Lessen voor publiek-publieke samenwerking
Onderzoeker Sue-Yen Tjong Tjin Tai is voor het Rathenau Instituut bezig met een verkenning naar kennissamenwerking tussen overheid en kennisinstellingen. Op de kennisdelingsdag van de City Deal in Den Bosch deelde ze de eerste bevindingen. ‘Overheden mobiliseren kennisinstellingen om de nieuwe beleidsuitdagingen aan te kunnen pakken.’
Dit artikel hoort binnen het overkoepelende model voor verbinding met de samenleving bij het radar Meerwaarde & Vaardigheden en Externe Verbinding.
Democratie kan beter functioneren wanneer kennis beter wordt ingezet, stelt Sue-Yen Tjong Tjin Tai. Maar hoe komen kennis en beleid samen? Hoe organiseren we kennisecosystemen rondom de vragen van nu en overmorgen? Die vragen staan centraal in het verkennende onderzoek. De eerste voorlopige conclusie: beleidsmakers en kennisinstellingen zoeken elkaar steeds meer op om kennis voor publieke sector agenda’s te produceren.
Kennisecosystemen
“We zijn geïnteresseerd in kennisecosystemen die ontstaan rondom beleidsagenda’s”, licht Tjong Tjin Tai toe. “Wat voor veranderingen vinden er plaats? Hoe komen kennis en beleid samen? Daar hebben we op ingezoomd. In de private sector zie je bijvoorbeeld dat grote bedrijven er steeds beter in slagen om universiteiten te mobiliseren als strategische kennispartner in kennisecosystemen rondom hun innovatieagenda’s. Hoe zit dat in de publieke sector? Hoe organiseert de overheid de kennisecosystemen rond de vragen van nu en overmorgen?” Om dat beantwoord te krijgen heeft het onderzoeksteam literatuuronderzoek gedaan, interviews gehouden, casestudies gedaan en bijeenkomsten georganiseerd.
Nieuwe manieren van samenwerken
De aanleiding voor het onderzoek was de trend in de maatschappij dat overheid en kennisinstellingen elkaar steeds meer, en op nieuwe manieren, lijken op te zoeken. In het verleden werkten overheden ook samen met kennisinstellingen, maar dat stond vooral in het teken van publiek-private samenwerking met het bedrijfsleven. De kennis was bedoeld om bedrijven innovatiever en concurrerender te maken. In de nieuwe samenwerkingsvormen zijn de kennisagenda’s van de publieke sector leidend. Tjong Tjin Tai: “De City Deal Kennis Maken is daar een goed voorbeeld van, maar ook initiatieven als kenniswerkplaatsen, Living Labs en het AMS Institute in Amsterdam. Waarom is men anders gaan samenwerken? Is er iets nieuws aan de hand? Waarom mobiliseren overheden universiteiten en hogescholen op deze manieren?”
Tjong Tjin Tai wil met dit onderzoek deze ontwikkeling van nieuwe manieren van samenwerken in beeld brengen. “We willen zicht krijgen op de opkomst van deze kennisgedreven samenwerking tussen universiteiten, hogescholen en overheden. Dat past bij de missie van het Rathenau Instituut om de publieke en politieke meningsvorming en besluitvorming over de maatschappelijke aspecten van wetenschap en innovatie te stimuleren. Wat zijn geschikte en verantwoorde manieren om universiteiten en hogescholen te mobiliseren voor kennisagenda’s van de publieke sector?”
Vraag naar kennis
Of het nu gaat om gestructureerde, ongestructureerde of om de zogeheten wicked problems, de vraag naar kennis vanuit de overheden groeit enorm. Er is al een heel uitgebreid kennislandschap met beleidsgeoriënteerde kennisorganisaties zoals de planbureaus, toegepast onderzoeksorganisaties zoals TNO, en rijkskennisinstellingen zoals het RIVM en het Trimbos-instituut. Maar deze kennisinstellingen zijn vooral gericht op het nationale beleidsniveau. Er is een kanteling nodig in dat landschap, zo concludeerde de VNG recent, want juist op regionaal en gemeentelijk zijn oplossingen nodig voor de grote maatschappelijke vraagstukken.
“Gemeenten staan voor maatschappelijke uitdagingen die een ander soort kennis vereisen”, vertelt Tjong Tjin Tai. “Denk aan vraagstukken als energietransitie, zorg, welvaart en arbeidsmarkt. Dit soort vraagstukken vergt integraal beleid en leidt tot multidisciplinaire kennisvragen. Daarop zijn bestaande samenwerkingen met kennisinstellingen vaak niet berekend. Daarnaast zijn door decentralisering meer beleidsverantwoordelijkheden op gemeentelijk niveau terecht gekomen. Universiteiten en hogescholen hebben altijd al een belangrijke band gehad met de regio waar ze zijn gevestigd, als motor van economische groei en werkgelegenheid. Nu komt daarbij dat er behoefte is aan kennis op gemeentelijk niveau en ligt er een rol voor de kennisinstellingen bij die behoefte.”
Nationaal Programma Rotterdam-Zuid
Een voorbeeld van hoe dat werkt, is volgens Tjong Tjin Tai te vinden in Rotterdam-Zuid en het Nationaal Programma dat daar is opgezet. “Hier krijgt een nieuw soort beleidsaanpak vorm. Het is integraal, gaat uit van co-creatie met bewoners en professionals, biedt ruimte aan experimenteren en is lokaal georganiseerd. Ook kennisinstellingen worden hier onderdeel van. Dat geeft gemeenten de mogelijkheid om onderzoek te laten doen en toegang te krijgen tot wetenschappers en hun internationale netwerken. Omgekeerd krijgen de kennisinstellingen een mogelijkheid om relevant onderzoek in en voor een gemeente te doen. De overheid heeft bovendien veel data in huis, dat is natuurlijk interessant voor onderzoekers. We maken onderscheid tussen verschillende soorten kennis. Kennis voor strategische beleidsontwikkeling, die van oudsher het domein is van universiteiten. En kennis voor beleidsuitvoering die gebruikt kan worden door professionals, bijvoorbeeld bij schuldhulpverlening. Dat is waar praktijkonderzoek van hogescholen zich veel op richt.”
Maatschappelijke impact
Ook bij de universiteiten en hogescholen heeft er verandering plaatsgevonden, stelt de onderzoeker. Ze zijn zich meer gaan bemoeien met de stad en de regio waar ze zijn gevestigd. “Ze stellen zich op als ‘kritische vrienden’ bij regionaal en lokaal beleid. Als ‘civic universities’ formuleren ze een derde missie of valorisatie‐strategie in termen van sociale, politieke en economische betrokkenheid bij de omgeving. Als onderzoeks‐ en opleidingsinstituten gaan ze daarom ook samenwerken met bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties. Als je kijkt naar de openingsredes van dit academische jaar, zie je die gerichtheid op de maatschappij ook terug. Termen als maatschappelijke impact, community-service learning, centers of expertise, het zijn allemaal symptomen van deze nieuwe manier van werken. Wat je ook ziet is dat onderzoekers en medewerkers van de kennisinstellingen meer waardering krijgen voor hun maatschappelijke betrokkenheid.”
De studie is vooral gericht op initiatieven waarin de twee werelden van kennis en beleid strategischer, structureler en inhoudelijker met elkaar willen samenwerken. Dat gaat verder dat ad hoc samenwerken op projectbasis, wat veel gebruikelijker is, stelt Tjong Tjin Tai. “Bij strategische samenwerking moeten de partijen meer als partners leren samenwerken. De toenadering wordt gedreven door dringende kennisbehoeften in het beleid en een sterkere behoefte bij kennisinstellingen om een maatschappelijke rol te spelen. Het gevolg van de nauwere samenwerking zal zijn dat beleidsprocessen kennisintensiever worden. En andersom dat onderzoeksprocessen beleidsintensiever worden. Dat is niet vrijblijvend.”
Laat een reactie achter