Experimentele ruimte van de CityDeal Inclusieve Stad brengt mensen in beweging

Zaanstad is één van de vijf gemeentes die experimenteert met een nieuwe aanpak in het sociaal domein binnen de CityDeal Inclusieve Stad. We vroegen projectleider Mark Koetsier waarom Zaanstad meedoet en welke lessen hij ziet in de experimenten rond deze CityDeal.

Waarom doet Zaanstad mee met de CityDeal?

“In Zaanstad zijn we bezig geweest met de armoedeopgave, en is er veel nieuws gegenereerd met o.a. het maatwerkbudget. Dit budget van rond de vier ton konden wijkteams inzetten waar zij dat als nodig beoordeelden, zonder tussenkomst van gemeenteambtenaren. Dat is best spannend: in deze setting geef je wijkteams een mandaat om te beschikken over gemeentelijke voorzieningen. Met deze pilot is de basis gelegd voor onze deelname aan de CityDeal, en merkte we dat de behoefte aan maatwerk breder is dan alleen armoedevraagstukken. Met de CityDeal willen we geleerde lessen delen, maar ook doortrekken naar andere opgaven in het sociaal domein.”

Het onderzoek dat is uitgevoerd aan het begin van de CityDeal bracht in kaart waar ‘systeemwereld’ en leefwereld in het sociaal domein botsten. Dit leverde de nodige knelpunten op. Welke zie je terug in Zaanstad?

“Zaanstad kent grotendeels dezelfde uitdagingen als de andere steden in de CityDeal, maar organiseert de ruimte voor de professional om te ‘doen wat nodig is’. We zetten in op ontschotting van regelgeving, met bijvoorbeeld een integrale verordening en één budget. We geloven dat er een  cultuuromslag nodig is bij professionals, om vervolgens de ruimte te pakken die wet- en regelgeving biedt. Zo’n transformatie is ook bij ons ambtenaren of de politiek nodig. Er blijkt nog een heilig geloof in beslisbomen en kaders om budgetten te beheersen. De meeste vragen die ik kreeg naar aanleiding van het maatwerkbudget is ook de angst voor misbruik van maatwerk. Onze wet- en regelgeving gaat nog vaak uit van wantrouwen of we denken toch te vaak in termen van ‘niet-willers’ en misbruik, in plaats van uit te gaan van ‘niet-kunners’ en welwillendheid.”

“Door op casusniveau helder te maken dat dit wantrouwen ons op lange termijn ook geld kost en dat maatwerk juist kostenbesparend kan werken, willen we de business case maken om uiteindelijk in ons systeem meer ruimte te benutten en daarmee ook vertrouwen te geven aan het goede gesprek tussen inwoner en (wijkteam)professional.”

Welke experimenten voert Zaanstad uit in het kader van de CityDeal?

“Concreet richten we ons bijvoorbeeld veel op schuldenproblematiek. Door steeds door te rekenen hoe een maatwerk-oplossing niet alleen een meer structurele oplossing biedt, maar ook proceskosten bespaart door bijvoorbeeld minder handhaving en minder kwijtscheldingen, laat je zien hoe je slimmer kunt werken. De overheid is vaak de grootste schuldeiser: maar je ziet vaak schizofrene situaties waar de ene afdeling handhaaft of schulden int, terwijl de andere afdeling dit moet compenseren met bijzondere bijstand, uiteindelijke bewindvoeringskosten en/of een traject schulddienstverlening. Dat kost veel geld, maar levert zowel overheid als burger niets op.”

Hoe pakken jullie zo’n experiment aan?

“Door steeds weer aan de hand van zo’n casus te laten zien wat een maatwerkaanpak oplevert en hoe dit eruit ziet in de leefwereld. Door het verhaal van die burger te vertellen, krijgt ook de beleidsmaker op afstand een beter beeld van hoe processen het leven ‘aan de keukentafel’ beïnvloeden. We merken dat dit beleidsmakers en bestuurders helpt om te denken vanuit het gewenste doel, en niet vanuit de regelgeving.”

“Een goed voorbeeld is dat van een dochter die aanklopte bij het wijkteam. De ouders waren dementerend, en moesten eigenlijk worden opgenomen in een instelling – een zorg-zwaartepakket onder de wet langdurige zorg (Wlz). Kosten: al gauw één ton per jaar. De dochter gaf aan een mantelzorgwoning in de tuin te willen laten plaatsen om haar ouders zelf te verzorgen. Dat kostte 40.000 euro. Er zijn dan twee opties: niks doen en de zorgverzekeraar de zorgkosten voor de instelling laten betalen (de perverse prikkel), óf vanuit het participatie-ideaal de mantelzorgwoning betalen. Dit  initiatief van de dochter om voor haar ouders te willen zorgen, zou je toch ook als overheid willen faciliteren. We zijn het gesprek met de zorgverzekeraar aangegaan, om de mantelzorgwoning wellicht samen te financieren. Helaas kunnen zij op basis van wetgeving alleen geld besteden aan zorg, en zo’n woning valt daar niet onder volgens de wet. Niet alleen moreel, maar ook financieel een gemiste kans.”

“Deze casus laat heel concreet zien hoe regelgeving in de weg kan staan. Daarom is het nodig om tot een meer integraal stelsel te komen. In Enschede zijn ze hier bijvoorbeeld al een stap verder: hier is een gezamenlijk budget gemaakt tussen gemeente en zorgverzekeraar, waar die ruimte voor het maatwerk over de grenzen van de Wmo, Wlz en Zvw wel mogelijk is.”

Hoe reageren de burgers die ondersteuning krijgen vanuit de experimenten?

“Eigenlijk reageren ze heel verrast en blij op de geboden aanpak. Aan de andere kant is maatwerk voor sommige inwoners ook eng; je weet niet altijd waar je aan toe bent. Daarnaast is maatwerk kwetsbaar, omdat het afhankelijk kan zijn van veel factoren. De interpretatie van die ene professional wordt dominant, en dat maakt het wel spannend. Toch geloof ik dat het gelijkheidsbeginsel in dit verband een mythe is. Zoals voormalig minister Donner al zei: van gelijke gevallen gelijk, naar ongelijke gevallen ongelijk. Die uniciteit in mens en situatie moet je in het sociaal domein omarmen en júist het uitgangspunt van hulpverlening maken.”

Wat kunnen andere gemeenten leren van Zaanstad?

“Ons maatwerkbudget laat zien dat een brede geldstroom voor het sociaal domein succesvol kan zijn. Met zo’n innovatieve aanpak ben je vaak juist goedkoper uit, en door dat brede budget biedt dit weer kansen op een ander gebied. Daar is wel durf voor nodig, zeker bij kleine gemeentes waar het budget van het sociaal domein een enorme impact heeft. Schiet niet in de controlekramp, maar kijk verder dan je eigen budgetten en benut de kansen die daar liggen.”

Wat is jouw boodschap aan gemeenteambtenaren in het sociaal domein?

“Investeer in de competenties van die wijkprofessional en pak de ruimte. Laat je werk niet beheersen door mogelijke financiële risico’s of de angst voor misbruik van maatwerk of precedentschepping, maar maak gebruik van de ruimte die wetgeving biedt. Elk probleem is in zichzelf uniek, net als elk mens uniek is. Er is geen enkele beslisboom die de afweging kan maken wat een burger met een uniek probleem nodig heeft.”

Waar ben je het meest trots op tot nu toe?

“In deze hele zoektocht van de CityDeal was het wij-zij gehalte vaak hoog. De gemeente wees naar Den Haag, en vice versa. Juist door samen naar die casuïstiek te kijken, werp je ook als gemeente een kritische blik op jezelf. Door uit te gaan van die casussen, is wij-zij een wij geworden. Het mooie van de CityDeal is dat je van inwoner tot minister betrokken bent bij zo’n casus: iedereen kijkt mee. Het verhaal van de cliënt verbindt, en er wordt vaak onderschat hoe waardevol dit is. Vanuit een gezamenlijke opgave naar een gezamenlijke oplossing: dat is heel gaaf!”

Dit bericht is overgenomen van gemeentenvandetoekomst.nl

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *