Een aanzet tot het profiel van de wijkdocent
Vanuit de City Deal zijn in meerdere steden wijkdocenten aan de slag gegaan om studenten in een multi-level context te laten samenwerken aan maatschappelijke vraagstukken. De rol van de docent bleek daarbij behoorlijk complex. Daarom hebben Aimée Hoeve en Loes Vos-Strijbosch, verbonden aan het lectoraat responsief beroepsonderwijs van de HAN, de afgelopen maanden in een onderzoek een aanzet gedaan tot een competentieprofiel voor wijkdocenten in een multi-level context.
Het onderzoek van Hoeve en Vos-Strijbosch bouwt voort op een eerder onderzoek uit 2021 dat ze hebben uitgevoerd onder zogeheten ‘expert-grenswerkers’, docenten die in labs en werkplaatsen van de Hogeschool Arnhem-Nijmegen (HAN) werken. Daarin kwamen ze met dertien competenties die deze docenten moeten beschikken. Onderzoeker Aimée Hoeve vertelt meer over het huidige onderzoek, dat in opdracht van de City Deal Kennis Maken is gedaan.
Wat was de aanleiding om dit onderzoek te doen?
Hoeve: “We kregen natuurlijk de vraag vanuit de City Deal omdat we eerder het onderzoek naar grenswerkers hebben gedaan. In Arnhem en Nijmegen hebben we in het kader van de City Deal de afgelopen jaren geëxperimenteerd met multi-level onderwijs, waarbij wo, hbo en mbo met elkaar samenwerken aan projecten in een omgeving, een wijk, in de regio. Al snel kwamen er geluiden dat deze manier van werken toch wel een hele andere rol vraagt van docenten.”
“Bij de HAN zijn we al sinds 2012 bezig met de ontwikkeling van labs en werkplaatsen. Het zijn plekken in de regio, in een wijk- of gezondheidscentrum, of in een zorginstelling, waar wij studenten vanuit verschillende opleidingen interprofessioneel laten werken aan vraagstukken die spelen in die context. Ook daar zijn wijkdocenten actief.”
Wat zijn grenswerkers precies?
“Binnen de HAN noemen we wijkdocenten grenswerkers omdat ze actief zijn op de grens van onderwijs en wijk, op de grens van leren en werken, en van binnen en buiten de muren van de HAN. In de labs en werkplaatsen beseften we al dat dit heel wat anders vraagt van je als docent dan gewoon onderwijs in de klas verzorgen. Daarom zijn we in 2018 al begonnen met een eerste verkenning naar de rol van deze grenswerkers? Wat vraagt het dan van docenten? Wat doen ze daar precies? We hebben een Delphi-studie gedaan om in kaart te krijgen wat de taken zijn die op je bordje komen te liggen. Onze verkenning heeft geresulteerd in een aantal basistaken voor de grenswerker.”
Hoe weet je met al die taken of je het ook goed doet?
“Die vraag kregen we ook. Kunnen we niet toe naar een soort profiel dat je ook kan inzetten om jezelf te ontwikkelen en te bekwamen in die taken? Toen zijn we eigenlijk begonnen aan een competentieprofiel voor onze grenswerkers. We hebben in 2021 acht grenswerkers binnen de HAN geïnterviewd, waarvan collega’s zeiden dat ze deze rol goed in de vingers hebben. Daar is begin dit jaar een eerste aanzet voor een competentieprofiel voor onze grenswerkers verschenen.”
“Dat kwam ter ore van Maartje Cobussen en Annemieke Peeters, de trekkers van de City Deal. Zij vroegen zich af of de geïdentificeerde competenties ook van toepassing waren op wijkdocenten in een multi-level context. Het gaat om aansluiten bij ontwikkelingen in de wijk, om het werken aan maatschappelijke vraagstukken. Het enige verschil is dat onze grenswerkers alleen met hbo-studenten werken en de wijkdocenten van de City Deal met studenten van hele verschillende onderwijsinstellingen.”
Dus toen kregen jullie vanuit de City Deal de opdracht?
“Ja. We hebben het op dezelfde manier aangepakt door interviews waarin we de wijkdocenten bevragen op hun eigen handelen vanuit een waarderende insteek. Wat maakt nou dat mensen het goed doen. en wat heb je daarvoor nodig? In tegenstelling tot de HAN-grenswerkers, die als sinds 2012 ervaring hebben opgedaan, bleek er maar een kleine groep wijkdocenten te zijn met multi-level ervaring. We hebben dus uiteindelijk maar drie interviews gedaan. Het geeft meteen aan hoe nieuw dit fenomeen is, en hoe weinig ervaring we met zijn allen nog maar hebben opgedaan. Waar HAN-grenswerkers echt verbonden zijn aan één wijk, zijn wijkdocenten in de multi-level context aan meerdere plekken verbonden en ze hadden minder tijd voor begeleiding van studenten. Dat bleek een belangrijk verschil.”
Wat zijn nog meer conclusies die jullie hebben opgedaan?
“Een van de lessen van de toekomst is dat er echt nog wat moet gebeuren aan de praktische randvoorwaarden voor de wijkdocenten. Ze waren precies vrijgemaakt om de tijd die bedacht wordt om studenten te begeleiden. Afstemming met opdrachtgevers in de wijk of met collega wijkdocenten hebben ze in de eigen tijd moeten doen. Dat houden mensen natuurlijk niet lang vol. Het zijn hele enthousiaste mensen maar als het betekent dat je voor dit kleine stukje van je baan ook nog veel extra vrije tijd moet investeren, wordt het wel zwaar. Een andere conclusie is dat je samenwerking nodig hebt. Deze rol is zo complex. Je gaat geen schaap met 13 poten vinden. Probeer daarom echt te werken in duo’s, het liefst met mensen die afkomstig zijn van de verschillende betrokken instellingen. Het is heel belangrijk dat er een mix is tussen de verschillende wijkdocenten in dezelfde wijk. De een richt zich op het netwerk, de ander op aansluiting bij de onderwijsorganisaties, een derde meer gericht op het leren van studenten of van professionals.”
Hebben jullie nog veel van de dertien competenties van grenswerkers teruggevonden bij de wijkdocenten?
“Ja. Die zagen we zeker terug bij de wijkdocenten. Vaak met een net wat ander accent. Het moeten communiceren met hele verschillende groepen stakeholders geldt bijvoorbeeld voor beide groepen. Alleen waar grenswerkers meer zitten op communicatie met partners in de wijk, richten wijkdocenten zich meer op communicatie met de verschillende groepen studenten.”
“Van de dertien zijn de eerste zes veel meer gericht op het netwerk bouwen in de wijk, strategische samenwerkingen opzoeken en aansluiten op wijkagenda’s. Daar ligt voor de HAN-grenswerker een grotere nadruk op. De wijkdocenten hadden daar geen tijd voor. Het tweede deel ligt meer op het faciliteren van leren van studenten en professionals. Voor de multi-level wijkdocenten ligt daar meer de nadruk op dan voor de grenswerkers.”
Wat is precies het belang precies van jullie onderzoek?
“De wetenschap zorgt voor vernieuwing, zeggen ze wel. Mijn ervaring is dat vernieuwing vanzelf ontstaat, zoals ook deze vormen van onderwijs spontaan ontstaan door allerlei urgenties die gevoeld worden in de wijken en binnen de opleidingen. Ons onderzoek helpt om daarbij stil te staan en te kijken waar we staan. Kunnen we met elkaar een taal te geven aan wat er allemaal gebeurt, zodat we met elkaar kunnen nadenken wat er goed of fout gaat, wat kunnen we verder ontwikkelen? Anders praat iedereen vanuit zijn eigen ervaringen en eigen woorden. Dan krijg je ook dat elkaar misverstaat. Daarom vind ik dit onderzoek belangrijk. Het is een aanzet tot een competentieprofiel. Het is een eerste stapje, het is heel beschrijvend. Wat zien we eigenlijk gebeuren als mensen in zo’n rol stappen. Waar lopen ze tegenaan? Wat vraagt het van ze?”
Kunnen andere steden hier ook lering uit trekken?
“Dat denk ik wel. Er zijn meer steden geweest die vanuit de City Deal aan de slag zijn gegaan met het multi-level onderwijs en samen leren en werken aan maatschappelijke vraagstukken. In steden waarmee hier wordt geëxperimenteerd kan het helpen om die moeilijke rol van de wijkdocent beter vast te pakken en kijken waar je staat en wat er is te ontwikkelen?”
Lees hieronder de conclusies van het onderzoek ‘Een aanzet tot een competentieprofiel voor wijkdocenten in een multi-level context’
Laat een reactie achter