‘Op de fiets meet ik de temperatuur van Nederland’

Duurzaam en enjoyable mobiliteit in de stad. Om dat op de Dag van de Stad te laten zien heeft het ministerie van BZK een aantal bekende mensen gevraagd op de fiets of te voet te komen naar het evenement. Een van hen is Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving en stedenbouwkundige Daan Zandbelt. Vanuit zijn Rotterdam komt hij op 28 oktober op de racefiets naar Den Haag.

“Martine de Vaan van BZK heeft mij inderdaad verleid om mee te doen. Ik vind het een goed initiatief. Er kunnen mensen met mee fietsen. In ieder geval wat collega’s van ons bureau De Zwarte Hond”, vertelt de rijksadviseur desgevraagd.

Fietsen is voor jou geen straf. Je doet het regelmatig toch? Wat betekent het voor je?
Zandbelt: “Voor mij is fietsen vooral een vorm van ontspanning, een belangrijke tegenhanger voor de drukte op mijn werk. Ik vind het een fijne vorm van recreëren. Daarnaast is het een mooie manier om stad en landschap te doorkruisen en op een hele andere manier te zien. Op de racefiets heb je al snel een grote actieradius. Als Rijksadviseur mag ik overal en nergens mijn adviezen geven aan het Rijk. Dat kan je permanent doen, maar daarom vind ik het belangrijk om ook privé een doel te hebben. Ik heb met mijzelf afgesproken om in vier jaar 10.000 km te fietsen. Daar trek ik een keer in de week een halve dag voor uit. Op de fiets maak ik een mooie doorsnede van Nederland. Zo meet ik permanent de temperatuur in ons land. Dat kan ik weer goed gebruiken in mijn werk.”

Duurzame mobiliteit is een van de vraagstukken waar steden aan werken. Ook bij Panorama Nederland zijn jullie daar mee bezig. Wat is dat precies?
 “Panorama Nederland is opgezet vanuit ons College van Rijksadviseurs en geeft een blik op de toekomst van Nederland. We hebben in ons land een aantal hele grote opgaven liggen. Zo moeten we 1 miljoen woningen bouwen, onze landbouw verduurzamen, ‘Parijs halen’ en ons aanpassen aan klimaatverandering. Het zijn spannende opgaven, waar niet iedereen enthousiast over is. Wij zien ze echter als de motor om samen van Nederland een leuker en fijner land te maken. We willen ze daarom dan ook combineren met kleinere dagelijkse problemen.  Om een Nederland te maken, waar je naar kan verlangen: een land dat lijkt op het Nederland dat we kennen maar dan fundamenteel anders functioneert. Het levert een optimistische blik op de toekomst, waar je zin in krijgt om naar toe te leven in plaats van een toekomst waar je wakker van ligt door een naargeestig beeld.  We hopen dat mensen hieraan samenwerken om voor zichzelf uiteindelijk iets fijns te bereiken. Een voorbeeld is dichter bij je werk wonen, zodat je op de fiets naar je werk kan. Zo combineer je gezond bewegen met je werk in plaats van in de file te staan.”

Wat ga je hierover brengen op de Dag van de Stad?
“We gaan dit meenemen in het Lagerhuisdebat op de Dag van de Stad. Daarnaast organiseren we het Open College ‘Metro Mix – Hoe gemengde (hoog)stedelijke milieus met meerwaarde voor Nederland te ontwikkelen’. De vraag hoe we wonen en werken kunnen mengen staat daarin centraal. We ontdekken steeds meer dat we bepaalde vormen goed kunnen mengen in de wijken. Van wonen, werken, tot winkels, kantoren en onderwijs. Dat levert een levendig gebeuren op en bespaart ruimte en mobiliteit. We zijn het alleen nog niet gewend en ook onze wetten en regels zijn nog zo georganiseerd dat het tegennatuurlijk is. We willen niet alles op elkaar stapelen in een gebouw, maar verschillende gebouwen naast elkaar hebben staan. Die dan verbonden worden door de straat met een wel sterk afwisselende plint / begane grond. Daar is dan bijvoorbeeld een koffiehuis gevestigd naast een kinderopvang en winkels. Deze mix levert een prettige stad op. Wel belangrijk is dat je een mix van mixen maakt. Het kan niet overal gezellig zijn.”

Hoe bedoel je dat?
“Niet elk gebied kan hetzelfde eruitzien. We moeten de gebieden niet inrichten op basis van functie maar op basis van kwaliteit. We hebben daarvoor een raamwerkplan bedacht met drie zones: reuring, rust en ruis. In alle drie de zones wordt gewoond. En gewerkt. De eerste zone is er een van levendigheid, de tweede heeft meer ruimte voor groen en water bijvoorbeeld en de derde is toleranter voor wat meer lawaai en rommel. Daar kun je bijvoorbeeld wonen als je een muziekstudio of bedrijf aan huis wilt. En het niet erg vindt om naast een bakker te wonen. Deze drie stadssferen kunnen bij elkaar passen in het zelfde stadsdeel.”

Meer weten over de Metromix? Om 10:30 vertelt Daan Zandbelt meer in zijn Open College: https://www.dedagvandestad.nl

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *