Verschuivend opdrachtgeverschap

Het vak van de stedenbouwkundige en de landschapsarchitect is de afgelopen decennia niet wezenlijk veranderd. De drie projecten van Atelier Making Projects laten nieuwe vormen van opdrachtgeverschap zien. Hieronder een interview met het College van Rijksadviseurs over verschuivend opdrachtgeverschap.

Veerkrachtige steden

De mogelijkheid van steden om te bloeien als centrum van leefbaarheid, productie en culturele ontwikkeling wordt, ondanks uitdagingen als klimaatverandering, bepaald door hun veerkracht. Grosvenor heeft een lijst opgesteld van de veerkrachtigheid van de vijftig belangrijkste steden.

JPI Urban Europe: Policy Paper

Skyline Rotterdam

The Joing Programming Initiative (JPI) Urban Europe is een initiatief om een onderzoeks- en innovatieprogramma op te zetten voor stedelijke ontwikkeling om zo meer inzicht te krijgen in de stedelijke complexiteit en daarmee ook nieuwe oplossingen en bewijs te leveren voor toekomstig beleid. Onderstaand document brengt de stedelijke trends in kaart en onderzoekt wat voor impact de geselecteerde trends hebben op Europese steden. Daarnaast wordt er geïdentificeerd wat de behoeften zijn in termen van onderzoek en welk beleid er gebruikt kan worden bij stedelijke uitdagingen. De nadruk ligt vooral op trends als demografische en economische ontwikkeling en klimaatverandering.

 

Businessplan Jaar van de Ruimte

De initiatiefnemers van het Jaar van de Ruimte constateren dat de ruimtelijke ontwikkeling van ons land om een nieuw handelingsperspectief vraagt. Zij stellen de vraag centraal hoe Nederland met de nieuwe ruimtelijke opgaven moet omgaan. Het gaat daarbij over opgaven op korte en lange termijn, opgaven op de kleine en de grote schaal.

Lees hieronder het businessplan van Jaar van de Ruimte.

De economie van de stad

Mensen stappen uit de metro

Het CPB en PBL hebben vandaag het rapport ‘De economie van de stad’ gepubliceerd. Hierin wordt de huidige wetenschappelijke kennis over de betekenis van steden voor de nationale economie samengevat. Daarnaast wordt aangegeven op welke manier nationaal beleid van invloed kan zijn op de economische kracht van de stad. Kort gezegd: hoe werkt de stad in economische zin en kan (Rijks)beleid dat versterken?

 

Urban Megatrends: Towards a European Research Agenda

Het rapport Urban Megatrends: Towards a European Research Agenda geeft de belangrijkste mondiale trends weer. Er wordt allereerst gefocust op demografische verandering, globalisering van economieën, sociale ongelijkheid, technologische innovatie en milieuverandering. Daarna wordt gekeken naar de rol die steden hierin spelen, hoe zij geraakt worden door deze trends en tegelijkertijd hoe ze zij hieraan bijdragen. In het tweede gedeelte van het rapport worden de uitdagingen en kansen gezocht die worden geassocieerd met deze trends in de Europese context. Er wordt daarna ingegaan op de belangrijkste facetten van het functioneren van de stad en op de interacties tussen deze dimensies. In het laatste gedeelte van het rapport worden een aantal belangrijke uitdagingen geïdentificeerd voor de Europese stedelijke onderzoeksgemeenschap.

iUrban 2014

Fundamentele veranderingen, zoals klimaatverandering, technologische vooruitgang en de consequenties van de financiële crisis veranderen het speelveld van steden wereldwijd. Hoewel het veel steden lukt om te blijven floreren, is het onduidelijk of deze groei zal blijven. Hoe deze groei in de toekomst kan voortduren is een van de relevante stedelijke ontwikkelingsvraagstukken.

Het iUrban 2014 rapport geeft een inzicht in de vraagstukken door een aantal innovatieve stedelijke ontwikkelingsstrategieën te analyseren. Door middel van een case study zijn er 24 stedelijke projecten geanalyseerd.

1 bijlage

REOS Internationale Vergelijking

Het Rijk, de Noordelijke Randstad, Zuidelijke Randstad en de Brainportregio verkennen of en hoe meer samenwerking en (economische) samenhang de concurrentiekracht van de stedelijke gebieden in Nederland kan vergroten. Dit vraagstuk vormt de kern van de ruimtelijk-economische ontwikkelstrategie (REOS). In lijn met de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) richt REOS zich op de Noordelijke- en Zuidelijke Randstad en de Brainportregio.

Vereniging Deltametropool is gevraagd een internationale vergelijking uit te voeren, aan de hand van verschillende criteria, met als resultaat een selectie van internationale stedelijke regio’s die als voorbeeld kunnen dienen voor het REOS proces. Ook wordt geïllustreerd wat Nederland kan leren of lenen van deze regio’s.

De internationale vergelijking is opgebouwd uit vier stappen:

  1. Er is een longlist van regio’s samengesteld. Deze longlist bestaat enerzijds uit de top twintig van best presterende Europese regio’s op vijfentwintig indicatoren (op het gebied van ruimte en economie) en anderzijds is er gekeken naar het bestaande economische profiel van REOS en zijn de best presterende internationale regio’s per economische sector opgenomen.
  2. De resultaten van beide onderzoeken in stap 1 zijn besproken tijdens een workshop met de verschillende REOS regio’s.
  3. Er is een shortlist van elf stedelijke regio’s samengesteld op basis van de scores op indicatoren gerelateerd aan de thema’s Polycentric Variety, Smart Delta, Economic Future Europe en Place To Be. Deze thema’s zijn opgesteld in de “Tussennotitie Ruimtelijk-Economische Ontwikkelstrategie”.
  4. Er is een overzicht gemaakt van de strategieën, projecten en organisatie van twee niet-Europese stedelijke regio’s (San Francisco en Singapore) als voorbeeld voor de ruimtelijk-economische ontwikkelstrategie in Nederland

De Internationale Vergelijking kunt u hieronder downloaden.

Metropoolregio Amsterdam wil bij beste drie van Europa horen

De Metropoolregio Amsterdam (MRA) wil bij de top 3 van stedelijke regio’s van Europa horen. Om dat te bereiken presenteerde de metropoolregio haar ruimtelijk-economische Actie-agenda 2016-2020 op het Congres De Grenzeloze Stad op 18 februari in Haarlem. De Metropoolregio Amsterdam is de sterkste economische regio van Nederland en bestaat uit 32 gemeenten, de Stadsregio Amsterdam en de provincies Noord-Holland en Flevoland.

De regio wil op lange termijn internationaal concurrerend blijven “met compacte steden in een voor recreanten aantrekkelijk landschap en met een infrastructureel netwerk dat de kernen met elkaar, het landschap en de rest van de wereld verbindt”. De regio zet in op creatieve industrie, maakindustrie en circulaire economie, wil een omslag naar duurzame energiebronnen en koestert grote bedrijven als het Havenbedrijf Amsterdam.

Lees de hele Actie-agenda 2016-2020.

Steden groeien, maar ongelijkheid neemt toe

Onderzoeker Otto Raspe van het Planbureau voor de Leefomgeving. Foto: Pieter Verbeek.

De steden zijn de motor van onze economie. Dat blijkt maar weer uit het onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving dat gisteren werd gepresenteerd. De economie doet het er goed, de productiviteit is hoog, bedrijven concurreren om goede arbeidskrachten en de lonen liggen er hoger dan buiten de stad. Met Amsterdam en Utrecht als koplopers. Maar ook de ongelijkheid neemt toe. Zowel binnen de steden als tussen steden onderling. Onderzoeker Otto Raspe licht toe.

Samen met Edwin Buitelaar en Anet Weterings presenteerde hij gisteren het onderzoek ‘De Verdeelde Triomf’. Voor het eerst is onderzoek gedaan naar hoe de groei van steden zich vertaalt in werkgelegenheid en lonen.

Ongelijkheid

Er lijkt een schaduwkant te kleven aan het succes. Met de groei van de steden neemt de ongelijkheid toe tussen mensen met een hoog en een laag loon. Niet omdat de laatste groep minder is gaan verdienen, maar juist omdat de lonen van de best betaalden sterker stijgen.Ook de segregatie neemt toe: armere inwoners van de stad komen bij elkaar in wijken te wonen. Overigens is dit allemaal nog relatief laag vergeleken bij andere landen. Ook tussen de steden in Nederland is er verschil. Niet alle steden zijn winnaars.

Waarom hebben jullie dit onderzoek gedaan?
“Het debat over de stad kent vaak weinig empirische onderbouwing, begrippen die door elkaar worden gebruikt én een alarmistische toon: de kloof tussen verschillende groepen groeit, polarisatie neemt toe. We willen met deze studie het alarmisme nuanceren, laten zien hoe het zit in Nederlandse steden. Er zijn meerdere perspectieven op ongelijkheid. Bovendien plaatsen we het debat in de literatuur. We hebben een paar belangrijke studies bij elkaar gelegd. Het boek van Ed Glaeser ‘The Triumph of the City” geeft het beeld van een scherp contrast tussen stad en niet-stad. We keken ook op sociaaleconomisch vlak naar studies over ongelijkheid, zoals Piketty. Volgens Enrico Moretti komt dit samen: de verschillen tussen steden groeien. Bovendien groeit de segregatie in steden. Zie je dit nu ook allemaal in Nederland, vroegen wij ons af. Wij wilden de literatuur verbinden aan empirisch onderzoek.”

En daaruit blijkt hoe belangrijk steden zijn voor onze economie, maar dat de ongelijkheid ook groeit. Wat zijn voor jou de belangrijkste conclusies?
“Belangrijk is dat dit onderzoek duidelijk laat zien dat de groeipaden van de steden enorm onderling verschillen. Amsterdam en Utrecht groeien bijvoorbeeld veel harder. Rotterdam. Den Haag en Haarlem weer minder. Maar vergeleken met andere landen doen we het heel goed. We hebben hier geen Detroit, de Amerikaanse situatie waarbij de uitersten uit elkaar groeien. Je ziet wel in de steden veel dezelfde principes. Hoogopgeleide banen clusteren zich in de stad, wat impact heeft op de lage inkomens. Kijk bijvoorbeeld naar Amsterdam. Hoogopgeleide mensen verdienen hier 10 procent meer dan mensen met dezelfde banen buiten die stad. Voor laagopgeleide mensen is dat verschil 4,5 procent. Helaas heeft dit trickle-down effect geen invloed op de mensen die buiten de arbeidsmarkt vallen, zeker als ze langer afstand hebben tot die markt. We spreken dan ook van de Verdeelde Triomf.”

Moeten we ons geen zorgen gaan maken over het toenemende verschil tussen arm en rijk?
“We zien dezelfde trend wereldwijd dat ongelijkheid groter wordt. In Nederland is die ongelijkheid, net als de segregatie, relatief laag. Toch zien we overal dezelfde trend dat er een onderkant bestaat die niet meekomt. Dat is dan ook een belangrijke boodschap die wij willen meegeven. Overweeg als beleidsmaker om je meer te richten op die groep.”

Hoe dan?
“Vaak heeft beleid als doel om te egaliseren, de verschillen kleiner te maken. Je ziet dat de bovenlaag daarbij wordt platgeslagen, terwijl het niet de problemen oplost van de onderlaag. Is het niet interessant om juist te kijken naar de groep die onder de armoedegrens leeft? Dat is een groot dilemma. Wil je egaliseren of zet je in op de positie van die onderkant en zorg je voor betere ontwikkelingsmogelijkheden voor deze mensen? Daarbij is de bestuurlijke neiging vaak voor fysieke oplossingen te kiezen. De vraag blijft altijd of je daarmee wel de juiste mensen bereikt. Rotterdam kwam laatst in het nieuws met plannen voor nieuwe bruggen over de Maas om bepaalde wijken beter toegankelijk te maken en daarmee de sociaaleconomische verschillen in de stad te verminderen. Wij denken dat je je beter kunt richten op de mensen in die wijk, op hun vaardigheden en hun positie op de arbeidsmarkt om die wijk te verbeteren.”

DSC_0527

Hoe belangrijk is de stedelijke structuur van Nederland nu op de groei van banen?
“Nederland kent een krachtig netwerk aan kleinere steden die onderling goed met elkaar zijn verbonden. Een zogenoemde polycentrische structuur. In plaats van een grote metropool waar alles plaatsvindt. Vaak richt het debat zich op de vraag welke van de twee stedelijke structuren beter is. Daarbij wordt echter uit het oog verloren wat maakt dat steden groeien. Belangrijker is te kijken naar hoe de groeimotor functioneert. Over het algemeen is dit de sectorstructuur van de stad, de kwaliteit van de beroepsbevolking en , de ruimtelijke condities die groei faciliteren. Amsterdam en Utrecht kennen een structuur die attractief is voor hoogopgeleide, creatieve banen die zich er clusteren. Dat versnelt het hele proces van banengroei. Inzetten op gunstige productie- en innovatiemilieus in de stad is in dat opzicht belangrijker dan de nationale stedelijke structuur. Die we bovendien niet op korte termijn kunnen veranderen. Goed functionerende steden wel. Die trekken een deel van de stad omhoog. Waarbij geldt dat omdat niet iedereen van de triomf profiteert het te overwegen is om extra aandacht te hebben voor de mensen die langdurig afstand hebben tot de arbeidsmarkt.”

Een belangrijke aanbeveling in jullie onderzoek is dat beleidsmakers goed de drie termen ongelijkheid, segregatie en polarisatie moeten onderscheiden. Ze worden vaak door elkaar gebruikt.
“Ja, ongelijkheid kan bijvoorbeeld toenemen, terwijl segregatie in een stad gelijk blijft of zelfs afneemt. Vaak zie je dat de twee als synoniemen worden gebruikt. Maar soms is er helemaal geen verband. Kijk bijvoorbeeld naar hippe steden waar hoogopgeleide mensen kiezen voor andere wijken, waar ze voorheen echt niet wilden wonen. Zo krijg je gentrificatie. Dat levert overigens wel weer de vraag op of je niet alleen een stad krijgt met hoger opgeleiden. Polarisatie is de derde term. Dat is wanneer de bovenkant groeit en ook de onderkant groeit, waarbij de middengroep wegzakt. Waarbij als geheel de ongelijkheid toeneemt. Echter niet doordat de onderkant wegzakt, de onderkant groeit gewoon iets minder hard. Dat is een nuance en eigenlijk meer een ander type ongelijkheid.”

Hoe zit het met kleinere steden, zoals bijvoorbeeld Assen en Emmen. Moeten die zich ontwikkelen net als Amsterdam en Utrecht?
“Nee er is geen succesmodel dat je als stad klakkeloos over kunt nemen. Kijk vooral naar de DNA van je stad zelf en je ommeland. Niet elke stad moet meedingen naar de internationale lijstjes op het gebied van talent of export. Soms moet je gewoon als stad je inzetten om je inwoners prettig te laten wonen en te zorgen voor alle goede voorzieningen. Een stad zijn, waar ook plek is voor rust, ruimte en leisure. Al die steden bij elkaar in het netwerk vormen eigenlijk één groot geheel – een polycentrische metropool – in plaats van een dichtbevolkte, monocentrische metropool zonder rust en ruimte. Want ook die rust en ruimte is heel belangrijk.”

Het onderzoeksrapport ‘De Verdeelde Triomf’ is te vinden op de site van het PBL