Interprofessioneel leren voor de toekomst van de zorg en welzijn
Dit jaar zijn de Hogeschool Arnhem-Nijmegen (HAN) en het Radboudumc gestart met de eerste projecten voor interprofessioneel samenwerken en opleiden (IPE). Hierin leren ze over en met studenten uit de andere zorg- en welzijnsopleidingen de fijne kneepjes van interprofessionele samenwerking. Want dat is hoe de toekomst er uit ziet, stelt programmamanager Ivo Hendriks.
Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Studenten en Interne Verbinding.
Gezondheidswetenschapper en bedrijfskundige Hendriks is als programmamanager bij de HAN de laatste jaren de drijvende kracht bij de Sparkcentres. Hier werken studenten, docenten, onderzoekers en professionals van verschillende disciplines intensief samen in interprofessionele zorg- en welzijnsverlening en doorlopende onderzoekslijnen die gerelateerd zijn aan de innovatieagenda van een wijk.
In de wijken
Van het multidisciplinair samenwerken in de wijken gaat hij zich nu in zijn nieuwe functie als programmanager ook richten om het interprofessioneel leren met verschillende opleidingsniveaus hoger op de agenda te zetten in Nijmegen en omstreken. Om de nieuwe generaties klaar te stomen voor de toekomst. De duidelijke link met de praktijk in de wijken blijft. “We zijn met allerlei maatschappelijke vraagstukken bezig. Dat is raar om te doen vanuit de campus. Als hoger onderwijs willen we de verbinding met de regio versterken. Zo willen we meer maatschappelijke waarde creëren. En dat krijg je wanneer je praktijk, onderzoek en onderwijs samen organiseert.”
En dat lukt al aardig met Sparks?
“Met Sparks zijn we nu een jaar of zeven bezig, waarbij groepen van ongeveer 30 studenten met onderzoekers en docenten werken in 17 wijken in Arnhem, Nijmegen, maar ook omliggende gemeenten als Wijchen en Bemmel. We hebben in die wijken vaste wijkdocenten aangesteld met een zorg- en welzijn achtergrond. Samen met professionals in die wijken werken ze aan onderzoekvragen. Het idee erachter is om de kennis en kunde van de studenten in te zetten in de praktijk. De studenten staan daadwerkelijk met hun voeten in de klei om met professionals aan de slag te gaan om zo te komen tot innovatieve oplossingen. Nu doen 1200 studenten per jaar hier in deze wijken ervaring op. Ik zie nog meer groei. Het zal me niet verbazen als we volgend jaar tussen de 20 en 25 locaties hebben. Ook verwacht ik dat we met meer multilevel, van mbo, hbo tot en met wo nog meer gaan groeien. ”
De volgende stap is nu dus interprofessioneel leren. Waarom is dat zo belangrijk?
“We hebben in ons land eigenlijk een luxe situatie op het gebied van zorg en welzijn. We kunnen ons nog steeds een-op-een behandelsituaties veroorloven. We kennen eigen specialisten en eigen huisartsen. Elke arts maakt weer zijn of haar eigen diagnostiek en de behandelingen worden allemaal afzonderlijk uitgevoerd. Als je kijkt naar hoe het zorgveld verandert kunnen we dat ons de komende jaren niet meer permitteren. Kijk alleen al naar het aantal openstaande vacatures in de zorg. We moeten dus echt zoeken naar andere manieren van hoe we onze zorg en welzijn gaan inrichten.”
Wat voor andere manieren van werken?
“We moeten toe naar meer samenwerking, meer collectiviteit. Eigenlijk zoals de Wmo al voor ogen had. Met meer informele collectieve voorzieningen, en de shift van curatie naar preventie. Omdat de mensen steeds ouder worden, en dus ook zieker, verandert ook de zorgvraag. Het gaat vaak niet alleen om enkelvoudige klachten, maar er komen andere issues eromheen. ,. Kortom professionals moeten meer gaan samenwerken. We moeten meer patiëntgericht gaan werken in plaats van klacht gericht. Nu kennen we al voorbeelden van ketenzorg, maar dat moet straks veel meer netwerkzorg worden: professionals pakken in gezamenlijkheid de problemen rond een patiënt op. Daarbij weet je wat de ander doet en wat deze kan. Je leert elkaars jargon en bent complementair aan elkaar, in plaats van gefragmenteerd. Daarom is het nu belangrijk om in te zetten op het interprofessioneel leren.”
En hoe ver zijn jullie nu?
“We laten nu zeven of acht opleidingen van de HAN uit het zorg- en welzijndomein in het tweede jaar een dag in de week interprofessioneel werken. Later dit jaar willen de koppeling maken met geneeskunde van het Radboudumc. Daarvoor hebben we een twee jaar geleden een convenant getekend. Interprofessioneel opleiden doe je samen. Nu zijn we bezig om te kijken hoe we de curricula kunnen laten aansluiten, zodat we samen het onderwijs kunnen vormgeven. Vanuit geneeskunde heb je dan bijvoorbeeld huisartsen en specialisten, vanuit onze opleiding paramedisch personeel, verpleegkundigen en sociaal werkers. Maar we zijn er nog niet, het kost heel wat moeite om al die opleidingen met hun eigen curricula uitgelijnd te krijgen. Alles is opleidingsgewijs georganiseerd met bijvoorbeeld eigen beroepveldscommissies, financiële constructies en systemen van beloning.”
Hoe doe je dat?
“Door op zowel strategisch als op operationeel niveau mensen mee te krijgen zodat ze het belang onderschrijven van interprofessioneel leren. Daar moet synergie tussen zitten. We hebben ook net een IPE-Meet Up gehad, waarin we samen hebben gekeken hoe we het gaan faciliteren. Er zijn in Nijmegen en Arnhem een kleine 60.000 studenten, als je het goed organiseert kun je echt wel een impact maken. Dat lukt alleen met een multilevel aanpak voor de praktisch relevante vraagstukken, zodat de maatschappij er iets aan heeft én de studenten er iets van leren.”
Hoe kan de City Deal Kennis Maken hieraan bijdragen?
“Ik geloof enorm in de meerwaarde van het interprofessioneel leren. Zeker als studenten leerervaring opdoen in een reële context, met echte complexe problemen. Dat geloof helpt me verder. Als anderen ook de noodzaak inzien kunnen we echt stappen maken. De City Deal helpt ons aansluiten bij de landelijke ambities. Maar ook hebben gemeenten en kennisinstellingen zich via de City Deal duidelijk hier aan gecommitteerd. De projectleiders van de City Deal hier in de regio helpen ons met middelen, en de politici dragen het de noodzaak ervan uit. Ook krijgen we vanuit andere delen van het land best practiceste zien. ”
Laat een reactie achter