Geef steden ‘ruimte’ om duurzaam te worden

Om vaart te maken met duurzame energie, moet het Rijk steden snel veel meer ruimte geven. Verouderde wetten, uit de tijd dat elektriciteits- en gasvoorziening gecentraliseerde taken van nutsbedrijven waren, frustreren duurzaamheidsoplossingen in steden.

Buurtbewoners mogen geen zonnepanelen op het dak van een bouwcentrum in de Amsterdamse Westerparkbuurt leggen. Wetgeving verhindert de samenwerking tussen bewoners en een ondernemer in de buurt, omdat de Belastingdienst eist dat de zonnepanelen en het onderliggende dak van dezelfde eigenaar zijn. Omdat het pand stond op gemeentelijke erfpachtgrond, was dat strikt juridisch niet mogelijk.

Een café in Amsterdam-Noord mag niet koken op het biogas uit het eigen vergiste keukenafval. Want het is volgens nationale wetgeving niet toegestaan om een gastank te hebben die groter is dan een campinggasfles.

Het Amsterdamse havenbedrijf is verboden om een elektriciteitsnetwerk neer te leggen om zo direct de energie van de windmolens op eigen grond te kunnen gebruiken. De Splitsingswet belemmert namelijk de combinatie van het opwekken en transporteren van elektriciteit door hetzelfde bedrijf.

Nationale regelgeving

Het zijn slechts enkele voorbeelden uit Amsterdam waarbij niet het gebrek aan ideeën of ambitie van bewoners en lokale bedrijven, maar nationale regelgeving duurzaamheid tegenhoudt. Steden, waar oplossingen en pragmatisme vaak boven politiek gaan, schreeuwen al tijden om het wegnemen van regels voor beter milieubeleid.

Of Polen of China internationale klimaatdoelstellingen toezegt of niet, of de olieprijs hoog of laag staat, in steden is men dagelijks bezig met het bouwen van huizen en de inrichting van bedrijventerreinen. Het zijn de steden die in beperkte ruimte keuzes maken tussen fietspaden en autowegen, tussen parkeerplekken of plantsoenen. Elke dag weer moeten ze de straat op voor het legen van afvalcontainers en het vegen van stoepen.

Vorige week besloot de rechter dat de gevolgen van klimaatverandering zo ernstig en bovendien onomkeerbaar zijn, dat burgers recht hebben op bescherming daartegen. In de berichtgeving over de ‘klimaatzaak’ (Ten eerste, 25 juni) werd geschreven over ‘een strenge vermaning aan ‘de’ politiek’.

Dit is onjuist. De overheid is verdeeld als het gaat om het aanpakken van duurzaamheid. Gemeenten roepen al langer om meer ambitie. Want duurzame oplossingen zijn per definitie decentraal: op een dak of in een huis, in een straat, op een bedrijventerrein of in een woonblok. Alleen zit de wetgeving voor energie en afvalverwerking nog vast in centralistische fossiele systemen uit de vorige eeuw.

Ruimte

Het kabinet is veel te laks in de erkenning daarvan. Bij minister Kamp mogen nu eindelijk slechts tien lokale elektriciteitsprojecten voor een experiment worden aangemeld. Minister Plasterk gaat een experimentenwet invoeren in 2017. Dit is veel te weinig en bovendien te laat.

Om zonnepanelen gezamenlijk op een dak in de buurt te leggen is geen jarenlange aanvraag voor een experiment nodig, met een tijdrovende evaluatie en ellenlange besluitvorming. In de steden weten we al dat het kan en hoe de techniek werkt. Het enige wat nodig we nodig hebben, is ruimte. Ruimte voor het afschaffen van onnodige regels.

Hoewel steden maar een marginaal deel van de oppervlakte beslaan, woont meer dan tachtig procent van de Nederlanders er. Er wordt verreweg de meeste energie verstookt. Geef steden de ruimte en wie weet zijn de klimaatdoelstellingen van de klimaatzaak al grotendeels gehaald, sneller dan een kabinet een experimentenvergunning op papier kan zetten.

Op de website viezeregels.nl verzamelt D66 Amsterdam regels die duurzaamheid in de weg staan.

Marijn Bosman is gemeenteraadslid voor D66 in Amsterdam. Dit artikel is eerder gepubliceerd in De Volkskrant.

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *