De Viltmannen: “Als je iets wilt, moet je het gaan doen”
In de Rotterdamse wijk Zomerhofkwartier, startte Frank Hilbrands in 2012 een bijzonder project: De Viltmannen. Rotterdam heeft de grootste schapenkudde van Nederland, maar er werd nauwelijks iets gedaan met de wol van die schapen. De Viltmannen verwerken deze wol in hoge kwaliteit vilten producten. Van akoestisch materiaal tot hippe hoeden, tassen en andere accessoires die in de etalage van de Bijenkorf niet zouden misstaan. Het verwerken van de Rotterdamse wol gebeurt in de stad zelf.
Waarom begon je het bedrijf De Viltmannen?
“Ik wilde iets moois maken en sociale impact teweegbrengen. Dat kon ik hier in Rotterdam combineren. Vroeger floreerden hier allerlei kleine ambachten, maar die zijn door de ‘vooruitgang’ langzaam weggeduwd.” Het gaat Frank om het evenwicht tussen zakendoen, het laten herleven van tradities en sociaal rendement. De buurt moet er baat bij hebben. Frank begon door met iedereen te praten. Op straat, in het buurthuis, bij de moskee. “Dat kost tijd, maar je moet mensen serieus nemen en vooral benaderen op een manier die bij ze past.” Inmiddels zijn er tien mensen in dienst en werken er 27 vrijwilligers. “Het mooie is dat al zeven vrijwilligers zijn doorgestroomd naar betaald werk.”
Bureau Stipo kreeg van woningbouwcorporatie Havensteder de ruimte om in het gebied Zomerhofkwartier aan de slag te gaan. Jeroen Laven, partner bij Stipo: “Frank was eigenlijk te vroeg en heeft alles zelf moeten uitvechten. Wij kwamen een jaartje later met een opdracht van de woningbouwcorporatie in onze zak. Hun plan voor woningbouw zat er voorlopig niet in. Aan ons de vraag om het gebied in tien jaar te ontwikkelen. We zijn er zelf gaan zitten en kregen de ruimte om andere bedrijven te ‘selecteren’.” Met Havensteder en de gemeente werden afspraken gemaakt, onder meer over flexibele contractvormen en investeringen in de buitenruimte. “We hebben sterk ingezet op de lokale economie, waar de maakindustrie onderdeel van is. Daardoor werd het gebied weer aantrekkelijk voor met name de groepen waar we naar op zoek waren. En Frank is met de Viltmannen een pionier.”
Pionieren is lastig. Toen Frank startte was sociaal ondernemerschap nog een onbekend begrip. Het vertalen van het sociale rendement van de Viltmannen naar harde pecunia is een lastige kwestie, maar er is onderbouwing nu vrijwilligers doorstromen naar een betaalde baan. “Aanhaken op de formele, financiële systemen van de overheid is van wezenlijk belang. De goede wil is er meestal wel, maar de tools zijn er nog niet altijd”, geeft Frank aan. Hoe overleef je dan? Jeroen geeft aan: “Met blijven doen, blijven praten en permanent agenderen. Zorgen dat de beslissers weten dat je bestaat en ze waar mogelijk aan je verbinden. Dat mensen zoals minister Blok of de voorzitter van de Rockefeller Foundation hier zijn geweest is niet omdat het leuk is met een bekend iemand op de foto te staan, maar om te zorgen dat het Zomerhofkwartier op de kaart staat. Je moet niet alleen afhankelijk zijn van het toeval.”
Hoe gaat het met het bedrijf?
Frank: “Ik heb een model ontwikkeld waar ik in geloof en dat volgens mij ook zeker toepasbaar is op andere plekken. We maken mooie high end producten op een low tech basis en we willen niet inboeten, noch op de kwaliteit van het product, noch op het sociale aspect. Het is nog steeds kwetsbaar. Onze productiekosten zijn relatief hoog, onze marges klein, dus rijk word ik er niet van, integendeel, maar ik maak wel wat moois, het helpt mensen vooruit en het laat de buurt opkrabbelen. Ik zeg wel eens dat ik niet alleen een product maak, maar ook geluk produceer. Langzaam merk je dat ‘de markt’ daar oog voor krijgt.”
Hoe kunnen instanties dit type initiatieven beter op waarde schatten?
“Meer denken in mogelijkheden dan in problemen en vooral mensen benaderen op de manier die bij ze past en niet alleen vanuit het mechanisme van het systeem. De kracht van onderop wordt nog te vaak niet erkend. Bestuurders en politici zitten van nature niet snel met een initiatief als het mijne om de tafel, eerder met de grotere partijen binnen hun netwerk. Ze zitten zo eigenlijk gevangen in hun eigen systeem. Die cirkel probeer ik te doorbreken. Verbinding leggen, dat is een van de wezenlijke kenmerken voor een maker, voor een sociaal ondernemer. Verbinding met je directe omgeving en verbinding met de formele wereld van de overheid. Ik ben met een zak wol en een goed idee begonnen en heb er veel tijd, energie en geld in gestopt. Met liefde en overtuiging, met hier en daar de nodige tegenwerking en onbegrip. Na drie jaar heb ik het gevoel dat het kwartje ook bij de instanties aan het vallen is. Dat stemt hoopvol, dus ik ga onverdroten door. Wat mij betreft heeft vilt in Rotterdam de toekomst en bestaan de Viltmannen over 100 jaar nog.”
Laat een reactie achter