‘Betrek Centers of Expertise meer bij de City Deal’

Dit gaat over de City Deal City Deal Kennis Maken

Sinds 2013 werken de hogescholen in ons land met Centers of Expertise, waarin ze met verschillende disciplines samenwerken aan het oplossen van grootstedelijke en maatschappelijke vraagstukken. Inmiddels is er sprake van een tweede golf en zijn er in ons land zo’n 40 Centers actief. De City Deal Kennis Maken zou dan ook meer gebruik moeten maken van deze Centers, stelt Geleyn Meijer, rector Hogeschool van Amsterdam (HvA).

Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Cultuur & Communityvorming en Externe Verbinding.

Als opvolger van Jet Bussemaker, dé initiatiefnemer van de City Deal Kennis Maken, is Geleyn Meijer goed bekend met de City Deal. “Ze is twee jaar rector geweest voordat ze minister werd. Dat was de periode dat ik aan boord kwam. Toen kwam ook het gedachtengoed op voor de City Deal. Hoe kunnen we nu met die enorme potentie aan plezier, energie en nieuwsgierigheid van studenten de relatie met de stad verder vormgeven. Dat werd een drijfveer toen. Voor ons was het vooral belangrijk hoe we dat meer kleur konden geven in praktijkgericht onderzoek.”

Geleyn Meijer, rector van de Hogeschool van Amsterdam.

Geleyn Meijer, rector van de Hogeschool van Amsterdam. Foto: HvA.

Dat is het onderzoek dat vooral door hogescholen wordt gedaan. Wat houdt dit precies in? “Het is onderzoek dat heel erg uitgaat van een vraag uit de maatschappij. Denk aan het milieuvraagstukken, of de millenniumdoelen in de stad. Er liggen kansen in groei van de stad, verandering van de samenleving, of de groei van diversiteit. Praktijkgericht onderzoek is een drietrap. Met de vraag gaat een onderzoeker vervolgens een onderzoeksvraag bedenken. De tweede stap is het doen van het onderzoek met andere lectoren, studenten en onderzoekers. Deze fase is een combinatie van analyse en ontwerp. In de derde stap brengt de onderzoeker het ontwerp terug naar de vragensteller, de opdrachtgever. Dat kan een winkeliersvereniging, gemeente of bedrijf zijn. Na feedback kan je de hele cyclus opnieuw starten. Dat heen en weer ademen met de partijen heet praktijkgericht onderzoek en daar zijn we steeds beter in geworden.”

Wat is de rol hierbij precies van de Centers of Expertise?
“Die zorgen voor het volgende stadium: de krachten bundelen met de verschillende partners. De lectoren vinden elkaar steeds meer, ook van de verschillende hogescholen. Er ontstaat meer een krachtenbundeling rond onderwerpen, waar ze zich mee bezig houden dan van disciplines waar ze vandaan komen, zoals in de academische wereld. Bij praktijkgericht onderzoek gaat het meer om de vraagstukken. De Centers of Expertise zorgen ervoor dat je samenwerkt met partners van buiten. Zowel op projectbasis als structureel op de lange termijn. Met gemeenten, bedrijven of winkeliersverenigingen spreek je dan met elkaar af: dit zijn de grote vragen voor de komende jaren en hier gaan we aan werken. Samen heb je de rode draad bepaald. Daar komen projecten dan uit. Het is een beweging die in heel Nederland ziet, maar ook verder in Europa. De Centers of Expertise zijn echt een new kid on the block. Er lopen nu in de tweede golf een kleine veertig Centers in Nederland. Wij hebben op de HvA capaciteit om er zes te faciliteren. Overigens zie je ook in het mbo een soortgelijk initiatief ontstaan, de Centers voor Innovatief Vakmanschap. Dat is vergelijkbaar.”

Dus de Centers of Expertise helpen instellingen beter te laten samenwerken? Hoe zit het met de opleidingen?
“We moeten ervoor zorgen dat ons onderwijs echt profiteert van de onderzoeken. De kennis die we opdoen stoppen we terug in de opleidingen om er onderwijs mee te maken. Met een Center of Expertise heb je immers een afspraak om verder te bundelen. Ook academische onderzoekers hebben steeds meer interesse in onze Centers of Expertise. Een voorbeeld is het onderwerp AI (artificial intelligence). Academische onderzoekers kijken naar onze werkgroepen toegepaste AI.”

Wat zijn belangrijkste lessen als je terugkijkt de afgelopen zeven jaar?
“Als je het hebt over veel doen met de capaciteiten van de onderzoekers in die stad, dan hebben we geleerd dat je met enkele projecten die in tijd zijn begrensd veel bereikt. Je moet het niet laten voortduren. De vragen van studenten en onderzoekers zijn in het begin vernieuwend, maar als je in het derde jaar weer studenten langs hebt gehad met diezelfde vragen neemt de dynamiek af. Waar is de vernieuwing? Waar is de oplossing? Tegelijkertijd kan je niet verlangen van een kortlopend traject dat het iets oplevert wat de boel fundamenteel vooruithelpt. Of dat het iets oplevert waar je onmiddellijk mee aan de slag kunt. Grote vraagstukken zijn vaak harig dat vereist denken en proberen. Wat dus momenteel ontbreekt is een structurele lijn waarin je wel de energie van studenten en medewerkers in projecten of evenementen of gedurende verbindt, maar dat het past in een groter raamwerk van werken aan oplossingen ergens voor. En daar komen de Centers of Expertise bij kijken. “

Hoe bedoel je precies?
“In een Center of Expertise doe je iets vanuit een langetermijn afspraak die je hebt gemaakt met de opdrachtgever, de gemeente of winkeliersvereniging. Je doet een onderzoek niet alleen vanuit een opleiding of omdat het leuk is voor studenten, maar vanuit dat lange termijn idee. Elke lichting van initiatieven met studenten draagt bij aan dat lang lopende onderzoek. Je begint niet elke keer weer opnieuw, maar bouwt met de volgende lichting studenten voort op resultaten van de vorige groep. Zo trekken studenten en stad veel gerichter samen op. De studenten leren er echt wat van, en hun bijdrage wordt vastgehouden, in dit geval door het Center of Expertise. Die gebruikt dit weer bij de volgende groep studenten. Ook voor wijkbewoners zit er dan vorm van feedback en voortgang in. Die zien ook een volgende stap van samenwerken. Zo hou je de energie erin.”

De City Deal zou dus meer de Centers of Expertise erbij moeten betrekken?
“Ja, dat is mijn suggestie. Natuurlijk gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat het onderzoek van hogescholen qua volume nog niet dezelfde omvang heeft als van universiteiten. Maar door de bundeling van krachten krijg je enorme impact en dat werkt weer als versneller. De opdracht van de Centers is om onderwijs te maken. Ons Center of Expertise Urban Vitality gaat bijvoorbeeld over stadse gezondheid. Dat houdt zich bezig met gezond zijn en blijven. Er vindt veel interessant onderzoek plaats naar onderwerpen als obesitas en topsport in de stad. Dat heeft een hele nauwe relatie met de opleiding. De lectoren die eraan bijdragen zijn ook betrokken bij het geven van onderwijs, en betrekken studenten bij het onderzoek. Op moment dat je in de City Deal met projecten aan de slag wil met studenten en de stad als partner, heb je hier al een kanaal liggen om te zorgen het in het onderwijs terechtkomt. In deze coronatijd zijn onze Centers gewoon doorgegaan. Daarom doe ik juist nu appèl om goed naar die stad te kijken en daaraan iets te doen en dat verankeren. Daarvoor zou je die Centers kunnen gebruiken want daar zitten mensen die het als hun vak zien om vast te leggen wat er gebeurt. En dat vervolgens te vertalen in onderwijs.”

Studenten op de Hogeschool van Amsterdam aan het werk.

Studenten op de Hogeschool van Amsterdam aan het werk. Foto: SIG UK/Flickr CC.

Hoe zie je de samenwerking met mbo?
“Ik denk dat we vooral meer moeten doen in combinatie met mbo-instellingen. Daar is men ook heel erg bezig met soortgelijke vraagstukken, en ik zou daarom graag de brug willen slaan. Nieuwe projecten in de City Deal zouden dan ook als voorwaarde moeten hebben dat je die dingen samen oppakt met het mbo. Practoraten brengen namelijk weer een hele andere invalshoek met zich mee. Daar kunnen we nog veel meer doen. Er zijn nu al gesprekken tussen hogescholen en mbo-instellingen om samen projecten te doen. Uiteindelijk staat of valt het ermee of mensen het leuk vinden mee te doen en hun best te geven. Als je kan samenwerken aan een probleem schept dat een band. Laat een ROC en hbo bijvoorbeeld samen kijken hoe we praktijkonderwijs kunnen vormgeven in deze nieuwe digitale wereld. Wat kunnen we leren van blended learning?”

Moet deze samenwerking onderdeel worden van een regulieren aanpak?
“We moeten ernaar streven dat we het uit de eenmalige projectensfeer halen en meer als manier van werken neerzetten. Dan blijft het ook het langst werken. Natuurlijk beginnen die dingen als initiatief, maar je moet het structureel verankeren. Als je het steeds maar als eenmalige vuurpijl afvuurt dan is het oh-effect op een gegeven moment er wel van af. Je moet zorgen dat het ergens landt en onderdeel wordt zodat studenten bijvoorbeeld een heel jaar lang in kleine groepjes kunnen samenwerken.”

Laat een reactie achter

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *