Comité van de Regio’s bepleit bredere EU-definitie ‘sociale huisvesting’
Het Europees Comité van de Regio’s (CvdR) onderstreept in zijn opinie ‘Naar een Europese Agenda voor Huisvesting’ de conclusies van het rapport van de Europese Commissie aan de Raad van de Europese Unie, waarin gepleit wordt voor een bredere toegang tot sociale huisvesting.
Op dit moment definieert de EU ‘social housing’ als huisvesting voor ‘achterstandsgroepen of sociaal achtergestelden die door solvabiliteitsbeperkingen geen huisvesting tegen marktvoorwaarden kunnen vinden’. Dat betekent dat alleen huisvesting voor die doelgroepen als ‘Dienst van Algemeen Economisch Belang’ (DAEB) kan worden aangemerkt en voor staatssteun in aanmerking komt.
In een aantal lidstaten, waaronder volgens sommigen Nederland, hanteert men een bredere definitie voor sociale huisvesting, en daar knelt de huidige Europese definitie. Daarom benadrukt CvdR-voorzitter Lambertz in de aanbiedingsbrief aan EU-commissaris voor Mededinging Margrethe Vestager dat het mededingingsbeleid meer ruimte moet bieden voor staatssteun bij nationale en regionale vraagstukken. Zo roept de CvdR de Commissie op om lidstaten meer autonomie en vertrouwen te geven bij de vaststelling van wat een Dienst van Algemeen Economisch Belang (DAEB) is die staatssteun rechtvaardigt. Daarbij acht de CvdR het wel van belang dat voor lokale en regionale autoriteiten helder is wanneer er bij investeringen sprake is van staatssteun.
De opinie van de CvdR is in lijn met het Guidance Paper van het Housing Partnership van de Urban Agenda for the EU (UAEU), waarin EU-lidstaten, Europese steden, de Europese investeringsbank, de Europese Commissie en publieke en private organisaties, waaronder de Nederlandse corporatiekoepel Aedes, vertegenwoordigd zijn. In het Guidance Paper bepleit het Partnership om ook de ‘sociale mix en sociale samenhang’, de zogenaamde ‘gemengde wijken’, als Dienst van Algemeen Economisch Belang’ te erkennen.
Laat een reactie achter