak waarbij adviezen gegeven worden door adviseurs aan huis, via Brabant Woont Slim.

WoonConnect

“Het is erg belangrijk dat we op nationaal niveau, met verschillende partners nadenken over manieren waarop we maatregelen kunnen stimuleren”, steltLorenzo Goudsmits, projectleider van de City Deal in Oss. “De preventieve inzet van een online tool zoals WoonConnect kan voor meerdere partijen in de zorg, waaronder verzekeraars, voordelen opleveren.”

Met deze pilot bekijkt Gemeente Oss hoe gebruikers het programma ervaren en wat beter kan. Oss verwacht begin 2018 de eerste resultaten. Wilt u meer weten? Neem dan contact op met Lorenzo Goudsmits: [email protected].

Mijlpaal voor de Europese Agenda Stad: eerste Actieplannen goedgekeurd

Op dinsdag 24 oktober 2017 vond in Tallinn (Estland) de halfjaarlijkse de Directors-General Meeting on Urban Matters (DGUM) plaats. Centraal agendapunt was de voortgang van de Europese Agenda Stad, ofwel de Urban Agenda for the EU (UAEU).

De UAEU kent twaalf thematische Partnerschappen. Daarin werken steden, landen, de Europese Commissie, experts en stakeholders op gelijke voet samen aan Actieplannen voor beter uitvoerbare EU-regelgeving, betere toegang tot EU-fondsen, en betere kennisdeling. Deze multi level samenwerking is een uniek onderdeel van de Europese Agenda Stad, die er op gericht is om de positie van steden in Europa te versterken en hun invloed op EU-beleid te vergroten. De Partnerschappen zijn tot stand gekomen onder respectievelijk het Nederlandse, Slowaakse en Maltese voorzitterschap van de EU. De Nederlandse inbreng is aanzienlijk:

De eerste vier (‘Amsterdam’) Partnerschappen hebben nu hun Actieplannen gereed. Hoewel er nog wat aanpassingen moeten volgen ging de DGUM er zonder veel discussie mee akkoord. De plannen bevatten 32 concrete voorstellen ( ‘Actions’) op het gebied van luchtkwaliteit, armoede, huisvesting, en de inclusie van migranten en vluchtelingen.

Een kleine greep:

  • Er zijn/worden een European Migrants Advisory Board en een Academy on Integration opgericht.
  • Er worden voorstellen gedaan om bij Europees beleid op het gebied van luchtkwaliteit de gezondheid van burgers als uitgangspunt te nemen, onder andere door het ontwikkelen van een Europese health assessment indicator.
  • De Europese Commissie wordt uitgenodigd om te komen met een guidance document met uniforme uitleg over de toepassing van de Europese markt- en mededingingsregels bij sociale woningbouw.
  • De Europese Investeringsbank komt met nieuwe blending financieringsarrangementen die speciaal zijn toegesneden op stedelijke problematiek.
  • Er wordt een Europese one stop shop met gegevens over stedelijke armoede opgericht. Na de ‘Amsterdamse’ Actieplannen volgen er nog vier van de ‘Bratislava’ en vier van de ‘Malta’ Partnerschappen. Ze worden naar verwachting al in 2018 aan de DGUM voorgelegd.

Meer informatie over de Europese Agenda Stad, inclusief alle (concept-) actieplannen, is te vinden op https://ec.europa.eu/futurium/en/urban-agenda

Ontwerpend onderzoek naar circulaire economie op wijkniveau

Nederland wil in 2050 circulair zijn. Hiervoor is een transitie nodig die impact zal hebben op verschillende schaalniveaus. Vooral op het wijkniveau zullen de ruimtelijke consequenties van de transitie naar een circulaire economie zichtbaar worden, zo stelt het College van Rijksadviseurs (CRa). Toch is nog weinig bekend over de impact van de circulaire transitie op de leefomgeving. Daarom is het CRa het project Rijk & Wijk Circulair gestart: een ontwerpend onderzoek in naoorlogse stadswijken in Apeldoorn en Dordrecht.

Dit najaar vonden in Apeldoorn en Dordrecht de startbijeenkomsten plaats, waarbij een eerste ontmoeting plaatsvond tussen de gemeentes en de stedenbouwkundige bureaus MUST en Urbanos, die samen met adviesbureau Over Morgen aan de slag gaan in de wijken. Daarnaast schoven partners als TNO, RVO, de ministeries van IenM en BZK aan om deelgenoot te worden van het proces.

Wijken in transitie

Startbijeenkomst in Apeldoorn.

Hoe maak je nu de verbinding tussen de Rijksambities en concrete acties op wijkniveau? Hoe zorg je ervoor dat mensen daadwerkelijk aan de slag kunnen met circulaire economie? Samen met de partners gaat het College van Rijksadviseurs dat onderzoeken in twee wijken: De Maten in Apeldoorn en Wielwijk in Dordrecht. Beide steden doen mee aan de City Deals Circulaire Stad en Waarden van Groen en Blauw in de Stad. Het College heeft voor deze twee wijken gekozen omdat ze allebei toe zijn aan revitalisatie en vooral omdat deze twee wijken een voorbeeld kunnen zijn voor veel naoorlogse wijken in middelgrote steden in Nederland. Het onderzoek moet leiden tot een handelingsperspectief voor wijken en tot terugkoppeling van concrete leerervaringen voor het Rijk. Een van de uitdagingen bij circulaire economie in de wijk is het betrekken van de bewoners.

In het Rijksbrede programma Circulaire economie ligt de urgentie bij het beperken van grondstofgebruik en slimmer inrichten van grondstofketens, terwijl wijkbewoners hun prioriteiten hebben liggen bij een veilige, schone en aantrekkelijke leefomgeving. De koppeling tussen deze beide relevante doelstellingen proberen we in dit project te maken. “We moeten de circulaire economie uit de expertsfeer halen. Het is nu vooral nog een blank hoogopgeleid feestje”, stelde Nicoline Kok, van het College van Rijksadviseurs.

De Maten

De Apeldoornse wijk De Maten telt circa 26.000 inwoners en is een typische ‘bloemkoolwijk’, een woonwijk zoals die eind jaren ’70 door meerdere steden werd opgetrokken. Prettig wonen, veiligheid en groen stonden centraal en de vele woonhofjes, worden ontsloten door een centrale ringweg. Nu wonen er nog steeds veel gezinnen met kinderen in de wijk. De bewoners zijn goed georganiseerd in wijk- en buurtraden. “Het is hier zo slecht nog niet”, stelt Henk Kuijpers van de gemeente Apeldoorn.

De Maten.

 

 

 

 

 

Nu staat de wijk voor verschillende transities en revitalisering en daarom is het interessant om hier onderzoek te doen naar de circulaire mogelijkheden. Er komen bijvoorbeeld de komende tien tot twintig jaar 50 miljoen slijtende betonklinkers uit de wijk. Wat ga je daarmee doen? Kan dat bijvoorbeeld weer als grondstof dienen voor iets anders? Nu al wordt zeker 65 procent van het huishoudelijk afval in De Maten hergebruikt als grondstof. De wijk produceert 526 ton glas, 3.571 ton gft, 638 ton plastic en 1.550 ton papier en karton. “De Maten is één grote bron aan grondstoffen. We willen kijken hoe we dat zo lang mogelijk in de omloop kunnen houden.” Het onderzoek in De Maten wordt door de gemeente samen met de bureaus MUST en Over Morgen uitgevoerd. De onderzoekers willen de kloof tussen de circulaire ambities van het Rijk en wat er leeft op wijkniveau kleiner maken. Daarvoor maken ze met een aantal scenario’s voor de gemeente Apeldoorn inzichtelijk wat de impact is van de transitie naar een circulaire economie op de inrichting van de openbare ruimte en hoe deze aangepakt kan worden. Het denkkader daarbij is de openbare ruimte als verdienmodel en een veranderend burgerschap. In de wijk gaan ze op zoek naar aanstaande investeringsstromen en planningen in de wijk, zoals vervanging van riool, plaatsing van laadpalen, aanpak openbare ruimte en opvang van kwelstromen. Dat moet resulteren in een kleine atlas met kansrijke plekken en systemen in de openbare ruimte.

Wielwijk

De Dordtse wijk Wielwijk telt ruim 6.000 inwoners en is grotendeels gebouwd in de jaren vijftig van de vorige eeuw als uitbreiding van de stad, toen de woningnood na de oorlog enorm was. De wijk is eigenlijk al circulair opgebouwd. Het korrelbeton, waarmee in de jaren ´50 van de vorige eeuw de huizen en portiekflats in de wijk werden gebouwd, was namelijk gemaakt van het puin dat overbleef na het bombardement op Rotterdam. “Het element van een tweede leven was dus toen al aanwezig in de wijk”, stelt Jeroen van der Stel, stedenbouwkundige van de gemeente Dordrecht. Inmiddels voldoen de huizen en met name de portiekflats niet meer aan de eisen van deze tijd. Verder is er te weinig groen, bestaan er betonvlaktes in de wijk, is er enorm veel verkeer bijgekomen en zijn de inwoners veranderd, waardoor de sociale cohesie laag is. Het Wielwijk park ligt op dit moment aan de rand van de wijk en mensen hebben er een gevoel van onveiligheid. In de stedenbouwkundige visie uit 2007 ‘Wielwijk Sterk en Weerbaar’ in samenwerking met wijkbewoners en corporatie Woonbron zoekt Dordrecht naar een duurzame ruimtelijke structuur waarbinnen de noodzakelijke vernieuwing kan plaatsvinden. Het park wordt vernieuwd en er zal een eigentijds lineair park worden aangelegd, waarmee het Wielwijk Park verbonden wordt met de woonbuurten.

Het lijkt heel logisch om de grote investeringen die gepaard gaan met een herstructurering als kans aan te grijpen om circulariteit in de wijk te bevorderen, maar hoe doe je dat? “In het ontwerpatelier met het CRa hopen we heldere circulaire ambities te kunnen formuleren voor Wielwijk”, aldus Hulsebosch. Het ontwerpteam gaat ook verkennen hoe sociale initiatieven van invloed kunnen zijn op het gebruik van grondstoffen en materialen.Van der Stel gaf tijdens de aftrap de onderzoekers al wat suggesties mee: hergebruik klinkers, en gebruik water als leidraad bij het ontwerp, er loopt bijvoorbeeld van oudsher een kreek door de wijk. Van het puin dat overblijft kunnen vleermuistorens worden gebouwd.In Dordrecht gaan Bureau Urbanos en Over Morgen aan de slag in Wielwijk.

Startbijeenkomst bij de gemeente Dordrecht.

Onderzoeken

De onderzoeksteams zijn nu aan de slag. Tussentijds zullen de Rijksbouwmeester Floris Alkemade en Rijksadviseur Daan Zandbelt hun reactie geven op de plannen. Eind januari 2018 zullen beide onderzoeken een eindpresentatie geven. Nederland is koploper als het gaat om circulaire economie en we willen onze kennis exporteren. Hoe we dit gaan uitvoeren én verzilveren is een belangrijke opgave in de City Deal Circulaire Stad. “Het is de tijd om in wijken te experimenteren”, stelt Rosa Stapel van het College van Rijksadviseurs. “Waar liggen de belemmeringen, waar de kansen? Uit de twee onderzoeken hoop ik dan ook straks iets moois landelijk te kunnen delen, dat ook echt kan worden opgepakt.”

Projectleider Jan-Willem Kanters leidt het ondertekenaarsoverleg Circulaire Stad in Haarlemmermeer.

Overheden en marktpartijen lanceren programma Stedelijke Transformatie

Verbouwing van het Stationsgebied Utrecht. Foto: Flickr Creative Commons/Franklin Heijnen.
Verbouwing van het Stationsgebied Utrecht. Foto: Flickr Creative Commons/Franklin Heijnen.

Steden blijven groeien, maar hoe zorgen we er voor dat mensen er betaalbaar en goed kunnen wonen en dat die steden veilig, duurzaam en klimaatbestendig zijn? In het bijzijn van ruim 1.500 bezoekers van De Dag van de Stad lanceren wethouder Jop Fackeldey  en projectontwikkelaar Bart van Breukelen het nieuwe programma ‘Stedelijke transformatie: meer ruimte voor wonen’. Doel is snel meer nieuwe woningen in de steden te bouwen.

Initiatiefnemers voor dit programma zijn G32 (de middelgrote steden in Nederland), G4 (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht), VNG, IPO (provincies), Bouwend Nederland, IVBN (vastgoedbeleggers) en de NEPROM (projectontwikkelaars). Samen met het ministerie van BZK ondersteunen zij het programma ook financieel. Dit nieuwe programma – een soort binnenstedelijke Vinex – anticipeert op de groeiende woningvraag, wat de bouw van 1 miljoen nieuwe woningen noodzakelijk maakt. Vooral steden staan voor grote uitdagingen, omdat daar een belangrijk deel van de woningen bijkomt. Bart van Breukelen (voorzitter NEPROM): “Willen we  toekomstige bewoners prettig in de stad laten wonen in een gezonde, duurzame leefomgeving, met alle voorzieningen binnen handbereik, dan is een versnelde transformatie van verouderde stedelijke gebieden dringend noodzakelijk. Daarom: Stop met praten en aan de slag!”.

Versnelling binnenstedelijke woningbouw
Volgens de initiatiefnemers van het programma is transformatie van oude bedrijventerreinen, spoorwegemplacementen, havens en dergelijke gebieden vaak erg lastig, duurt het lang en is het erg kostbaar. Jop Fackeldey (wethouder Lelystad en voorzitter Fysieke Pijler G32): “Versnelling en opschaling van die gebiedstransformaties lukt alleen als overheden en marktpartijen op vernieuwende wijze gaan samenwerken, hun investeringskracht bundelen en bereid zijn om van elkaar te leren. Dat is de reden waarom wij een meerjarig programma starten, waarin steden, marktpartijen en andere belanghebbenden met concrete plannen voor binnenstedelijke gebiedstransformaties kunnen participeren.”

Platform31 voert op verzoek van de initiatiefnemers het programma uit. Van Breukelen: “Meedoen met een transformatieproject betekent nieuwe kennis en ervaring opdoen, onder meer op het gebied van financieringsconstructies, samenwerkingsmodellen en verdichtingsopgaven.” Fackeldey: “Gezamenlijk zoeken we oplossingen voor niet-rendabele investeringen in noodzakelijke infrastructurele aanpassingen, milieusanering en grondverwerving. Waar nodig zullen we gezamenlijk richting het Rijk optrekken om onnodig belemmerende regelgeving op te ruimen en grotere vrijheid te creëren bij het besteden van beschikbare overheidsgelden. Wij verwachten dat met hulp van dit programma een groot deel van de benodigde 1 miljoen nieuwe woningen op deze transformatielocaties gebouwd gaan worden.”

Regeerakkoord
De lancering van dit nieuwe programma tijdens de Dag van de Stad is geen toeval. De opgaven waar steden mee te maken hebben en die samenkomen in het programma Stedelijke Transformatie komen ook terug in het nieuwe regeerakkoord. Voor de initiatiefnemers dus hét moment om samen met bestuurders, ambtenaren, ondernemers, actieve inwoners en wetenschappers dit grootschalige programma op te starten met als doel de noodzakelijke stedelijke transformatieprojecten versneld tot uitvoering te brengen.

Meer informatie
Het programma ‘Stedelijke Transformatie: meer ruimte voor wonen’ is een initiatief van G32, G4, VNG, IPO, Bouwend Nederland, IVBN en NEPROM en wordt financieel mede mogelijk gemaakt door het ministerie van BZK. Het programma wordt uitgevoerd door Platform31. Meer informatie over het programma op www.stedelijketransformatie.nl.

Ede wint internationale Milan Pact Award

In Valencia kreeg wethouder voedsel Leon Meijer van Ede op 20 oktober de internationale prijs Milan Pact Award uitgereikt in de categorie Governance. Daarmee staat Ede voortaan in een lijstje met allemaal grote wereldsteden, zoals Dakar, Toronto, Antanarivo (hoofdstad van Madagaskar), Brugge en Kopenhagen. De jury prees de geintegreerde aanpak om voeding onder de aandacht te brengen’, die de Veluwse gemeente sinds 2015 voert: “Er is budget voor beschikbaar, er zijn mensen die zich specifiek met dit onderwerp bezig houden en daarmee is Ede een succesvoorbeeld voor andere regio’s.”

De Milan Pact Award wordt uitgereikt aan plaatsen en steden die iets goeds doen op het gebied van ‘food’.

Governance

De gemeente Ede heeft de award gekregen voor de governance van haar integrale voedselbeleid. Waar veel steden zich richten op een thema als gezonde voeding op school (Kopenhagen) of voedselafvalbeperking (Brugge) in hun beleid, richt de gemeente Ede zich op uiteenlopende aan voedsel gerelateerde thema’s op verschillende beleidsniveaus (regionaal, nationaal en internationaal) via horizontale en verticale integratie. Dit maakt het voedselbeleid van de gemeente Ede zowel in ons land als in het buitenland uniek in haar soort.

“In Milaan was een aantal jaar geleden een wereldtentoonstelling over voedsel en toen hebben heel wat steden gezegd: voedsel is belangrijk voor onze stad. We willen daarmee verder”, zegt wethouder Leon Meijer in de lokale media, die tijdens het event ook hoorde de enige wethouder ‘Food’ van de wereld te zijn. “Dan gaat het er in ontwikkelingslanden om dat er genoeg te eten is, en in onze wereld dat er genoeg gezond eten is.”

Erkenning

“Het is echt een erkenning voor wat wij hier aan het doen zijn”, zegt Meijer. “Wij zijn aangesloten bij het Milan Pact en hebben ingezonden wat wij doen, op het gebied van voedsel. Ik ben bijvoorbeeld de enige voedselwethouder in de wereld. Je pakt daarmee niet alleen één onderwerp aan, maar je pakt er verschillende. In Kopenhagen hebben ze bijvoorbeeld eten op school gezond gemaakt, maar in Ede hebben we een voedselziekenhuis, dringen we voedselafval terug, geven we onderwijs op het gebied van voedsel. Dat is wel bijzonder.”

Verschillende steden zijn dan ook heel geïnteresseerd in de Edese aanpak van ‘food’, zoals Toronto (Canada). Meijer: “Zij willen graag langskomen om ons ziekenhuis eens te bekijken. Daar hebben ze als restaurant de Kentucky Fried Chicken en de McDonalds. Terwijl dat hier heel anders gaat.” En ook Kopenhagen heeft interesse. “Zij hebben gezond eten op school maar wij hebben smaaklessen. De Denen willen graag weten hoe wij dat doen.”

Milan Urban Food Policy Pact

De award werd dit jaar voor de tweede keer uitgereikt en is een initiatief van the Milan Urban Food Policy Pact (MUFPP). Het Milan Urban Food Policy Pact is een samenwerkingsverband van meer dan 100 steden die wereldwijde voedselzekerheid en duurzame ontwikkeling nastreven. In dit verband worden strategische actieplannen ontwikkeld en ervaringen gedeeld. Op deze manier is wereldwijd al veel lokaal voedselbeleid gecreëerd en doorontwikkeld.

