‘Elke student in Enschede moet kennis maken met de stad’
Enschede fungeert al jaren als rijke leeromgeving voor de studenten van de Universiteit Twente, Saxion, ArtEZ/AKI en ROC Twente. De laatste jaren werken ze onder meer samen in het EnschedeLAB. Deze rijke leeromgeving moet nu ingebed worden in de onderwijsprogramma’s van de kennisinstellingen en verder worden opgeschaald. De kersverse projectcoördinator Kennis maken met de stad Enschede Stephanie Ankone werkt aan een implementatieplan daarvoor.
Ankone heeft een maand geleden het stokje overgenomen van Wiro Kuipers. Hier werken studenten van de verschillende kennisinstellingen in Nano-Challenges samen aan een maatschappelijk vraagstuk uit de stad of regio. Na de eerste periode bleek de onderwijsvorm (challenge) van een semester niet goed in te passen in de verschillende onderwijsstructuren. Kuipers heeft het omgevormd tot Nano-Challenges, challenges van vier tot zes dagdelen, waar studenten van de verschillende kennisinstellingen samenwerken aan vraagstukken van de stad.
Deze meer flexibele vorm is beter in te passen in de bestaande onderwijsstructuren en kan zowel inter- als extra curriculair worden aangeboden. “Uiteindelijk gaat het om het samenbrengen van stad en student”, licht Ankone toe. “Dat is het hoofddoel, met Enschede als rijke leeromgeving. Intussen is Hengelo ook recent aangehaakt, en lift mee op de activiteiten van EnschedeLAB.”
In dit project gaan jullie dus kijken hoe je deze rijke leeromgeving een vaste plek kan krijgen in de onderwijsstructuren?
“Ja, we gaan nu de implementatiefase in en gaan kijken hoe EnschedeLAB in en tussen de instellingen ingezet kan worden in de ambitie om zoveel mogelijk studenten kennis te laten maken met het werken aan vraagstukken van de stad. Nano-challenges zijn een vorm daarvoor, maar dit kunnen ook andere vormen zijn. Ook dat gaan we de komende tijd verkennen.”
“Het is daarvoor belangrijk te weten welke initiatieven er al bestaan, daarom is stap één het inventariseren van die initiatieven. Al op veel plekken werken studenten in de opleiding samen aan maatschappelijke vraagstukken. Bij Saxion heb je bijvoorbeeld het Smart Solutions Semester, waarin studenten van allerlei opleidingen samenwerken aan een vraagstuk. Bij het ROC heb je de Hub waar vragen vanuit de praktijk worden verzameld en verbindt met studenten van de verschillende opleidingen. Bij ArtEz-AKI heb je ook zo’n punt en de UT kent onder andere het Challenge Based-Learning (CBL). Bij Challenge Based-Learning werken studenten onder leiding van een ervaren coach en met verschillende achtergronden (bijv. studierichting, universiteit, nationaliteit) samen met externe partijen aan een vraagstuk.”
“Voor mij is het nu de zaak om te verkennen waar we elkaar kunnen versterken, maar ook waar de blinde vlekken zijn. Elke student moet met een maatschappelijk vraagstuk tijdens zijn opleiding aan de slag kunnen. Ondanks de vele initiatieven zijn er nog steeds studenten die er niet mee in aanraking komen. Hoe kunnen we hen bedienen, met bijvoorbeeld een Nano-Challenge?”
Hebben jullie dus als doel om alle studenten in Enschede en Hengelo dus een keer in hun studie te laten werken aan een maatschappelijk vraagstuk?
“Ja, het ideaal is dat van de vier kennisinstellingen elke student op een moment te maken krijgt met een maatschappelijk vraagstuk. We streven er in ieder geval naar dat elke student in elk geval de keuze moet hebben gehad om te werken aan een vraagstuk uit de stad. En dat deze daarbij samenwerkt met studenten van een andere instelling. Dat maakt het EnschedeLAB zo uniek. Het gaat over de instellingen heen. Persoonlijk vind ik het enorm waardevol dat je de verschillende studenten met elkaar in gesprek laat zijn. Een ROC-student werkt bijvoorbeeld samen met een UT-student. Al die bloedgroepen komen met elkaar in gesprek. Linksom of rechtsom krijgen ze later in hun werk krijgen ook met elkaar te maken, en hebben ze elkaar hard nodig. Dat wordt door studenten nu niet zo altijd zo gezien of ervaren.”
“Ik vind het juist erg mooi om ze dan ook hierin mee te nemen in dat samenwerken, zodat ze zelf zien dat elke student weer vanuit een eigen perspectief naar een vraagstuk kijkt. Naast de Nano-Challenges gaan we ook verkennen welke andere vormen die samenwerking tussen de verschillende studenten kunnen bevorderen. Waar mogelijk in het curriculum, en waar dat niet kan wordt het extra curriculair aangeboden. Vooral de studenten die niet heel actief (kunnen) zijn in een studie- of studentenverenigingen maar wel graag willen werken aan ‘soft-skills’, vinden het juist interessant deel te nemen aan dit soort onderwijsvormen. Ze leren er veel van en staat ook nog eens goed op hun CV.”
Spreek je ook met studenten zelf in deze inventarisatieperiode?
“Ja, dat vind ik erg belangrijk, want zij zijn uiteindelijk de doelgroep. Binnenkort start ik gesprekken met studenten die eerder aan Challenges hebben meegedaan. Hoe hebben ze die ervaren en welke tips en adviezen kunnen ze ons geven zodat we nog meer studenten enthousiast krijgen? Daarnaast spreek ik met de studentenambtenaren van de gemeente Enschede. Zij krijgen vragen vanuit de gemeente én vanuit studenten. Het mooiste zou zijn als de Challenges meer vanuit de studenten zelf zouden komen. Dat het echt een samenspel is van wat er leeft in een regio of stad, maar ook wat er leeft onder studenten. Op basis van die gegevens wil je eigenlijk Challenges, maar ook het bredere aanbod van EnschedeLAB gaan inrichten.”
Waaruit bestaat het implementatieplan verder nog?
“Er zijn een aantal actielijnen. De inventarisatie van wat er al gebeurt is de eerste. Waar zitten de blinde vlekken? De tweede is inventariseren waar we als EnschedeLAB aan kunnen bijdragen. Het kan maar zo zijn dat een project dat binnen een instelling wordt opgepakt ook wel een goed interdisciplinair kan worden opgepakt dus over de instellingen heen. Op welke wijze kunnen we dat dan vormgeven? Ook kijken we naar de mogelijkheid om een fysieke locatie in de stad te openen, waar inwoners maar ook studenten en bedrijven binnen kunnen lopen om te leren en te horen wat er speelt in de stad en binnen de kennisinstellingen.”
“Dat gaan we ook verder verkennen of dat haalbaar is, en hoe die locatie eruit moet zien. Moeten dat bijvoorbeeld pop-up locaties worden in de wijken? Daar waar een vraagstuk beter tot zijn recht komt? Moet er ook een vaste plek komen? Eind van dit jaar moet daar meer over bekend zijn. Daarnaast hebben we nog een ‘train de trainer’ programma. Daarin willen we docenten trainen die niet gewend is om in zo’n vorm als een Challenge les te geven. Eind van het jaar moet dit programma er liggen. Het implementatieplan betekent overigens niet dat alles wat we al doen stil komt te liggen.”
Wat loopt er verder nog?
“We gaan ook dit jaar Nano-Challenges organiseren. In juni start een Challenge, waarin studenten aan de slag gaan met de sociale cohesie tussen studentenhuizen en buurtbewoners. Met name na de Covid-periode zijn veel studenten het contact met andere buurtbewoners verloren. Het is van groot belang dat die groepen op harmonieuze manier kunnen samenleven. Op welke creatieve wijze zou je dat samenleven verstevigen? Een student die goed contact heeft met de buurt is later wellicht ook geneigd om eerder in de regio te blijven werken. In het najaar gaan we een Challenge organiseren op het gebied van digitalisering. Dat is van essentieel belang voor de regio, maar gaat gepaard met risico. Denk aan privacy. Hoe kun je de digitalisering-uitdagingen samen aanpakken? We trekken nauw samen op met de gemeente die daar ook mee bezig is.”
Jullie verkennen dus ook de opschaling en hoe jullie de rijke leeromgeving beter kunnen inbedden in het curriculum?
“Ja, we verkennen dus waar EnschedeLAB gekoppeld kan worden aan andere initiatieven en waar mogelijk ec’s kunnen worden gekoppeld. Daarnaast kijken we qua opschaling ook of we meer Nano-Challenges kunnen gaan organiseren. En welke andere vormen we kunnen bieden, zodat we uiteindelijk een soort menukaart aan studenten kunnen bieden. We zoeken nog meer verbinding bij de stakeholders, de gemeente, de kennisinstellingen maar ook bij andere organisaties die bezig zijn met vraagstukken. Door het trainen van meer docenten om te werken met Challenges en hen tools te geven daarvoor willen maken we die opschaling mogelijk. Ook nemen we studenten hierin mee. We hebben goede ervaringen met Saxion-studenten die ROC-studenten begeleiden bijvoorbeeld.”
Wat kan het City Deal netwerk leren van jullie uitkomsten?
“Ik hoop dat wij een voorbeeld kunnen zijn voor instellingen die ook met het mbo willen samenwerken. Dat die samenwerking ook tussen de instellingen is geborgd. Daar zit ook de uitdaging omdat je te maken hebt met echt andere onderwijsstructuren.. Het zijn echt wel uitdagingen maar ik merk dat er veel energie zit. Die meerwaarde zit echt op het samenwerken tussen de verschillende instellingen.”
Laat een reactie achter