‘Nieuw voedselbeleid kan niet om steden heen’
Ons voedselsysteem staat voor een grote opgave. Voldoende gezond, veilig en duurzaam geproduceerd voedsel moet beschikbaar en toegankelijk worden voor iedereen. Vandaag komen de meest invloedrijke beslissers uit de Nederlandse voedselwereld bij elkaar op de eerste Nationale Voedseltop om zich hierover te buigen. De lat ligt hoog: over vijf jaar moet Nederland wereldwijd koploper zijn in gezonde en duurzame voeding. Om dat te bereiken kan de Rijksoverheid niet om de steden heen. Ingezonden opiniestuk op Binnenlands Bestuur.
Wat hebben steden nu toe te voegen aan voedselbeleid? Nou allereerst omdat maar liefst 70 procent van de Nederlandse consumenten in een stad woont. Omdat voedsel hier veel werkgelegenheid oplevert voor iedereen die in de voedseleconomie werkt, omdat diezelfde economie veel verkeer in de steden met zich meebrengt, maar ook omdat voedsel een directe link heeft met de gezondheid van stadsbewoners. De ecologische voetafdruk van een stad wordt voor ongeveer 40 procent gevormd door voedselvoorziening. Gelet op het aantal mensen op de wereld is daarvoor per persoon gemiddeld 2,1 hectare nodig. Een inwoner van Londen heeft bijvoorbeeld al 6,6 hectare nodig. Willen steden iets doen aan duurzame ontwikkeling, moeten ze wel voedsel daarin betrekken. Bij uitstek zijn het dan ook juist steden die invulling geven aan voedselbeleid, waarin welzijn, economie, duurzaamheid en een gezonde leefomgeving op elkaar worden afgestemd. Wil een nationale voedselstrategie succes hebben, dan is het dus van belang steden hierbij nauw te betrekken.
De Nationale Voedselagenda, die minister Schippers en staatssecretaris Dijksma een jaar geleden presenteerden, moet daarom de kracht van de stad beter benutten: juist steden experimenteren met integrale voedselstrategieën en zetten voedsel tegenwoordig prominent op de agenda. Juist zij zijn bezig om voedsel van een berg hippe projecten op een meer strategisch niveau te brengen. Zij sluiten aan bij wat hun burgers en ondernemers lokaal nodig hebben. De transitie van landbouwbeleid naar voedselbeleid gaat immers uit van productie op basis van kwaliteit in plaats van kwantiteit.
Daarom zijn we blij met de voedselcoalitie die nu op staat met de City Deal ‘Voedsel op de Stedelijke Agenda’. 12 wethouders en burgemeesters, de gedeputeerde van Gelderland en drie ministers slaan de handen in één om samen de stap te zetten naar een integraal voedselbeleid. In de City Deal wordt gewerkt aan een gezond, veilig en ecologisch houdbaar voedselsysteem voor iedereen in en rond de stad. Samen met ondernemers worden nieuwe businessmodellen ontwikkeld, die zijn gebaseerd op een circulaire economie. We werken samen met het bedrijfsleven en andere partijen om initiatieven te versterken die de voedselsector verduurzamen en voedselketens innoveren en verkorten. Hierbij richten we ons niet alleen op alle ketenpartijen binnen de stad maar juist ook op de relatie met het omliggende landelijk gebied. Van FoodValley en AgriFood Capital tot Dairy Campus en Food Tech Brainport. Maar ook in de vier grote steden van Nederland barst het bijvoorbeeld van kansrijke initiatieven op het gebied van voedsel. Met meer kennis over voedsel verbeteren we voedselonderwijs, versterken we de economie rondom voedsel en gaan we voedselverspilling tegen.
De kennis en ervaring van steden is daarom hard nodig bij het nationale voedselbeleid!
Namens de steden van de City Deal ‘Voedsel op de Stedelijke Agenda’: Abdeluheb Choho (wethouder Amsterdam), Isabelle Diks (wethouder Leeuwarden), Maarten Struijvenberg (wethouder Rotterdam), Jos van Bree (wethouder Helmond), Wobine Buijs-Glaudemans (burgemeester Oss), Victor Everhardt (wethouder Utrecht), Mattias Gijsbertsen (wethouder Groningen), Tjeerd Herrema (wethouder Almere), Jan Hoskam (wethouder ’s-Hertogenbosch), Leon Meijer (wethouder Ede), Stephan Satijn (wethouder Venlo), Joris Wijsmuller (wethouder Den Haag).
Laat een reactie achter