De gemeente Ede is een van de trekkers van de City Deal Voedsel op de Stedelijke Agenda.

Utrecht werkt aan slimme en gezonde stad in living lab

Het Rijk, provincie en gemeente Utrecht hebben maandag 6 juni de intentieovereenkomst Living Lab Utrecht ‘Slimme en Gezonde Stad’ getekend. Daarmee willen de partijen op innovatieve wijze samenwerken aan een schoon, aantrekkelijk en leefbaar nieuw centrum voor de Domstad.

Staatssecretaris Sharon Dijksma Dijksma van Infrastructuur en Milieu tekende de Living Lab samen met een vertegenwoordiger namens staatssecretaris van Dam (Ministerie van EZ),  gedeputeerde Mariëtte Pennarts (Provincie Utrecht) en wethouder Victor Everhardt (gemeente Utrecht).

Deze opening markeert een andere, open en innovatieve manier van werken aan een gezonde stad. Gezonde stedelijke ontwikkeling geldt als een motor van duurzame economische groei. De ondertekening nodigt (stads)partijen uit om die ontwikkeling verder aan te jagen. De regio Utrecht werkt, samen met het bedrijfsleven, kennisinstellingen, bewoners en het Rijk, aan het permanent verbeteren van de leefbaarheid in en rondom de stad. Dat doet zij niet alleen vanuit een klassieke, opdrachtgevende rol, maar de partijen zoeken naar nieuwe oplossingen, in ontwerp én uitvoering. Denken en doen. Gebiedsontwikkeling als een levend laboratorium.

Wethouder Everhardt en staatssecretaris Dijksma presenteren het Stadslab. Foto: Twitter/Ministerie I&M.

Het Nieuwe Centrum

Utrecht is de snelst groeiende regio van Nederland. De stad groeit in enkele decennia van 300.000 naar 400.000 inwoners en de stadsregio naar 1 miljoen bewoners. Dit vergt een systeemsprong van de stad en omgeving. Zo heeft de regio te maken met forse groeicijfers in het Openbaar Vervoer. Het fietsverkeer in Utrecht groeit met 4 procent per jaar. Utrecht is tegelijk de meest competitieve regio van Europa en een intieme, ‘walkable city’. Utrecht investeert langs drie strategische lijnen in zijn hoge kwaliteit van leven en concurrentiekracht: via de gezonde mens, de gezonde leefomgeving en de gezonde economie.  Het kloppend hart in de systeemsprong van stad en regio Utrecht is het Nieuwe Centrum van Utrecht.

Gezonde verstedelijking

In het vernieuwde Stadslab richt de samenwerking zich concreet  op een duurzame, gezonde ontwikkeling voor Het Nieuwe Centrum van Utrecht.  Hoe ziet een hoog-stedelijke leefomgeving er uit, waar ruimte is voor het spelende kind, de zakelijke reiziger en recreërende bezoeker? Hoe verdeel je de schaarse stadsruimte tussen fietsers, voetgangers en auto’s? Hoe bouw én behoud je een vitaal centrum? Utrecht wil zich ontwikkelen als een nationaal en internationaal toonbeeld van Healthy Urban Living. Het Stadslab, ook de gezamenlijke werkruimte van Living Lab ‘Slimme en Gezonde Stad’, is te vinden op de 2e etage van het Stadskantoor Utrecht. Deze etage is tijdens openingstijden van het Stadskantoor voor publiek toegankelijk.

Meer weten over het Nieuwe Centrum van Utrecht? Kijk deze video van de Gemeente Utrecht, waarin onder meer wethouder Everhardt en ex-minister Jacqueline Cramer aan het woord zijn: