‘WIJS: samen doen in de wijk’
‘Gewoon doen, maar wel met zijn allen!’ Dat is de boodschap van Harald Hilbrants, één van de oprichters van WIJS in Groningen. Het mes bij WIJS snijdt aan twee kanten: door middel van verschillende projecten hebben studenten een positieve impact op de stad, waardoor het imago van studenten in Groningen verbetert. Door middel van onderzoek, het organiseren van activiteiten en het aanbieden van één-op-één ondersteuning betrekt WIJS studenten bij de stad Groningen. Het hoofdkantoor van WIJS is gevestigd in het Winkelcentrum van Paddepoel, maar inmiddels is WIJS bijna in alle Groningse wijken actief. In tweeënhalf jaar tijd is WIJS uitgegroeid tot een organisatie waar meer dan tweeduizend studenten bij betrokken zijn (geweest) en ruim honderd projecten zijn afgerond. Wij spraken met Harald over zijn ervaringen en geleerde lessen bij WIJS.
WIJS staat voor Wijk Inzet door Jongeren en Studenten. Jullie missie is het verbinden van studenten en Stadjers. Kan je hier iets meer over vertellen?
“WIJS heeft als missie om studenten en andere Stadjers (inwoners Groningen) op een positieve manier met elkaar te verbinden. Van de inwoners van Groningen is twintig procent student. Dat brengt de stad veel positiefs, maar ook veel commotie. Dit kan zorgen voor negatieve beeldvorming bij bewoners rondom studenten: studenten trekken vaak weg na hun studie, hebben weinig binding met de buurt waar ze in wonen, participeren niet actief in de stad en kunnen (onbedoeld) voor overlast zorgen. Daarom is WIJS opgericht als een tegengeluid: studenten werken aan maatschappelijke vraagstukken waardoor de stad positief gaat kijken naar studenten. Tegelijkertijd raken studenten betrokken bij de stad en haar bewoners.”
Wat doen jullie voor activiteiten om deze missie te bereiken?
“Wij zetten studenten in bij grootstedelijke maatschappelijke vraagstukken. Dit kan door middel van onderzoek, maar ook het organiseren van activiteiten of één-op-éénondersteuning. Onderzoek wordt vaak gedaan met een externe opdrachtgever, zoals de gemeente of de WIJ-teams (wijkteams in Groningen, red.). Bij activiteiten kan je denken aan het organiseren van een buurtactiviteit of een voorlichtingsdag. Ten slotte hebben we een hoofdkwartier in de wijk Paddepoel en een aantal loketten waar studenten werken aan hun opdrachten en bewoners helpen met hun vragen. Vragen variëren van hulp bij het bedienen van een telefoon tot het invullen van een belastingaangifte. Ook koppelen we bijvoorbeeld Toegepaste Psychologie-studenten aan MBO-studenten voor Huiswerkondersteuning. Met dit alles doen studenten praktijkgericht onderzoek, werken ze met echte opdrachtgevers en komen ze in aanraking met interessante vraagstukken en bewoners die ze niet binnen het studentenleven tegenkomen.”
Jijzelf bent projectcoördinator en oprichter bij WIJS. Waarom ben je WIJS begonnen en hoe is dit proces verlopen?
“Tijdens mijn studie sociologie (Rijksuniversiteit Groningen) heb ik onderzoek gedaan naar studenten in Groningse buurten. Toen ik mijn resultaten aan de gemeente Groningen presenteerde, zag de gemeente in dat studenten iets structureels voor de stad moesten gaan betekenen. Ter inspiratie ben ik op zoek gegaan naar projecten die vergelijkbaar waren met wat ik voor ogen had, zoals BOOT in Amsterdam. Om uiteindelijk iets in Groningen op te zetten, werd ik verwezen naar de Hanzehogeschool en de MJD (welzijnsorganisatie, red.). Toevallig was de opleiding Toegepaste Psychologie op zoek naar partners voor praktijkopdrachten voor hun studenten. De MJD was geïnteresseerd om studenten te verbinden aan maatschappelijke opgaven. Van hieruit ben ik studenten en opdrachten gaan koppelen. Toen begon het balletje langzaam te rollen. Meerdere opleidingen die zich leenden voor praktijkopdrachten besloten ook mee te doen. Dit alles is drie jaar geleden gestart en inmiddels hebben we meer dan honderd projecten afgerond met behulp van tweeduizend studenten.”
Dat is een flinke groei in drie jaar! Wat is de succesformule geweest voor deze groei?
“Simpelweg: door te doen. WIJS is van onderop gestart, zonder logo, merknaam et cetera. Vanaf het begin zijn wij gaan netwerken, pionieren en matchen tussen de samenleving en de kennisinstellingen. Hiervoor hebben we veel koffie gedronken met diverse interessante professionele partners, maar ook juist met ouderen in de woonkamers van verzorgingstehuizen. Op het moment dat er goede matches ontstonden, konden we ook resultaten zichtbaar maken en groeien. Tegenwoordig wíllen studenten bij ons een bijdrage leveren aan de maatschappij. Zo is één van onze vrijwilligers ooit begonnen als stagiair, studeert hij nu af bij ons én krijgt hij binnenkort zelfs een traineeship bij ons aangeboden.”
Het klinkt als één groot succesverhaal. Hebben jullie ook problemen gehad?
“Zeker. Eerst was het heel erg zoeken naar docenten en opdrachten. Wij moesten onze bekendheid vergroten en onszelf bewijzen, maar ook reageerden docenten en het werkveld huiverig op praktijkopdrachten voor studenten. Wij lieten hen dan de mogelijkheden zien. Daarnaast is er in de loop van de tijd gebleken dat niet alle opdrachten geschikt zijn voor studenten en dat studenten niet altijd even gemotiveerd zijn. In het begin van WIJS zeiden we dat we alle opdrachten aan konden, nu kijken we ook naar de begeleiding van studenten en of de opdracht ook interessant voor hen is. Heldere afspraken met docenten, studenten en opdrachtgevers zijn belangrijk. Je doet het samen.”
Is het jullie inmiddels gelukt om de huivering bij docenten weg te nemen?
“De meeste docenten vinden de koppeling met de praktijk spannend, maar ook super interessant. Voor docenten vraagt het een andere manier van het begeleiden van studenten. In zulke projecten worden studenten namelijk niet alleen beoordeeld op een toets of essay, maar ook op hun persoonlijke groei en gedrag: hebben ze zich bijvoorbeeld aan afspraken gehouden? Voor ons zijn opdrachten iedere keer weer maatwerk. Bij de ene opdracht begeleiden wij de studenten, de andere keer helpen wij de opdrachtgever het formuleren van de vraag en weer een andere keer loopt het iets meer vanzelf. Met vallen en opstaan leer je hoeveel je betrokkenheid per keer nodig is.”
En hoe reageren studenten op hun werkzaamheden bij WIJS?
“Studenten vinden het cool én leerzaam om met opdrachtgevers en bewoners te werken en daarmee bij te dragen aan de samenleving. Vaak komen studenten niet in aanraking met de vraagstukken waarmee buurtbewoners de hulp van WIJS vragen: dat zij hier dan bij kunnen helpen vinden ze heel leerzaam. Daarbij halen ze dan ook nog studiepunten: dubbele winst! Bovendien leren studenten ook van elkaar, omdat ze hier in een multidisciplinaire omgeving zitten. Natuurlijk vinden niet alle studenten het leuk, maar als een groot gedeelte van die tweeduizend studenten zich anders opstelt en zich inzet voor Groningen, dan ziet de samenleving dat ook.”
Jullie streven naar een positief imago van studenten bij Stadjers. Hoe ervaren bewoners WIJS?
“De ervaring van bewoners hebben we nog niet geëvalueerd. Wel hebben we het gevoel dat bewoners blij zijn dat ze geholpen worden. Vaak is de drempel om naar een professionele instantie te gaan erg hoog. Wij trainen studenten om bewoners te helpen en te benaderen alsof zij hun ouders helpen. Dat wordt ook zo ervaren door bewoners. Een goed voorbeeld is een samenwerking waarbij een aantal ondernemers dat op dit moment in de bijstand zit, wordt geholpen door studenten met het schrijven van een bedrijfsplan. Deze ondernemers weten prima hoe ze een winkel moeten runnen, maar het schrijven van zo’n plan om een onderneming te starten is iets waar zij meer moeite mee hebben. Ten slotte zien we dat steeds meer bewoners – ook van buiten Groningen – bij ons terugkomen.”
Dus jullie bereik groeit. Als jullie naar de toekomst kijken, is groeien dan één van jullie doelen?
“We zouden graag uitgroeien naar meerdere locaties in de stad Groningen. Daarnaast zouden we graag een structurele samenwerkingen aangaan tussen huidige en nieuwe partners, zoals de Rijksuniversiteit en de ROC’s. Ik ben ervan overtuigd dat het ook gaat werken als we twee of drie andere locaties krijgen. En het zou heel mooi zijn als zowel studenten als opdrachtgevers nóg meer uit zichzelf naar ons toe komen.”
Wat missen jullie hiervoor nog?
“Op dit moment lijkt WIJS groot, maar ons team is vrij klein. Het kernteam doet eigenlijk alles: van het repareren van kapotte lampen op het hoofdkantoor, tot meer strategische zaken. We zouden ons graag richten op een sterkere marketing, om impact en meerwaarde van WIJS zichtbaar te maken in de stad. Daarnaast willen we ons ook meer bezighouden met het monitoren en evalueren van de projecten. Een structurele samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen is ook een van onze ambities. Helaas hebben we nu geen mankracht om iemand in te zetten voor het trekken van deze samenwerking, maar binnenkort gaan we wel met de Rijksuniversiteit Groningen om de tafel hiervoor.”
Wat goed dat jullie die samenwerking tussen de Hanzehogeschool en Rijksuniversiteit Groningen opzoeken. Kan je hier iets meer over vertellen?
“Ik ben ervan overtuigd dat we opdrachten kunnen binnenhalen die geschikt zijn voor universitaire studenten, maar voor nu hebben we nog geen groot aanbod van vraagstukken die interessant zouden zijn voor universitaire studenten. Aan de andere kant hebben ook nog geen studenten van de Rijksuniversiteit Groningen zich bij ons gemeld, dus het is een beetje een wisselwerking. Desondanks is er al wel een voorbeeld van een succesvolle samenwerking met de RUG, WIJS en de Voedselbank. In dit project hebben 25 studenten Sociale Psychologie interessante aanbevelingen gedaan aan de Voedselbank wat betreft het betrekken van mensen met een hoger inkomen bij de Voedselbank.”
Ten slotte: welke lessen wil jij meegeven aan andere projecten?
“Je doet het met zijn allen. De verbinding tussen werkveld en kennisinstellingen is belangrijk, onder andere door het stellen van gemeenschappelijke doelen. Goed luisteren naar alle partijen is van groot belang en ook moet iedereen durven te investeren. Wij hebben gemerkt dat het sociaal domein hierin erg belangrijk is. Doordat wij de wijkteams aan boord hebben, hebben wij goede contacten in de wijken. Via hen creëren we veel opdrachten in de wijk en op straat en hebben we weer positieve impact op de stad. Daarnaast zijn de studenten degenen die het uiteindelijk doen. Een succesfactor is om hen actief te betrekken en ze veel ruimte te geven om hun verantwoordelijkheid te nemen.”
Laat een reactie achter