‘Eerste expertsessie met studenten en docenten levert taaie vraagstukken op’
Vanuit de City Deal Kennis Maken worden regelmatig expertsessies georganiseerd met betrokkenen uit het netwerk. Op maandag 3 december 2018 vond een sessie plaats bij Kennisland, waarbij zowel docenten, afkomstig van de Universiteit van Amsterdam (UvA) en de Hogeschool van Amsterdam (HvA), als studenten aanwezig waren. Drie studenten van de UvA presenteerden het advies dat zij schreven voor Kennisland. Dit gaf toelichting op de vraag: ‘op welke manier kan een opdracht in een rijke, levensechte leeromgeving een succes zijn voor een student?’ De presentatie van dit advies leidde tot een inhoudelijke discussie die veel nieuwe vragen opwierp en een zoektocht naar wat nu precies een ‘succes’ is.
Tijdens de presentatie van de studenten rees de vraag wat een rijke, levensechte leeromgeving precies inhoudt. De studenten hadden hierbij een context voor een opdracht voor ogen waarbij studenten de praktijk in gaan, bijvoorbeeld de stad, waar ze aan ‘echte’ maatschappelijke opgaven werken. Dus geen denkbeeldige opdrachtgever met een bedacht vraagstuk, maar juist een echt bedrijf of organisatie met een relevante opdracht. Docenten sloten hierop aan met voorbeelden, zoals een advies dat studenten gaven aan een school over een vraagstuk of studenten die gekoppeld worden aan bedrijven uit de omgeving. Maar leren in een rijke, levensechte leeromgeving kan ook al veel eerder plaatsvinden. Denk bijvoorbeeld aan de schooltuinen op de basisschool, waar leerlingen leren over planten en gewassen door deze zelf te kweken. Kortom, een rijke en levensechte leeromgeving kan van alles zijn. Wel werd duidelijk: om levensecht te leren moet de student of leerling uit de schoolbanken gaan, de buitenwereld in, om aan de slag te gaan met echte vragen van echte bedrijven en mensen.
Om wiens succes gaat het?
Hoewel brainstormen over een rijke, levensechte leeromgeving al snel veel concrete voorbeelden opleverde, was het concept van ‘succes’ een aanhoudend onderwerp van discussie. In het advies van de studenten stond bij de definitie van succes de leerervaring van de student centraal. Er werd kritisch gereageerd met de vraag of een opdracht geslaagd kan zijn voor een student, als deze niet succesvol is voor de docent of de opdrachtgever. Oftewel: als het eindproduct onvoldoende is, kan de leerervaring van de student dan nog steeds een succes zijn? Of de weg ook het doel moet zijn, werd in twijfel getrokken.
Met betrekking tot de leerervaring van de student werd opgemerkt dat een ‘echte’ opdrachtgever ook problemen kan opleveren voor een student. Vraagstukken worden vaak binnen bedrijven gedefinieerd zonder enige inbreng van de student. Studenten spelen in zulke gevallen de rol van consultant. Zij doen dit echter zonder te reflecteren op waaróm de vraag in de eerste plaats wordt gesteld, wat een van de docenten juist belangrijk achtte voor een student. Volgens hem hoefde daarbij een rijke, levensechte leeromgeving niet per definitie te betekenen dat er een opdrachtgever is. Studenten kunnen ook naar buiten op basis van een eigen, relevante vraag en onafhankelijk van een opdrachtgever. Dit bevordert ook motivatie en gevoel van eigenaarschap bij studenten.
De professionele houding van de student
Een praktijkopdracht vraagt best wat van een student. Motivatie, verantwoordelijkheid en eigenaarschap bijvoorbeeld. Vanuit de docenten klonk bovendien de wens dat studenten een bepaalde professionele houding aannemen in de werkcontext. Maar moet de student zo’n houding al hebben ontwikkeld als ze de praktijk in gaan, of moet deze juist worden ontwikkeld bij praktijkopdrachten? De suggestie kwam om stapsgewijs op te bouwen in ‘echtheid’ en hierbij te begeleiden als docent. Dit zou betekenen dat opdrachten eerst plaatsvinden binnen school en zich steeds meer buiten de school gaan afspelen, in opdracht van bijvoorbeeld bedrijven. Een student moet zich competent genoeg voelen om de praktijk in te gaan, anders schaadt dit het zelfvertrouwen en daarmee de motivatie van een student om met een opdracht aan de slag te gaan. “En levensecht leren is juist heel belangrijk om de motivatie van studenten te bevorderen”, aldus deze docent.
Het dilemma van de docent
Docenten spelen een belangrijke rol als het gaat om praktijkopdrachten. Voortbouwend op de professionele houding van de student werd het ‘dilemma van de docent’ geïntroduceerd: moet een docent sturend optreden, of juist loslaten en een meer coachende rol aannemen? Afhankelijk van welke rol er gekozen wordt, kan dit veel gevolgen hebben voor het eigenaarschap en de motivatie van de student. Vooral dat laatste bleek een struikelblok te zijn. Studenten zijn vaak ongemotiveerd en niet betrokken bij opdrachten, maar het is niet duidelijk waarom precies. Bij de docenten bestond het beeld dat het studenten ontbreekt aan besef van hun eigen verantwoordelijkheid en handelen, en dat ze zich snel laten sturen, liever dan dat ze zelf iets moeten initiëren. Dit kan daarentegen ook komen vanuit een nog zoekende houding bij de student. De docent die het vraagstuk had opgeworpen sprak van een bepaalde handelingsverlegenheid bij studenten waardoor zij moeilijk tot eigenaarschap komen. Dus: “Hoe ontwikkel je eigenaarschap bij jonge studenten, als het gaat om leren in de praktijk”, vroeg hij zich af. Het zat volgens hem op de “grens van intrinsieke motivatie” en had te maken met in hoeverre studenten ook daadwerkelijk eigenaarschap willen en kunnen ontwikkelen. Bij veel autonomie zijn er studenten die de eindstreep niet halen, dus dan is het beter als docent om wat bij te sturen. “Maar is het dan nog wel hun eigen leerproces?”, betwijfelde de docent.
Er werd een vergelijking getrokken met de opleiding geneeskunde, waarbij die steeds grotere zelfstandigheid een cruciale rol speelt. Deze opbouw, waarbij studenten stapsgewijs leren om steeds vrijer hun opdrachten uit te voeren en steeds meer verantwoordelijkheid krijgen, is ook toe te passen op andere disciplines. Desalniettemin bleef verdeeldheid bestaan over het ‘dilemma van de docent’ en eigenaarschap van de student. Samen kwamen de docenten en studenten niet tot dé oplossing. De expertsessie leverde taaie en belangrijke vraagstukken op. Genoeg stof voor een vervolg op deze expertsessie, die vernieuwend was doordat studenten en docenten sámen in dit thema te doken.
Foto: Docenten en studenten in gesprek tijdens expertsessie | Fotograaf: Jet Bierman
Laat een reactie achter