Verslag sessie ‘Het opzetten van Nano-Challenges: alle tips & tricks’
Van rokersoverlast tot parkeeroplossingen. In een geanimeerde sessie vertelde coördinator Wiro Kuipers van het EnschedeLAB een kleine twintig deelnemers meer over de nano-challenges waarin studenten van verschillende kennisinstellingen in vier dagen samenwerken aan maatschappelijke vraagstukken.
Het EnschedeLAB is hét City Deal Kennis Maken project in de Twentse hoofdstad. In dit lab werken studenten Universiteit Twente, Saxion Hogeschool, ROC van Twente en AKI/ArtEZ samen aan échte vraagstukken uit de stad. Geïnspireerd door de Utrechtse Challenges is Kuipers naar de regiegroep gestapt met het idee voor de nano-challenges.
En zo kreeg het EnschedeLAB de opdracht om Challenges te organiseren die multilevel samenwerken met de stad stimuleren. De casus moest het liefst multidisciplinair zijn met een designcomponent. In vier dagen tijd doen studenten ervaringen op met samenwerken met andere disciplines en met ontwerptools. Doel daarbij is niet om uitgekauwde oplossingen te bedenken voor deze vraagstukken, maar meer oplossingsrichtingen. Die kun je dan verder brengen in het onderwijs als estafette binnen projecten van verschillende opleidingen van de kennisinstellingen. Andere studenten pikken het weer op en brengen het weer verder. De nano-challenges worden begeleid door een docent van elke betrokken instelling.
Vier stappen
Om weg te blijven van alleen maar hippe termen, heeft Kuipers de nano-challenges platgeslagen in vier stappen, per dag één stap. De eerste stap is om uit te zoomen. Op dag 1 vormen de studenten hun teams en maken ze per team een Miro, een online whiteboard, aan. Ze krijgen hun opdracht en kijken dan vooral naar het maatschappelijk vraagstuk en de context eromheen. Wie zijn de stakeholders, welke belangen spelen mee?
De tweede stap, dag 2, is inzoomen. Kuipers: “Dan stappen we in de schoenen van de mensen voor wie we het doen. Welke ervaringen zijn eerder opgedaan? We nodigen studenten uit om ontwerper te zijn, kijken naar eventuele conflicten. We ontwerpen een scenario. Wat is nodig om de wens van een stakeholder te realiseren?”.
De derde stap is praktijkverrijking: de studenten gaan daadwerkelijk aan de slag om oplossingen te verzinnen en creëren. Dat begint met een brainstorm om zoveel mogelijk ideeën op tafel te krijgen. Met de ideeën die meteen uitvoerbaar zijn gaan ze onmiddellijk mee aan de slag. “We zoeken echte originele ideeën die uitvoerbaar zijn”, legt Kuipers uit. “Dat betekent keuzes maken welke richting ze opgaan. Hier introduceren we de creative coaches die hen ondersteunen. Aan het eind van de dag doen we een snelle pitch.”
De vierde stap op de laatste dag is reflecteren. De groepsdynamiek is daarbij belangrijk. Kuipers: “We gaan eerst een keuze maken uit de concepten. Dan gaan we nadenken over beren op de weg, welke vragen zijn er te beantwoorden. Vooral de ethische reflectie is nog een uitdaging. Is onze oplossing wel echt een toevoeging? Levert het geen schade op voor mens en milieu. De presentatie doen we in Zoom, zodat we het kunnen opnemen. We eindigen met een MentiMeter en een certificaat van deelname. Dat waarderen de studenten. Soms maken we er een vervolgopdracht van.”
Opdrachtgevers
De maatschappelijke organisaties, waaronder de gemeente, die de opdracht geven, blijven tijdens de hele nano-challenge betrokken. Op de eerste dag verstrekken ze de opdracht. Op de tweede dag worden ze geïnterviewd door de studenten en op de vierde dag zijn ze betrokken bij de reflectie. Voor de meeste studenten die meedoen is het deel van het curriculum. Een klein deel doet vrijwillig mee, en dat zijn wel de meest gemotiveerde deelnemers, aldus Kuipers. Het is aan de opleidingen zelf hoe ze het willen vormgeven.
Samenwerken
Het samenwerken met andere opleidingen vinden de studenten erg leuk, aldus de coördinator. “Ze zien andere studenten dan normaal, werken in het Engels en aan vraagstukken die ze niet gewend zijn. Waar je ziet dat het fysiek soms stroef verloopt zie je dat er online de tijdsdruk groter is en ze wel aan de slag moeten.”
Aan de derde nano-challenge deden 30 studenten in 6 teams van 5 mee. Kuipers: “De eerste nano-challenge deden we nog in het Nederlands. Maar we bleken daarmee internationale studenten buiten te sluiten. Daarom hebben we voor Engels gekozen. Ook al vinden sommige ROC-studenten dat lastig, er is sindsdien geen student meer afgehaakt. Overigens is het Engels vooral alleen in plenaire sessies.”
Er zijn tot nu toe drie nano-challenges uitgevoerd en het EnschedeLAB wil er elk kwartiel een doen. Daarbij zoekt Kuipers meer samenwerking met andere partners, zoals de denktank Keeping Talent in Twente, waarin in een van de wijken wijkraad, bewoners en studenten samenwerken aan het thema student housing. Ook wil Kuipers meer docenten trainen zodat ze zelf nano-challenges kunnen uitvoeren. “Ik wil voorkomen dat de nano-challenge alleen aan mij hangen. Daarom willen training geven aan docenten, zodat ze nano-challenges als een soort bootcamp kunnen inzetten om snel een vraagstuk te verkennen voor komend half jaar.”
Meer weten over de nano-challenges? Lees ook het interview met Wiro Kuipers dat hij eind vorig jaar deed op Agenda Stad en kijk op de website van EnschedeLAB.
Laat een reactie achter