Energiebesparing via abonnement

Particuliere huiseigenaren in Overijssel krijgen in een proef de mogelijkheid een abonnement te nemen op energiebesparende maatregelen in hun huis. De huiseigenaren hoeven daardoor vooraf geen eigen spaargeld in energiebesparing (isolatie) of energieopwekking (zonnepanelen, warmtepomp) te steken. Ze betalen per maand met een abonnement via een centrale organisatie aan de bedrijven die de voorzieningen aanleggen. Zij kunnen het abonnementsgeld betalen doordat hun energierekening daalt en krijgen een garantie op hun energiebesparing.

In het initiatief is ruimte voor 600 huiseigenaren in Overijssel. Het is een uitbreiding van een eerder experiment met 20 huizen in Deventer. Over het abonnement voor energiebesparing is vandaag een City Deal gesloten tussen de provincie Overijssel, gemeenten, het Energiefonds Overijssel, het bedrijfsleven en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Op het abonnement komt een keurmerk dat een goede uitvoering en financiering garandeert. Het is de bedoeling dat bedrijven in de rest van Nederland de aanpak met een vorm van een abonnement overnemen.

Eigendom van de huiseigenaar

img_7456Na afloop van de abonnementsperiode (10, 15 of 20 jaar) blijven de energievoorzieningen eigendom van de huiseigenaar. Niet alleen verbruikt de eigenaar minder energie en heeft hij meer wooncomfort, het huis is ook meer waard. Bij verhuizing voor afloop van de abonnementsperiode moeten de nog komende termijnen betaald worden. Een optie die nog wordt bekeken is de mogelijkheid het abonnement bij verhuizing over te dragen aan de nieuwe eigenaar.

De veertien samenwerkende partijen in de City Deal zijn de provincie Overijssel, het Energiefonds Overijssel, de gemeenten Deventer, Enschede, Zutphen, Lochem, Ede en Breda, de werkgeversorganisaties VNO/NCW, Bouwend Nederland, UNETO/VNI, MKB Deventer en de Deventer Kring van Werkgevers en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De City Deal komt voort uit het interbestuurlijke programma Agenda Stad. Steden, Rijksoverheid, de Europese Commissie, maatschappelijke partners en het bedrijfsleven werken hiermee samen aan het versterken van groei, leefbaarheid en innovatie in het Nederlandse en Europese stedennetwerk.

Meer informatie staat op www.woningabonnement.nl. Meer weten wat de City Deal inhoudt? Bekijk de film.

 

 

 

 

 

 

 

Film: City Deal Woningabonnement

Op 6 februari wordt de City Deal Woningabonnement getekend in Deventer. Deze City Deal richt zich op een energietransitie door de markt waarbij de consument niet zelf hoeft te financieren maar dit via een maandelijkse vergoeding betaalt.

Betrokken partijen bij deze City Deal: Trekker is de gemeente Deventer, verder zullen de gemeenten Zutphen, Breda, Ede, Enschede en Lochem en het ministerie van BZK ondertekenen, evenals Provincie Overijssel, Energiefonds Overijssel, VNO/NCW, Bouwend Nederland, Uneto/VNI, MKB Deventer en de Deventer Kring van Werkgevers.

Meer weten wat de City Deal precies inhoudt? Kijk de film:

Hogescholen, universiteiten en kennissteden gaan samen ‘kennis maken’

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Armoede in bepaalde stadswijken, toenemende behoefte aan zorg en sociale inclusie die onder druk kan komen te staan. Dit zijn enkele maatschappelijke uitdagingen waar de grote steden in Nederland een oplossing voor moeten vinden. Hier staan de Nederlandse kennissteden niet langer alleen voor. Samen met de hogescholen en universiteiten sluiten de kennissteden de City Deal ‘Kennis Maken’ om voor maatschappelijke vraagstukken een oplossing te onderzoeken.

Deze nieuwe, intensieve samenwerking moet zorgen voor evidence-based stedelijk beleid. En het biedt de studenten een rijke leeromgeving aan waarbij onderwijs, onderzoek en de praktijk met elkaar zijn verbonden. Studenten zullen samen met onderzoekers en mensen uit de praktijk de relevante onderzoeksvragen formuleren, nader onderzoek doen naar stedelijke problemen en oplossingsrichtingen proberen te formuleren.

In de City Deal ‘Kennis Maken’ werken de gemeenten Delft, Enschede, Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam, Tilburg en Wageningen samen en met ketenpartijen binnen de stad en in de omliggende regio. Ook de vereniging van universiteiten (VSNU), de Vereniging Hogescholen, Kences en het Netwerk Kennissteden Nederland en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) doen mee.

De City Deal ‘Kennis Maken’ is een uitwerking van de Strategische Agenda Hoger Onderwijs en Onderzoek 2015-2025 en komt voort uit het interbestuurlijke programma Agenda Stad. Steden, Rijksoverheid, de Europese Commissie, maatschappelijke partners en het bedrijfsleven werken hiermee samen aan het versterken van groei, leefbaarheid en innovatie in het Nederlandse en Europese stedennetwerk.

Bekijk ook de film van Kennis Maken.

Minister Jet Bussemaker en Henri Lenferink, burgemeester Leiden en voorzitter van het Netwerk Kennissteden ondertekenen de City Deal. Foto: Pieter Verbeek.

Minister Jet Bussemaker en Henri Lenferink, burgemeester Leiden en voorzitter van het Netwerk Kennissteden ondertekenen de City Deal. Foto: Pieter Verbeek.

Film City Deal Kennis Maken

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

De stad als rijke leeromgeving, waar studenten, docenten en onderzoekers van hogescholen en universiteiten hun talenten en kennis inzetten voor maatschappelijke vraagstukken en innovatie. Dat is het doel van de City Deal “Kennis Maken”.

In de City Deal ‘Kennis Maken’ werken de gemeenten Delft, Enschede, Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam, Tilburg en Wageningen samen en met ketenpartijen binnen de stad en in de omliggende regio. Ook Universiteiten van Nederland (voorheen vereniging van universiteiten (VSNU)), de Vereniging Hogescholen, Kences en het Netwerk Kennissteden Nederland en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) doen mee.

Op 2 februari wordt de Deal ondertekend. Wat houdt deze nu precies in? Bekijk de film:

 

City Deal voorbeeld voor vernieuwing decentralisaties sociaal domein

Stadhuis gemeente Den Haag. Foto: Flickr Creative Commons/Roel Wijnants.

Begin februari informeerde minister Ronald Plasterk van BZK de Tweede Kamer over het nieuw op te zetten Programma Sociaal Domein. Daarin zijn gemeenten en Rijk samen verantwoordelijk voor oplossingen in de transformatie van het sociaal domein. Voor dit programma wil de minister aansluiten bij de nieuwe werkwijze die gerealiseerd is met de City Deal Inclusieve Stad.

In het gezamenlijke programma Sociaal Domein gaan Rijk en gemeenten samen met partners als cliënten, professionals, aanbieders en maatschappelijke organisaties op zoek naar de oplossingen voor de transformatie-opgaven. Wat gaat er goed en kan benut worden? En wat kan er beter?

De mens centraal

“Vier jaar na de decentralisatiebrief is de uitdaging voor gemeenten om weg te blijven van systeemoplossingen, en de mens centraal te blijven stellen bij het vinden van maatwerkoplossingen. Daarvoor is het noodzakelijk dat op de verschillende niveaus schotten tussen de voorzieningen worden doorbroken’, schrijft Plasterk in de brief over het programma sociaal domein. “Het is een taak van gemeenten en Rijk, samen met vele betrokken partners, om scherp te krijgen waardoor knelpunten in de uitvoering ontstaan en deze vervolgens op te lossen.”

Het perspectief van de inwoner

atxetqvyHet programma biedt een (samenwerkings)structuur waarbinnen gemeenten. Rijk en andere betrokken organisaties samen kunnen komen tot oplossingen (signaleren, agenderen en uitvoeren) voor dilemma’s die zich in die dagelijkse praktijk voordoen.

Plasterk: “Door daarbij te werken vanuit het perspectief van de inwoner en zijn/haar gezin en omgeving sluit het programma aan bij de werkwijze die recent in de City Deal inclusieve stad ontwikkeld is.”

Lees de Kamerbrief over het programma Sociaal Domein.

City Deal Woningabonnement in de media

Verschillende media hebben aandacht besteed aan de City Deal Woningabonnement, dat begin februari werd afgesloten in Deventer.

Het NOS Journaal wijdde er een heel item aan, met daarin onder meer een stukje uitleg van presentatrice Dionne Stax over het abonnement precies werkt. Eerder berichtte NOS al op haar website over het Woningabonnement.

Ook in de krant Trouw stond een groot artikel over de City Deal: ‘Zelfs als je op de tocht zit is duurzaam wonen mogelijk.’ Persbureau Energeia schreef over minister Plasterk van Binnenlandse Zaken die gaat onderzoeken hoe wet- en regelgeving zouden moeten worden aangepast om nieuwe financieringsvormen voor energiebesparende maatregelen bij particuliere woningen mogelijk te maken. Dat schreef hij eind februari aan de Tweede Kamer. De werkgroep wordt opgericht naar aanleiding van een motie van Tweede Kamerlid Linda Voortman van GroenLinks.

In het magazine Publiek Denken staat een groot interview met wethouder Frits Rorink over de City Deal. Hij noemt het Woningabonnement een ‘win-win voor iedereen’.

Ook Breda heeft zich als gemeente aangesloten bij deze City Deal uit het oosten en daarover zijn in de lokale media van Breda twee artikelen verschenen, in BN de Stem en op Breda Vandaag.

Bij de ondertekening van de City Deal interviewde RTV Oost wethouder Rorink (Deventer) al en schreef Cobouw over de City Deal.

Competitie Europese hoofdstad van Innovatie van start in maart

In maart start de nieuwe Europese Innovatiehoofdstad competitie! Krijgt Amsterdam een Nederlandse opvolger?

Met deze derde editie van de prijs gunt de Europese Commissie de prijs aan die Europese stad die het meest meest bereid is om te experimenteren met nieuwe en maatschappelijke gedragen initiatieven.

Stedelijke innovatie

Deelnemende steden worden beoordeeld op de mate waarin ze hun inwoners ruimte geven om te experimenteren en hun ideeën overnemen. Drie geldprijzen worden uitgereikt aan de beste stedelijke initiatieven die de meest geschikte omgeving creëren om te innoveren. De prijs is in 2014 in het leven geroepen door de Europese Commissie om stedelijke innovatie aan te moedigen. Amsterdam won vorig jaar de prijs en mag zich Innovatiehoofdstad van Europa ‘iCapital’ noemen.

Amsterdam

Amsterdam werd vooral geroemd om het omarmen van een bottom-up benadering die gebaseerd is op slimme groei, startups, leefbaarheid en digitale sociale innovatie. Het oprichten van een speciaal onderzoeksinstituut op het gebied van stedelijke innovatie, het Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions, is hier een goed voorbeeld van. Amsterdam volgde Barcelona op als innovatiehoofdstad.

De wedstrijd is op voor steden met meer dan 100 duizend inwoners.

Voor meer informatie over wanneer de competitie precies begint en hoe je als stad kunt inschrijven: http://ec.europa.eu/research/innovation-union/index_en.cfm?section=icapital.

SER: werk voor een sterke regio samen aan verbinding tussen economie, onderwijs en banen

In regionale samenwerking leggen partijen vaak het accent op óf de economie, óf  het onderwijs óf de werkgelegenheid. Er is te weinig aandacht voor het samenbrengen van de afzonderlijke ontwikkelingen. Oog voor deze ‘driehoek’ is nodig om de welvaart en economische groei te bevorderen, de concurrentiepositie te versterken en te stimuleren dat iedereen kan meedoen en meeprofiteren. Dit constateert de SER in zijn advies Regionale samenwerking: leren van praktijken. Met het advies wil de Sociaal-Economische Raad (SER) de samenwerking in de regio verder brengen. De vele praktijkvoorbeelden helpen partijen te leren van elkaar.

De SER signaleert in de regio een enorme behoefte om samen te werken. Maar regionale spelers ervaren ook ‘bestuurlijke drukte’: er zijn zo veel samenwerkingsverbanden dat samenwerken erg complex wordt. In de praktijk blijkt er sprake van een aantal spanningsvelden waardoor het ideaalbeeld van samenwerking niet bereikt wordt.

Voorzitter Mariëtte Hamer van de SER.

Voorzitter Mariëtte Hamer van de SER.

Een van de spanningsvelden heeft te maken met de inhoud van de samenwerking. Partijen willen graag de inhoud voorop stellen en de maatschappelijke opgave als basis nemen voor de samenwerking maar dit is vaak lastig. De verschillende deelnemers gaan namelijk elk uit van hun eigen inhoud (en belangen). Dit brengt vragen met zich mee als hoe om te gaan met deze belangen, wie neemt regie en hoe democratische verantwoording en financiering te organiseren? Achterliggende vraag hierbij is hoe je in de regio vrijwillige, maar niet vrijblijvende samenwerking organiseert.

SER-voorzitter Mariëtte Hamer: “Voor een succesvolle regionale samenwerking is het zaak te komen tot een gezamenlijk gedeeld belang. Partijen moeten niet alleen iets komen halen in de samenwerking maar ook iets komen brengen. Een gezamenlijke sociaaleconomische agenda kan daar enorm bij helpen.”

Sociaaleconomische agenda

Een gezamenlijke sociaaleconomische agenda heeft naast aandacht voor economische ontwikkeling, ook aandacht voor onderwijs en arbeidsmarkt; en helpt om de verschillende belangen, doelen, netwerken, wereldbeelden en invalshoeken bij elkaar te brengen.

Elke regio heeft een eigen rol. Van belang is dat de sociaaleconomische agenda aansluit bij de specifieke kenmerken van de regio en bij kenmerken van buurregio’s. Hierdoor kunnen regio’s optimaal van elkaar gebruikmaken. Dit vraagt om inzicht in de meerwaarde van regio’s en om een goed samenspel tussen het regionale en het nationale niveau.

Achtergrond en scope advies

afbeelding1Uit het eerdere advies van de SER over Agenda Stad blijkt dat steden en stedelijke regio’s een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan welvaartsgroei, voor en door iedereen. De SER vroeg daarom aandacht voor zes samenhangende thema’s (o.a. talent ontwikkelen en ondernemerschap en innovatie stimuleren). Een van die thema’s – regionaal samenwerken – is in dit advies nader uitgediept. Dat heeft alles te maken met het groeiende belang van stedelijke regio’s. Ontwikkelingen als globalisering en digitalisering hebben namelijk invloed op de economie en leefbaarheid van de stad. Dit biedt kansen voor de Nederlandse (kennis)economie maar alleen onder bepaalde voorwaarden en alleen als partijen meer en beter samenwerken. Hoofdvraag van het advies is dan ook hoe regionale samenwerkingsverbanden kunnen bijdragen aan het versterken van de economische kracht van stad en regio.  

Dit rapport is – meer dan andere SER-adviezen – gericht op Nederlandse regio’s. Accent ligt op het leren en uitwisselen om de regionale samenwerking te versterken. Hiertoe voegde de SER veel praktijkvoorbeelden toe.

Mariëtte Hamer: “Dit is een echt doe-advies. De SER heeft de afgelopen tijd werkbezoeken gebracht aan regio’s en bijeenkomsten georganiseerd om te stimuleren dat regionale partijen van elkaar kunnen leren.”

Vaststelling advies

Het advies Regionale samenwerking: leren van praktijken is voorbereid door de ad hoc Commissie Stad, onder voorzitterschap van Mariëtte Hamer. Het is een reactie op een adviesaanvraag van minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties van december 2015. Het advies wordt vastgesteld tijdens de openbare raadsvergadering van vrijdag 17 februari aanstaande.

Bekijk ook de drie video’s waarin betrokkenen uit de regio vertellen over hun ervaringen met regionale samenwerking.

Lees het advies: Advies Regionaal samenwerken (4676 kB)

Tweede druk van Cities in Europe uit

Hoe staat het met de stedelijke ontwikkeling in Europa? Hoe wordt kennis onderling gedeeld? De PBL publicatie ‘Cities in Europe’ vergelijkt steden op verschillende thema’s. De tweede druk van het rapport is nu uit.

Op 30 mei kwam de eerste druk van ‘Cities in Europe’ uit. De publicatie werd in Amsterdam aangeboden aan de ministers vanuit heel de Europese Unie. Dit gebeurde tijdens de ministeriële bijeenkomst van de Europese Agenda Stad tijdens het Nederlandse voorzitterschap.

Smart, green en inclusive

In de publicatie is aandacht voor de stedelijke ontwikkeling in heel de Europese Unie, maar ook hoe de kennis wordt gedeeld. Dit gaat langs drie wegen; ‘smart’, ‘green’ en ‘inclusive’. Steden binnen Europa worden met elkaar vergeleken op verschillende thema’s. Deze vergelijkingen zijn terug te vinden in 13 infographics.

Inmiddels is er een tweede druk van de publicatie verschenen. Op de website van PBL kunt u de publicatie digitaal vinden. Leest u liever het rapport in een papieren versie? Neem dan contact op met ons op via onze contactpagina om een exemplaar op te vragen.

 

Minister Blok over City Deals in vakblad Duurzaam Gebouwd

duurzaam-gebouwd-feb-2017-interview-blokAls je een onbekende route moet verkennen, dan moeten er dappere mensen op pad gaan om te verkennen waar je veilig die berg op kunt. En dat doe je met City Deals. Dat zegt minister Stef Blok in een interview in het vakblad Duurzaam Gebouwd.

Op de vraag wat City Deals gaan betekenen voor verduurzaming van de woningmarkt noemt hij ze als ‘de sherpa’s op de berg die we beklimmen’. “Omdat we heel veel dingen nog moeten ontdekken in de praktijk, moet je ook gewoon ergens beginnen”, stelt de minister. “Bijvoorbeeld, er wordt heel vaak gevraagd of we niet de financiering van investeren in de energiebesparing aan het huis kunnen koppelen in plaats van aan een persoon, de eigenaar. Tot nu toe is dat om een aantal redenen heel erg moeilijk. Maar er wordt nu gekeken of we daarmee kunnen experimenteren in Deventer in de vorm van een City Deal.”

Een ander voorbeeld geeft de minister: “Door slimme IT in de gebouwde omgeving is ook energiebesparing te realiseren. Daarover is een paar weken geleden in Eindhoven een City Deal gesloten. Samen met een aantal andere Brabantse steden gaat men de informatie over woningen gestandaardiseerd digitaal vastleggen. Bij ideeontwikkeling – ideeën over bijvoorbeeld een andere manier van isoleren of energielevering – is in dat databestand te zien hoeveel materiaal daarvoor nodig is. Maar ook hoeveel woningen van hetzelfde type zijn. Zijn die gegevens niet centraal en geautomatiseerd beschikbaar, dan ontkom je er niet aan om dat van deur tot deur te gaan vragen. Data koppelen en toegankelijk maken lost dat op.”

Lees het hele interview in pdf