Debat in Tweede Kamer over Agenda Stad
Afgelopen woensdag 23 september vond in de Tweede Kamer een overleg plaats over Agenda Stad. Leden van de VVD, D’66 en PvdA bespraken de kamerbrieven Voortgang Agenda Stad en de Inzet Nederlands EU-voorzitterschap voor de Europese Agenda Stad met minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
De Kamerleden onderstreepten de noodzaak voor meer beleidsmatige aandacht voor het groeiende belang van steden. Ze vroegen de minister naar wat het kabinet nu precies gaat doen. In de kamerbrieven stonden veel voorbeelden, maar geen concrete toezeggingen wat betreft geld, regels of macht, aldus de partijen. Andere vragen gingen onder meer over de acceptatie van verschillen in groeipaden tussen steden, het evenwicht tussen het experimenteren met regels, en de minimum-normen die nationaal geborgd dienen te zijn.
De partijen benadrukten de noodzaak om het bedrijfsleven meer bij de agenda te betrekken; het accent van de Nederlandse agenda op de economie te leggen en de Europese agenda meer op sociale opgaven. Ze wezen op verbinding van de Europese Agenda Stad met het Better Regulation-pakket van Eurocommissaris Timmermans.
“Steden bepalen inhoud Agenda Stad”
De minister gaf aan dat steden zelf de inhoud van Agenda Stad bepalen, en dat daarvoor gesprekken gaande zijn tussen steden en verschillende ministeries en departementen. Hij beaamde dat steden onderling verschillende opgaven kennen, en dat daarmee de afspraken per stad verschillend kunnen uitpakken. Daarbij benadrukte hij dat er met de drie decentralisaties op het sociaal domein al een overdracht van bevoegdheden plaatsvindt van het Rijk naar gemeenten.
Minister Plasterk gaf aan dat het één van de rollen van het Rijk in Agenda Stad is om waar nodig en zinnig ruimte te bieden in wet- en regelgeving, en dat een door hem aangekondigde experimentenwet voor een deel in deze behoefte zal voorzien. Ook benadrukte hij dat de Nederlandse agenda niet alleen over economie en innovatie gaat, maar ook over sociale vraagstukken en duurzaamheid. Met de Europese agenda beoogt de minister EU-beleid beter aan te laten sluiten op de stedelijke praktijk, en daarmee bij te dragen aan de doelstellingen van het pakket van Timmermans. Daarnaast benadrukte hij dat andere lidstaten naar Nederland kijken als belangrijke kracht achter de ontwikkeling van de Europese Agenda Stad.
Meer aandacht voor het bedrijfsleven
De minister heeft de toezegging gedaan specifiek aandacht te hebben voor het aanhaken van het bedrijfsleven bij Agenda Stad. Eén manier daarvoor is het betrekken van de SER. Er is dan ook toegezegd een vervolg-adviesaanvraag voor de SER op te stellen en deze in concept met de Tweede Kamer te delen.
In de voortgangsbrief experimentenwet, die nog in 2015 naar de Kamer gestuurd zal worden, zal op verzoek van de PvdA ook een afwegingskader worden opgenomen voor het te formuleren wetsvoorstel.
Laat een reactie achter