EnschedeLAB werkt met goed gestelde vragen uit de stad
In de laatste van de reeks webinars van de City Deal Kennis Maken voor de zomerstop vertelde op 11 juni Wiro Kuipers over het EnschedeLAB, een van de projecten van de City Deal in de Enschede. Het stellen van de juiste vraag is cruciaal voor het succes van het project.
Begin 2018 zijn de gemeente Enschede, Hogeschool Saxion, Universiteit Twente, ROC van Twente en Aki/ArtEZ het EnschedeLab begonnen. Studenten van deze vier kennisinstellingen werken hier naast hun studie samen aan maatschappelijke vraagstukken die spelen in de stad. Studenten leren er samenwerken en op een creatieve manier oplossingen te bedenken om Enschede verder te helpen. Sinds 3 maanden is Wiro Kuipers, tevens CDKM-trekker in de stad, begonnen als coördinator van het lab.
Na twee pilotrondes begint in september de tweede fase van het project, met zogenaamde periodieke nano-challenges. Wiro: “Uniek is dat studenten over de grenzen van hun kennisinstelling heen werken aan de missie die we formuleerden. En dat we de stad daarbij als ‘proeftuin’ kunnen gebruiken helpt om onze intenties waar te maken.”
Iedereen heeft talent
De ideologie van het EnschedeLAB is dat iedereen talent heeft. “Wij geloven in talent”, licht Wiro toe. “Ongeacht wie je bent of waar je vandaan komt. Dus niet alleen de mensen in de collegebanken.” Voor sommigen is talent intellectueel van aard, anderen kunnen juist heel goed iets met hun handen. Wanneer je dat talent ontdekt en benut kunnen anderen er ook iets aan hebben. Je kunt ermee van betekenis zijn, iets bijdragen. Wanneer we onze talenten samenbrengen en aanwenden kunnen we met zijn allen de wereld iets mooier maken. Elk talent voegt iets toe. Daar geloven wij in.”
Want talent kan juist de stad verrijken en haar helpen met uitdagingen en vraagstukken. En als Enschede de talenten inzet, helpt dat weer studenten om de stad en haar inwoners beter te leren kennen. Deze belofte van het EnschedeLAB past dan ook goed bij waar de City Deal voor staat, benadrukt Wiro: ‘maak kennis met de stad.’ “Wat we willen is dat talent wordt aangewend, van wie dan ook. We kijken vaak naar studenten, maar alle inwoners hebben talent. Dat talent samenbrengen en inzetten kan helpen om stedelijke vraagstukken op te lossen. We willen kennis ontsluiten uit de kennisinstellingen, en we willen nieuwe kennis maken: door mét de stad op elkaars ideeën voort te bouwen.”
Er zijn vraagstukken en uitdagingen genoeg op zowel ruimtelijk als sociaaleconomisch vlak in de ambitieuze stad om aan te werken. De talenten die Enschede daarvoor verwelkomt weet ze alleen nog niet vast te houden. Dat komt omdat deze talenten te weinig weten van welke uitdagingen en mogelijkheden er zijn voor hen in Enschede en de omliggende regio. Ondanks dat ze bij een van de vier kennisinstellingen in de stad studeren. Wiro: “Tegelijkertijd benut de stad het aanwezige talent te weinig, terwijl ze bij uitstek de leeromgeving is die alles te bieden heeft. Dat is zonde.”
Meerdere vliegen in één klap
Met de missie van het EnschedeLAB om stad en talent samen te brengen en te koppelen, slaat het project meerdere vliegen in één klap. Wiro: “We dragen bij aan het realiseren van stedelijke ambities, we wenden talent aan en brengen dat samen: we leren van elkaar door samen te werken. Daarnaast geven we vorm aan projectgericht en interdisciplinair studeren en brengen we nieuwe kennis naar de stad. Ook laten we studenten de mogelijkheden zien om bij te dragen in de stad/regio en het Twentse bedrijfsleven.”
Voor partijen uit de stad met een vraagstuk biedt het EnschedeLAB toegang tot nieuwe kennis, voor kennisinstellingen en docenten moedigt het lab aan het onderwijs te richten op stedelijke thema’s. Studenten krijgen de gelegenheid de stad beter leren kennen en hun opgedane kennis ervoor in te zetten. Ze worden daarbij wel verwacht de handen uit de mouwen steken en iets van zichzelf laten zien. Ze kunnen hun ideeën en talenten delen met anderen en gaan naar buiten, de stad in. Dus uit de persoonlijke comfortzone.
Structureel in opleidingsaanbod
De ambities van het EnschedeLAB is om de benadering structureel in het opleidingsaanbod van de vier kennisinstellingen in te bedden. Als afzonderlijk programma per 2020-2021, maar mogelijk ook ingebed in bestaande vormen van projectonderwijs. Het doel is om de studenten elk kwartaal een nano-challenge te laten uitvoeren. Hierbij gaan studenten 4 dagen onder leiding van een coördinerende docent multidisciplinair aan de slag met een vraagstuk. Thema’s zijn bijvoorbeeld eenzaamheid van internationale studenten in de corona-tijd of hoe betrokkenheid van niet-digitale vaardige mensen kan worden verbeterd. Deze aanpak wil het EnschedeLAB breder inzetten om ook via stages, afstuderen en extracurriculaire activiteiten bij te dragen aan vraagstukken. Het lab wil verder ook verduurzamen als herkenbare plek om talent aan te wenden voor de stad.
De juiste vraag
In het succes van de aanpak is het essentieel dat de juiste vragen worden gesteld, benadrukt Wiro. Of die nu komen van een bewonersinitiatief, sportvereniging, buurtbedrijf, woningcorporatie of van de gemeente. In één van de twee pilots waar het EnschedeLAB mee begon, was de vraag bijvoorbeeld ‘Hoe kunnen we Enschede een duurzamer karakter geven?’. Die vraag bleek te abstract, aldus Wiro. “De oplossingen die de studenten bedachten waren mooi, maar sloten toch niet aan op wat de gemeente beoogde.”
Maar wat is dan een goede vraag? Dat is er volgens Wiro een die concreet is gesteld, maar tegelijk niet te smal is. Het doel ervan moet duidelijk zijn en hij moet uitdagen en prikkelen, ‘niet vaag zijn, maar gaaf’. Verder moet de vraag je aan het denken zetten en stimuleert het juist creativiteit als je het stelt in de ‘hoe kunnen we’-vorm. Positief formuleren werkt nu eenmaal het beste, aldus Wiro. “Dan ben je enthousiaster om mee te werken.”
Wiro geeft het spel Donkey Kong als voorbeeld waarin de belangrijke bouwstenen van een goede vraag in zitten. Er is een speler (Mario) met een duidelijk einddoel (trouwen met de prinses). Hij wordt daarbij gehinderd door een aap, maar krijgt ook hulp door allerlei middelen. En het spel speelt zich af in een bepaalde setting. Aan de hand van die elementen kun je een goede vraag opbouwen: <hoe> kan <wie> <waar> <wat> <werkwoord>, zodat <waarheen/waartoe/de bedoeling>? Dit laatste deel is de gewenste uitkomst. “Die verraadt niet het antwoord, maar laat de maatschappelijke relevantie zien.”
Dat het helpt om een beeld te hebben van een gewenste uitkomst bleek bijvoorbeeld onlangs, toen Wiro als coach van het event Create Tomorrow een Surinaamse groep voor zich kreeg. Dat team werkte aan de vraag: “Hoe kunnen we oudere woningen in Enschede gasloos verwarmen?” en had geen idee van hoe woningen in Nederland verwarmd worden, wie er eigenaar van zijn en waartoe we hier beogen geen aardgas meer te gebruiken. Na de nodige uitleg bleek de passende vraag dan ook: “Hoe kunnen bezitters van woningen uit de jaren 50/60 (in Enschede) hun huis op een natuurlijke manier verwarmen, zodat we minder afhankelijk zijn van schaarse energiebronnen?”
De framing voor een goede ontwerp vraag: <hoe> kan <wie> <waar> <wat> <werkwoord>, zodat <waarheen>? is nu het houvast voor het benoemen van specifieke challenges, met een duidelijk doel, voor de inzet van het EnschedeLAB. “Zodat studenten er meteen in kunnen duiken, en met specifieke oplossingen kunnen komen,” aldus Wiro “en zodat we met veel meer specifieke vragen aan de slag kunnen. Zo voeden we de opleidingen ook weer met extra vragen om ‘challenge based learning’ vorm te geven.”
Zie voor een verdere bespreking van een goede vraag de bijgevoegde PPT presentatie en lees ook het interview dat Wiro gaf met de Saxion hogeschool: https://www.saxion.nl/nieuws/2020/mei/wiro-kuipers-hoopt-ondanks-coronacrisis-op-estafette-effect-met-enschedelab
Laat een reactie achter