Verbindingen leggen tussen verschillende werelden
Complexe vraagstukken in de stad vragen om nieuwe manieren van werken en leren. De Hogeschool Utrecht (HU) heeft daarom per 1 november een nieuwe Lector Leeromgevingen aangesteld rond dat thema: Ilya Zitter (lectoraat Beroepsonderwijs, Kenniscentrum Leren en Innoveren). ‘Wat voor omgevingen kan het beroepsonderwijs samen met de buitenwereld ontwerpen om leerprocessen van professionals-in-opleiding uit te lokken?’
Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Meerwaarde & Vaardigheden en Interne Verbinding.
Waarom wilde je met dit onderwerp aan de slag?
Zitter: “Vooral in het beroepsonderwijs, -hbo en mbo-, wordt het steeds leuker en uitdagender om onderwijs te ontwikkelingen op de grens met de buitenwereld. Ook wordt het steeds relevanter. Als ik kijk naar hoe we werken met de City Deal Kennis Maken en de ambities die we hebben om bij te dragen aan de kwaliteit van (samen)leven in een stedelijke omgeving, dan gaan we het niet redden met studenten die allemaal in hun klaslokaal blijven. Hoe leren we bijvoorbeeld met elkaar hoe we gezonder kunnen leven? Niet in de klassieke leeromgeving. Wat voor leeromgeving dan wel nodig is, wil ik als lector gaan verkennen.”
Waarom zijn nieuwe leeromgevingen zo belangrijk?
“Het is de enige manier om op lange termijn de complexe vraagstukken in onze samenleving te kunnen aanpakken. Denk aan thema’s als energietransitie, digitalisering, positieve gezondheid en inclusieve samenleving. Er is niet één partij meer die deze vraagstukken gaat oplossen, geen één overheid of één buurtregisseur. Er zijn geen kant en klare oplossingen voor deze vraagstukken. Het vergt veel leren. Van iedereen: overheden, maatschappelijke organisaties, professionals in opleiding, werkende professionals en ook burgers. En het liefst samen. We willen toe naar een leven lang ontwikkelen, een samenleving waarin we met elkaar blijvend leren. Met dit lectoraat hoop ik daar een bijdrage aan te leveren. Zodat er leeromgevingen ontstaan waarin studenten, professionals, opleiders, onderzoekers en burgers samen leren en samen innoveren. Ik leg graag verbindingen tussen die verschillende werelden.”
Zijn er al voorbeelden van geslaagde leeromgevingen?
“Ja. We hebben bijvoorbeeld vanuit de City Deal met onze Challenge Alliantie een bijdrage geleverd het bedenken van innovatieve oplossingen voor het mobiliteitsprobleem rond de stad tijdens de Utrecht Mobility Challenge. In het verlengde van de Challenge Alliantie zijn we met de HU volop bezig met de ontwikkeling van een nieuwe minor ‘De Leefbare Stad’. Daar kijken we naar vraagstukken in de wijken en hoe de studenten van verschillende opleidingen in de regio Utrecht er samen mee aan de slag kunnen gaan. Het gaat niet om korte thema’s, maar om langlopende vraagstukken. Hoe langer studenten van verschillende opleidingen er aan kunnen werken, hoe meer het oplevert.”
Wat voor thema’s staan op de agenda?
“Een van de thema’s hebben we samen met de gemeente Utrecht bepaald: eenzaamheid in de wijk Leidsche Rijn. Via de studentenprojecten wil de gemeente weer dichter bij de burger komen. Een langdurige betrokkenheid is daarvoor belangrijk. De studenten zijn minimaal een half jaar in de wijk en hebben daar dan ook vaak een concrete plek in een buurtcentrum van waaruit ze werken. We zoeken daar nieuwe vormen van leren en werken. Hoe kan deze leeromgeving lerend voor iedereen zijn, voor de studenten, de maatschappelijke partners en gemeente, maar ook dus voor inwoners van de wijk? Die moeten zich niet lastiggevallen voelen door studenten met vragenlijsten. Daarom hebben we ook docenten aangesteld in de wijk die langer betrokken zijn en ervoor zorgen dat we dit vraagstuk echt verder brengen. Nieuwe leeromgevingen vragen nieuwe manieren van leren en werken.”
Hoe bedoel je?
“Er is gelijkwaardigheid voor iedereen. Kijk naar het onderwerp positieve gezondheid. De verantwoordelijkheid ligt daarvoor ook bij de mensen thuis. Er bestaat geen school voor positieve gezondheid. De professionals moeten leren ermee om te gaan, ook samen leren met burgers en met elkaar oplossingen bedenken.”
Wat voor andere vraagstukken komen al terug?
Een ander mooi voorbeeld van missie gedreven, challenge based onderwijs is Wonen 3.0. Dat is een leeromgeving bij de HU waar studententeams in interdisciplinaire teams meedoen aan (internationale) challenges, zoals de Solar Decathlon Challenge. Studenten vanuit diverse opleidingen ontwikkelen innovatieve en betaalbare oplossingen voor de uitdagingen op het gebied van duurzaamheid, circulariteit, CO2-reductie en energietransitie in en rondom woningen.
Wat is precies vernieuwend aan dit soort leeromgevingen?
“Het verschil is dat je niet, eerst iets leert en het dan gaat toepassen, maar dat je allemaal tegelijk leert terwijl je het aan het toepassen bent. Zo weet je elkaar sneller te vinden. Vaak staan leerprocessen nog los van elkaar. Burgers krijgen bijvoorbeeld voorlichting, bachelor studenten zitten op school, onderzoekers in hun laboratoria en beleidsambtenaren verrichten beleidsonderzoek. Het zijn parallelle processen, die met zelfde thema bezig zijn, maar dan wel langs elkaar heen werken. De laatste jaren is er een verdichting van die processen ontstaan, ze komen veel dichter bij elkaar. De versnippering neemt af.”
Zijn Living Labs daar een goed voorbeeld van?
“Ja. Waarom zou je een nepsituatie creëren op de campus, terwijl je in een Living Lab samen met echte burgers in realistische situaties kunt leren en werken? Een heel stoer voorbeeld hoorde ik op de landelijke kennisdelingsdag City Deal Kennis Maken over de Onderwijsboulevard in Den Bosch. Daar worden verschillende verkeerssituaties uitgeprobeerd en getest. Zo’n uitprobeer-traject noemen ze een Living Lab. Het testen gebeurt met tijdelijke verkeersmaatregelen, zoals borden, hekken en markering.”
Hoe is de samenwerking rond de leeromgevingen met de partners in Utrecht?
“Die is erg goed. We hebben een hecht netwerk hier in Utrecht. Tegelijk is het wel moeilijk omdat we nog zijn georganiseerd in de structuren van opleidingen. De omslag om soepel over de grenzen van de opleidingen en ook over de grenzen van hbo en mbo samen te werken is nog volop aan de gang. Dat is nog wel ingewikkeld. We hebben als HU al meer dan 20 opleidingsinstituten, vier Kenniscentra en meerdere Centres of Expertise, dan zijn er al onze mbo-collega’s in de regio en de Centra voor Innovatief Vakmanschap. Voordat we gezamenlijk, lenig kunnen inspelen op vraagstukken kost dat de nodige tijd om dat goed te organiseren. Gelukkig weten de mensen elkaar steeds beter te vinden. We zijn al een stuk wendbaarder geworden. Ik zie in de leeromgevingen vooral blije studenten, docenten en betrokkenen uit buitenwereld zoals de werkende professionals, zo kunnen we samen echt bijdragen aan onze stad en regio.”
Laat een reactie achter