Je woonomgeving digitaal in kaart

Op een digitaal platform je huis tot in detail kunnen bekijken én aanpassen, bijvoorbeeld de precieze indeling, een kozijntype of de energieprestatie. Dat biedt allerlei mogelijkheden en daarom ondertekende minister Blok voor Wonen en Rijksdienst vandaag de City Deal ‘Naar een digitale woonomgeving’.

Brabantse steden beginnen per direct met de digitalisering van 100.000 woningen. Hiermee ontwikkelen ze samen met Rijksoverheid, kennisinstellingen en bedrijven een platform waarop inwoners, aannemers, productontwikkelaars, woningcorporaties en gemeenten online informatie kunnen delen. Daarmee kunnen deelnemende partijen allerlei nieuwe diensten aan gaan bieden. Denk hierbij aan het voorbereiden van een verbouwing, het aanbieden van gerichte energiebesparingsmaatregelen of het selecteren van de meest geschikte zorgoplossing aan huis. Met dit platform kan de bewoner veel directer invloed uitoefenen op de inrichting van zijn wijk of woning.

Versterken van groei, leefbaarheid en innovatie

Minister Blok ondertekende de City Deal op de werkconferentie ‘Waar steden het verschil maken’, die door Agenda Stad wordt georganiseerd. In het interbestuurlijke programma Agenda Stad, mede geïnitieerd door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, worden City Deals en Europese partnerships gesloten. Steden, Rijksoverheid, de Europese Commissie, maatschappelijke partners en het bedrijfsleven werken hiermee samen aan het versterken van groei, leefbaarheid en innovatie in het Nederlandse en Europese stedennetwerk. In één jaar tijd zijn tien City Deals, acht Europese partnerships en het Pact van Amsterdam gesloten.

De City Deal ‘Naar een digitale woonomgeving’ is naast minister Blok voor Wonen & Rijksdienst ondertekend door de gemeenten Eindhoven, ’s-Hertogenbosch, Tilburg, Breda en Helmond, de provincie Noord-Brabant, Woonconnect BV, stichting BIM-loket, stichting SPARK campus, TU Eindhoven en de ministeries van Economische Zaken, Infrastructuur en Milieu, en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Steden spelen cruciale rol in verduurzaming openbaar vervoer

Elektrische stadsbus in Amsterdam. Foto: Flickr Creative Commons/FaceMePLS

Dit jaar hebben we met zijn allen afgesproken over 14 jaar de complete vloot van ons openbaar vervoer bestaat uit bussen met zero emissie. Vanaf 2025 mogen nieuwe bussen al geen uitstoot meer geven. Bij deze enorme verduurzamingsslag is een cruciale rol weggelegd voor steden.

Juist gemeenten gaan over zaken als ruimtelijke ordening en het wegbeheer. Maar ze kunnen het niet alleen. Succesvolle verduurzaming is vooral een zaak van samenwerken en samen investeren. Naast gemeenten moet de omslag worden aangepakt door OV-bedrijven, vervoersbedrijven, energieleveranciers en het Rijk.

Die samenwerking stond centraal onlangs tijdens het VOC Symposium 2016, dat werd georganiseerd door de VOC, het Clean Mobility Center en de gemeente Arnhem.

City Deals

Om een boost te geven aan de ontwikkeling van zero emissie openbaar vervoer deden steden daar de oproep aan het Rijk om zich aan te sluiten bij de duurzame mobiliteitsinitiatieven van gemeenten en provincies die onder meer worden opgestart in het kader van de City Deals van Agenda Stad. Door bijvoorbeeld lokale pilots met schone bussen financieel en met vereenvoudiging van regelgeving te ondersteunen.

Weliswaar zal lokaal en regionaal moeten worden gewerkt aan het opzetten van pilots en het uitbouwen van netwerken, de decentrale overheden hebben de nationale overheid nodig om regelgeving te versoepelen en investeringen gemakkelijker te maken.

Lees meer over het VOC Symposium en de oproep van de steden

Best practices steden over voedsel in beeld

Voedsel is hot en happening. Dat bleek maar weer op Wereldvoedseldag. Ook steden hebben het thema op de agenda staan. Afgelopen zomer is er hard gewerkt aan de City Deal Voedsel op de stedelijke agenda. Afgelopen 6 oktober kwamen vertegenwoordigers van steden en ministeries voor de tweede keer bij elkaar op een heidag. Doel was om de inhoud van de City Deal scherp te krijgen.

Ook verschillende steden zijn al aan de slag gegaan met het onderwerp voedsel. De City Deal is daarbij een instrument om samen te werken met elkaar en van elkaar te leren, zegt Lara Sibbing, beleidsmedewerker voedsel van de gemeente Ede. “Voedsel is ook een thema van de stad, niet alleen van het platteland”, benadrukt ze.

Best practices

Samen met Henk Renting van de stichting RUAF is Sibbing de afgelopen zomer het land ingegaan om diepte-interviews te doen bij de steden. Vragen als wie levert wat, welke thema’s hebben de voorkeur en wat ga je daar als stad of partners voor doen/inbrengen zijn beantwoord in de interviews. “Het is heel belangrijk dat we beter in beeld krijgen wat de steden precies willen doen met het thema voedsel”, legt Renting uit. “We hebben hebben heel concreet in beeld gekregen wat de best practices zijn.”

“Nu hebben we een stap verder gemaakt”, aldus Sibbing. “Wat gaan we concreet doen in de City Deal. We hebben vijf tot zes vraagstukken op een rij gezet om mee aan de slag te gaan, zoals gezondheid, voedselonderwijs en verduurzaming van ketens.”

Bekijk het video-verslag van de heidag:

 

 

Bestuurders enthousiast over voedsel op de stedelijke agenda

Maar liefst 35 wethouders en directeuren uit bedrijfsleven, wetenschappers en Rijk kwamen afgelopen zondag bijeen op een bestuurlijke brunch in Rotterdam om te praten over de rol van de stad bij voedselbeleid en de City Deal in het bijzonder.

De bijeenkomst was georganiseerd vanuit de City Deal Voedsel op de Stedelijke Agenda om bestuurlijk committent te creëren. “We wilden steden enthousiast te krijgen en draagvlak te creëren voor de City Deal”, vertelt organisator Amelia Oei, van de gemeente Rotterdam. En dat is gelukt. Volgens Oei is die City Deal met veel enthousiasme is besproken en aangescherpt. “We hebben een slag gemaakt.”

Koplopers

Gastheer was de Rotterdamse wethouder Adriaan Visser. Oei: “We hebben verder een aantal koplopers uitgenodigd. Zo waren onder meer de gemeenten er die vooroplopen in het denken over voedselbeleid, zoals Ede, Helmond, Almere, Utrecht en Leeuwarden. We hebben vooral tijdens de brunch verkend wat de relatie is tussen stad en voedsel en hoe elke gemeente daar anders mee omgaat. Rotterdam heeft bijvoorbeeld vooral een economische insteek hierbij.”

V.l.n.r. Adriaan Visser (Wethouder Rotterdam), Elies Lemkes-Straver (directeur ZLTO), Willemien Vreugdenhil (wethouder Ede).

V.l.n.r. Adriaan Visser (Wethouder Rotterdam), Elies Lemkes-Straver (directeur ZLTO), Willemien Vreugdenhil (wethouder Ede).

Verbetering van gezondheid

Voor Rotterdam was het in ieder geval een kans om in combinatie met Wereldvoedseldag te laten zien dat ze een verbinding heeft met voedsel. Oei: “Sinds kort realiseren we hier in de stad hoe belangrijk het is. Dat bevestigde de wethouder ook op de bijeenkomst. Denk bijvoorbeeld aan de verbetering van de gezondheid van bepaalde wijken. Daar kan voedsel een belangrijke rol bij spelen. Rotterdam wil er een collegebreed thema van maken.”

Aansluitend aan de lunch werd in de stad Wereldvoedseldag geopend door burgemeester Ahmed Aboutaleb (Rotterdam) en staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken). Ook tijdens het publieksprogramma daaromheen kreeg de rol van de Stad bij het voedselvraagstuk de nodige aandacht.

Volgende stap in stedelijke innovatie is vooral kennisdeling

Het Chassé Theater te Breda zinderde op donderdag 6 oktober van het stedelijke experiment. Niet alleen werd erover gesproken – het werd ook ter plekke uitgevoerd: door kunstenaars, een groep studenten van de NHTV en door drie duo’s van jonge onderzoekers en gemeentelijke professionals. Gezamenlijk met sprekers uit wetenschap en praktijk gingen ze op zoek naar hoe innovatie in stedelijke gebieden aan kracht en maatschappelijke impact kan winnen.

Hoe kunnen stedelijke regio’s zichzelf versterken met nieuwe kennis over slimme en duurzame ontwikkeling? Wat hebben wetenschap en praktijk in Nederland aan de kennis die in internationale projecten hierover wordt ontwikkeld? Wat dragen Nederlandse partijen zelf bij aan die projecten op internationaal niveau? Deze vragen stonden centraal op het derde VerDuS-congres.

derdecongres_13derdecongres_09

Tijdens parallelsessies namen de conferentiedeelnemers kennis van nieuwe wetenschappelijke inzichten, speelden ze serious games en brainstormden ze onder andere over actuele vraagstukken binnen stedelijke regio’s.

De conferentie werd geopend door Paul Depla, burgemeester van Breda, en voorgezeten door Co Verdaas. Impressies van zowel de plenaire programma-onderdelen als de sessies staan op de congressite van VerDuS, www.dialoog.verdus.nl.

derdecongres_15

 

‘De samenleving moet een rijke leeromgeving worden’

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

De stad als living lab, waar studenten en onderzoekers hun talenten en kennis inzetten voor maatschappelijke vraagstukken. Dat is wat de City Deal Kennis Maken onder meer voor ogen heeft. Afgelopen 7 oktober kwamen ruim zestig vertegenwoordigers van steden, Rijk en kennisinstellingen bij elkaar in Utrecht om de ambities rond deze City Deal gelijk te stemmen. ‘Het commitment is groot.’

Zowel het Netwerk Kennissteden en de Strategische Agenda van OCW spraken zich al eerder uit voor meer regionale samenwerking tussen kennisinstellingen en steden. Dergelijke samenwerking biedt de instellingen een goede manier om kennis beschikbaar te maken voor maatschappelijke vraagstukken in die steden. Niet gek dus dat de dertien kennissteden samen met de ministeries OCW en BZK deze samenwerking vast willen in een City Deal.

Praktijkervaring voor studenten

Hans van Oerle van de gemeente Nijmegen is een van de trekkers van de City Deal en opende de dag in Utrecht met even kort uit te leggen wie er allemaal baat bij hebben bij meer regionale samenwerking. “Zowel de ministeries, steden als kennisinstellingen profiteren ervan, maar het belangrijkste zijn de studenten. Zij krijgen hiermee de kans om talenten te ontwikkelen en er praktijkervaring mee op te doen met echte maatschappelijke problemen in hun directe omgeving, de eigen stad.”

Siu Siu Oen (OCW) legt haar ambities uit aan de zaal.

Siu Siu Oen (OCW) legt haar ambities uit aan de zaal.

Zo leren de studenten de link kennen tussen wat ze tijdens hun studie leren en waar de samenleving behoefte aan heeft. Ze leren ondernemerschap, samenwerken met bedrijven maar ook met studenten van andere onderwijssectoren. “We willen het maatschappelijk besef laten groeien onder studenten”, legde dagvoorzitter Esther van der Voort uit. “We willen hen helpen uit hun comfort zone laten stappen. Deze City Deal zorgt voor eigentijds onderwijs. De samenleving moet een rijke leeromgeving worden. Want waar los je beter je problemen op dan in je eigen stad?”

Een plek in de samenleving

De steden hopen dat hiermee ook de studenten meer betrokken raken bij de stad waar ze studeren. “Een campus mag geen stad binnen de stad zijn”, aldus Van Oerle. “Studenten moeten gewoon als burgers een plek in de lokale samenleving krijgen in plaats van dat ze alleen passanten zijn die weer wegtrekken zodra de studie is afgerond.” Ook zal het helpen de kloof tussen lager en hoger opgeleide burgers te verkleinen. “We willen Agenda Stad en deze City Deal gebruiken om hier iets concreets van te maken. Daarom is het belangrijk dat we dichter bij elkaar komen.”

Grootschaliger opzetten

‘In de Strategische Agenda Hoger Onderwijs en Onderzoek 2015-2025 ‘De waarde(n) van weten’ die het ministerie van OCW vorig jaar uitbracht en waarmee ze de koers uitzet voor het hoger onderwijs voor de komende 10 jaar, is de samenleving als leeromgeving een belangrijk thema.  Siu Siu Oen (OCW) heeft de nodige ambities. “We komen van ver. Bij hogescholen is praktijkgericht onderzoek nog maar heel jong, en stages bij universiteit zijn er nog nauwelijks. Het is allemaal nog kleinschalig. Mijn droom is dat we dit grootschaliger opzetten en dat elke student de samenleving als leeromgeving kan gebruiken.  Dat moet zowel multidisciplinair als multilevel worden ingevuld.”

img_2039

Steden en kennisinstellingen praten verder over het thema migratie.

Terug naar de bestuurders

Doel van de werkconferentie op 7 oktober was om van onderop de tekst klaar te maken zodat de deelnemers deze mee terug konden nemen naar hun bestuurders. In de vorm van een piramide moesten de deelnemers in verschillende bijeenkomsten toewerken naar een uiteindelijke tekst. Olof van de Wal was een van de gespreksleiders en noemt deze werkwijze erg interessant. “We hebben per doelgroep stevig gesproken over de meest relevante artikelen in de tekst, met name over de ambities en wat we willen bereiken. Dat is belangrijker dan specifieke bepalingen.”

Ook al is die uiteindelijke tekst nog niet uitgekristalliseerd, Van de Wal is tevreden over de conferentie. “Aan het eind van de dag zijn we naar elkaar toe gekropen. Er is iets gebeurd waar we blij mee mogen zijn. De City Deal is een ambitiedocument. Hoe gaan wij nu om met maatschappelijke vraagstukken en hoe verbinden we die aan onze onderwijsmethoden? Nu moeten we de tekst gaan bijschaven.”

Belangrijk nu is om te voorkomen dat er een soort vrijblijvendheid ontstaat, benadrukt Van de Wal. “De living labs zijn bijvoorbeeld best een containerbegrip. De commitment is gelukkig groot om dat te voorkomen. Ook moeten we waken dat we het volgende project aan de projectencarrousel worden We willen echt een aantal vraagstukken duurzaam aanpakken en onderzoeken. Daarvoor hebben we een aantal thema’s uitgewerkt om de City Deal zo concreet mogelijk uit te voeren.”

Europese steden buigen zich over migratie en integratie

Vluchtelingen worden benaderd door de media. Foto: Flickr Creative Commons/Squat le Monde.

Wat is de huidige vluchtelingsituatie en hoe gaat het met het Europese integratiebeleid? Op de bijeenkomst ‘Welcoming refugees: a city challenge’ in Athene stonden deze thema’s centraal. Ook was er aandacht voor de rol van het partnerschap Migratie.

Door de Europese Agenda Stad, waar dit partnerschap bij hoort, kunnen steden onderling informatie uitwisselen rondom de gepresenteerde partnerschappen.

Lokale autoriteiten

De bijeenkomst in Athene vond plaats van 17 tot 19 oktober en had als doel om de betrokkenheid van lokale autoriteiten bij integratie en migratie te verbeteren. In Athene waren meer dan 200 vertegenwoordigers uit 45 Europese steden kwamen bijeen. Enkelen van hen presenteerden hun integratiestrategieën. Ook deelde gast stad Athene informatie over hoe zij omgaan met de ontvangst van vluchtelingen en de integratie binnen de stad. Onderwerpen zoals huisvesting, scholing en maatschappelijke deelname waren hier van belang. De burgemeester van Athene gaf aan dat zij gebruik maken van de culturele voorzieningen om de integratie in de maatschappij te bevorderen.

EUROCITIES

Veel migranten trekken naar de Europese steden. EUROCITIES ondersteunt de steden door verschillende initiatieven aan te bieden rond de vraagstukken migratie en integratie. De werkgroep ‘migratie en integratie’ van EUROCITIES zorgt voor erkenning van de rol van lokale autoriteiten bij de integratie van migranten. Door discussiegroepen op te richten waar steden van elkaar kunnen leren door ideeën uit te wisselen. Ook heeft EUROCITIES bijdrage geleverd aan een database met voorbeelden van integratiestrategieën.

Athene heeft een groot platform opgezet om deelname van burgers aan het integratieproces te vereenvoudigen. Zo zet de stad in op de welwillende burgers die wat willen betekenen voor de maatschappij. ‘We wilden een systeem ontwikkelen waarin capaciteit van burgers wordt verzameld en samen nieuwe oplossingen te verzinnen voor een beter leven in de stad’, zei burgemeester Geogrios Kaminis.

Soepel proces

Voor steden is het van belang om het proces rondom migratie zo soepel mogelijk te laten verlopen. Om hier ondersteuning bij te bieden heeft EUROCITIES het ‘Solidarity Cities’ platform opgericht. Dit platform heeft als doel om steden informatie uit te laten wisselen over integratiestrategieën. Door te leren van de oplossingen van andere steden kan er op innovatieve wijze gekeken worden naar nieuwe oplossingen.

Bron: Europese Ster

20161028_saf

Het groeiende belang van de stad in Europa

De belangrijke rol van de stad wordt steeds meer door de Europese Commissie erkend. Met het Pact van Amsterdam en de lancering van de Urban Innovative Actions is dit ook vastgelegd. URBACT is al meer dan 10 jaars een Europees kennisuitwisselingsprogramma dat door de Europese Commissie wordt gefinancierd. Het programma richt zich op een duurzame geïntegreerde ontwikkeling van steden. Want steden spelen een sleutelrol binnen de complexe veranderingen van onze samenleving. Door middel van kennisuitwisseling van steden in Europa komen nieuwe inzichten naar voren en wordt, samen met experts, gewerkt aan nieuwe duurzame oplossingen in steden.

Op woensdag 7 december organiseert URBACT in Den Haag de infomiddag ‘Kansen voor- en resultaten van internationale samenwerking’

De stad als belangrijke schakel in Europees beleid

De Infomiddag geeft u meer informatie over de volgende onderdelen:
– Deelname aan de netwerklunch van 12:30 – 13:30
– De stad als belangrijke schakel in Europees beleid
– Deelnemen aan het URBACT programma (Call voor ‘Good Practices’)
– Gebruik maken van de resultaten en de huidige stand van zaken URBACT III
– Informatie over financiële randvoorwaarden
– Ervaringen van deelnemende steden
– Informatie over Urban Innovative Actions

De bijeenkomst is gericht voor iedereen die interesse heeft in duurzame stedelijke ontwikkeling. Deelname aan URBACT is met name gericht op steden, maar de thema’s waar aan gewerkt wordt en de resultaten van de URBACT netwerken zijn relevant voor alle stedelijke stakeholders.

De bijeenkomst vindt plaats bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in Den Haag.

Meer informatie en aanmelden

Steden nemen voortouw in circulaire economie

Nieuwe huizen bouwen met materialen uit afgebroken huizen. Fosfaat onttrekken uit rioolwater. Of een papierfabriek draaien met bermgras. Dat is de gedachte achter de circulaire economie. Om de circulaire economie verder op weg te helpen en meer initiatieven mogelijk te maken heeft een aantal steden, ministeries, kennisinstellingen en bedrijven vandaag een zogenoemde City Deal ondertekend. Hiermee nemen zij het voortouw om de transitie naar een circulaire economie te versnellen. De City Deal is ondertekend tijdens de Landelijke Top Circulaire Economie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in Utrecht.

Een circulaire economie helpt in het zorgvuldig omgaan met schaarse grondstoffen en beperkt de uitstoot van broeikasgassen. Juist in stedelijke regio’s komt vraag en aanbod van grondstoffen samen. Amsterdam heeft als eerste gemeente en regio ter wereld  anderhalf jaar geleden onderzoek gedaan naar kansen voor een circulaire economie.

