Eurolab aan de slag met eerste concrete vragen
Vanaf de zomer start het projectteam van de City Deal Eurolab met een serie inhoudelijke sessies rond grensoverschrijdende vraagstukken in de regio Zuid-Limburg. De aftrap daarvoor vond twee weken geleden plaats met een eerste bijeenkomst op de Chemelot campus op het voormalige DSM-terrein in Sittard. Daar bogen vertegenwoordigers van Rijk, bedrijfsleven, kennisinstellingen en lokale overheden zich over een aantal concrete casussen van het Aachen-Maastricht Institute for Biobased Materials (AMIBM), dat worstelt met regelgeving rond buitenlandse kenniswerkers.
De City Deal Eurolab, die afgelopen voorjaar is ondertekend, wil de potentiële kracht van het stedennetwerk in de Euregio Maas-Rijn (Aken, Heerlen, Luik, Maastricht, Sittard-Geleen) sterker uitbuiten op het gebied van grensoverschrijdend werken, leren en ondernemen. Een van de doelen is om meer toptalent van buiten de EU aan de kennisinstituten in de regio te binden.
Grensoverschrijdende samenwerking
Vanuit dat doel is Eurolab benaderd door het AMIBM met een aantal concrete vragen. Dit instituut is een grensoverschrijdende samenwerking tussen de Universiteit Maastricht (UM) en RWTH Aken. Op de Chemelot Campus werken momenteel 48 mensen en 5 hoogleraren. Het instituut wil een missing link zijn tussen fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek enerzijds en de markt voor bio-based materialen anderzijds. Daarvoor zet ze een geïntegreerd en interdisciplinair onderzoeksprogramma op.
Een cruciale kenniswerker uit India kan het instituut echter niet binnenhalen omdat deze tegen nadelige regelgeving aanloopt. De onderzoeker werkt nu vier jaar als promovendus bij de RWTH in Aken.
Indien deze persoon overstapt naar AMIBM, verliest hij zijn “Europese” rechten die hij afgelopen 4 jaar heeft opgebouwd en start de telling van het aantal gewerkte jaren (nu in Nederland) opnieuw bij nul. Dit maakt het erg onaantrekkelijk om nu over te stappen naar AMIBM. Een jaar wachten is geen optie omdat het behouden van kennisvoorsprong in deze competitieve omgeving cruciaal is. Het verzwakt bovendien de positie van AMIBM voor het binnenhalen en binden van topkenniswerkers. Het instituut wil de komende vijf jaar groeien, maar dan moet het wel vraagstukken als deze oplossen.
Een andere vraag betreft de (dubbele) aanstelling van een medewerker van het Fraunhofer-Institut (Duitsland) bij AMIBM. Op het moment dat de betrokken wetenschapper een gelijktijdige aanstelling bij AMIBM aanvaardt, wordt hij in Duitsland als Nederlandse ambtenaar gezien. Daarmee vervallen dan alle opgebouwde rechten in Duitsland.
Mogelijke oplossingen
Tijdens de Eurolab-sessie waar naast de casuseigenaar (AMIBM) specialisten van diverse ministeries (BZK, V&J, IND) en kennisinstellingen (ITEM en de Universiteit van Maastricht) aanwezig waren, c.q. vooraf specifieke informatie hadden aangedragen, werden de mogelijke oplossingsrichtingen van de 2 casussen verkend. In een zeer interactieve sessie, waarbij de grenzen van het haalbare opgezocht werden, door onder meer de achterban telefonisch te raadplegen, zijn voor beide vragen een aantal mogelijke “workarounds” gedefinieerd. Structurele oplossingen binnen de huidige regelgeving bleken niet haalbaar, maar de resultaten van de sessie worden door de vertegenwoordigers van de verschillende ministeries wel meegenomen als inbreng bij toekomstige discussies over optimalisatie van deze regelgeving.
‘Met lapmiddelen aan de slag’
Managing director Richard Ramaker van het AMIBM is blij met de aanwezige kennis in de zaal tijdens de sessie. “Het is echt niet makkelijk om over de grenzen zaken te doen. Soms moet je met lapmiddelen aan de slag. Dat is niet ideaal.” Het is belangrijk te werken aan de hand van concrete casuïstiek in plaats van in de ruimte blijven praten op meer abstract niveau, stelde Arno Knoops, projectleider Eurolab tijdens de sessie. Juist deze casussen kunnen we breder zien en gevonden oplossingen en workarounds zullen van grote waarde zijn niet alleen voor AMIBM, maar voor alle kennisinstellingen en mogelijk ook bedrijven in Zuid-Limburg die door het aantrekken van buitenlandse werknemers een kennisvoordeel kunnen bewerkstelligen.
Expat Center
Naast de gedefinieerde workarounds is ook afgesproken dat het Maastricht Expat Center nauwer betrokken moet worden om bepaalde vragen zoals deze te begeleiden en de casussen te verzamelen en te ordenen. Het is via ITEM, het expertisecentrum voor Internationale, Transnationale en Euregionale Mobiliteits- en Grensoverschrijdende vraagstukken, aangehaakt bij de City Deal. Vanuit Den Haag geldt daarbij vooral een signalerende functie.
Aan het eind van de middag zijn de deelnemers tevreden met de eerste sessie. Er is weliswaar geen kant- en klare oplossing uitgekomen voor de vraagstukken van het AMIBM, wel is er meer inzicht in ieders rol. En de lijntjes zijn korter tussen bijvoorbeeld Rijk, IND en de Maastricht University. “Ik vind het belangrijk dat niemand in een reflex schiet met dooddoeners als ‘dat kan niet”, aldus Ramakers. “Dat geeft me een gevoel van ondersteuning. Het is een absoluut winstpunt dat we nu samen de grenzen verkennen van wat mogelijk is.”
In oktober organiseert Eurolab een netwerkbijeenkomst en daarna volgen nieuwe Eurolab sessies.
Laat een reactie achter