Aan de slag met vergrijzing

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken
Bewoners en professionals in gesprek aan een grote tafel vol met post-it briefjes tijdens de kennismarkt van het stadslab Vergrijzing op 7 februari

Vergrijzing is een actueel thema in de woonwijk Tanthof, gelegen in het zuidwesten van de stad Delft. Bijna een op de vijf inwoners is 65 jaar of ouder, en dat aantal groeit. Begin deze maand trapte in de wijk een nieuw Stadslab af. Docenten en studenten van drie hoger onderwijsinstellingen in de stad gaan samen met gemeente, maatschappelijke organisaties én bewoners kijken naar de problemen, kansen en oplossingen rond vergrijzing.

Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Cultuur & Communityvorming en Externe Verbinding.

De jaren ’70 en ’80 wijk kende in 1993 nog maar 3 procent 65-plussers onder haar bevolking. Nu is het aantal ‘empty nesters’ flink gegroeid, huishoudens van het eerste uur, waarvan de kinderen het huis uit zijn. “Het is de levensfase waar deze wijk in zit”, vertelt Gerben Helleman, Kennismakelaar van de City Deal Kennis Maken in Delft, en projectleider van het nieuwe Stadslab. Door de vergrijzing komen er nu nieuwe vraagstukken aan de orde in de wijk. Goed om die dus met elkaar te bekijken, is het idee daarvoor. Het Stadslab is een meerjarig, interdisciplinair onderzoekstraject, waarbij studenten met praktijkgerichte vragen aan de slag gaan. Goed voor hun ontwikkeling, maar ook voor de wijkbewoners, de maatschappelijke organisaties en de gemeente, omdat het nieuwe inzichten oplevert.

Gerben Helleman.

De afgelopen jaren hebben vanuit de City Deal ruim duizend studenten van de Haagse Hogeschool, hogeschool Inholland en de TU Delft onderzoek gedaan naar verschillende stedelijke vraagstukken. Onder andere ook in Tanthof. Het Stadslab gaat echter anders werken dan de voorgaande onderzoeken, stelt Helleman.

Wat voegt het Stadslab precies toe?
Helleman: “Naast kennis- en talentontwikkeling is het vooral mijn doelstelling om zoveel mogelijk de wijk te betrekken bij de onderzoekstrajecten. Als kennismakelaar zit ik midden in de driehoek tussen kennisinstellingen, gemeente en wijkbewoners. We hebben in de wijk Tanthof al een aantal mooie onderzoeken gestart. Zo hebben studenten bedrijfskunde de vrijwilligers van een kinderboerderij geholpen met een financieel plan en heeft een stagiair van InHolland geholpen vervoers- en verkeersstromen in kaart te brengen. Er is net een groep studenten bouwkunde van de Haagse Hogeschool begonnen in opdracht van de bewonersvereniging om te kijken hoe je het best energiebesparende maatregelen kunt realiseren bij de koopwoningen. Dit zijn echter allemaal eenmalige onderzoeken, gestart vanuit één opleiding, één kennisinstelling en met een duidelijke kop en staart. De concrete studieopdrachten leveren duidelijk plezier op voor de studenten en nieuwe inzichten. Maar er spelen complexere vraagstukken in de wijk waar je het liefst meerdere vakgebieden aan laat werken in meerjarig onderzoek. Vergrijzing is er daar één van. Vandaar dit Stadslab.”

Hoe ben je gestart met deze samenwerking?
“Ik ben begonnen met het opstellen van een kennisagenda door vragen op te halen in de wijk. Daarvoor heb ik vele gesprekken gevoerd, en heb ik gebruik gemaakt van bewonersavonden, bewonersonderzoeken en diverse statistieken. Tegelijkertijd heb ik uit mijn eigen ervaring geput. Ik ken de wijk namelijk goed, omdat ik er zelf twintig jaar heb gewoond. Mijn familie woont er nog steeds. Op basis van al die input ben ik in de tweede fase echt van start gegaan als kennismakelaar om vragen te koppelen aan docenten en studenten die ermee aan de slag kunnen gaan. Een goede kennisagenda aan het begin is daarbij echt belangrijk.”

Waarom precies?
“Bij opleidingen staan logischerwijs  de leerdoelen van de studenten bovenaan, maar wij willen dat het onderzoek ook voldoet aan de wensen en verwachtingen van de gemeente en de wijk(bewoners). We willen voorkomen dat er een groep studenten de wijk in dendert met vragenlijsten die geen toegevoegde waarde heeft voor de lokale vraagstukken. Met een kennisagenda krijg je zicht op die vragen. Als makelaar zorg ik er vervolgens voor dat de belangen van de verschillende partijen worden behartigd en dat alle verwachtingen op één lijn komen. Zo werk je toe naar een eindproduct waar iedereen wat aan heeft.”

Gaan studenten van verschillende opleidingen er samen aan werken?
“Dat is wel waar we in het Stadslab Vergrijzing naar gaan streven. We moeten echter wel reëel zijn, dat dit niet altijd mogelijk is. Het afstemmen van de agenda’s in de verschillende curricula is erg lastig. Om te voorkomen dat ze los van elkaar onderzoek gaan doen, wil ik ernaar streven dat studenten minimaal in ‘estafettevorm’ onderzoek gaan doen of in een zogeheten ‘dakpanconstructie’. Bij die eerste aanpak begint de ene groep studenten met een onderzoek en neemt een volgende groep het over. Zo wordt het steeds diepgravender. Bij een dakpanconstructie komt de eerste groep na driekwart van het onderzoek in contact met de volgende groep. Zo krijg je een soort kruisbestuiving en kan de tweede groep ermee verder. Het lijkt mij een enorme winst als we een van deze vormen kunnen realiseren.”

Hoe krijg je als kennismakelaar vraag en aanbod bij elkaar?
“Dat is vooral hard werken en een groot netwerk opbouwen, zodat je op een gegeven moment enthousiaste mensen met elkaar kan verbinden. Daarnaast hebben we voor het Stadslab Vergrijzing op 7 februari een kennismarkt georganiseerd. Hier hebben we de vragen vanuit bewoners, maatschappelijke organisaties en gemeenten in contact gebracht met de aanbieders, de docenten van kennisinstellingen. Die bondjes die daar gesloten zijn, gaan we nu uitwerken in concrete onderzoeksopdrachten.”

Kennis delen op de kennismarkt van de kick-off bijeenkomst.

Wat voor vragen kwamen er ter tafel?
“Heel divers. Vergrijzing raakt immers verschillende beleidsterreinen: het wonen, de openbare ruimte, het voorzieningenniveau, etc.. Veel vragen gaan over hoe je als oudere langer zelfstandig thuis kan blijven wonen. Welke woningaanpassingen zijn dan nodig en welke (digitale) hulpmiddelen kunnen daarvoor worden ingezet? En als mensen toch willen verhuizen wat voor soort woningen zouden er dan moeten worden gebouwd? Moeten dat koop- of huurwoningen zijn? Moet het een bepaalde collectieve vorm zijn? Het zijn onderzoeksvragen waar veel docenten wat mee kunnen. Andere vragen gingen over gezondheid. Over het voorkomen van eenzaamheid. En over informele en formele zorg. Hoe kunnen we bijvoorbeeld mantelzorgers ondersteunen, of mensen met dementie, die langer in hun eigen woning willen blijven wonen? Er zijn vragen genoeg vanuit de wijk. Nu is het zaak deze te koppelen aan docenten.”

Wordt dit uiteindelijk een aanpak voor heel Delft?
“We zijn een beetje aan het pionieren. Wat werkt wel en niet van deze werkwijze  in Tanthof? We willen dat eerst in één wijk goed opzetten en de belangrijke lessen willen we dan delen met en gaan toepassen in de andere wijken. Mijn advies is dan om goed te kijken welk thema in die wijken speelt en welke kennisbehoefte er is. Pas daar je onderzoeksmethodiek en samenwerking op aan. Een Stadslab-methodiek is daarbij een van de opties, maar  is geen doel op zich. Sinds januari zijn we in Delft met het nieuwe impulsbudget begonnen. Het komend jaar richten we ons vooral op Tanthof. Het tweede jaar gaan we lessen delen met de andere wijken.”

Bewoners, professionals en kennisinstellingen in gesprek.

Bekijk het sfeerverslag:

Of luister naar het radio-interview op Stadsradio Delft over de City Deal Kennis Maken en het Stadslab:

 

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *