‘Onderzoek en onderwijs in multidisciplinaire techlabs op de Hogeschool Utrecht’

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Recentelijk heeft de Hogeschool Utrecht de deuren van haar maar liefst drieëntwintig techlabs feestelijk geopend! In deze labs krijgt het onderwijs en het onderzoek de ruimte en middelen om te experimenteren en te creëren. Zo is er bijvoorbeeld een climate box waar verschillende klimaatomstandigheden worden gesimuleerd om bijvoorbeeld de werking van nieuwe duurzame woninggevels te testen. Ook is er de wereld aan technologieën op het gebied van zonne-energie uitgestald.

Rogier Laterveer

Wij waren bij de opening en spraken hier met Wilko Planje, docent en onderzoeker bij lectoraat ‘nieuwe energie in de stad’, en Rogier Laterveer, docent en onderzoeker bij lectoraat ‘nieuwe cultuur in de bouwketen’. We gingen met hen in gesprek over vragen als: wat zijn de voordelen van een serie labs op een hogeschool? Op welke manier combineer je de labs met onderwijs, maar ook met onderzoek? Het bedrijfsleven is een belangrijke factor hierin en zorgt voor een voortdurende stroom aan opdrachten en subsidies voor het onderzoek van onderzoekers en studenten.

Als ik zo om me heen kijk, zijn de techlabs zijn een ontzettend leuke omgeving. Wat voor activiteiten vinden hier zoal plaats?

Rogier: “Het lab is opgezet met onderwijsdoelstellingen als uitgangspunt, maar de onderzoekers van de HU doen hier ook onderzoek. Voor beiden werken we veel samen met het bedrijfsleven. Die werelden lopen in de labs door elkaar heen. We zijn nu bijvoorbeeld bezig met het verduurzamen van bestaand vastgoed. We zijn een duurzame gevel aan het bouwen voor het ‘renovatieproject Inside Out‘. Die gevel wordt hier dan gemaakt en getest, waarna bewoners langskomen om hem te bekijken. Nu zijn we zover dat we één appartement in Overvecht willen renoveren op een manier waarvan wij denken dat goed is. Goed in verband met duurzaamheid, maar ook goed ervaren door de bewoners. Op basis van deze renovatie willen we de hele flat gaan doen.”

Wilko Planje

Wilko: “Het grootste project wat in de labs gedaan wordt is Quest. Hierin werken derdejaars studenten van elektrotechniek, werktuigbouwkunde en technische bedrijfskunde in kleine multidisciplinaire groepjes samen aan opdrachten uit het werkveld. Een ander voorbeeld is Selficient, een soort competitie waarbij de opdracht is voor studenten om een zo duurzaam mogelijke woning te bouwen. Meerdere internationale universiteiten doen hieraan mee met een team. De afgelopen twee jaar bestond ons team uit ongeveer honderdtwintig studenten, vanuit allerlei disciplines: van international business tot werktuigbouwkunde, van integrale veiligheidskunde tot elektrotechniek. Uiteindelijk zijn die studenten met het huis naar Denver gegaan en zijn ze zevende geworden. Het was mooi om te zien dat studenten echt zelf initiatief namen. Wij fungeerden slechts als vonkje als er wat aanmoediging nodig was.”

Op welke manier verwerken jullie dit in het curriculum?

Wilko: “Dat gebeurt op drie manieren. Allereerst is er dus Quest, waar studenten twee keer in hun derde jaar werken aan multidisciplinaire projecten. Ten tweede is er de minor ‘Het-project-van-je-leven’ waarin studenten een half jaar lang aan een door hen bedacht of door hen aangenomen project werken. Daar is Selficient een voorbeeld van. Ten slotte studeren studenten af op toegepaste opdrachten, dat kan ook intern zijn in onze labs. Dit gebeurt nog niet heel veel, maar het is wel in opkomst. Studenten begeleiden dan bijvoorbeeld een Questgroepje in de labs.”

Rogier: “Examencommissies vinden dit intern afstuderen soms nog wat spannend. De praktijk moet er namelijk wel bij betrokken worden. Daarom laten wij studenten ook altijd de driehoek maken tussen onderzoek, onderwijs en het bedrijfsleven tijdens hun afstudeerproject.”

Wat voor reacties krijgen jullie van studenten op bijvoorbeeld Quest?

Wilko: “Voor sommigen voelt het multidisciplinaire een beetje gedwongen en ook een beetje eng. Studenten hebben de eerste twee jaar met name cursussen gevolgd binnen hun eigen discipline, maar uiteindelijk gaat het hartstikke goed. Dan zie je studenten tot laat werken, met de pizzadozen op tafel. Een gezamenlijk doel verbroedert. Soms gaat het ook fout, maar dan is het de hele club die het meemaakt.”

