Kennismakelaar moet vooral bestuurlijke dekking hebben en op alle niveaus het gesprek kunnen voeren
Het benutten van het potentieel van kennisinstellingen bij het oplossen van maatschappelijke opgaven in de stad, dat is een van de speerpunten van de City Deal Kennis Maken waaraan elf van de Nederlandse steden met een hogeschool en universiteit deelnemen. In een aantal van deze steden is een duidelijke liaisonfunctie ingericht, iemand die tussen gemeente, inwoners en kennisinstellingen in staat en de vraag en kennisaanbod bij elkaar brengt. Wie zijn deze mensen en wat houdt hun functie nou precies in? Een gesprek met Caroline Nevejan (Amsterdam), Lara Ummels (Leiden) en Christel Koman (Enschede).
Caroline Nevejan is CSO, Chief Science Officer of, zoals ze zelf ook wel eens zegt, ‘Chef Samen Onderzoek’. “Ik zie mezelf vooral als ‘onderzoeksregisseur’. In mijn functie richt ik mij op het verdiepen van de vraag en het coördineren van onderzoeksvragen. Je kunt de straten van Amsterdam aanmerken als onderdeel van mobiliteit. Maar als openbare ruimte kun je ze ook definiëren als onderdeel van de rechtstaat. Of als de plek waar economisch verkeer ontstaat. Als je onderzoeksvraag is ‘hoe richt je een straat in?’, dan kun je die dus vanuit verschillende invalshoeken beantwoorden, daarom is de afbakening van de vraag zo belangrijk. En ook: kloppen de modellen die we als gemeente gebruiken in de besluitvorming en welke aannames doen we? Per vraagformulering ben ik al gauw 10 uur bezig. Daarnaast is het zaak verschillende onderzoeksvoorstellen op elkaar te laten aansluiten. Er zijn alleen al tien voorstellen voor onderzoek naar energietransitie in Zuid-Oost. Je kunt het geld voor onderzoek als gemeente maar één keer uitgeven, dus dan is het zaak overlap te voorkomen en onderzoeken complementair te laten zijn. Daarnaast is ook het in kaart brengen en overzichtelijk houden van de bestuurlijke relaties in een stad met meerdere hogescholen en universiteiten en 120.000 studenten, een belangrijk deel van mijn portefeuille.”
Lara Ummels is Kennismakelaar in Leiden. “We hebben in Leiden natuurlijk al lang een samenwerking tussen universiteit, hogeschool, gemeente en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Maar om Leiden als internationale kennisstad nog meer op de kaart te zetten, willen we die samenwerking intensiveren en het is mijn taak om de verschillende gezamenlijke projecten die er lopen aan te blijven jagen en nieuwe projecten op te starten. Daarvoor bouw ik een stevig netwerk met vertegenwoordigers van de kennisinstellingen om te zorgen dat de neuzen dezelfde kant op staan. We willen in Leiden graag dat de inwoners ook echt merken dat onze kennisinstellingen echt een tastbare bijdrage leveren aan de leefkwaliteit in de stad.”
Christel Koman is Ontwikkelmanager Strategische Samenwerking Kennisinstellingen in Enschede. “Ik werkte al jaren bij de gemeente Enschede als directeur dienstverlening en deze nieuwe functie als ontwikkelmanager sprak me aan omdat ik houd van nieuwe dingen en werken op braakliggend terrein. Vanuit een strategische agenda, gericht op het versterken van de economische positie van de stad, richt ik mij met de gemeente en kennisinstellingen op het behoud van talent voor onze regio en het multidisciplinair oppakken van vraagstukken. En multidisciplinair betekent in dit geval dat niet alleen de Saxion hogeschool en de Universiteit Twente deelnemen, maar ook het ROC en kunstacademie AKI-ArtEZ.”
Uit jullie functieomschrijvingen blijkt ook al dat in jullie steden verschillende vraagstukken spelen die vragen om een intensievere samenwerking met kennisinstellingen. Kunnen jullie nog iets meer vertellen over die lokale vraagstukken?
Nevejan (Amsterdam): “We staan voor verschillende complexe uitdagingen, waarin de rol van onderzoek heel belangrijk is, om te kunnen duiden wat er aan de hand is, hoe je dat oplost en of die maatregel effect heeft. Dat kan gaan om bijvoorbeeld gaan om klimaatadaptatie, de verschillen tussen arm en rijk of het onderwijs. Als je kijkt naar het klimaat: we hebben nu regenbuien waar in een uur tijd veel meer milimeters mm regen vallen dan vroeger. Daar moet je als stad wel iets mee en de oplossingen zijn ingewikkeld. En als je kijkt naar energietransitie, zoals in Zuid-Oost, dat is zowel een engineering-probleem als een economisch probleem. Maar het is ook een sociaal probleem, want het vraagt om gedragsverandering, en een planningsprobleem, omdat je de straten open haalt. Daarnaast verandert de digitalisering het speelveld ook in rap tempo. Door realtime data te verzamelen kun je realtime gedrag beïnvloeden en de digitalisering zorgt ook voor een nieuwe uitdaging rondom archivering.”
Ummels (Leiden): “Leiden is in 2022 European City Of Science en we willen dat dat niet alleen door de kennisinstellingen gevoeld en gevierd wordt, maar in de hele stad landt. Het moet een jaar worden met brede impact, waarin inwoners ook lokale vraagstukken formuleren die met behulp van de kennisinstellingen opgelost kunnen worden. We willen graag dat Leidenaren zich nog meer onderdeel voelen van de internationale kennisstad die Leiden is en dat bereik je door hen eraan te laten bijdragen, door hen vraagstukken te laten aandragen, bijvoorbeeld rondom jeugdhulp of zorg, en door zichtbaar te maken hoe kennisinstellingen bijdragen aan het formuleren van oplossingen. Maar het werkt ook twee kanten op: we willen niet alleen dat inwoners profiteren van het kennispotentieel, we bieden kennisinstellingen daarmee ook de stad aan als rijke leeromgeving, ook één van de doelstellingen van de City Deal. Studenten kunnen in hun eigen stad en eigen omgeving aan de slag met onderzoek en dat biedt een praktische en tastbare manier van leren. Om dit alles te bewerkstelligen is vorig jaar zomer een overeenkomst gesloten tussen universiteit, hogeschool, gemeente en LUMC om de samenwerking te intensiveren. Mijn functie komt daar ook uit voort.”
Koman (Enschede): “In Enschede hebben we allemaal een gezamenlijk gedragen doel en dat is het versterken van de economische weerbaarheid. Daarbij is het belangrijk om talent vast te houden. Dat is één van de drie thema’s van de strategische kennisagenda die we enkele jaren geleden hebben opgesteld. De andere thema’s zijn ‘de smart city agenda gebruiken als Leitmotiv’ en ‘vestigingsklimaat randvoorwaardelijk’. Dat talent hebben we nodig om het werkpotentieel te creëren waarmee we het voorzieningenniveau op peil kunnen houden. Eén van de manieren waarop we dat doen is een initiatief van zo’n 25 kleinere ICT-bedrijven, die moeite hebben om talent te bereiken omdat ze minder bekend zijn dan ‘grote jongens’ als ASML of Philips. Studenten van Saxion en de Universiteit Twente kunnen vanaf hun tweede studiejaar hun CV opbouwen door verschillende van die bedrijven te doorlopen. Daar staat een vergoeding tegenover die zorgt dat ze zonder studieschuld kunnen afstuderen. Daarnaast willen we iets doen aan het beeld dat Enschede ‘Verweggistan’ is. Ik zeg altijd ‘Enschede ligt precies tussen Amsterdam en Berlijn in’, en vanuit die gedachte kijken we ook over de grens om onze positie als belangrijke ‘hub’ te verstevigen.”
Hoe is jullie functie eigenlijk geborgd en wat is jullie mandaat?
Nevejan (Amsterdam): “Ik val rechtstreeks onder de gemeentesecretaris. Dat geeft mij de benodigde vrijheid om snel te kunnen schakelen. Dat onderscheidt mijn rol als CSO ook van de kennismakelaar, die vaak op het niveau van programmamanager opereert en nog door meerdere lagen heen moet voordat ze meters kan maken. Ik heb bovendien als wetenschapper een autonome positie in het ambtenarenapparaat en schakel rechtstreeks met decanen en directeuren van onderzoeksinstituten.”
Ummels (Leiden): “Ik ben echt ‘van alle vier’ deelnemende instellingen. Weliswaar heb ik een aanstelling bij de gemeente, maar ik leg verantwoording af aan de stuurgroep waarin die vier partijen vertegenwoordigd zijn. Weliswaar heb ik daarmee een ander mandaat dan Caroline Nevejan als CSO in Amsterdam, maar ik krijg wel veel ruimte en zowel de rector van de Universiteit, de voorzitter van de raad van bestuur van het LUMC en Hogeschool en de burgemeester hebben gezegd ‘ga op pad om het te regelen en schakel ons in als het nodig is’. Dus de lijntjes zijn wel kort.”
Koman (Enschede): “Als ontwikkelmanager en adviseur werk ik direct onder de directeur Economie, Werk en Onderwijs en en ik maak ook deel uit van de regiegroep waarin de kennisinstellingen en gemeente vertegenwoordigd zijn. Het mandaat ligt bij de regiegroep die ook de strategische kennisagenda heeft opgesteld. Maar het formele mandaat vind ik minder belangrijk dan het stimuleren van een gedeelde verantwoordelijkheid. Pas dan doe je het echt samen en daarmee wordt de samenwerking ook pas echt toekomstvast. We doen het nu echt samen en bottom up.”
Wat zouden jullie willen meegeven aan steden die overwegen een functie zoals jullie die hebben in het leven te roepen, en welke kwaliteiten zijn daarvoor belangrijk?
Nevejan (Amsterdam): “Je moet als CSO echt een ‘schaap met de vijf poten’ zijn en die zijn moeilijk te vinden. Je moet kunnen schakelen op bestuurlijk en wetenschappelijk niveau, leidinggevende kwaliteiten hebben, interdisciplinair sterk zijn en vooral: het gesprek kunnen voeren op alle niveaus. Dus met de directeur, de onderzoeker, maar ook de student. Belangrijkste voorwaarde is echter: je moet bestuurlijke dekking hebben anders durven mensen niet mee te doen. En een goede relatie met de CvB’s en decanen is ook onontbeerlijk. Tot slot, ook heel belangrijk: het kost onderzoekers heel veel tijd om met de gemeente te werken en die tijd krijgen ze vaak niet. Daar moet ook ruimte voor gemaakt worden.”
Ummels (Leiden): “Ik sluit me er bij aan dat je in staat moet zijn op elk niveau goed het gesprek aan te gaan, want je hebt ook als kennismakelaar een sterke verbindende functie. Daarnaast wil ik andere steden meegeven: kijk goed naar je eigen DNA. Niet elke stad met een hogeschool of universiteit is echt een ‘kennisstad’. In Leiden komt veel van wat de stad maakt tot wat hij nu is, voort uit de traditie van kennis en cultuur. Maar voor andere steden kan dat anders zijn, dus werk en formuleer de opgave vanuit het DNA van jóuw stad en maak dat tot je kracht. En tot slot: leer van elkaar en benut initiatieven zoals de City Deal Kennis Maken daarvoor.”
Koman (Enschede): “Realiseer je dat je in deze functie soms verschillende rollen hebt. De ene keer ben je volgend en help je door regels weg te nemen die een drempel vormen, de andere keer ben je ondersteunend of regievoerend. In elk project waarbij je betrokken bent, moet je die rol goed afwegen. Om de juiste mensen bij elkaar te brengen moet je je voelhoorns in de organisatie hebben en contactueel sterk zijn, want je kunt het niet alleen. Zo’n pioniersfunctie vereist dat je in het diepe wilt springen en zelf je weg zoekt. En inderdaad: met iedereen kan praten, van hoog tot laag. Daarnaast ben ik intrinsiek gemotiveerd en heb ik geen belang: ik houd van deze regio en wil graag dat we ons verder ontwikkelen. Dat wordt gevoeld door partners en dan is het makkelijker binnenkomen.”
Tot slot, wat zijn vanuit jullie rol de belangrijkste initiatieven of doelstellingen voor dit jaar?
Nevejan (Amsterdam): “Voor de zomer willen we het Open Research Platform lanceren dat ik ben gestart. Daarin worden alle onderzoek die gedaan worden in, over en met Amsterdam gepubliceerd. Onderzoekers zien dan dat anderen zich met vergelijkbare thema’s bezig houden en weten elkaar via het platform te vinden. Maar het is een open platform, dus niet alleen voor onderzoekers en daarom willen we zorgen dat ook mensen die niet gestudeerd hebben zich er thuis voelen. Ook vanuit andere steden is er veel interesse in het platform en ik krijg regelmatig nieuwsgierige collega’s op bezoek.”
Ummels (Leiden): “De stad als Lab. Dit zijn kansen en initiatieven voor de stad die overal kunnen oppoppen of geactiveerd worden. Een actueel voorbeeld is het National e-health Living Lab. In dit lab dat net geopend is, gaat het om het toepassen van gezondheid. Je kunt daar als inwoner onder andere je gezondheids-app laten toetsen. Veel apps registreren bepaalde waarden in het lichaam en in het lab wordt gekeken of ze ook allemaal doen wat ze beloven. Voor het testen worden ook een paar honderd studenten van de hogeschool betrokken, dus dit is echt een mooie samenwerking van LUMC, universiteit en hogeschool. Een ander voorbeeld is het Kennisatelier Duurzaamheid, dat ook net van start gegaan is. Hier doen studenten voor de gemeente onderzoek naar vraagstukken op het gebied van de energietransitie, klimaatadaptatie en de circulaire economie. Het Kennisatelier moet een continue stroom aan onderzoeken opleveren waarbij we steeds voortborduren op de kennis die al eerder is opgedaan.”
Christel Koman (Enschede): “Het ENSCHEDE LAB. In dit onlangs geopende lab werken studenten van Saxion, UT, ROC en AKI-ArtEZ multidisciplinair samen aan projecten die ze zelf formuleren. We hebben ze alleen verteld dat het over duurzaamheid en zelfredzaamheid moet gaan. Niet alleen draagt dit bij aan het vinden van nieuwe aanpakken van maatschappelijke vraagstukken, maar het geeft studenten ook veel inzicht en vaardigheden in het samenwerken op verschillende niveaus. Daarnaast ook zeker het Smart Citizen Lab. Daar willen we inwoners van de stad zelf vraagstukken laten inbrengen en laten bijdragen aan oplossingen. Zo is er in sommige delen van de stad sprake van wateroverlast en geluidsoverlast. We kijken of het ‘internet of things’ en slimme sensoren ingezet kunnen om het probleem inzichtelijk te maken.Uiteindelijk willen we de twee labs en – daarmee de vraag vanuit de samenleving en de kennis vanuit de instellingen – meer rechtstreeks met elkaar verbinden en als gemeente een stapje terug doen.”
Laat een reactie achter