Opschaling van community service learning in Amsterdam
De afgelopen jaren heeft de Vrije Universiteit in haar pilots in de stad laten zien dat studenten en onderzoekers van verschillende kennisinstellingen en opleidingen goed kunnen samenwerken aan complexe maatschappelijke vraagstukken. Met subsidie uit de nieuwe call van de City Deal Kennis Maken verkent de VU nu de volgende stap: opschaling van dit community service learning (CSL) in Amsterdam.
Dit najaar zijn veertien projecten gehonoreerd binnen de call City Deal Kennis Maken. In totaal is 1.125.000 euro beschikbaar gesteld voor het ontwikkelen van implementatieplannen die de verbinding versterken tussen onderwijs, onderzoek en maatschappelijke opgaven van steden. Met haar deel, 75.000 euro, werkt de VU het komend jaar aan een voorstel voor opschaling van dat waar ze al een paar jaar mee bezig is in de stad: community service learning. Welke route is er nodig om te komen tot een implementatieplan voor ‘de stad als rijke leeromgeving’ in Amsterdam?
“Iedereen vindt het een prachtig concept”, licht Marjolein Zweekhorst, professor en teamleider van het Community Service Learning project aan VU, toe. “De gemeente is enthousiast, de partners waarmee we samenwerken ook, en ook de andere hogeronderwijsinstellingen. Alleen het realiseren ervan is echt nog wel een puzzel. Het voorstel waar we nu aan werken gaat laten zien hoe de puzzel kan worden gelegd.”
Elkaar beter leren kennen
Om met zijn allen community service learning in de stad op te schalen is best een uitdaging stelt ze, want elke organisatie is weer totaal anders. Daarom is het op dit moment heel erg belangrijk om elkaar als partners beter te leren kennen, legt Zweekhorst uit. “We hebben natuurlijk met elkaar een paar mooie pilots gedraaid in de City Deal en daarvan veel geleerd. Daarmee kunnen we ook beter zien waar we tegenaanlopen als we het nog groter willen gaan doen. We zijn sinds 1 november we gestart in focusgroepen met gesprekken met alle partners, extern, zoals de Openbare Bibliotheken Amsterdam (OBA) en Universiteit van Amsterdam (UvA). We willen elkaar beter verstaan. Wat zijn nu precies de verschillen in culturen? Welke normen en waarden spelen bij elkaar.”
Naast de externe partners vinden er ook intern gesprekken plaats in de betrokken kennisinstellingen. Wat betekent opschaling voor docenten? Voor studenten? Zweekhorst: “De VU heeft gelukkig hierover al de missie A broader mind, die al een tijdje loopt. Het is dus niet zo dat we aan het startwiel staan, maar ook hier zijn we nog klein. Als we grootschaliger willen worden, zal het in veel meer cursussen moeten terugkomen, veel meer body moeten krijgen. Wat is daarvoor nodig? Waarschijnlijk moeten er wel een paar knoppen om, om dat te realiseren. Alle neuzen moeten dezelfde kant op.”
Met de input en kennisdeling uit de focusgroepen moet de komende maanden een interne structuur voor grootschalige opschaling vorm krijgen. In mei gaan dan medewerkers van alle consortiumpartners in gemengde groepen om tafel in creatieve ontwerpsessies om te komen tot een concept implementatieplan voor de opschaling van community service learning in Amsterdam. “Straks weten we al veel meer van elkaar en hebben we een beetje een beeld van welke kant we samen kunnen opgaan.” Dat is iets wat andere steden ook van dit project kunnen leren, stelt Zweekhorst. “Zoek elkaar op, dat is voor ieders belang.”
Kijken in andere wijken
Maar wat houdt de opschaling precies in? “We hebben tot nu toe alleen in Nieuw-West gewerkt”, vertelt Zweekhorst. “Opschaling zou betekenen dat we ook in andere wijken van Amsterdam gaan werken, of uiteindelijk in alle wijken. Amsterdam is een hele grote stad, met heel veel verschillen tussen de wijken. We willen in de diepte gaan kijken wat de gevolgen zijn als we opschalen. Het is niet realistisch om de hele stad in één keer uit te pluizen. Daarom beginnen we met Nieuw-West, omdat we daar al zijn gestart, en pakken dan nog drie wijken erbij. We gaan daar kijken hoe het werkt, wat de gemene delers zijn en wat nieuw is. Dan kunnen we daarna meer zeggen over de hele stad. Wat we geleerd hebben in Nieuw-West willen we gebruiken om inzicht te krijgen in andere wijken. Het zou mooi zijn als het geheel van studenten een meerwaarde heeft voor iedereen. Dat het voor iedereen interessant genoeg is om het wiel te laten draaien..”
Volgend jaar oktober moet het voorstel voor de opschaling er liggen. “Door elkaar beter te begrijpen moet die meerwaarde voor iedereen duidelijk worden. What’s in it for whom? Hoe daar te komen en vormgeven, dat is de uitdaging. Daarom zijn wij zo blij met deze call, die ons in staat stelt om veel dieper te kijken en in gesprek gaan met deze mensen hoe het mogelijk zou kunnen worden gemaakt.”
Dromen
Zweekhorst legt de deelnemers aan het implementatieplan voor de opschaling de vraag voor wat ze dromen. Haar eigen droom is in ieder geval dat dit project er een flinke push kan geven aan de maatschappelijke betrokkenheid van de studenten in de hoofdstad. “Alleen de VU heeft hier in de stad al 32.000 studenten rondlopen. Tel daarbij de studenten van al die andere kennisinstellingen op. Als slechts een fractie van al die studenten iets nuttigs doet voor de stad, heb je al een enorme impact. Echt niet alle studenten hoeven iets te doen voor de stad. Maar het is zonde als je niks doet met al die projecten en werkstukken die de studenten maken in hun studietijd. We hebben enorm veel vraagstukken in de stad. Daar zouden we toch een behoorlijke bijdrage aan kunnen leveren. Ik hoop dat we met dit project daar weer een stuk verder komen.”
Volgens Zweekhorst biedt community service learning uitdagingen voor het onderwijs, maar is het uiteindelijk een verrijking. “Fictieve opdrachten geven als docent is natuurlijk veel makkelijker. Dan weet je precies waar je de haken en ogen inbouwt, wat de uitkomsten zijn. Met vraagstukken uit de praktijk kan er onderweg van alles misgaan. Dat maakt het een stukje spannender en meer tijdsintensief. Toch denk ik dat onderwijs er leuker van wordt. Geen student is gebouwd om alleen maar in de collegebanken of zoom-sessies te blijven met fictieve opdrachten. Het wordt voor jezelf ook veel levendiger als je werkt met onderwerpen in de stad. Je leert daardoor meer vaardigheden voor de rest van je leven, want later ga je ook niet alleen om met dezelfde mensen. Het zou zoveel rijkdom geven als je onderweg in je studie meer van dat soort vaardigheden onder de knie krijgt. Mijn droom is dan ook dat we over twee jaar nog meer studenten hebben werken aan uitdagingen in de stad.”
Laat een reactie achter