‘We buigen niet voor intimidatie’

Burgemeester Jos Wienen durfde op te treden tegen de ondermijnende criminaliteit in zijn stad Haarlem, maar betaalde daar een prijs voor. Vorig jaar september werd hij na ernstige bedreigingen streng beveiligd. Nu de dreiging is afgenomen deelt hij zijn ervaringen op de Dag van de Stad. ‘We moeten op onze post staan en geen ruimte bieden aan criminaliteit.’

Hoe was het om te leven met zulke zware beveiliging?
“De beveiliging was zo georganiseerd dat ik als professional mijn werk kon blijven doen. Dat was goed geregeld. Als mens is het echter wel vervelend. Mijn privéleven werd stap voor stap gepland, ook voor de mensen om mij heen. Er was geen ruimte meer voor spontaniteit. Je woont niet meer in je eigen huis, tussen je eigen spullen en tussen de mensen waarmee je verbonden bent.”

Burgemeester Jos Wienen van Haarlem. Foto: Dag van de Stad.

Wat voor impact heeft de bedreiging en de beveiliging gehad op uw besluiten op uw werk?
“Het heeft me er des te meer ervan overtuigd om mensen de voet dwars te zetten die geweld gebruiken (of dreigen dat te doen) als methode om hun zin te krijgen. Om hen duidelijk te maken dat je zo je zin niet krijgt. Voor mensen die deze methodes gebruiken is er in onze samenleving geen plaats. Iedereen moet zich aan deze regels houden, dus ook zij. We hebben gezien wat er kan gebeuren als verschillende groepen vetes met elkaar uitvechten, inclusief liquidaties. Dat komt nog dichterbij als de dreiging geldt voor overheidsfunctionarissen, of het nu politiemensen zijn of burgemeesters. Wat mij betreft staan we daar pal tegenover. We buigen niet voor intimidatie. Daarin zijn we als overheid vastbesloten.”

 Er is durf nodig om op te treden tegen criminaliteit zoals u deed.
“In de eerste plaats denk ik dat de meeste collega’s in andere steden een soortgelijke houding zouden hebben, en hetzelfde zouden reageren. Ik denk niet dat ik daar een uitzondering in ben. Ik weet wel dat heel veel collega’s beducht zijn op repercussies op je persoon en vooral je gezinsleden. Dat is heftig. Daarom denk ik echt dat het belangrijk is dat we met zijn allen vastbesloten moeten zijn dat dit niet gewoon wordt gevonden.”

Wat is daarvoor nodig?
“Allereerst moeten we een sterke verbondenheid met onze rechtsstaat voelen. Als burgemeester moet je meer zijn dan alleen een boegbeeld. Je moet ook durven ingrijpen als het nodig is. Terugkijkend heb ik daar zelf een goed gevoel over. Ondanks de vervelende situatie waarin ik ben beland laat het zien dat mijn werk ertoe doet.

Voorgaan in de strijd tegen crimineel gedrag.
“Kijk, we moeten de strijd met criminelen natuurlijk vooral overlaten aan justitie, maar ik denk ook dat we er met zijn allen alert op moeten zijn dat criminele activiteiten steeds vaker ons gewone leven binnendringen. Stel dat ik op een receptie sta te praten met mensen die rijkdom vergaren via criminele activiteiten. Dat kan echt niet. De vraag is hoe we daar met zijn allen mee om gaan.”

Hoe moet de burgemeester dan optreden?
“Neem bijvoorbeeld de druggerelateerde overlast. Ik zie burgers die last hebben van drugsverslaafden in hun portieken. Dat geeft hen een gevoel van onveiligheid, het leidt tot ongure situaties en lawaaioverlast. Maar ze durven hun mond niet open te doen. Ik zie ook dat er sprake is van een ongelijke strijd. Rijke criminelen kunnen zich in tegenstelling tot wijkbewoners goede advocaten veroorloven. Dan ben je als burgemeester toch geen knip voor de neus waard als je hier niet iets aan doet? Op zo’n moment moet je er als burgemeester voor de zwakke burgers zijn.”

Wat heeft u gedaan in Haarlem?
“Ik heb me ingezet voor het sluiten van panden waar drugs werden verhandeld of waar werd samengezweerd tot geweld. Denk aan motorclubs die met geweld de controle proberen te krijgen over bepaalde horecagelegenheden, andere clubs uitsluiten en intimideren en soms geld eisen voor zogenaamde bescherming die zij bieden. Dan kom je al snel bij maffiaconstructies… Ik ben blij dat ik de bevoegdheden heb om hier acuut wat aan te doen. En in dit geval was dat: hard en onverbiddelijk ingrijpen door het sluiten van huizen. Ik heb vaak meegemaakt dat dit door bewoners als een verlossing is gevoeld. Ik besef wel dat we nog lang niet genoeg doen om ondermijnende activiteiten tegen te gaan. We pakken nog niet de structuur aan, maar wel de uitingen. Samen met Justitie kunnen we veel doen, maar toch is het verdraaid lastig om terrein terug te winnen. Daarom wil ik aan de collega’s meegeven hoe belangrijk het is om op onze post te staan en samen met Justitie geen ruimte te geven aan criminele activiteiten.”

Is dat ook wat u wilt meegeven in uw Last Lecture op de Dag van de Stad?
“Wat ik precies ga zeggen weet ik nog niet, maar het is logisch dat ik op de dag vanuit mijn eigen ervaringen ga delen over criminele ondermijning. Criminelen zoeken een plek waar ze ruimte krijgen voor hun activiteiten. De kwetsbaarheid van de sociale structuren in de grote steden bieden die ruimte. Dat is wel iets waar we als steden echt over moeten nadenken. Hoe kunnen we daar samen met justitie en politie eerder ingrijpen? Hoe komt het dat jonge mensen zulke harde misdaad plegen? Ik heb onlangs een voorbeeld gezien van een 18-jarige jongen die meerdere liquidaties had gepleegd op een zo gewetenloze manier dat de rechter geen andere keuze had dan hem levenslang straf te geven. Die kan dus de rest van zijn nog jonge leven in de gevangenis doorbrengen. Dat is toch dramatisch? Zowel de koelbloedigheid en gewetenloosheid van zo’n jongen als de consequenties voor hemzelf?”

Kunnen we dit voorkomen?
“We moeten manieren vinden om eerder hulp te bieden bij opvoeden en problemen in kwetsbare gezinnen. Mijn ervaring is dat wanneer je later instapt zulke hulp niet werkt. Als je iets wilt veranderen moet je er op jonge leeftijd bij zijn, op de basisschool. Hoe voorkom je dat ze fout gaan, dat ze gerekruteerd worden door criminelen? Je ziet bij bepaalde gezinnen met een historie al vroeg bepaald gedrag ontstaan. Het vraagt allemaal extra stappen voor gemeenten. Je moet heel snel kunnen interveniëren. Ik zie dat preventief bezig zijn bemoedigende resultaten oplevert. Als je het aantal mensen waarvan je vreest dat ze het criminele pad opgaan of in peperdure jeugdhulpverlening terecht komen aanzienlijk kunt terugbrengen levert dat heel wat op. Ik denk echt dat we daarin moeten investeren. Alleen zo kun je voorkomen dat jongeren afglijden richting misdaad.”

Haarlem. Foto: Nicolas Vigier.

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *