Eerstejaarsvak ‘De Bestemming’ als vliegwiel voor maatschappelijke betrokkenheid bij studenten

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Psychologiestudenten van de Universiteit Utrecht (UU) krijgen in het eerste jaar van hun studie meteen te maken met een bijzonder project. In het vak ‘De Bestemming’ duiken ze een jaar lang in het vluchtelingenvraagstuk. Ze krijgen college van een young professional met een vluchtelingenachtergrond, interviewen een professional en formuleren op basis daarvan een vraagstuk, en bedenken uiteindelijk een interventie. Zo wakkert het vak maatschappelijke betrokkenheid en bewustwording al vroeg in de studiecarrières van de studenten aan. We spraken Haza Rahim, docent, onderzoeker en mede-oprichter van het vak ‘De Bestemming’.

Kun je wat meer vertellen over het ontstaan van ‘De Bestemming’?

Haza Rahim

“In 2012 begon ik als junior docent aan de UU. Ik gaf in eerste instantie eerstejaarsvakken aan Psychologiestudenten. Na verloop van tijd doceerde ik ook meer gevorderde vakken en startte ik met thesis- en stagebegeleiding. Maatschappelijke relevantie liet ik vanaf het begin af aan terugkomen in mijn werk en lessen, want ik vind dat de vaardigheden en kennis die studenten opdoen, moeten aansluiten bij actuele maatschappelijke thema’s. Daarbij heb je als wetenschapper ook een zekere verantwoordelijkheid richting de maatschappij, omdat je beschikt over bepaalde kennis. De onderwijsdirecteur zag dat ik maatschappelijke relevantie hoog in het vaandel had staan. Zo’n drie jaar geleden besprak hij zodoende het idee om samen met mij een ontwerp te maken voor een project dat de maatschappij verbindt aan de opleiding. Zo is ‘De Bestemming’ ontstaan. Samen met twee collega’s, Lisanne Stessen en Annerieke Oosterwegel, ben ik nu drie jaar coördinator van het programma.”

Hoe ziet het vak ‘De Bestemming’ eruit?

Studenten tijdens symposium van ‘De Bestemming’

“Het vak spreidt zich uit over het eerste jaar van de bachelor Psychologie. De start is in november en het project eindigt in juni. ‘De Bestemming’ draait om een actueel maatschappelijk vraagstuk. Nu richt het project zich op het vluchtelingenvraagstuk, omdat dit thema sinds 2015 heel sterk speelt. Maar het kan over een paar jaar net zo goed een ander thema zijn, zoals eenzaamheid of duurzaamheid. Het project trapt af met een inspiratiecollege. In dit geval van een vluchteling. Een man die al vijf jaar in Nederland woont, een goede baan heeft, cum laude is afgestudeerd en vloeiend Nederlands spreekt. Een vluchteling die niet geheel aan het stereotype beeld voldoet. Hij draagt bij aan nieuwe perspectieven van mogelijk bestaande beeldvorming bij studenten. Hij stimuleert hen om zelf kritisch na te denken over het vluchtelingenvraagstuk in plaats van kennis zomaar over te nemen uit de media. Na het inspiratiecollege gaan de studenten in subgroepjes aan de slag met het formuleren van een vraagstuk. Dat doen ze door een professional te interviewen die in het werkveld veel met de doelgroep in aanraking komt. Bijvoorbeeld iemand van Vluchtelingenwerk Nederland. Zo komt de vraag niet vanuit de boeken tot stand, maar vanuit de praktijk. Het praktijkvraagstuk combineren de studenten vervolgens met literatuuronderzoek. Het hele jaar door volgen er projectbijeenkomsten en colleges die hen helpen om psychologische theorieën toe te passen. Daarbij worden de studenten ondersteund door een vaste begeleider. Uiteindelijk schrijven de studenten een beleidsrapport waarin suggesties voor een interventie staan beschreven, en presenteren ze hun resultaten aan de hand van posters op een symposium vol activiteiten en lezingen. Daarvoor worden ook externe partijen uitgenodigd. Zo leren de studenten ook nog eens te verwoorden wat ze op papier hebben gezet en hun bevindingen naar een divers publiek te communiceren.”

Vanwaar de keuze om dit vak in het eerste jaar van de studie te laten plaatsvinden?

“Het eerste jaar van de studie vormt de denkwijze van studenten. Als ze in het eerste jaar meteen met maatschappelijke vraagstukken in aanraking komen, lezen ze onderzoeken en artikelen vanuit een maatschappelijk oogpunt, met een bijbehorende kritische houding. Dat vind ik belangrijk. Ik wil niet dat ze op een academisch eilandje werken en dat ‘de maatschappij’ er op een gegeven moment als een soort aanhangsel bij komt. Ik vind het belangrijk dat maatschappelijke relevantie geïntegreerd is in de blik van studenten.”

Kun je een voorbeeld geven van een vraagstuk waar de studenten mee aan de slag gaan?

Studenten presenteren hun idee

“Vorig jaar heeft een groepje studenten parentificatie bij vluchtelingenkinderen onderzocht. Er is sprake van parentificatie wanneer kinderen de rol van hun ouders gaan overnemen. Doordat vluchtelingenkinderen doorgaans sneller de Nederlandse taal leren dan hun ouders, komt het voor dat zij taken oppakken die eigenlijk bij de verantwoordelijkheid van de ouders horen. Dat kan weer leiden tot snelle volwassenheid en te vroeg verantwoordelijkheid nemen. De studenten hebben rond parentificatie een methode bedacht die kinderen aan de hand van onafgemaakte zinnen in boekjes met illustraties helpt om hun emoties een plek te geven. Een voorbeeldzin: ‘Wanneer mama verdrietig is, dan voel ik mij…’. De methode bleek een succes. Centrum ‘45, een van de grootste psychologische instellingen in Nederland dat zich op trauma en vluchtelingen richt, heeft het idee van de studenten daadwerkelijk geïmplementeerd in haar werkwijzen.”

Mooi om te horen dat de ideeën van studenten hun weg naar de praktijk vinden. Hoe zie je echter de balans tussen het leerproces van de student en het eindproduct voor je?

“Het eindproduct telt slechts voor twintig procent mee. Ik vind de bewustwording bij de studenten, de ‘aha-momentjes’, en de kwartjes die vallen gedurende het project wel tien keer belangrijker dan het eindproduct. Het gaat wat mij betreft om de stappen die studenten nemen om ergens te komen, het kritisch nadenken, het oppakken van een vraag vanuit de samenleving en daar psychologische literatuur op toepassen. De linken kunnen leggen. Dat vind ik veel belangrijker. Het gaat erom dat studenten hun eigen moreel kompas ontdekken.”

Hoe reageren de studenten op het project ‘De Bestemming’?

“Aan het begin van het project zijn de reacties vaak anders dan aan het einde. In het begin denken de studenten: ‘Oh nee, extra werk.’ Maar zodra ze het college volgen van de vluchteling verandert hun houding. Veel studenten komen bijvoorbeeld na het college naar hem toe om vragen te stellen. Aan het eind van het project, tijdens het symposium met externe partijen, zie ik ook echt dat de studenten supertrots zijn. En soms refereren derdejaarsstudenten of masterstudenten in de andere vakken die ik geef terug aan ‘De Bestemming’. Dan denk ik: ‘Hé, het heeft dus impact gemaakt!’ Dat dingen beklijven vind ik heel belangrijk.”

‘De Bestemming’ is niet het enige project dat je organiseert. Je bent betrokken bij de Taskforce Diversiteit van de UU en ECHO Expertisecentrum Diversiteitsbeleid, hebt een eigen onderneming en voert promotieonderzoek uit. Waar richt je onderzoek zich op?

“Ik ben benieuwd naar de culturele identiteitsconflicten die kunnen ontstaan bij mensen die met twee culturen opgroeien. Onderzoek wijst uit: hoe meer je in staat bent bepaalde normen en waarden uit verschillende culturen te integreren, hoe gezonder en sterker je identiteit. Maar ik vraag mij af of mensen wel in staat zijn om normen en waarden die ver uit elkaar liggen volledig en stabiel te kunnen integreren. In collectivistische culturen wordt assertiviteit bijvoorbeeld helemaal niet gewaardeerd, terwijl in individualistische culturen het juist heel erg wordt gewaardeerd. Wat gebeurt er als je elke keer tussen die normen en waarden moet wisselen? Heeft dat invloed op het ontwikkelen van een identiteitsprobleem? En zo ja, ben je dan meer kwetsbaar voor angststoornissen of depressiestoornissen? Dat is in het kort waar mijn onderzoek zich op richt.”

Je interesse voor mensen met een biculturele achtergrond en diversiteit vertalen zich ook naar je betrokkenheid bij de Taskforce Diversiteit en ECHO. Kun je wat meer over de taskforce vertellen?

“De Taskforce is een orgaan dat een aantal jaar geleden is opgezet door de UU om meer diversiteit te creëren op de universiteit. We kijken naar hoe divers we al zijn en wat we kunnen doen om de UU nog diverser te maken. Diversiteit gaat niet alleen over migratieachtergrond, maar ook over bijvoorbeeld seksuele geaardheid, functiebeperkingen, en psychische beperkingen. Ik ben heel trots op het stimuleringsfonds dat we met de taskforce hebben opgezet. Studenten kunnen bij het fonds projectvoorstellen indienen om diversiteit te verhogen op de UU en daarvoor een subsidie ontvangen. Zo hebben studenten al voetbaltoernooien georganiseerd voor vluchtelingen en een buddyproject voor internationale studenten opgezet. Vanuit de taskforce zie ik dat er heel veel mensen bezig zijn om diversiteit te verhogen en connecties te maken met andere groepen. Dat vind ik heel mooi om te zien.”

Hoe ziet je betrokkenheid bij ECHO eruit?

“ECHO Expertisecentrum Diversiteitsbeleid is een bureau dat hoger onderwijsinstellingen, organisaties en bedrijven adviseert over hun diversiteitsbeleid. Elk jaar reikt ECHO een award uit om bicultureel talent in de spotlights te zetten. In 2010 was ik zelf voorgedragen voor de award. Nu ben ik Ambassadeur van ECHO. Dat houdt in dat ik het gedachtegoed van ECHO verspreid en betrokken ben bij de events die worden georganiseerd.”

En hoe zit het met je eigen onderneming?

“Met mijn eigen onderneming probeer ik wetenschappelijke kennis toegankelijk te maken voor de maatschappij. Bijvoorbeeld door lezingen en trainingen te geven op het gebied van cultuur en diversiteit. Zo geef ik bijvoorbeeld trainingen aan medewerkers van grote nonprofits die meer met diversiteit willen doen. In april ga ik op bezoek bij het Oranjefonds om een training te geven.”

Tot slot: wat wil je vanuit jouw ervaring op verschillende fronten met het verbinden van de maatschappij en de wetenschap meegeven aan mensen die een project op dit gebied willen starten?

“Het is belangrijk om echt overtuigd te zijn van je project en de maatschappelijke relevantie ervan. Je moet een hart en passie voor het onderwerp hebben waaraan je werkt. Dan lukt het je om mensen met je mee te krijgen.”

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *