“Leg de voedselambities vast in de omgevingsvisie voor je aan een gebiedsontwikkeling begint”

Dit gaat over de City Deal Gezonde en duurzame voedselomgeving

Lea Smeijsters liep het afgelopen half jaar stage bij Agenda Stad, wat resulteerde in haar masterthesis: ‘Bouwen aan een gezonde stad: Kansen en uitdagingen voor een gezonde voedselomgeving bij gebiedsontwikkeling’. In haar onderzoek combineerde ze twee City Deals: ‘Gezonde en Duurzame Voedselomgeving’ en ‘Dynamische Binnensteden’. Een mooi voorbeeld van hoe de kruisbestuiving van kennis en ervaring binnen Agenda Stad kan leiden tot een innovatieve insteek. We spreken Lea over haar onderzoek, resultaten en toekomstplannen.

Hoe ben je gekomen op dit onderwerp?
Ik heb een Bachelor Gezondheid en Maatschappij gedaan aan de Wageningen University & Research, waar ik werd gegrepen door hoe je met goed beleid de omgeving kan beïnvloeden en een gezonde samenleving kan bevorderen. Hier werd mijn interesse voor de stedelijke kant gewekt, wat ertoe geleid heeft dat ik bij de Universiteit Utrecht terechtkwam voor mijn master Urban and Economic Geography. Toen ik de vacature bij Agenda Stad voorbij zag komen werd ik dan ook meteen enthousiast van de combinatie gezondheid en stedelijke omgeving!

Hoe kwamen de twee verschillende City Deals samen in jouw onderzoek?
Vastgoedontwikkelaars en -beleggers zijn nauwelijks bezig met een gezonde voedselomgeving in gebiedsontwikkeling en gemeenten nemen het doorgaans niet op in tenderuitvragen. Met de City Deal Gezonde en Duurzame Voedselomgeving wordt er op verschillende manieren gekeken naar hoe mensen gestimuleerd kunnen worden gezond te eten. Als je kijkt naar de daadwerkelijke voedselaanbieders kom je al snel bij de City Deal Dynamische Binnensteden terecht: hoe maak je de binnenstad aantrekkelijk, veilig en toekomstbestendig? We kennen allemaal het beeld van het stationsgebied met tien snackbars naast elkaar. Hoe doorbreek je dat? Zo grepen de twee City Deals mooi in elkaar samen. Het gouden ei heb ik natuurlijk niet zomaar gevonden in mijn thesis, maar wat wel bleek is dat bewustwording aan het begin van het traject heel belangrijk is.

Hoe heb je deze verschillende vakgebieden – voedsel en vastgoed – samengebracht?
Voor het theoretisch kader heb ik de literatuur over voedselomgeving en stedelijke gebiedsontwikkeling met behulp van de Multi Level Perspective theorie gecombineerd. De centrale vraag is: welke kansen en uitdagingen zijn er om de transitie naar een gezonde voedselomgeving te bevorderen binnen het proces van gebiedsontwikkeling? Dit heb ik onderzocht door middel van de drie kernprocessen van niche-innovaties. De kans van slagen is veel groter als je op drie kernprocessen goed scoort: visie en verwachtingen, netwerk en samenwerking en leerprocessen. Zo kan een initiatief gaan van een nichemarkt naar een gangbaar alternatief.

Hoe zorgen we ervoor gezonde voedselaanbieders makkelijker een plek kunnen krijgen bij gebiedsontwikkeling?
Het begint al bij de vraag wat een gezonde voedselaanbieder is, hoe beoordelen we dat? Daar wordt in de City Deal Gezonde en Duurzame Voedselomgeving nu aan gewerkt, dat zou een belangrijk handvat kunnen zijn. In de gebiedsontwikkeling Cartesius in Utrecht is een lijst opgesteld met voorstellen waar een supermarkt aan kan voldoen om een gezonde supermarkt te zijn. Deze lijst is meegenomen in de onderhandelingen met supermarkten. Zoiets zou vaker gedaan kunnen worden, uiteraard met goede en het liefst transparante onderbouwing.

Zelfs als je dat goed gedefinieerd hebt, zit op dit moment wet- en regelgeving in de weg om hier harde eisen aan te stellen. Het bestemmingsplan is niet specifiek genoeg om bepaalde aanbieders uit te sluiten. Bij de vastgoedsector zie je meer de houding dat als de markt – dus de klanten – erom vragen, zij hier zeker op in wil springen. Anders zou er een financiële prikkel vanuit de overheid moeten zijn.

Het voedselaanbod is daarnaast maar één onderdeel van het totale vraagstuk. Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat mensen met een kleinere portemonnee toch voor gezond eten kunnen kiezen? Dat zit hem niet alleen in het aanbod op straat, daar is ook bredere voorlichting voor nodig en andere marketing.

Wat zijn de belangrijkste uitkomsten van je onderzoek?
Het begint allemaal bij de gemeente die het in een Omgevingsvisie moet opnemen, daar vloeit de rest uit voort. Anders is het te makkelijk voor een vastgoedpartij om er jaren later toch niet mee aan de slag te gaan omdat het voor het financiële plaatje minder positief is. Ook het verder bouwen aan netwerken en kennis delen is erg belangrijk. Alleen al de verschillende afdelingen binnen de gemeenten zelf kunnen beter samenwerken, maar ook kennisinstellingen en maatschappelijk organisaties zoals bijvoorbeeld het Voedingscentrum kunnen beter erbij betrokken worden.

In mijn interviews hoorde ik vaak dat de kennisinstellingen nauwelijks aan bod komen in het proces van gebiedsontwikkeling. In plaats van dat een voedselexpert meekijkt in de initiatieffase, is er nu pas helemaal aan het einde van een ontwikkeling een belegger die kijkt welke partij interesse heeft in de plint. Dit proces zou je veel eerder sámen richting kunnen geven.

Het is daarnaast belangrijk om dezelfde verwachtingen te hebben bij alle stakeholders in de gebiedsontwikkeling. Dat kan met workshops en kennissessies in de initiatieffase verbeterd worden. Mensen moeten geënthousiasmeerd worden en eigenaarschap voelen. Tot slot moeten we niet vergeten dat naast de markt en de overheid er ook een verantwoordelijkheid ligt bij de burger.

Waarom past jouw onderzoek goed bij het instrument dat de City Deal is, waar innovatie en kennisdeling centraal zijn?
Er zijn te weinig referentieprojecten waarvan afgekeken kan worden, dus het is veel ‘learning by doing’. Daarbij is het essentieel dat tussenresultaten gedeeld worden en de kennis geborgd wordt. Hoe wordt er gemonitord en hard gemaakt dat een gezonde voedselomgeving bijdraagt aan de gezondheid van de bewoners van een gebied? Dat soort onderzoeken gaan over vele jaren, maar zo geef je wel een hele concrete incentive om hiermee aan de slag te gaan. De City Deal Gezonde Voedselomgeving is hier nu mee bezig. Wat goed aansluit bij de City Deal Dynamische Binnensteden is hoe je bij de invulling van panden de vastgoedpartijen echt meekrijgt in dit verhaal. Het zou niet alleen een kwestie moeten zijn van juridisch opleggen – wat momenteel geeneens mogelijk is – maar van gezamenlijk het belang zien en het mogelijk maken.

Wat heeft je het meest verrast bij de interviews die je hebt afgenomen met de vastgoedpartijen en gemeentes?
Vastgoedpartijen staan erg positief tegenover het incorporeren van een gezonde voedselomgeving in hun gebiedsontwikkelingen. Er werd eigenlijk heel pragmatisch tegenaan gekeken: als de wil er is vanuit beide kanten, kan het in een contract gezet worden en gaan we ermee aan de slag. Bij de gemeentes hoorde ik vaak dat het onderwerp veel meer leeft dan bijvoorbeeld 10 jaar geleden. Dat heeft zich nog onvoldoende vertaald naar concrete actie, maar daar lijkt de tijd nu wel rijp voor.

Je bent nu afgestudeerd en staat aan het begin van je carrière. Ga je door met dit onderwerp?
Zeker! Het is een heel actueel thema waar steeds meer aandacht voor is en wat ook steeds belangrijker wordt. We worden zwaarder en ongezonder in Nederland. Ik begin met een verdiepend onderzoek bij de WUR, wat meer gericht is op reclame over (on)gezonde voedselaanbieders. Als ik daar eind dit jaar klaar mee ben weet ik nog niet wat de vervolgstap is. Er zijn nog zoveel kansen om hiermee aan de slag te gaan en daar kijk ik naar uit.

Download hier de thesis en bekijk de Infographic Gezonde voedselomgeving bij gebiedsontwikkeling. Deze infographic biedt een begrijpelijk overzicht per fase van de gebiedsontwikkeling, waarmee gemeenten aan de slag kunnen om een gezonde voedselomgeving meer te implementeren binnen het proces van gebiedsontwikkeling. 

 

Verkennend onderzoek: Neem gezonde voedselomgeving op in ruimtelijke visie en tenders

Dit gaat over de City Deal Gezonde en duurzame voedselomgeving

Begin 2024 heeft Joost Rijkhoff, student Bestuurskunde Universiteit Leiden, voor de City Deals Gezonde en duurzame voedselomgeving en Dynamische binnensteden een eerste beknopte verkenning gedaan naar juridische mogelijkheden om het aanbod van ongezond voedsel te kunnen weren. De scope van het onderzoek was beperkt. Echter, de bevindingen zijn zodanig dat ze kansrijke aangrijpingspunten opleveren voor nader onderzoek voor beide City Deals. De belangrijkste aanbeveling van zijn onderzoek is, dat gemeenten een gezonde voedselomgeving in tenders moeten opnemen, zodat aandacht voor dit onderwerp van ontwikkelaars vereist wordt. Hiervoor is het uiteraard van belang dat een gezonde voedselomgeving integraal onderdeel van de ruimtelijke visie uitmaakt.

In navolging van Joost Rijkhoff, werkt masterstudent Urban and Economic Geography aan de Universiteit Utrecht Lea Smeijsters aan haar afstudeerscriptie over dit onderwerp. Hierbij richt ze zich op het proces van gebiedsontwikkeling, en de kansen en uitdagingen binnen dit proces om een gezonde voedselomgeving te bevorderen. De resultaten van haar onderzoek worden in de tweede helft van 2024 op deze site gepubliceerd. Een verwijzing naar die publicatie zal dan ook aan deze pagina worden toegevoegd.

Lees hier de verkenning van Joost Rijkhoff.

 

Voedsel-verbindingsplekken: waar gezondheid gebeurt

Dit gaat over de City Deal Gezonde en duurzame voedselomgeving

Voedsel-verbindingsplekken voorzien in wat in de samenleving steeds meer ontbreekt: echtheid. Echt contact, echt voedsel, echt werk, echte natuur en echte leefruimte. Ze hebben zich niet laten kapen door wat voor regelgeving dan ook, maar zijn trouw aan hun intuïtie’, aldus Marianne Edixhoven, initiatiefnemer van StadsOase Spinozahof in Den Haag. Deze buurttuin is één van de initiatieven uit het veldonderzoekWaar gezondheid gebeurt”, dat vandaag is gepubliceerd.

Zuid-Holland kent tal van plekken waar mensen samen tuinieren, voedsel bereiden en andere sociale (voedsel)initiatieven in de buurt ontplooien. Deze plekken ontstaan op initiatief van burgers en verbinden mensen uit alle lagen van de bevolking met elkaar. Ze zijn een belangrijke schakel in de omslag naar een gezonde en duurzame voedselconsumptie en -productie.  Zij leveren een bijdrage aan klimaat en duurzaamheidsdoelen. Ook brengen zij verschillende groepen mensen met elkaar in verbinding en dragen bij aan sociale cohesie.

In het veldonderzoek: “Waar gezondheid gebeurt, is verkend wat groene ontmoetingsplekken en sociale voedselinitiatieven gemeenschappelijk hebben en wat hun meerwaarde is voor een gezonde leefomgeving.  Voedsel-verbindingsplekken (zoals buurttuinen en aanschuiftafels) bieden de gelegenheid om in de leefomgeving de weg te vinden naar een gezond leven en een gezonde planeet. Initiatiefnemers geven aan dat deze plekken de kwaliteit van leven in de wijk vergroten en mensen aanzetten om een gezonder leven te leiden.

‘Voor een groeiende kwetsbare klasse is het financieel moeilijk om gezond – laat staan duurzaam – te leven. Met deze plek laten we zien dat gezond en duurzaam voedsel ook toegankelijk is voor diegene die dat het hardst nodig hebben”, aldus Floris Visser, Mensa Mensa & Public Food in Rotterdam.

Voedsel-verbindingsplekken voorzien in een maatschappelijke behoefte maar krijgen van de lokale overheid nog niet altijd erkenning. Het veldonderzoek geeft een gezicht aan de vele initiatieven en biedt aanknopingspunten voor overheden en zorgprofessionals om het maken van gezonde voedselkeuzes en positieve gezondheid verder te stimuleren. Door in gesprek te gaan met deze initiatieven, kunnen gemeenten samen met de gezondheidssector randvoorwaarden creëren die Voedsel-verbindingsplekken nodig hebben om de impact op de gezondheid te versterken.

Advies
De opstellers van het veldonderzoek – die voorstellen om de titel Voedsel-verbindingsplekken te gebruiken – adviseren gemeenten om de meerwaarde van deze plekken te erkennen; de zichtbaarheid van deze plekken te vergroten en om knelpunten weg te nemen op het vlak van wet- en regelgeving, ruimtelijke ordening, toegang tot geld, grond en andere zaken die het voortbestaan of opstarten van Voedsel-verbindingsplekken belemmeren.

Dit veldonderzoek is uitgevoerd door Voedselfamilies en mede mogelijk gemaakt door de Provincie Zuid Holland in het kader van de City Deal Gezonde en duurzame voedselomgeving.

 

Ongezonde reclame weren uit openbare ruimte – doe mee en deel jouw ervaring!

Dit gaat over de City Deal Gezonde en duurzame voedselomgeving
Reclame in het straatbeeld

Steeds meer gemeenten willen reclame in de openbare ruimte voor ongezonde producten, voor vlees of  advertenties gericht op kinderen kunnen weren. Bijvoorbeeld reclame op bussen en trams en op billboards. De City Deal Gezonde en duurzame voedselomgeving wil gemeenten hierbij helpen, onder andere door voorbeelden van definities van ‘vleesreclame’ en ‘ongezonde producten’ beschikbaar te maken. We zoeken contact met steden die hier ervaring mee hebben of juist ermee aan de slag willen.

Veel steden hebben gezonde ambities. Ze werken aan een gezond aanbod in de stad, bieden gezonde schoollunches en stimuleren een gezonde levensstijl. Het weren van ongezonde reclames in de openbare ruimte is ook een logisch instrument om in te zetten. Reclames normaliseren en zetten (onbewust) aan tot consumptie.

Gemeenten hebben de juridische mogelijkheden om reclamebeleid vorm te geven met het doel om ongewenste reclames in de openbare ruimte te weren. In de praktijk gebeurt het nog weinig. Het aanpassen vraagt om een zorgvuldige motivering en juridische formulering van welke reclames niet gewenst zijn.

Betrokken City Deal steden hebben al behoorlijk wat (juridische) kennis verzameld om ongewenste reclame te weren. De City Deal wil deze kennis verzamelen en ontsluiten, zodat andere gemeenten ook hiervan gebruik kunnen maken.

De City Deal zoekt daarom contact met gemeenten die ervaring hebben – of de ambitie hebben – met het weren van reclame voor ongezond voedsel of vlees. Ook zijn we benieuwd naar ervaringen met het weren van reclame van fossiele brandstof, vliegvakanties, of fast fashion.

Gemeenten kunnen contact opnemen met Huibert de Leede, [email protected] of 06-28071984. Bij voorkeur voor 15 juni, want we streven er naar al in de zomer de eerste voorbeeldteksten online beschikbaar te hebben.

Over de City Deal Gezonde en duurzame voedselomgeving
De ambitie van deze City Deal is om de stad in 2030 overwegend gezond en duurzaam te maken. Vooral rond scholen, in openbare gebouwen, in supermarkten, catering en horeca. Hiermee dragen we bij aan fitheid, vitaliteit, preventie van ziekten en op een natuur, milieu en klimaatsysteem in balans. Een reclamebeleid dat aansluit bij deze doelen is een logische stap.

Onderzoek: de impact van lokale voedselinitiatieven

Dit gaat over de City Deal Gezonde en duurzame voedselomgeving

Wat kunnen gemeenten doen om buurtinitiatieven waar mensen samen koken en eten te ondersteunen? En hoe kunnen gemeenten deze initiatieven gebruiken als vliegwiel om het gezamenlijk eten van gezond en lokaal voedsel te stimuleren? Stichting Ulebelt onderzocht het in opdracht van de City Deal.

In Nederland moet maar liefst 14 procent rondkomen van een laag inkomen. Gezond eten is dan vaak moeilijk. Daarnaast leven veel mensen alleen, die niet voor zichzelf willen of kunnen koken en eten. In heel Nederland zijn lokale voedselinitiatieven die met tal van vrijwilligers hun stads-, dorp- of wijkgenoten helpen aan een gezamenlijke, gezonde en duurzame maaltijd.

In de buurtrestaurants die Ulebelt onderzocht, kunnen bewoners vaak tegen kostprijs aanschuiven voor een warme, zelf gekookte en vaak gezonde maaltijd. Deze restaurants zijn laagdrempelig, dichtbij en goedkoop. Ze hebben de potentie om gezondheidsachterstanden terug te dringen, ontmoetingen te faciliteren en een sociaal netwerk te versterken. Bovendien kunnen buurtrestaurants als vliegwiel worden ingezet om het eten van vers en lokaal voedsel te bevorderen.

Impact vergroten
Veel buurtinitiatieven zouden graag hun impact willen vergroten. Sommigen willen graag meer mensen aan tafel, anderen geven aan de diversiteit aan deelnemers te willen uitbreiden: meer mensen met een migratie-achtergrond of meer niet-kwetsbare mensen aan tafel hebben, zodat het concept meer genormaliseerd wordt. Ook benoemen buurtrestaurants vaak dat ze graag meer met lokaal geproduceerd voedsel willen koken.