Circulair en duurzaam bouwen

Ondertekenaars gaan in verschillende buurten ervaring opdoen. Zo worden in Amsterdam in het gebied Buiksloterham dit jaar bouwkavels verkocht waarop circulair en duurzaam zal worden gebouwd door zowel bouwgroepen als individuele zelfbouwers. In Utrecht wordt op dit moment een circulair gebouw gerealiseerd ; de voormalige Knoopkazerne wordt hiervoor omgebouwd tot een multifunctioneel rijksgebouw. Daarnaast transformeert het Beurskwartier/Lombokplein rondom het Centraal Station in een ‘living lab’. Hier doet Utrecht ervaringen op met het slim ontwerpen van gebouwen en de openbare ruimte, waarbij hergebruik van grondstoffen centraal staat.

Circulaire Economie

De City Deal ‘Circulaire Stad’ geeft invulling aan het Rijksbrede programma Circulaire Economie. De deal komt voort uit het interbestuurlijke programma Agenda Stad, mede geïnitieerd door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Steden, Rijksoverheid, de Europese Commissie, maatschappelijke partners en het bedrijfsleven werken hiermee samen aan het versterken van groei, leefbaarheid en innovatie in het Nederlandse en Europese stedennetwerk.

De City Deal ‘Circulaire Stad’ is ondertekend door de gemeenten Amsterdam, Almere, Apeldoorn, Haarlemmermeer, Rotterdam, Utrecht, Venlo en Dordrecht, Royal Haskoning DHV, Circle Economy, TNO en de ministeries van Infrastructuur & Milieu, Economische Zaken en Wonen & Rijksdienst.

Utrecht, 11 november 2016. Bestuurlijke top Circulaire Economie: Van Afval naar Grondstoffen. Ondertekening van de City Deal Circulaire Stad.

Lees de flyer van Circulaire Stad.

Markt, wetenschap en overheid werken samen aan de digitale stad

Op 27 oktober namen ruim 25 bestuurders tijdens de Dutch Design Week in Eindhoven in een deel aan een Agenda Stadtafel over ‘De digitale stad van de toekomst’. Dit diner was de tweede in een reeks van Agenda Stadtafels waarin beurtelings een andere stad gastheer is voor een gesprek tussen boegbeelden uit wetenschap, bestuur en bedrijfsleven over een transitie, die de toekomst van steden raakt.

Op uitnodiging van Kajsa Ollongren en Staf Depla, wethouders Economie in Amsterdam en Eindhoven, spraken captains of industry van onder meer Philips en KPN, hoogleraren en een hoogambtelijke afvaardiging van I&M, EZ, AZ en BZK over de impact van digitalisering in de stad.

Digitale transitie

Onder de bezielende leiding van Ruben Maes werd van gedachten gewisseld over de infrastructuur en spelregels die nodig zijn om de digitale transitie goed te doen verlopen. Aan de orde kwamen vraagstukken als: Wat zijn maatschappelijke implicaties van digitalisering op het gebied van privacy of gedragsbeïnvloeding? Welke investeringen zijn nodig om een goed functionerende digitale infrastructuur te bereiken? Door wie is deze infrastructuur te realiseren, te beheren en te besturen? Welke spelregels zijn nodig over de eigendom en het gebruik van data? En wat vraagt het van samenspel tussen bedrijven, inwoners, kennisinstellingen en overheden om hier als land in voorop te willen (blijven) lopen en er ook de vruchten van de nieuwe ontwikkelingen te kunnen plukken?

Versnippering van initiatieven

Uit het debat bleek een gedeelde zorg over de huidige versnippering van initiatieven, waardoor de potenties van digitalisering sterk onderbenut zijn. De uiteenlopende belangen van individuele bedrijven werden scherp verwoord, evenals verschillende zienswijzen op maatschappelijke implicaties. Dit tekent de noodzaak om veel duidelijker stelling te nemen over de kaders waarin steden, Rijk, bedrijven en inwoners samen de digitale stad van de toekomst gaan bouwen.

De uitkomst van het diner is dat beide wethouders het voortouw nemen om concrete voorstellen samen te brengen en verder uit te werken. Bovendien  wordt gekwantificeerd welke publieke investeringen nodig zijn om deze voorstellen verder te brengen.  Hiertoe wordt een initiatiefgroep gevormd met deelnemers uit Amsterdam, Eindhoven, BZK, IenM en EZ, met betrekking van experts binnen en buiten deze tafel.