Voor opdrachtgevers is het ook spannend of het goed gaat. Hoe gaan zij hiermee om?

Wilko: “Soms krijgt de opdrachtgever niet waar hij op hoopte. Wat het onderwijs betreft draait het erom dat studenten een persoonlijke groei laten zien, maar niet per se om het opleveren van die prestatie. Wij raden teams daarom aan om te beginnen met een offerte, waarbij zij voor de opdrachtgever inzichtelijk maken wat zij verwachten op te leveren binnen de bepaalde tijd en waarom. Soms gaat het ook wel té goed: dan willen opdrachtgevers dat studenten het product afmaken na afloop van Quest. Studenten hebben het hiervoor vaak te druk.”

Wat betreft opdrachten zijn jullie afhankelijk van het bedrijfsleven. Hoe komen bedrijven bij jullie terecht?

Rogier: “We zijn daar heel druk mee en ook actief bezig met het vinden van opdrachtgevers. We hebben zelf een netwerk, maar sinds een aantal jaar geleden heeft het aantal contacten een vlucht genomen. Toentertijd was er een ontwikkeling gaande omtrent woningrenovaties ten behoeve van het verminderen van gas- en energieverbruik. Hier hebben we veel expertise op ontwikkeld door samen met studenten vrijblijvende en onbetaalde projecten te doen. Dit hebben we opgeschaald naar meerdere projecten waar het bedrijfsleven met studenten en onderzoekers samenwerkt.”

Wilko: “Er is een enorm arsenaal aan bedrijven dat echt iets geregeld of ontwikkeld wil hebben, bijvoorbeeld een klein onderdeeltje voor hun eigen product. Het hbo moet bij hen alleen in beeld komen als potentiële geschikte partner. Vaak denken zij over hbo-studenten: ‘Ze zullen niet, ze kunnen niet.’, maar als je een opdracht combineert met de expertise van studenten en ze daarmee op weg helpt, dan kunnen ze meters maken! Onze kracht zit in onze aantallen: we kunnen gemakkelijk veertig studenten op een project zetten, waarbij er gegarandeerd vijf een briljant idee hebben. De creativiteit binnen zo’n groep kan zo groter zijn dan bij een bedrijf waar één specialist op een opdracht wordt gezet. De behaalde resultaten trekken ook bedrijven aan. Wat betreft Quest proberen we nu aan sommige opdrachten opvolging te geven. Zoals ik zei, soms zien opdrachtgevers graag dat studenten nog doorgaan na afloop van het project. Inmiddels proberen we dit vervolg door een nieuw Quest-groepje op te laten pakken. Zo heeft de opdrachtgever continuïteit en studenten mooie opdrachten.”

Resultaat trekt dus bedrijven aan, maar hoe trekken jullie studenten aan om bijvoorbeeld af te studeren of onderzoek te doen in de labs?

Rogier: “Dat is onze truc! Ik zie mezelf wel als een soort makelaar tussen projecten en studenten. Als er twee studenten zijn die in het lab een uitdaging zoeken, maar waar het bedrijfsleven nog niet hapt, dan nemen wij ze mee naar de bedrijven. We hebben continu onze antennes uitstaan.”

Wilko: “Ik geef daarnaast bewust bepaalde cursussen om studenten te trekken die interesse hebben in voor de labs relevante zaken. Studenten studeren nu hier af, omdat wij ze eerder in de studie tegenkwamen. Dan weten wij ook al wat wij aan ze hebben.”

Welke voordelen heeft de omgeving die jullie in de labs hebben gecreëerd?

Wilko: “Het is een inspirerende omgeving voor ons, maar ook voor het bedrijfsleven. Ze zijn bewust transparant opgezet. Met al die labs zijn we letterlijk tien passen verwijderd van de andere disciplines. Op deze manier ontstaat kruisbestuiving en dat werkt erg goed!”

Als je vooruit kijkt, wat zijn dan jullie doelen?

Wilko: “Quest verder professionaliseren. Tot voor kort was er niet eens een website. Nu kijken we ook naar de juridisch apecten: wie is eigenlijk de intellectuele eigenaar? We moeten ons daarnaast nog sterker profileren naar bedrijven, zodat zij ons ook als serieuze partner zien. Daarvoor moeten we ook serieus presteren: het is een wisselwerking. Wat betreft onderzoek moet je je dan ook meer gaan publiceren. Daarnaast willen we nog meer kruisbestuiving, zodat we steeds meer interdisciplinair gaan werken.”

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *