Iedereen leert in de professionele werkplaatsen

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Van zorgorganisaties, gemeenten tot bedrijfsleven. Fontys werkt steeds meer samen met het werkveld in talloze professionele werkplaatsen (PW). Wat komt er kijken bij deze rijke leeromgevingen? Om niet steeds opnieuw het wiel uit te vinden werkt het WIN-project aan een instrumentarium voor het versterken van bestaande en het ondersteunen van nieuwe initiatieven. Onderzoekers Miranda Snoeren en Sofie Moresi vertellen meer. ‘Professionals worden meegezogen in het leerproces van studenten.’

Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Cultuur & Communityvorming en Externe Verbinding.

Fontys Hogescholen heeft samen met diverse sectoren  al verschillende professionele werkplaatsen opgezet, een voorbeeld hiervan zijn de Partnerships Sportkunde waar er een samenwerking is met negen steden waaronder Eindhoven, ‘s Hertogenbosch en Maastricht. Zo’n vierhonderd studenten zijn binnen deze samenwerkingen actief. Al heten deze werkplaatsen allemaal anders. Of het nu de Partnerships Fontys Sportkunde zijn, zorginnovatiecentra en –netwerken (ZIC en ZIN) of Sociale Innovatie Centra (SIC), ze hebben allemaal één ding gemeen: het zijn authentieke leer- en onderzoeksomgevingen, waarin studenten, docenten en professionals vernieuwingen helpen vormgeven in de beroepspraktijk. In Breda begeleiden bijvoorbeeld studenten van de Fontys Sporthogeschool activiteiten in wijken, op scholen en in de openbare ruimte en doen ze daar ook onderzoek. Dit alles met als doel om de burger meer te laten bewegen.

Miranda en Sofie verzorgden in Estland een workshop over de werkzame elementen van een professionele werkplaats.

Professionele werkplaatsen

Hoe ziet zo’n professionele werkplaats eruit? Het gaat om een fysieke omgeving buiten de Fontysmuren, binnen een publieke organisatie, soms gecombineerd met een online-omgeving. Het betreft een langlopende samenwerking tussen tenminste één kennisinstelling en één praktijkinstelling, bijvoorbeeld in de zorg of dienstverlening, maar meestal zijn meer organisaties betrokken. De werkplaats zelf kent een mix van functies: leren van studenten, opleiden of scholen van medewerkers, verbetering of vernieuwing van dienstverlening, onderzoek en kennisontwikkeling. Het doel van de werkplaatsen is dan ook om bij te dragen aan de ontwikkeling van betrokkenen en innovatie van de dienstverlening. Want, zo stelt het project: ‘verwevenheid van onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk is de sleutel tot het succesvol voorbereiden van professionals op de toekomstige maatschappij en het toekomstige werkveld.’

Veranderende omgeving

Miranda Snoeren.

Maar wat hebben ze nu echt nodig om dat te doen? Hoe zorg je voor kwaliteit? Begin 2018 startte Fontys daarom een onderzoeksteam om dat in kaart te brengen: het vierjarige WIN (Werkplaats INstrument)-project. In de eerste twee jaar stond de vraag centraal: wanneer is er sprake van kwaliteit van professionele werkplaatsen en wat is daarop van invloed? In de komende twee jaren gaat het dan om de vraag: hoe moet een instrument eruitzien dat de kwaliteit van professionele werkplaatsen in kaart kan brengen en bevorderen?

“Er komen steeds meer van dit soort initiatieven zoals de werkplaatsen”, vertelt onderzoeker Moresi. “Onze omgeving verandert snel, als professionals moeten we daarin mee. We zien dat de hogeschool steeds meer maatschappelijke impact wil hebben in de regio. Er is een intensief werkveld ontstaan rond thema’s als zorg, gezondheid en bewegen. We krijgen als hogeschool allerlei vragen uit de praktijk. Hoe kunnen we die oplossen? Daar zetten we studenten voor in. Voor de studenten zelf biedt dit juist weer een authentieke leeromgeving, weg van het onderwijslokaal. Dit komt allemaal samen in de werkplaatsen. Ook voor professionals uit zorg en gemeenten vormen de werkplaatsen een leeromgeving. Ze worden meegezogen in het leerproces van de studenten. De kracht is dat vanuit de praktijk beiden investeren. Het blijft niet alleen bij de student. Samen zoeken ze naar een oplossing. Alle actoren in een werkplaats zijn gelijk. Ook de student is een expert. Die brengt kennis mee, net als de professional. Dat maakt de leeromgeving rijker. De student wordt gezien als partner.”

Instrumentarium

Om niet steeds het wiel opnieuw uit te hoeven vinden, werkt het WIN-project dus aan een instrumentarium om het beroepsproces te verbeteren. Moresi: “Een professionele werkplaats is een langdurig proces. We gaan een samenwerking aan voor jaren. Het gaat tenslotte om het werken aan complexe vraagstukken. Die kun je niet met één discipline oplossen. Je moet wel elkaars expertise inzetten. Vanuit het WIN-project willen we samen met de beroepspraktijk deze omgevingen (verder) ontwikkelen, en een instrumentarium bouwen waarmee ze hun kwaliteit kunnen versterken.”

“Natuurlijk kun je geen blauwdruk ontwerpen die je voor elk initiatief kunt toepassen”, vult Snoeren aan. “De vraagstukken waaromheen een werkplaats is georganiseerd zijn daar te complex voor. Elke werkplaats is weer anders. Hoe je het inricht hangt heel erg af van die context. Ons onderzoek geeft handvatten en richting. In ieder geval moet je bij de ontwikkeling alle stakeholders, -docenten, studenten, professionals, cliënten, managers-, actief betrekken alsook  samenwerking en kennisdeling bevorderen.”

Expertmeeting rondom de ontwikkelingen in het WIN-project.

Onderzoek

Nu dat de eerste twee fasen zijn afgerond ligt er een definitie en een theoretisch model. Snoeren: “Wat is precies een professionele werkplaats? Daarvoor hebben we interviews en een literatuurstudie gedaan en daaruit hebben we een model ontwikkeld. In de tweede fase zijn we echt langs een aantal werkplaatsen gegaan waar we ook met andere stakeholders hebben gesproken, zoals cliënten, professionals, studenten en docenten. Deze casestudies hebben geholpen het theoretische kader te testen en te verfijnen. Doel van ons onderzoek is om de professionele werkplaatsen verder te helpen.”

Sofie Moresi.

Hoe organiseer je dat? Snoeren: “We hebben zes elementen gevonden, zoals het vormgeven en onderhouden van relaties en een ontwikkelingsgerichte en open cultuur waarin iedereen leert. Deze elementen beïnvloeden elkaar wederkerig. Binnen en professionele werkplaats die goed functioneert, zijn al deze elementen sterk aanwezig. Ze zorgen er voor dat het lerend en onderzoekend samenwerken met en tussen alle betrokkenen tot zijn recht komt.  De volgende fase is om een zelfevaluatie te ontwikkelen. We willen daarbij het werkveld actief betrekken en horen wat zij nodig hebben. Eerst maken we een quick scan die werkplaatsen in kunnen zetten om vanuit een multi-stakeholder perspectief samen te evalueren hoe ze ervoor staan met de werkplaats. Het is als een foto opname van wat goed gaat en minder goed gaat. Die fase start vanaf januari 2020. Daarna willen we een toolbox gaan maken, een instrumentarium ontwikkelen die werkplaatsen in kunnen zetten om hun kwaliteit te verbeteren. Dat is het uiteindelijke doel van het WIN-project.”

Uiteindelijk moet dit als een eyeopener gaan werken, stelt Moresi. “Het laat zien dat er een bepaalde structuur is waarmee je andere paden kunt bewandelen met je organisatie. Alleen in onderwijslokalen kennis opdoen is niet meer van deze tijd. Studenten gaan steeds meer naar buiten. Dan krijg je hele andere dynamiek, maar het vraagt wel een andere instelling. Ook voor professionals is het nieuw. Die moeten openstaan om te leren en samen te werken met studenten. Dit is een nieuwe dimensie die de professionele werkplaatsen toevoegen.”

Twee voorbeelden van professionele werkplaatsen:

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *