‘Over drie jaar moet elke student in Den Bosch werken aan maatschappelijke vraagstukken’
De City Deal Kennis Maken is goed bezig in Breda en Den Bosch, concludeert Jacomine Ravensbergen, vicevoorzitter van de Avans Hogeschool. De ene stad maakte de stap al van projectmatig naar programmatisch werken, terwijl de ander nu de ambitie heeft uitgesproken om in 2024 elke student minimaal een half jaar te laten werken aan maatschappelijke vraagstukken.
Het duurde even voordat Jacomine Ravensbergen in het onderwijs terechtkwam. Na een studie geneeskunde in Leiden, promoveerde ze in Utrecht, waar ze ook als docent functionele anatomie werkte. Daarnaast bouwde ze een carrière op in de internationale roeisport, waarin ze nog steeds als bestuurder betrokken is. Ze werkte in verschillende functies bij financier van gezondheidsonderzoek ZonMw en bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Daarna maakte ze de overstap naar het hoger onderwijs. Ze gaf leiding aan de faculteit Bewegen, Sport en Voeding, het Amsterdam Institute of Sport Science, de Topsport Academie Amsterdam en het HvA brede Urban Vitality programma. In haar portefeuille als vicevoorzitter bij Avans houdt ze de voortgang van de City Deal Kennis Maken nauwlettend in de gaten in de drie Brabantse steden waar de hogeschool is gevestigd, Den Bosch, Breda en Tilburg.
Wat valt je op als je kijkt naar de verbinding stad en hoger onderwijs?
“Als ik vooral kijk naar Breda kunnen de partners in de CDKM het heel goed samen bestuurlijk vinden in een aantal maatschappelijke opgaven, zoals de inclusieve en vitale samenleving, energietransitie, duurzaamheid en smart technology. Het zijn vragen die zowel belangrijk zijn voor het opleiden van onze toekomstige professionals, als voor de stad. Onze studenten kunnen er een hele goede inbreng in hebben. Met de City Deal werken we samen met de andere scholen voor het hoger en middelbaar beroepsonderwijs. We hebben meteen vanaf het begin mbo en in Breda ook de NLDA meegenomen, zodat we daadwerkelijk multilevel en -disciplinair met elkaar de opgaven kunnen oppakken. Dat ging projectmatig al heel succesvol, maar dankzij de City Deal blijkt het nu ook heel goed programmatisch te kunnen. Daar worden wij bestuurders heel blij van. Als je met een programma werkt, creëer je ook door de tijd heen lerend vermogen. Dat is waar de City Deal ons echt bij helpt.”
Zijn er verschillen te zien tussen Breda en Den Bosch?
“Ja, In Breda zou je kunnen zeggen dat we een vliegende start hadden dankzij het Bestuurlijk Overleg Hoger Onderwijs Breda (BOHOB) wat al bestond. Daarin was de wens voor programmatisch samenwerken al aanwezig. Toen de City Deal kwam konden wij zo instappen, ook met het idee van projectmatig naar programmatisch werken. In Den Bosch was er nog niet zo’n lange bestuurlijke traditie van overleg tussen de kennisinstellingen en de stad. Daar heeft de City Deal weer een andere werking gehad: de dialoog tussen gemeente en kennisinstellingen tot stand brengen. In Den Bosch gingen we dan ook met een iets leger blaadje van start, waardoor je gemakkelijker met elkaar de stap kan nemen. We hebben nu een gezamenlijk concept, in 2024 moet elke student in Den Bosch minimaal een half jaar lang werken aan maatschappelijke opgaven van de stad.”
“In Breda hebben we al een wat verder uitgewerkte agenda. We hebben vlak voor kerst een uitgangspuntenconvenant vastgesteld waarin we de keuzes hebben vastgelegd die we eerder in de City Deal hebben gemaakt. Die zitten op vitaliteit en innovatie, in de stad, bij bedrijven en bij de Bredanaars. Vanuit de Breda University of Applied Sciences (BuAs) en Avans was er al een soort strategische agenda met de stad. We hebben alles bij elkaar gevoegd en één strategische agenda afgesproken met elkaar rond deze vier grote vraagstukken die eerder ook de gemeenteraad zijn gepasseerd. Op dit moment wordt er in de gemeenteraad ook echt besluitvorming voorbereid om vanuit de gemeente middelen en mensen aan toe te voegen. Dus niet per project, maar structureel voor de invulling van de duurzame samenwerking tussen het hoger en middelbaar onderwijs en de gemeente voor de komende jaren. Ook willen we er een eigen onderzoeksagenda aan koppelen.”
Wat houdt een eigen onderzoeksagenda in?
“Onze grote wens is dat we niet alleen zelf ons onderzoek vanuit de lectoraten en practoraten erbij stoppen, maar dat we ook een duurzame langdurige onderzoeksagenda opzetten, samen met de stad. Wij willen allemaal dwars door de sectoren heen samenwerken maar het is niet dat dit bij elke gemeente aan de orde is. Er zijn nog behoorlijk wat te onderscheiden kolommen. Er zit vaak nog de reflex om een onderzoeksbureau in te huren wanneer onderzoek nodig is. Terwijl er juist hartstikke veel kennis aanwezig is op de hogescholen en hun onderzoekafdelingen. Een onderzoeksagenda opzetten zorgt ervoor dat dat je elkaar bij bepaalde onderwerpen beter weet te vinden. Natuurlijk weten wij niet alles, maar we hebben onze zwaartepunten. Het is voor ons interessant om onze onderzoekscapaciteiten in te zetten voor de stad, en voor de stad interessant om dat in de samenwerking, die er al is op het gebied van innovatie en onderwijs, ook mee te nemen.”
Hoe belangrijk is de regio?
“Historisch gezien was Breda altijd meer gericht op West-Brabant, en had de stad misschien zelfs de rug gekeerd richting Tilburg. Dat is sinds een aantal jaren echt veranderd. De colleges B&W hebben elkaar nu echt gevonden en zijn al bezig met het opzetten van een Urban Innovation regio. Beide steden willen echt een European testbed gaan vormgeven hier in de regio. Als Avans spelen wij er ook een belangrijke rol in, met name via ons Urban Living Lab dat we, naast Breda en Den Bosch, ook in Tilburg hebben gestart. Daarin werken we bijvoorbeeld al samen met Tilburg University. Het Urban Living Lab in Breda werkt regionaal al samen met gemeenten als Oosterhout en Gilze-Rijen. Op het gebied van energietransitie vindt daar al veel programmatische samenwerking plaats. Je ziet sowieso dat de City Deals elkaar meer opzoeken. We hebben nu ook contact met Eindhoven. Die kwam met de vraag of we in de provincie niet meer met elkaar kunnen doen.”
Hoe geef het programmatisch werken vorm in je onderwijs en je curriculum? Hoe hebben jullie dat gedaan in Breda?
“In het Urban Living Lab kenden we al een groot multidisciplinair programma. Daar werken zo’n zes academies van Avans samen met Buas en mbo’s. Als het gaat om multidisciplinaire multilevel samenwerking hebben we daarnaast nog een paar goede voorbeelden. We organiseren bijvoorbeeld AMX weken, waarin we met elkaar in een soort pressure cooker multidisciplinair aan bepaalde maatschappelijke thema’s werken. Daar komt vaak wat uit, wat weer wordt overgedragen in een volgend multidisciplinair project, zoals de Avans Innovative Studio’s, aparte broedplaatsen waar studententeams in korte projecten samenwerken. Daartussendoor organiseren we Challenges, en op breder niveau deel is het onderdeel van minoren, van het keuzeonderwijs. Aan het eind van de lijn, zie je de onderzoeks- en afstudeerprojecten onder leiding van onderzoekers en docenten. Hierin kun je echt de verdieping laten plaatsvinden. Zo hebben we een hele lijn waarin we het werken aan maatschappelijke vraagstukken kwijt kunnen, en de afspraken in de City Deal laten terugkomen.”
Hoe kan de City Deal Kennis Maken zich het beste volgens jou doorontwikkelen?
“De volgende stap in het opschalen is volgens mij dat je van de City Deals ook een netwerk maakt in de regio. De landelijke bijeenkomsten waar kennis wordt gedeeld zijn superbelangrijk, maar op een gegeven moment moet je ook regionaal gaan samen werken. Dan is die regio juist weer heel belangrijk. