‘Expertsessie kennismakelaars: verbinders van onderwijs, onderzoek en stad’

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

De school uit, de stad in. Dat is kortgezegd het doel van de City Deal Kennis Maken. Dat betekent dat hogescholen en universiteiten slimme samenwerkingen moeten aangaan met elkaar en andere stedelijke partners. Het aangaan van zulke samenwerkingen is complex en tijdrovend. Daarom zijn in veel steden trekkers aangesteld om actief de juiste mensen met elkaar te verbinden en de uitwisseling van kennis en ideeën te bevorderen. Medio mei kwamen deze kennismakelaars uit heel het land naar Utrecht voor een eerste expertsessie, om ook het onderlinge leren te bevorderen. Tijdens de eerste bijeenkomst stonden vier thema’s op de agenda. Aan de hand van enkele stellingen en vragen van de aanwezigen werkten we de thema’s uit.

Delen en borgen van de opgebouwde kennis en netwerken

“Hoe vind ik binnen mijn instelling wat er allemaal gebeurd en hoe maak ik dat op een aantrekkelijke manier zichtbaar voor anderen?”

Op hogescholen en universiteiten gebeurd ontzettend veel. Kennisinstellingen tonen zich via hun onderwijs en onderzoek steeds meer betrokken bij de samenleving. In de wetenschappelijke literatuur wordt die ontwikkeling geplaatst onder de noemer van de ‘engaged university’.

Schematische weergave van de activiteiten van de ‘enaged university’. Bron: NCCPE.

Een grote uitdaging voor de kennismakelaars is om inzicht te krijgen in de vele samenwerkingen die de afgelopen jaren zijn ontstaan. Zo zijn er docenten die zelfstandig kleinschalige samenwerkingen hebben opgezet met stedelijke partners, bijvoorbeeld door praktijkbezoeken te doen of door professionals als gastspreker uit te nodigen. Ook zijn er de laatste jaren vele minoren gekomen die zich specifiek richten op stedelijke vraagstukken en op die manier actief betrokken zijn in een buurt of bij een organisatie (de minor ‘Meedoen op Zuid’ is hier een mooi voorbeeld van). Tot slot zijn er ook steeds meer door studenten gerunde organisaties gekomen die samen met bewoners of bedrijven aan projecten werken (zoals Enactus of De Kleine Consultant) . De successen en geleerde lessen van deze projecten zijn belangrijk voor de kennismakelaars bij het vormgeven van nieuwe samenwerkingen.

“Ik ben continu op zoek naar goede voorbeelden, waarmee ik anderen kan inspireren.”

De afgelopen jaren hebben veel instellingen de ‘laat-duizend-bloemen-bloeien’-strategie gehanteerd. Hoewel dit heeft geresulteerd in prachtige initiatieven, zijn de relaties die zijn ontstaan ook precair. Bij de kennismakelaars leeft daardoor de vraag: hoe zorg je voor duurzaamheid en focus?

“Er zijn veel verbindingen en samenwerkingsverbanden tussen kennisinstellingen en stedelijke partners. Die zijn vaak persoonsgebonden en daarmee vluchtig. Als de contactpersoon vertrekt is de opgebouwde kennis/relatie ook weg. Het delen en borgen van de kennis is daarmee een aandachtspunt.”

Focus en gezamenlijke agenda

Om kennisinstellingen met de stad te verbinden, worden veel nieuwe partnerschappen gesloten. Elke samenwerking is uniek en vraagt telkens iets anders. De kennismakelaars besteden veel tijd en energie aan het bijeenbrengen en afstemmen van de doelen en mogelijkheden van de (potentieel) samenwerkende partijen. De kennismakelaars werken hard om de transitie te maken van kleinschalige ad-hocprojecten, naar meerjarige samenwerkingen die maatschappelijke impact realiseren. De kennismakelaars zijn zowel aanjager als verbinder bij het tot stand brengen van zulke multistakeholderinitiatieven. Een complex proces, waarbij de deelnemers zich ‘in hun positie vaak zowel bevoorrecht als eenzaam voelen’. Maar:

“Als het lukt om binnen de organisatie mandaat te krijgen en een ‘coalition of the willing’ te vormen, dan gebeuren de mooiste dingen!”

Inflexibiliteit en angst als grootste belemmeringen   

Bij het realiseren van die mooie dingen merken de kennismakelaars dat er vanuit de kennisinstellingen zelf soms sprake van weerstand is. Om de stad als rijke leeromgeving te benutten, moeten hogescholen en universiteiten buiten hun ‘comfortzone’ treden. Een voorbeeld daarvan is het zoeken naar ruimte in het curriculum. De wens om als kennisinstelling te werken met partners uit de praktijk en bij te dragen aan het oplossen van actuele vraagstukken, rijmt vaak moeilijk met de structuur van vaststaande roosters, leeropbrengsten en toetsmomenten waar studenten en docenten inmiddels aan gewend zijn geraakt. Daarbij vraagt het zijn van een ‘engaged university’ van kennisinstellingen niet alleen een andere houding ten aanzien van de stad, maar behelst het ook diepere didactische en organisatorische veranderingen. Die veranderingen stuiten op weerstand, die de kennismakelaars in hun dagelijkse werkzaamheden proberen te overwinnen.

“De grootste belemmering wordt gevormd door starre organisatiestructuren en angstige organisatieculturen. Veel mensen willen graag overzicht en controle houden en ongetemde en chaotische processen buiten de deur houden.”

Bouwen aan een kennisinfrastructuur

“Ik ben erg benieuwd naar ervaringen van andere kennismakelaars en hoe zij omgaan met de hobbels op hun weg.”

De komende maanden werken deze kennismakelaars met elkaar aan een levendige kennisinfrastructuur waarin ze op laagdrempelige wijze geleerde lessen, succesverhalen en andere inzichten delen. De kernvraag voor de komende maanden is dan ook:

“Hoe kunnen we samen leren?”

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *