De student aan zet in zeven lessen
Kennisinstellingen worden zich steeds bewuster van de potentie van studenten. Deze professionals van morgen worden ingezet om te werken aan maatschappelijke en technologische vraagstukken. In buurten, bij bedrijven en maatschappelijke instellingen leveren ze hun bijdrage als onderzoeker, adviseur of medewerker. Dat is goed voor de stedelijke samenleving en goed voor het leerproces van de studenten. Toch roept deze vorm van leren ook verschillende vragen op. Want hoe kan dit onderwijs het beste vorm krijgen? Wat zijn succes- en faalfactoren? Welke rol moeten docenten hierin spelen? Wat kan van studenten verwacht worden en wat niet? En hoe manage je de verwachtingen bij de verschillende betrokken partijen?
Op donderdag 19 april, tijdens het jaarcongres van de Vereniging Hogescholen, vertelden Esther Makop, Sophie van Opstal en Tessa Houwing over hun ervaringen met onderwijs waarbij de stad als rijke leeromgeving wordt benut. De ruim vijftig aanwezigen luisterden aandachtig naar de zeven lessen die deze studenten met hen deelden.
Esther, Sophie en Tessa hebben elk op eigen wijze ervaring opgedaan met de stad als rijke leeromgeving. Esther volgt de lerarenopleiding Nederlands aan de Hogeschool van Rotterdam en volgde daar de minor Meedoen op Zuid. Tijdens deze minor werd er door studenten in samenwerking met een zelfgekozen stakeholder op Rotterdam-Zuid gezocht naar mogelijkheden om de leefbaarheid van de bewoners te verbeteren. Samen met stichting Seedz werd er een bijeenkomst georganiseerd om huwelijksdwang onder jongeren bespreekbaar te maken. Tessa studeert sociologie aan de Universiteit van Utrecht en is betrokken bij een project samen met de Ombudsman Metropool Amsterdam. In dit project wordt getracht door middel van onderzoek de match te verbeteren tussen beleid, schuldhulpverlening en de behoeften van mensen in schulden. Sophie studeert Algemene Sociale Wetenschappen in Amsterdam en is tevens studentcoördinator in de Springlevende wijk in Amsterdam-Noord. Met dit project worden studenten in ruil voor woonkorting ingezet in een wijk om de leefbaarheid te vergroten. Dit doen zij door projecten op te zetten in samenwerking met instanties en buurtbewoners.
Het is duidelijk dat er een diversiteit bestaat in het soort projecten waarbij studenten via het onderwijs verbonden worden aan de stad. Soms ligt de nadruk op het doen van onderzoek, soms op het opzetten van projecten en in andere gevallen gaat het vooral over het kennismaken met een bepaalde buurt en haar bewoners. Bij het ene project krijgen de studenten veel vrijheid om zelf vraagstukken te formuleren en bij andere projecten nemen docenten of opdrachtgevers (gewenst en ongewenst) het voortouw. Toch durven Esther, Sophie en Tessa op basis van hun ervaringen alvast zeven lessen te trekken waar iedereen die de stad als rijke leeromgeving wil benutten rekening mee zou moeten houden.
1. Neem studenten serieus en geef ze verantwoordelijkheid
De eerste les is misschien wel de belangrijkste: neem studenten serieus en geef ze verantwoordelijkheid. Studenten kunnen en willen vaak meer dan docenten denken. Belangrijk hierin is dat er in het onderwijs uit wordt gegaan van de eigen interesse en verwondering van studenten. Door deze intrinsieke motivatie willen studenten vaak juist verantwoordelijkheid nemen en zijn ze gemotiveerd om deze verantwoordelijkheid te dragen. Verantwoordelijkheid dragen leidt ook tot een gevoel van wederzijds vertrouwen tussen docent en student.
2. Ga uit van de expertise van de student
In het onderwijs krijgen studenten vaak een passieve rol toebedeeld. Bij veel vakken staat van het begin af aan al vast wat, hoe en wanneer er geleerd moet worden. Daardoor is er weinig aandacht voor de bagage die studenten meenemen op het moment dat ze aan een nieuw vak beginnen. Terwijl bij hen vaak al veel kennis en kunde aanwezig is. Onderwijs dat meer uitgaat van de expertise van de student, stelt studenten in staat om hun eigen talenten te ontplooien en ontdekken.
3. Zorg voor impactvolle projecten (maak de vertaalslag naar de samenleving)
Studenten willen van waarde zijn voor de samenleving. Voor studenten krijgt het leren meer waarde en meer betekenis op het moment dat aan echte vraagstukken kan worden gewerkt. Wanneer de ideeën die ze hebben en oplossingen die ze bedenken ten goede kunnen komen van echte mensen. Onderwijs kan voor de stad meerwaarde hebben als studenten zelf van waarde kunnen zijn.
4. Maak de student eigenaar van het project
Het is makkelijker gezegd dan gedaan. Er is een opdrachtgever gevonden met een interessante vraag. De docent heeft de vraag gekoppeld aan de leerdoelen en een mooi programma uitgestippeld. De studenten kunnen aan de slag met hun onderzoek en komen in contact met stedelingen. Met de resultaten wordt, zo benadrukt de opdrachtgever, echt wat gedaan. Toch wringt hier volgens Esther, Sophie en Tessa de schoen. Want waar was de stem van de studenten in het bedenken van de onderzoeksvraag, in het meedenken over de opzet van het programma en het formuleren van de ambities en leerdoelen? En welke ruimte is er voor de studenten als zij een andere visie hebben dan de docent of opdrachtgever? En wat als de resultaten tegenvallen, bijvoorbeeld doordat stadsbewoners niets van het onderzoek willen weten? De rijkste leeromgeving krijgen studenten pas als ze echt eigenaar zijn van hun eigen leerproces.
5. Zorg voor goede begeleiding en duidelijke kaders
Het is een ogenschijnlijke tegenstelling. Studenten willen veel vrijheid, eigenaarschap en verantwoordelijkheid, maar hebben tegelijkertijd behoefte aan duidelijke kaders en goede begeleiding. De crux is dat opleidingen studenten niet moeten onderschatten – zoals in het reguliere onderwijs te vaak gebeurt – maar ook niet moeten overschatten. De rol van de docent is daarbij essentieel. Die moet in de begeleiding de student coachen en helpen bij het vormgeven van het project. Belangrijk daarbij is het stellen van vragen. Wat weet de student al? Welke hulpbronnen kan deze inschakelen? Wat wil de student leren? Wat moet de student nog weten? Met wie zou de student nog moeten praten? Welke keuzes moeten er gemaakt worden in de planning? Docenten moeten daarbij het project overzien, de context begrijpen en inhoudelijk voldoende kennis hebben om studenten te helpen bij het maken van de juiste keuzes.
6. Zorg voor voldoende tijd
In opdrachten waarin studenten samenwerken met de praktijk komen meerdere organisaties met elkaar in aanraking en daarmee ook meerdere agenda’s, planningen en visies. Er kan niet van een opdrachtgever verwacht worden dat deze zich volledig aanpast aan de academische kalender en planning, anderzijds kunnen studenten zich niet volledig aanpassen aan de agenda van de opdrachtgever. Bij dit soort projecten is een goede gezamenlijke afstemming en planning van cruciaal belang. Voorkomen moet worden dat studenten opgezadeld worden met onmogelijke opdrachten en onhaalbare ambities. Docenten en opdrachtgevers mogen niet van studenten verwachten dat ze in een paar maanden tijd gedegen onderzoek kunnen doen naar de belevingswereld van criminele schoolverlaters of een geheel functionerend klimaatneutraal vliegtuig ontwerpen. Maar ook studenten moeten realistische verwachtingen hebben: de wereld veranderen gaat simpelweg niet in drie maanden. Help studenten bij het maken van realistische keuzes: kleinschalige impact is ook impact!
7. Laat de student fouten maken
Fouten maken mag, het moet zelfs. Het is een essentieel onderdeel van het leerproces van studenten. Een onderzoek moet mogen mislukken, een presentatie mag finaal de mist ingaan, een advies zou ongepast mogen zijn. Als een project of opdracht niet mag mislukken, is het niet geschikt als leeromgeving voor studenten. De grote uitdaging van studentgedreven onderwijs is dan ook het formuleren van opdrachten en uitdagingen waar studenten veel verantwoordelijkheid hebben en impact kunnen realiseren, maar waarin falen geoorloofd is. Slim verwachtingsmanagement tussen student, docent, opdrachtgever en andere stakeholders is dus noodzakelijk.
Laat een reactie achter