Interview met Danielle Braun “De ontmoeting moet op één staan bij plannen in de wijk”

Als je steden bouwt, houd dan rekening met de ‘kleefstof’ tussen mensen, stelt Danielle Braun. Hoe zorg je ervoor dat bewoners contact met elkaar houden, minder eenzaam zijnen meer dingen samendoen? Op de Dag van de Stad legt de corporate antropoloog in haar last lecture de nadruk op het maken van verbindingen in de stad en wat we kunnen leren van andere culturen.

© Mirjam van der Linden fotografie

Als stedelijke professional kun je een belangrijke rol spelen in het leggen van verbindingen, stelt Braun. “Denk bijvoorbeeld aan de aanleg van fietspaden, speeltuinen en andere ontmoetingsplekken. Nog beter is het om verhalen te maken rond elke wijk, die je bouwt of herstructureert. Een verhaal waarmee de wijk een bijzondere plek wordt om te wonen, waarmee je bewoners trots maakt op hun wijk. Na de ontzuiling en het loslaten van allerlei structuren in onze samenleving zijn we een beetje zoekende in hoe we moeten samenleven. Op de Dag van de Stad wil ik voorbeelden geven hoe andere culturen dat doen, en wat wij daarvan kunnen leren.”

Braun, ook wel de ‘antropoloog des vaderlands’ genoemd, reist de wereld rond op zoek naar wat andere samenlevingen ons kunnen leren over onze eigen maatschappij. Ze schrijft boeken en begeleidt leiders bij conflict en verandering. Daarnaast is ze directeur van de Academie voor Organisatiecultuur. Op de Dag van de Stad neemt ze haar publiek mee op reis in een Last Lecture langs allerlei culturen, op zoek naar meer verbinding tussen wijkbewoners.

Buurt-app

Een voorbeeld van verbinding maakte ze zelf mee in haar eigen wijk in Soest “Tijdens COVID kregen we in de straat meer contact met elkaar als buurtbewoners dankzij een WhatsAppgroep. Vanuit antropologisch oogpunt is dit een voorbeeld van op elkaar letten. In de appgroep deelden we vooral flauwe grapjes met elkaar, maar ook of je iets kon meenemen uit de winkel. Een van onze buren is Toos, ze is tegen de 80 en gaat nog steeds graag met de racefiets op pad. Ze vindt het niet leuk als we haar controleren. Dankzij de appjes zagen we dat het goed met haar ging, wanneer ze met een smiley reageerde op een grap. Na COVID is er echt door die appgroep een sociale structuur ontstaan in onze buurt. We hebben bijvoorbeeld twee buurjongens die af en toe alleen thuis mogen zijn. Dan appen de ouders of we allemaal een oogje in het zeil kunnen houden.”

Speldenprikken uitdelen

Ontstond de verbinding vanuit de bewoners in de wijk van Braun vanzelf, lang niet in alle wijken is dat het geval. Kun je daar als stad op sturen? Braun denkt van wel. “ Mensen zijn vaak een beetje handelingsverlegen, dat kun je zeker stimuleren. Natuurlijk is het mooier wanneer het spontaan ontstaat zoals in mijn wijk, maar in sommige wijken is dat gewoon lastig.

Denk bijvoorbeeld aan een wijk met veel nieuwkomers. Als gemeente kun je een burendag organiseren, of beslismomenten waarop wijkbewoners in gesprek gaan over waar de speeltuin of bibliotheek moet komen. Zo kun je op microniveau wel degelijk als overheid helpen. Je kunt maatschappelijke speldenprikken uitdelen, het voorbeeld geven of iets faciliteren en toch bewoners het gevoel geven dat ze het zelf organiseren.”

Beeldvorming

Naast een mooi wijkverhaal maken kun je als gemeente werken aan beeldvorming. “We hebben gezien dat tien jaar bezuinigen op sociaal werk de wijken niet echt heeft geholpen. Denk aan jongeren, die vaak geen eigen plek hebben. Als jongeren in een groep rondhangen bij een skatepark, zie je ze dan als potentiële criminelen, of denk je goh, wat leuk dat ze zo gezellig bij elkaar zitten?”

Natuurlijk moet je als stadsbestuur ook over grotere structuren beslissen, gaat Braun verder. “Leg je voorzieningen in de wijk aan of op een centrale plek, zoals een groot winkelcentrum buiten de wijk? Waar leg je de fietspaden aan? Als je plannen in de wijk ontwikkelt moet de ontmoeting tussen mensen op één staan. Die ontmoeting is het grootste goed. Elke wijk of straat zou minimaal één punt moeten hebben waar je als bewoner vaak naartoe moet. Dat kan de apotheek zijn, de viskraam of de huisarts. We moeten anders naar de stad gaan kijken, en daarin keuzes maken.”

Hoe dan ook moeten volgens Braun mensen centraal staan. En hoe zij met elkaar samenleven. “Ik geloof dat de meeste mensen in ons land verlangen naar contact en verbinding”, zegt Braun. “Het is interessant om te zien hoe we er als land naar kijken. Neem Prinsjesdag. Gaan we voor het Bruto Nationaal Product (BNP), of net als Bhutan, voor het Bruto Nationaal Geluk? We moeten leren van wat we al weten. Want eigenlijk weten we al hoe we moeten samenleven. We zijn het alleen soms een beetje vergeten. Daar wil ik de Dag van de Stad deelnemers weer aan helpen herinneren.”

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *