Hoe krijg je de opgedane kennis terug naar de samenleving?
Hoe kunnen studenten bijdragen aan een veiligere maatschappij? In de nieuwe bacheloropleiding Security Studies aan de Universiteit Leiden gaan ze in de praktijk aan de slag te gaan met ‘real-life’ vraagstukken op het gebied van veiligheid. Met hulp van de onderzoeksregeling City Deal Kennis Maken onderzochten programmadirecteur Daan Weggemans en onderzoeker Saskia Postema hoe deze nieuwe innovatieve onderwijsvorm het best ingevuld kan worden.
Waar draaide het onderzoek Integrated Learning: Van de collegezaal naar de praktijk en weer terug precies om?
Postema: “Wat we hebben willen onderzoeken is wat de beste manier is om de koppeling tussen wetenschap en studenten enerzijds en samenleving anderzijds vorm te geven. In integrated learning brengen we maatschappelijke vraagstukken in het academisch onderwijs, en de studenten naar de praktijk. Zij doen wetenschappelijke kennis en ervaring op in geïntegreerde projecten. Maar hoe zorg je er daarna voor dan dat dit weer terugkomt bij de maatschappij, en dat het werken aan maatschappelijk vraagstukken ook echt een deliverable oplevert voor de maatschappij en omgeving?”
Wat was de aanleiding voor dit onderzoek?
Weggemans: “Security Studies richt zich op het doen van onderzoek naar veiligheid. Daar passen heel veel links en verbindingen met die praktijk in, om het zo tastbaar mogelijk te maken. De onderzoeksregeling was een mogelijkheid om daar echt bij stil te staan: een idee te ontwikkelen en te theoretiseren en het tegelijk praktisch handen en voeten te geven en verbindingen te leggen met de praktijk. We zitten in de regio Den Haag-Leiden, een plek waar je duizend en één kansen hebt om iets met veiligheid te doen. De regeling gaf ons de luxe om een jaar lang deze onderwijsfilosofie uit te werken. We kunnen hiervan de komende jaren de vruchten plukken. Het is namelijk een cirkel dat we elk jaar gaan herhalen. We hebben twee Integrated Learning vakken in het programma Security Studies die we hier structureel aan hebben gekoppeld. Hierin laten we studenten aan de slag gaan met praktijkvragen, en dat willen we elk jaar gaan ophalen. Dankzij de regeling hebben we het goed in de steigers kunnen zetten.”
Wat hebben jullie concreet gedaan in het onderzoek?
Postema: “Onze aanpak was tweeledig. Allereerst lag de focus echt op de theoretische fundering die we rond wilden krijgen. Wat is nou precies die onderwijsfilosofie van integrated learning? Waar bestaat het uit? Wat zijn de essentiële stappen die nog vaak missen om die laatste link te slaan, terug naar de maatschappij? Het andere deel was gericht op de slag maken richting praktijk, en ervoor te zorgen dat studenten ook de middelen hebben om hiermee aan de slag te gaan. Dat betekende echt het professionaliseren van de twee vakken. In deze vakken krijgen studenten heel veel ruimte om zelf aan de slag te gaan met vraagstukken van partners uit de veiligheidssector en uit de omgeving. Als ze bijvoorbeeld gevraagd worden om een beleidspaper te schrijven of om een podcast af te leveren of andere vormen waarmee ze gedragsverandering kunnen stimuleren, dan moeten ze dat echt op een professionele manier kunnen doen. Dan gaat het dus om de aanschaf van podcast- of filmapparatuur en software.”
Weggemans: “We hebben daarvoor eerst een rondje langs de velden, -gemeenten, politie en andere relevante veiligheidspartners-, gemaakt om input op te halen. Waar zitten jullie mee? Waar willen jullie nou een antwoord op van onze studenten? We hebben bijna 250 studenten per jaar, dat is een leger aan denkkracht. Stel maar vragen. Wij helpen studenten bij het zoeken van een thema, of een onderwerp voor een paper. We hebben bewust gekozen bij de twee vakken voor niet-traditioneel wetenschappelijke output. In plaats van een wetenschappelijk paper, dat nauwelijks wordt gelezen, kiezen we voor een podcast, een filmpje, documentaire, of een change campaign of ondernemersplan.”
Postema: “We hebben als laatste een conferentie georganiseerd waar de studenten hun oplossingen moesten presenteren. De partners waren allemaal verrast door de kwaliteit van waar de studenten mee gekomen waren: de ideeën waren origineel, en de invalshoeken verfrissend. Het interdisciplinaire karakter van het programma draagt heel erg bij aan wat de studenten kunnen doen voor deze partners in de maatschappij. Daarom wilden sommige partners dan ook de samenwerking voortzetten. Dit soort domino-effect is ook iets wat we graag willen.’
Wat voor concrete thema’s en vraagstukken kwamen aan de orde?
Postema: “Voor de politie waren studenten bijvoorbeeld bezig met een aantal onderwerpen die inspeelden op protesten en demonstraties. Wat is de rol van de politie daarin? Wat voor trends zijn er te herkennen? Dit was een onderwerp wat heel erg leefde onder studenten. Er zijn een aantal podcasts en change campaigns gemaakt. Andere onderwerpen waar onze studenten aan werkten waren sex trafficking, veiligheid in het uitgaansleven en coronamaatregelen. Ook voor het Veiligheidshuis in Leiden mochten studenten een opdracht doen, namelijk om te kijken welke factoren verbeterd kunnen worden in het contact met inwoners. Daar hebben studenten een beleidsadvies over geschreven dat op dit moment in overweging wordt genomen.”
Wat zijn de belangrijkste conclusies? Wat zijn de belangrijkste lessen uit het onderzoek?
Weggemans: “Ik denk dat de belangrijkste conclusie is dat dit een leervorm is waarbij dus zowel vanuit de praktijk als vanuit de studenten behoefte aan is. Het helpt studenten verder, het is didactisch veel groter dan wanneer we het allemaal op de klassieke manier in de collegezaal vertellen. De studenten komen nu op plekken, ze horen dingen over wat we in de praktijk doen. Het is het waard om die verbinding te blijven leggen en met elkaar eerst te weten wat er speelt, er vervolgens mee aan de slag gaan.”
Zijn er lessen uit jullie onderzoek die je kan meegeven aan het CDKM-netwerk?
Weggemans: “Hoe groot het potentieel van de studenten voor de praktijk is, dat is een enorme les waar we met zijn allen op door moeten gaan. Je kan echt steden en landen beter maken door de studentenpopulatie te benutten. Zorg ervoor dat ze het leuk vinden, voor hen is het een enorme leerervaring. Dat het twee kanten opwerkt is voor mij de reden waarom het zo leuk is, en we ermee doorgaan in de komende jaren. Constant kunnen we ons afvragen wat er speelt en waar we bij kunnen helpen?”
Postema: “Ook de connectie en het contact onderhouden met het netwerk, niet alleen lokaal maar ook daarbuiten, is denk ik ook heel belangrijk. Alles is tegenwoordig in de wereld zo met elkaar verbonden, dat het ook erg onlogisch is om het alleen op lokaal niveau aan te pakken en niet te kijken naar de complexiteit daarbuiten. Juist die interdisciplinaire aanpak is daarvoor heel erg geschikt.”
Laat een reactie achter