‘Lectoren van de Zuyd Hogeschool bundelen krachten voor de toekomst van Zuid-Limburg’
Zuid-Limburg is een prachtige, bourgondische regio. Maar het gebied heeft met flinke uitdagingen te maken op het gebied van gezondheid, vitaliteit en stedelijke ontwikkeling. Op de Zuyd Hogeschool slaan lectoren de handen ineen om deze complexe problematiek het hoofd te bieden, waaronder ook Susy Braun, lector Voeding, Leefstijl & Bewegen en Nurhan Abujidi, lector Smart Urban Redesign. Samen met studenten, gemeenten en andere lokale partners van Zuid-Limburg werken zij aan een gezonde en leefbare regio. Hoe pakken zij deze ambitieuze opgave aan?
Hoe ziet jullie rol eruit wat betreft het werken aan de regio Zuid-Limburg?
Susy: Nurhan en ik hebben elkaar gevonden in de transitie van Zuid-Limburg op het gebied van gezondheid, vitaliteit en urban redesign. Als je aan de gezondheidsproblemen in deze regio wilt werken, is het belangrijk om samen te werken. Gezondheid en vitaliteit kun je immers niet los zien van de omgeving. Je gezondheid ligt deels in je eigen handen, maar is ook afhankelijk van je leefomgeving. Zijn er bijvoorbeeld gelegenheden in de buurt om actief te zijn? Kunnen kinderen veilig op straat spelen? Kun je naar je werk fietsen?
Nurhan [vertaald uit Engels]: Ik ben het eens met Susy. Ik heb een achtergrond in architectuur en stedenbouw. Ik zie de stad als een complex geheel. En complexe problemen vragen om samenwerking. Er wordt veel geïnvesteerd in deze regio, maar de impact is (nog te) gering. Voornamelijk omdat er vaak sectoraal en thematisch gewerkt wordt. Daarnaast romantiseert de lokale politiek Zuid-Limburg. Zo’n honderd jaar geleden was deze regio het centrum van de wereld. Men wil liever niet breken met dat imago en de mentaliteit die daarbij hoort. Mede hierdoor worden maatschappelijke uitdagingen matig erkend. Verder heeft de regio te maken gehad met een soort van sociaal trauma. De mijnen in Zuid-Limburg brachten welvaart in Nederland. Op het moment dat die werden gesloten, verdween veel van de bijbehorende infrastructuur en het erfgoed. Een belangrijke bron van trots in de regio werd vernietigd. En opeens speelde de regio geen belangrijke rol meer in de dynamiek van Nederland. Met deze context hebben wij hier te maken, maar we zien veel kansen om een nieuwe, positieve cyclus in gang te zetten en een impuls te geven aan de regio.
Kunnen jullie een voorbeeld geven van interventies die jullie doen?
Susy: Er liggen grote uitdagingen in de gemeente Kerkrade, met name in Kerkrade-West. De gemeente staat al jaren bekend als de meest ongezonde gemeente van Nederland. Om beweging op gang te brengen, letterlijk en figuurlijk, organiseren we enerzijds zelf programma’s die erop gericht zijn om wijken te ontsluiten en met elkaar te verbinden. Anderzijds werken we intensief samen met lokale partijen. Een van de projecten is bijvoorbeeld het Center Court, een concept waarin bewegen, sport, kennis, zorg en onderwijs samenkomen. Bij dit project is Hogeschool Zuyd vanaf 2014-2015 intensief betrokken. We werken vanuit meerdere lectoraten samen met de initiatiefnemers van het project – drie van origine Limburgse ondernemers. De invulling van het kloppend hart van het concept ligt nog niet vast, maar kan een fysieke omgeving zijn, zoals een beweegboulevard. In Kerkrade wordt momenteel verkend wat de mogelijkheden zijn voor een dergelijke beweegboulevard, die het centrum verbindt met het groen in de omgeving (Center Court Kerkrade). We organiseren daarnaast ook kleinschalige programma’s met een focus op knooppunten op routes die we willen ontsluiten.
Nurhan: We noemen die knooppunten ook wel ‘pockets’. Het zijn plekken op strategische locaties waar impact op de schaal van de buurt of zelfs de stad gerealiseerd kan worden. In een van de projecten rond die pockets vroegen we kinderen uit groep acht van lokale lagere scholen waarom ze wel of niet bewegen, wat ze leuk vinden en wat ze missen in de buurt. Zo kwamen we erachter dat de kinderen zichzelf te groot vinden voor de speeltuin van de lagere school. Maar ook dat ze graag urban sports doen, zoals freerunning, stuntsteppen, klimmen en skaten. Het project bracht mij op het idee om ‘adrenaline hubs’ te ontwikkelen, een soort urban sports-locaties waar de kinderen uit hun dak kunnen gaan. Dat idee willen we in een vervolgproject verder oppakken. Op de lange termijn creëren we langs drie thematische routes – cultuur, sport en natuur – een netwerk van kleinschalige bottom-up initiatieven, zoals de adrenaline hub. We gebruiken daarvoor het concept van pop-up urbanism. Dat gaat uit van gemakkelijk implementeerbare en goedkope oplossingen die tot stand komen in samenwerking met de lokale gemeenschap. Gezamenlijk dragen de kleinschalige initiatieven bij aan een hernieuwde identiteit van Kerkrade-West en de regio. Het klinkt misschien als een droom, maar met twee hardwerkende vrouwen is het niet ondenkbaar dat deze visie realiteit wordt.
Wat vindt de gemeente ervan?
Nurhan: Vooral Kerkrade-West is ons laboratorium (bekijk hier een video van een project dat studenten er deden). De bewoners zijn er betrokken bij onze projecten, zowel wat betreft de inhoud, het proces en daarmee ook de resultaten. De gemeente Kerkrade is regelmatig een partner in onze projecten en komt inmiddels vaker naar ons toe om samen aan vraagstukken te werken, bijvoorbeeld rond de thema’s vluchtelingen en werkgelegenheid. Alle kleine succesjes die we hebben behaald, hebben een positief effect op onze reputatie als partner.
Wat is jullie grootste uitdaging op dit moment?
Nurhan: Het is lastig om financiering te vinden voor onze visie voor Zuid-Limburg. Het programma dat wij voor ogen hebben beslaat wel tien jaar. We willen niet na drie jaar stoppen en onze ambities neerleggen. Dat we interdisciplinair aan het vraagstuk in de regio werken maakt het nog lastiger. We passen niet in een hokje.
Susy: Juist als het gaat om financiering voor projecten wordt er van je verwacht dat je binnen een thema past. Gaat het om de creatieve sector? Of zorg? Of technologie?
Zien jullie het als een bijzondere rol om niet alleen bezig te zijn met onderzoek en onderwijs, maar ook met interventies?
Nurhan: Eigenlijk zijn we activisten! We zien het als een belangrijke rol van kennisinstellingen en studenten om verandering teweeg te brengen. Om duurzame verandering te genereren moet je bovendien beginnen bij het onderwijs en de jonge generaties, want zij zijn uiteindelijk de ambassadeurs van de toekomstige ontwikkeling van de regio.
Lukt het jullie goed om andere onderzoekers en docenten binnen de Zuyd Hogeschool mee te krijgen met jullie ambities?
Susy: Ja, en daar hebben we echt geluk mee. Ik heb laatst bijvoorbeeld mijn inaugurele rede samen met twee collega-lectoren gehouden. We hebben bewust gekozen voor een gezamenlijke rede, om te benadrukken dat de uitdagingen in de regio ook gezamenlijk aangepakt moeten worden. Verder hebben vijf lectoraten van de faculteit Gezondheid een cluster gevormd om krachten te bundelen en wendbaar te kunnen zijn. Dat geeft mooi weer hoe onze ambities gedeeld worden. Daarnaast gaan we ook regelmatig met de dertig lectoren van de Zuyd Hogeschool in beraad. Dan stemmen we thema’s op elkaar af, zodat onderzoeksprojecten elkaar kunnen versterken.
Tot slot: hoe ziet de samenwerking met studenten eruit in de projecten die jullie doen?
Susy: In de praktijkgerichte projecten van de Zuyd Hogeschool zoeken we altijd naar interprofessionele leeromgevingen. Die vragen van studenten om hun eigen expertise in te brengen en te leren van anderen. Zo werk ik aan een project genaamd BEweeg-eeT-verandER (=BETER). Het project draait om gecombineerde leefstijlinterventies. Daar zijn niet alleen studenten Verpleegkunde, ICT en Fysiotherapie bij betrokken, maar ook studenten Communicatie en Multimediadesign. Samen maken zij bijvoorbeeld gezondheidsinformatie voor laaggeletterden. Er zijn doorlopend veel studenten van verschillende faculteiten betrokken bij de projecten van Zuyd-lectoraten. In de lopende projecten van het lectoraat Voeding, Leefstijl en Bewegen hebben negentig studenten deelgenomen of nemen nog deel (bijvoorbeeld tijdens het afstuderen, als onderdeel van hun profileringsruimte of als werkstudenten). Het is wel lastig om studenten interprofessioneel bij elkaar te krijgen in hetzelfde tijdsbestek. Dat lukt het beste bij afstudeerprojecten en minoren.
Nurhan: Hogescholen moeten studenten de kans bieden om aan reële casussen te werken, zodat zij de huidige en toekomstige maatschappelijke, economische en ecologische uitdagingen in de regio aan kunnen pakken. De projecten die we formuleren samen met onze regionale en lokale partners vertalen we altijd direct naar het onderwijs. Zodoende vergaren de studenten de praktijkkennis die zij nodig hebben, bijvoorbeeld op het gebied van samenwerken met bewoners en eindgebruikers. De stad is onze campus, niet alleen het klaslokaal.
Laat een reactie achter