City Deal Nijmegen is toe aan structurele inbedding in het onderwijs
Hoe geef je het werken aan maatschappelijke vraagstukken een structurele plek in je onderwijs? Het komende jaar gaan de onderwijspartners van de City Deal Kennis Maken in Nijmegen dat onderzoeken, met hulp van de subsidie uit de laatste call. Kwartiermaker Maartje Cobussen van de Radboud Universiteit vertelt meer over het traject.
In Nijmegen is rond de City Deal sinds 2017 een consortium ontstaan, waarin de gemeente, de Radboud Universiteit, de Hogeschool Arnhem-Nijmegen (HAN) en het ROC Nijmegen samenwerken. Sinds kort doet ook Yuverta op informele manier mee. “Vanaf het begin waren we echt gericht op deze samenwerking, op het gezamenlijke proces”, vertelt Cobussen. “Daarom hebben we ook dit traject als samenwerkingspartners aangevraagd.”
Wat houdt het traject precies in? Wat gaan jullie doen?
“We hebben als consortium ons altijd gericht op duurzame inbedding in onze organisaties en in de stad van de City Deal-activiteiten. We willen het komend jaar tot vier afzonderlijke implementatieplannen komen. Dat doen we per organisatie, omdat het een complex proces is, en elke organisatie zijn eigen uitdagingen en knelpunten heeft, die het tot nu toe lastig hebben gemaakt om te komen tot structurele inbedding van die onderwijsinnovatie in onze organisaties. Overkoepelend gaan we alles bij elkaar brengen en dan samen kijken waar we naartoe willen en welke knelpunten er zijn. Hoe gaan we die overbruggen? Uiteindelijk moet het leiden tot een concreet implementatieplan met tijdspad en concrete doelstellingen per organisatie én een overkoepelend plan. Ook een financieringsplan is daar een belangrijk onderdeel van.”
Structurele inbedding klinkt mooi. Wat zou dat inhouden? Hoe zou dat eruit zien?
“Hoe het werken met maatschappelijke vraagstukken concreet zou worden ingebed is nog niet helemaal duidelijk. We hebben de afgelopen jaren geëxperimenteerd en verschillende vormen gezien waarin City Deal-activiteiten plaatsvinden. Op de Radboud Universiteit gaat het deels via de Honours-programma’s, waarin we gezamenlijke onderzoeksprojecten met de partners hebben opgezet. Studenten werken samen aan de hand van één vraagstuk.
Een voorbeeld is in de wijk Dukenburg waar studenten aan de slag zijn gegaan met de vraag hoe kunnen we die wijk aantrekkelijker maken voor studenten? Aan de hand van design thinking methoden zijn studenten hier samen vanuit de verschillende disciplines aan de slag gegaan. De HAN werkt sinds een aantal jaren in diverse wijken vanuit zogenoemde Lab en Werkplaatsen, waar studenten uit het Gezondheid en Welzijn-domein leren in de context. Op een aantal plekken zijn hier ook studenten van de RU en ROC aangesloten.”
“Ook zijn er andere vormen, waarbij studenten op elkaars werk aanvullen. Zo hebben we een project in de wijk Meijhorst rondom een plukroute met fruitbomen, -struiken en eetbare bloemen. Die is afgelopen najaar aangelegd. Het is een wandelroute waar buurtbewoners vrijelijk kunnen snoepen van wat er bloeit en groeit. Het draagt bij aan een positieve leefomgeving, aan biodiversiteit en zorgt ook voor meer sociale samenhang in de wijk. Studenten van alle kennisinstellingen zijn hierbij betrokken geweest en hebben allemaal een eigen aspect onderzocht. Radboud-studenten keken naar bodembiodiversiteit, HAN-studenten meer naar betrokkenheid van buurtbewoners en studenten van Yuverta richtten zich vooral op hoe de plukroute kan leiden tot beter samenleven in de wijk. Er bestaan dus verschillende vormen van werken aan maatschappelijke vraagstukken. Ons doel is om nu te kijken hoe we vanuit die ervaringen naar structurele inbedding in het reguliere programma kunnen komen. Denk bijvoorbeeld in de vorm van een keuzevak, of dat onderdelen in een bepaald vak worden ingevuld door een maatschappelijk project. Dat doen we nu al op veel plekken.”
Dit traject is dus een logische vervolgstap voor alle betrokken partijen?
“Jazeker. We hebben gezien dat het draagvlak er zeker is, ook bestuurlijk. Tegelijk hebben we gemerkt in de experimenten dat het vaak lastig is voor elkaar te krijgen, omdat er bureaucratische barrières zijn. Denk aan roosters die niet op elkaar aansluiten. Ook matchen maatschappelijke vraagstukken soms niet goed met de eisen van een opleiding, wat het lastig maakt om goed in die opleiding in te passen. Dat soort knelpunten zien we wel, waardoor het lastig is echt goed te implementeren. We hopen wel dat dit traject gaat helpen om dat soort knelpunten op te lossen.”
En daar hebben jullie dus met deze financiering een jaar de tijd voor?
“Ja. Maar het is een ambitieus project. We zullen er over een jaar nog niet mee klaar zijn. Dit is echt een proces van de lange adem.”
Hoe gaan jullie van start?
“We zijn 1 november begonnen. De afgelopen twee maanden hebben we de belangrijkste thema’s geïdentificeerd, waar we aan gaan werken. Dat heeft elke organisatie voor zich gedaan en daarnaast hebben we gezamenlijke thema’s vastgesteld. Die gaan we aan de hand van focusgroepen uitdiepen, ook weer per organisatie én daarnaast in gezamenlijkheid. Daar gaan we vanaf volgende maand mee starten. Daarnaast doen we ook een literatuuronderzoek. We hebben vier centrale gezamenlijke thema’s om mee aan de slag te gaan. De eerste is de strategische agenda en vraagarticulatie. We willen daarbij onze ambitie verder uitwerken en concretiseren.”
“Wat is nu die stip op de horizon waar we naartoe werken? Hoe komen de vragen uit wijk en stad, waar komen die vandaan? Hoe bepalen we wat wordt opgepakt? Het tweede thema is multi-level onderwijs. Wat willen we daarmee bereiken? Hoe vullen we dat in? Is dat via een vast format, of zijn er meerdere vormen mogelijk? Zijn de leerdoelen universeel of persoonlijk, of juist opleidingsgericht? De netwerk governance is het derde thema. Hoe werken we precies samen? Hoe kunnen we dat versterken en minder kwetsbaar maken? Het is nu best wel afhankelijk van betrokkenen per organisatie. We hebben in Nijmegen meerdere netwerken die vergelijkbare doelen nastreven. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat die ook elkaar goed aanvullen en versterken. Het vierde en belangrijke thema is de financiering. Als we alles inhoudelijk op een rijtje hebben, hoe gaan we het betalen?”
Waarom past jullie project zo goed bij de City Deal Kennis Maken?
“Het past heel goed omdat alle kennisinstellingen in Nijmegen vanuit hun rol het heel erg belangrijk vinden om met ons onderwijs en onderzoek een maatschappelijke bijdrage te leveren. Die maatschappelijke impact vinden wij ontzettend belangrijk. De City Deal Kennis Maken helpt ons om die bijdrage nog beter in te vullen. In Nijmegen wisten we elkaar al heel goed te vinden, maar het netwerk van de City Deal heeft ons de afgelopen jaren geholpen om die verbinding te versterken. Ook om dat meer programmatisch te gaan insteken en inbedden.”
Wat zouden anderen van jullie in Nijmegen kunnen leren?
“Wat ik vaak hoor van anderen is dat er veel interesse is in de samenwerking die wij hebben met het mbo sinds 2019. Die samenwerking is er nog niet in alle steden. Ook denk ik dat het die verbinding die wij met zijn allen hebben in het consortium interessant kan zijn. We proberen om elkaar daar goed te vinden, goed af te stemmen en gezamenlijk op te trekken. Dat is wel iets waar we hard aan werken en veel mee bezig zijn.”
Laat een reactie achter