Gemeenten willen buurtinitiatieven vaak ondersteunen. Dat is vaak ook hard nodig, want om een betaalbare, gezonde maaltijd te bieden is geld, huisvesting en een stabiele organisatie nodig. Ulebelt adviseert gemeenten o.a. om bestaande buurtrestaurants in beeld te brengen en onder de aandacht te brengen van wijkbewoners. Ook adviseert het om te onderzoeken wat elk buurtrestaurant nodig heeft om te overleven en te groeien.

Lees het onderzoek

Onderzoekers UvA en Amsterdam UMC maken voedselomgeving meetbaar

Dit gaat over de City Deal Gezonde en duurzame voedselomgeving

De overheid moet burgers beschermen tegen een ongezonde leefomgeving – tegen bijvoorbeeld luchtverontreiniging en geluidsoverlast, maar ook tegen een ongezonde voedselomgeving. Maar hoe bepaal je hoe gezond of ongezond de voedselomgeving in een bepaald gebied is, zodat deze, net als de luchtkwaliteit, gereguleerd kan worden?

Een interdisciplinair team van juristen en gezondheids- en voedingswetenschappers, geleid door de UvA en Amsterdam UMC, is er voor het eerst in geslaagd om de voedselomgeving uit te drukken als een omgevingswaarde. De onderzoekers onderzochten een meetinstrument waarmee buurten en straten op een betrouwbare manier een ‘voedselomgevingsscore’ krijgen. De uitkomsten van het onderzoek bieden handvatten om de voedselomgeving in de toekomst te kunnen reguleren. Dit onderzoek is in opdracht van de gemeente Amsterdam en in samenwerking met de City Deal Gezonde en Duurzame Voedselomgeving.

Een gezonde voedselomgeving is belangrijk in de strijd tegen ernstige aandoeningen zoals obesitas, diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. ‘Nederland krijgt steeds meer de vorm van een ‘voedselmoeras’. Bijna altijd en overal is een overvloed aan ongezond eten en drinken beschikbaar’, aldus hoogleraar Gezondheidsrecht en -beleid Anniek de Ruijter.

‘In ons onderzoek uit 2020 concludeerden we al dat de Nederlandse overheid, op grond van Europese en nationale regelgeving, de verplichting heeft om zijn inwoners te beschermen tegen een ongezonde leefomgeving, en dus ook tegen een ongezonde voedselomgeving. Als de keuze voor gezond voedsel beperkt is, moeten overheden – volgens het voorzorgsbeginsel – actieve maatregelen nemen. Maar de maatregelen die tot nu toe worden genomen om een gezondere voedselomgeving te realiseren, zoals ambities in het preventieakkoord, hebben een vrijblijvend karakter.’

Meten is weten
In de nieuwe studie, die een vervolg is op het eerdere onderzoek, is het team op zoek gegaan naar de ruimtelijke, juridische aanknopingspunten om de voedselomgeving te kunnen reguleren. Onderzoekers Coosje Dijkstra en Wilma Waterlander van de afdeling Public & Occupational Health van Amsterdam UMC zijn eerst gaan kijken hoe gemeten kan worden hoe gezond de voedselomgeving is. In samenhang deden De Ruijter en Bastiaan Wallage onderzoek naar de juridische voorwaarden waaraan moet worden voldaan voor deze metingen. Deze samenwerking leidde uiteindelijk tot de ontwikkeling van een meetinstrument met een afwegingskader (figuur 1).

Amsterdamse winkelstraat
Aan de basis van het meetinstrument staat een eerder ontwikkelde voedselomgevingsscore op basis van een zogenoemde Delphi-studie met experts. De onderzoekers testten de betrouwbaarheid hiervan door in een winkelstraat in Amsterdam het totale voedselaanbod te inventariseren. Aan de hand van de Schijf van Vijf-criteria van het Voedingscentrum bepaalden ze in hoeverre producten, en vervolgens het hele assortiment van een voedselaanbieder, gezond waren. De resultaten lieten zien dat 77% van het totale voedselaanbod in de straat niet binnen de Schijf van Vijf viel. Vervolgens hebben de onderzoekers de totale voedselomgevingsscore voor de winkelstraat berekend door de voedselomgevingsscore van alle individuele voedselaanbieders bij elkaar op te tellen. De totale score voor de winkelstraat was negatief (-77). ‘Dat betekent dat de voedselomgeving een negatieve invloed heeft op de voedingskeuzes en mogelijk op de gezondheid van inwoners’, aldus Dijkstra  . ‘De score geeft ook aan dat ongezonde voedselaanbieders het gebied domineren.’

Toelaten nieuwe winkels
Doordat de onderzoekers de voedselomgeving op gebiedsniveau kwantitatief inzichtelijk hebben weten te maken, wordt het mogelijk een passende omgevingswaarde vast te stellen. Deze waarde kan als basis dienen voor een afwegingskader waarmee gemeenten de voedselomgeving kunnen reguleren, bijvoorbeeld door in een bepaald gebied nieuwe winkels die voedsel verkopen, al dan niet toe te laten.

Download het onderzoeksrapport

Het rapport is opgesteld door juristen en voedings- en gezondheidswetenschappers van de UvA, Amsterdam UMC, Vrije Universiteit Amsterdam en de WUR, in opdracht van de gemeente Amsterdam en in samenwerking met de City Deal Gezonde en Duurzame Voedselomgeving.

Lees meer over het onderzoek uit 2020

Analyse toont aan: Een op de vijf stadsbewoners in kwetsbare positie

Dit gaat over de City Deal Gezonde en duurzame voedselomgeving

Maar liefst een op de vijf inwoners in de steden Amsterdam, Den Haag, Almere, Ede, Rotterdam, Haarlem en Utrecht bevinden zich in een kwetsbare positie en heeft daardoor mogelijk moeite met het bekostigen van gezond voedsel. In de grotere steden is deze groep mensen groter, maar het patroon dat ouderen vaker kwetsbaar zijn is zichtbaar in alle steden. Dit geldt ook voor eenoudergezinnen en gezinnen met oudere kinderen of grote gezinnen.

Dat blijkt uit een analyse onder de zeven steden, die is gemaakt in opdracht van de City Deal Gezonde en duurzame voedselomgeving. In dit onderzoek is gekeken naar hoe waarschijnlijk het is dat mensen moeite hebben met het betalen van gezonde voeding, het aantal inwoners met problematische schulden en de keuzes die mensen maken bij de aankoop van voedsel.

Maaltijd overslaan
Mensen met een laag inkomen slaan ook wel eens een maaltijd over omdat er niet genoeg geld is. Dat blijkt uit de enquête onder inwoners van Amsterdam, Rotterdam en Utrecht. Hieruit blijkt ook dat mensen met een laag inkomen minder vaak groente eten dan gemiddeld. Ongeveer de helft van deze groep eet 6 of 7 keer per week een zelfgemaakte warme maaltijd, dit is lager dan gemiddeld onder alle inkomensgroepen.

Betaalbaarheid is voor mensen met een laag inkomen de belangrijkste drijfveer bij het kiezen en kopen van voedsel. Zij geven aan dat ze gezonder zouden eten als ze meer geld zouden hebben. Dat geldt voor maar liefst 58% van de Rotterdammers met een laag inkomen en ook in Amsterdam is dat aandeel hoog (83%).

Gezond en betaalbaar voor iedereen
Om de kansen op een goede gezondheid te vergroten is het belangrijk dat mensen gezond eten. De gemeente Amsterdam heeft in januari 2023 een onderzoek uitgevoerd naar de aard en omvang van de groep die problemen heeft met de betaalbaarheid van gezonde voeding. Dit onderzoek is nu vergeleken met Den Haag, Almere, Ede, Rotterdam, Haarlem en Utrecht.

Deze steden werken samen in de City Deal gezonde en duurzame voedselomgeving. Hierin werken tien steden, een provincie, drie ministeries, het Voedingscentrum en diverse maatschappelijk organisaties gedurende vier jaar samen aan een gezond, duurzaam en betaalbaar voedselaanbod.

Download de factsheet

 

Column: de invloed van reclame op voedselkeuzes

Dit gaat over de City Deal Gezonde en duurzame voedselomgeving

De hele dag door maken we keuzes in wat we eten. Vaak onbewust. Deze beslissingen worden mede beïnvloed door een aantal belangrijke factoren: persoonlijke kenmerken zoals opvoeding en kennis, en externe invloeden zoals sociale omgeving en wetgeving. Maar er is één factor die bijzonder prominent aanwezig is: reclame. Vaak zonder dat we het doorhebben, beïnvloedt het subtiel ons gedrag, stuurt het onze keuzes en vormt het onze gewoonten.

Voedselreclame is non-stop aanwezig, de hele dag door. In advertenties, in bushokjes, op de radio en via social media. Zo aanwezig dat we het normaal vinden. En juist daar speelt reclame op in. Door maar gewoon veel en regelmatig aanwezig te zijn, kweek je vertrouwen.

Voedselreclame nestelt zich in ons onderbewuste.

Dr. Ronald Voorn – Gedragswetenschapper

Dat voedselreclame continu aanwezig is, blijkt ook uit cijfers van Panteia. In Nederland worden jaarlijks circa 4 miljard besteed aan reclame, waarvan bijna de helft naar voedselreclame gaat. Driekwart van dit budget wordt besteed aan voedingsmiddelen die niet in lijn zijn met de Schijf van Vijf. En dat zie je ook in het straatbeeld. Wie over het station loopt, of door een winkelstraat, ziet vooral vette en snelle snacks. En bied dan – als je moe bent of trek hebt – maar eens weerstand tegen al die ongezonde verleidingen.

Ik wil niet stellen dat mensen een willoos slachtoffer zijn van alle reclame om hen heen, of alle vestigingspunten die er zijn van die winkels, of je eigen driften. Maar wie succesvol gedrag van mensen wil veranderen – en mensen wil stimuleren om gezonde keuzes te maken – moet met een breed pakket aan maatregelen komen: gezonde voeding makkelijker en aantrekkelijker maken, producenten overtuigen dan wel dwingen waar nodig om gezondere ingrediënten toe te passen, minder reclame, minder aanbod van ongezond voedsel, beter voorlichten en een verbod op reclame van ongezonde voeding gericht op kinderen.

Kindermarketing
Want natuurlijk is het belangrijk om kinderen op jonge leeftijd te onderwijzen over gezond voedsel De rol van ouders is daarbij uiteraard groot. Maar onderschat niet de invloed van marketing op kinderen. Kleurrijke verpakkingen, stripfiguren, influencers op Youtube, alles wordt uit de kast gehaald om de aandacht te krijgen van de jonge consument. Mensen ontwikkelen een verdedigingsmechanisme tegen pogingen om te beïnvloeden, maar dat gebeurt helaas pas vanaf ongeveer je zevende.

Maar om het voedselsysteem echt te veranderen, heb je veel partijen nodig: de rijksoverheid, burgers, winkelketens en voedselfabrikanten. Maar ook steden! Verbied ongezonde reclame in de stad, zorg voor een gezond aanbod in school- en sportkantine, voor een divers aanbod in je winkelstraten en help mensen gezondere eetkeuzes te maken.

Dat alles vraagt om politieke lef. Want wie gezond eten wil stimuleren, krijgt algauw te horen dat je niet moet betuttelen. Een prachtig lobbyisten frame: betuttelen. Een woord dat het gevoel oproept dat je in je vrijheid wordt beknopt. En laat dat nou net een aspect zijn dat we ontzettend belangrijk vinden: de vrijheid om je eigen keuzes te maken. En dat is nu precies wat reclame met ons doet: onze keuzes beïnvloeden. Dus, als we niet willen dat ons de les wordt gelezen, is het aanpakken van de voortdurende stroom aan reclame voor ongezond voedsel een noodzaak.

 

 

 

Column: ‘Het is dringend tijd om de voedselomgeving te transformeren.’

Dit gaat over de City Deal Gezonde en duurzame voedselomgeving

-door Maartje Poelman- 

‘Een gezond voedingspatroon is één van de belangrijkste fundamenten van onze gezondheid. Toch blijft het een uitdaging voor de meeste Nederlanders om gezond te eten. In de afgelopen decennia hebben we vooral ingezet op het aanleren van een gezondere levensstijl, terwijl de voedselomgeving onaangetast blijft. Als we serieus werk willen maken van de preventie van overgewicht en chronische ziekten, dan is het dringend tijd om onze voedselomgeving te transformeren.

De voedselomgeving is de afgelopen decennia sterk veranderd. Momenteel wordt het voedselaanbod gedomineerd door ongezonde opties. Tachtig procent van het aanbod in supermarkten valt buiten de Schijf van Vijf en hetzelfde geldt voor aanbiedingen. Of je nu in de stad rondloopt of online surft, je wordt voort durend verleid door reclames die geen rekening houden met onze gezondheid. We moeten dan ook af van het denkbeeld dat individuele voedselkeuzes ‘vrije keuzes’ zijn en dat het verbeteren van de 10 voedselomgeving betutteling is. Sterker nog, als we een evenwichtiger aanbod en aanbiedingen creëren, vergroten we juist de keuzevrijheid van de consument.

Dr. Maartje Poelman – Universitair Hoofddocent, Consumptie en Gezonde Leef stijl, Wageningen Universiteit

De noodzaak van preventie
De noodzaak van preventie en de rol die de voedselomgeving hierin speelt, dringt steeds meer door, al blijft de focus binnen preventie nog te veel op het individu liggen. Door ons enkel te richten op individuele gedragsverandering zijn we onvoldoende in staat om gezondheid van de gehele samenleving te verbeteren. Wat zoden aan de dijk zet, is een fundamentele systeemverandering, waarbij politieke betrokkenheid en gezondheidsbescherming centraal staan. Schoon drinkwater en adequate riolering hebben ervoor gezorgd dat ziekten zoals cholera werden voorkomen; een historisch succes van preventie waarvan we veel kunnen leren. Deze structurele verbeteringen pakken het gezondheidsprobleem bij de wortel aan. Als je het voedingspatroon van de gehele bevolking wilt verbeteren, dan begint dat ook met creëren van een gezondere omgeving, die mensen ondersteunt en het gemakkelijk maakt om gezond te kunnen leven.

Nationaal Preventieakkoord
De afgelopen jaren zijn er diverse initiatieven ontplooid om de voedselomgeving aan te passen en zo gezondere eetgewoon ten te bevorderen. Het Nationaal Preventieakkoord van 2018 omvat afspraken zoals het streven naar jaarlijkse groei in de consumptie van producten uit de Schijf van Vijf, het bevorderen van groente- en het verminderen van vleesconsumptie in de horeca, en het verleiden van consumenten in supermarkten om meer Schijf van Vijf-producten te kopen. Hoewel dit de voedselomgeving op de agenda heeft gezet, blijven structurele maatregelen voor een gezonde voedselomgeving grotendeels uit en heeft tot nu toe weinig tastbare verbeteringen opgeleverd.

In 2021 concludeerde het RIVM dat de maatregelen in het akkoord niet ambitieus genoeg waren om de beoogde vermindering van overgewicht en obesitas te bereiken en dat een krachtigere aanpak van de voedselomgeving vereist is. Het verbeteren van de huidige voedselomgeving is geen gemakkelijke taak en vereist een collectieve inspanning. Een essentiële missie die samenwerking en vastberadenheid vergt. De komende maanden staan in het teken van de ver kiezingen en kabinetsformatie. De tijd zal leren of de nieuwe regering zal streven naar een voedselomgeving waarin de gezonde keuze de gemakkelijke keuze is.’

 

Deze column is in oktober 2023 verschenen in het magazine GoodFoodCity

Lees hem nu: Good Food City Magazine

Dit gaat over de City Deal Gezonde en duurzame voedselomgeving

Good Food City Magazine is uit! Een tijdschrift vol inspirerende verhalen over hoe we het voedselaanbod in de stad gezonder en duurzamer kunnen maken.

Gemeenten hebben de mooie opdracht om te zorgen voor een gezonde en veilige leefomgeving voor hun burgers. De toegang tot gezond en duurzaam voedsel valt hier ook onder. Maar het voedselaanbod gezond en duurzaam maken, blijkt niet eenvoudig. Sterker nog: het aantal fastfoodzaken blijft stijgen en 91% van het aanbod in de horeca is ongezond. Daarbovenop zijn in arme buurten twee keer zoveel aanbieders met ongezond voedsel.

Tijd voor verandering
En daar moet verandering in komen, want we zijn massaal te zwaar. In 2021 had de helft van de volwassen Nederlanders overgewicht, waarvan 14% met ernstig overgewicht (obesitas). Dit leidt weer tot een grotere kans op diabetes, hart- en vaatziekten, terwijl het zorgsysteem al flink onder druk staat. Bovendien is ons huidige voedselsysteem erg belastend voor het klimaat.

In dit magazine leest u hoe de steden Almere, Amsterdam, Den Haag, Ede, Haarlem, Rotterdam, Utrecht en Wageningen ernaar streven om van een gezonde en duurzame keuze ook de meest logische en makkelijke keuze te maken. Dit willen ze bereiken door mensen te verleiden gezonde keuzes te maken, het aandeel lokaal voedsel te vergroten en het aanbod gezonder en duurzamer te maken, met name rond scholen, in sportkantines en kwetsbare wijken.

Inspiratie
Ook vindt u in het magazine inspirerende columns. Zo pleit wethouder Leon Meijer (gemeente Ede) voor meer instrumenten voor gemeenten om het voedselaanbod in de stad te kunnen beïnvloeden. Dr. Maartje Poelman (Wageningen Universiteit) beschrijft hoe onze voedselomgeving invloed heeft op onze keuzes en Dr. Hanno Pijl van het LUMC gaat in op de impact van ongezond eten op onze gezondheid. Gedragswetenschapper Dr. Ronald Voorn licht toe hoe reclame ons verleidt tot ongezonde keuzes.

Wilt u een papieren exemplaar ontvangen? Stuur dan een e-mail met uw contactgegevens naar [email protected]. Of lees het magazine online.