Ontwerpend onderzoek naar circulaire economie op wijkniveau
Nederland wil in 2050 circulair zijn. Hiervoor is een transitie nodig die impact zal hebben op verschillende schaalniveaus. Vooral op het wijkniveau zullen de ruimtelijke consequenties van de transitie naar een circulaire economie zichtbaar worden, zo stelt het College van Rijksadviseurs (CRa). Toch is nog weinig bekend over de impact van de circulaire transitie op de leefomgeving. Daarom is het CRa het project Rijk & Wijk Circulair gestart: een ontwerpend onderzoek in naoorlogse stadswijken in Apeldoorn en Dordrecht.
Dit najaar vonden in Apeldoorn en Dordrecht de startbijeenkomsten plaats, waarbij een eerste ontmoeting plaatsvond tussen de gemeentes en de stedenbouwkundige bureaus MUST en Urbanos, die samen met adviesbureau Over Morgen aan de slag gaan in de wijken. Daarnaast schoven partners als TNO, RVO, de ministeries van IenM en BZK aan om deelgenoot te worden van het proces.
Wijken in transitie
Hoe maak je nu de verbinding tussen de Rijksambities en concrete acties op wijkniveau? Hoe zorg je ervoor dat mensen daadwerkelijk aan de slag kunnen met circulaire economie? Samen met de partners gaat het College van Rijksadviseurs dat onderzoeken in twee wijken: De Maten in Apeldoorn en Wielwijk in Dordrecht. Beide steden doen mee aan de City Deals Circulaire Stad en Waarden van Groen en Blauw in de Stad. Het College heeft voor deze twee wijken gekozen omdat ze allebei toe zijn aan revitalisatie en vooral omdat deze twee wijken een voorbeeld kunnen zijn voor veel naoorlogse wijken in middelgrote steden in Nederland. Het onderzoek moet leiden tot een handelingsperspectief voor wijken en tot terugkoppeling van concrete leerervaringen voor het Rijk. Een van de uitdagingen bij circulaire economie in de wijk is het betrekken van de bewoners.
In het Rijksbrede programma Circulaire economie ligt de urgentie bij het beperken van grondstofgebruik en slimmer inrichten van grondstofketens, terwijl wijkbewoners hun prioriteiten hebben liggen bij een veilige, schone en aantrekkelijke leefomgeving. De koppeling tussen deze beide relevante doelstellingen proberen we in dit project te maken. “We moeten de circulaire economie uit de expertsfeer halen. Het is nu vooral nog een blank hoogopgeleid feestje”, stelde Nicoline Kok, van het College van Rijksadviseurs.
De Maten
De Apeldoornse wijk De Maten telt circa 26.000 inwoners en is een typische ‘bloemkoolwijk’, een woonwijk zoals die eind jaren ’70 door meerdere steden werd opgetrokken. Prettig wonen, veiligheid en groen stonden centraal en de vele woonhofjes, worden ontsloten door een centrale ringweg. Nu wonen er nog steeds veel gezinnen met kinderen in de wijk. De bewoners zijn goed georganiseerd in wijk- en buurtraden. “Het is hier zo slecht nog niet”, stelt Henk Kuijpers van de gemeente Apeldoorn.
Nu staat de wijk voor verschillende transities en revitalisering en daarom is het interessant om hier onderzoek te doen naar de circulaire mogelijkheden. Er komen bijvoorbeeld de komende tien tot twintig jaar 50 miljoen slijtende betonklinkers uit de wijk. Wat ga je daarmee doen? Kan dat bijvoorbeeld weer als grondstof dienen voor iets anders? Nu al wordt zeker 65 procent van het huishoudelijk afval in De Maten hergebruikt als grondstof. De wijk produceert 526 ton glas, 3.571 ton gft, 638 ton plastic en 1.550 ton papier en karton. “De Maten is één grote bron aan grondstoffen. We willen kijken hoe we dat zo lang mogelijk in de omloop kunnen houden.” Het onderzoek in De Maten wordt door de gemeente samen met de bureaus MUST en Over Morgen uitgevoerd. De onderzoekers willen de kloof tussen de circulaire ambities van het Rijk en wat er leeft op wijkniveau kleiner maken. Daarvoor maken ze met een aantal scenario’s voor de gemeente Apeldoorn inzichtelijk wat de impact is van de transitie naar een circulaire economie op de inrichting van de openbare ruimte en hoe deze aangepakt kan worden. Het denkkader daarbij is de openbare ruimte als verdienmodel en een veranderend burgerschap. In de wijk gaan ze op zoek naar aanstaande investeringsstromen en planningen in de wijk, zoals vervanging van riool, plaatsing van laadpalen, aanpak openbare ruimte en opvang van kwelstromen. Dat moet resulteren in een kleine atlas met kansrijke plekken en systemen in de openbare ruimte.
Wielwijk
De Dordtse wijk Wielwijk telt ruim 6.000 inwoners en is grotendeels gebouwd in de jaren vijftig van de vorige eeuw als uitbreiding van de stad, toen de woningnood na de oorlog enorm was. De wijk is eigenlijk al circulair opgebouwd. Het korrelbeton, waarmee in de jaren ´50 van de vorige eeuw de huizen en portiekflats in de wijk werden gebouwd, was namelijk gemaakt van het puin dat overbleef na het bombardement op Rotterdam. “Het element van een tweede leven was dus toen al aanwezig in de wijk”, stelt Jeroen van der Stel, stedenbouwkundige van de gemeente Dordrecht. Inmiddels voldoen de huizen en met name de portiekflats niet meer aan de eisen van deze tijd. Verder is er te weinig groen, bestaan er betonvlaktes in de wijk, is er enorm veel verkeer bijgekomen en zijn de inwoners veranderd, waardoor de sociale cohesie laag is. Het Wielwijk park ligt op dit moment aan de rand van de wijk en mensen hebben er een gevoel van onveiligheid. In de stedenbouwkundige visie uit 2007 ‘Wielwijk Sterk en Weerbaar’ in samenwerking met wijkbewoners en corporatie Woonbron zoekt Dordrecht naar een duurzame ruimtelijke structuur waarbinnen de noodzakelijke vernieuwing kan plaatsvinden. Het park wordt vernieuwd en er zal een eigentijds lineair park worden aangelegd, waarmee het Wielwijk Park verbonden wordt met de woonbuurten.
Het lijkt heel logisch om de grote investeringen die gepaard gaan met een herstructurering als kans aan te grijpen om circulariteit in de wijk te bevorderen, maar hoe doe je dat? “In het ontwerpatelier met het CRa hopen we heldere circulaire ambities te kunnen formuleren voor Wielwijk”, aldus Hulsebosch. Het ontwerpteam gaat ook verkennen hoe sociale initiatieven van invloed kunnen zijn op het gebruik van grondstoffen en materialen.Van der Stel gaf tijdens de aftrap de onderzoekers al wat suggesties mee: hergebruik klinkers, en gebruik water als leidraad bij het ontwerp, er loopt bijvoorbeeld van oudsher een kreek door de wijk. Van het puin dat overblijft kunnen vleermuistorens worden gebouwd.In Dordrecht gaan Bureau Urbanos en Over Morgen aan de slag in Wielwijk.
Onderzoeken
De onderzoeksteams zijn nu aan de slag. Tussentijds zullen de Rijksbouwmeester Floris Alkemade en Rijksadviseur Daan Zandbelt hun reactie geven op de plannen. Eind januari 2018 zullen beide onderzoeken een eindpresentatie geven. Nederland is koploper als het gaat om circulaire economie en we willen onze kennis exporteren. Hoe we dit gaan uitvoeren én verzilveren is een belangrijke opgave in de City Deal Circulaire Stad. “Het is de tijd om in wijken te experimenteren”, stelt Rosa Stapel van het College van Rijksadviseurs. “Waar liggen de belemmeringen, waar de kansen? Uit de twee onderzoeken hoop ik dan ook straks iets moois landelijk te kunnen delen, dat ook echt kan worden opgepakt.”
Laat een reactie achter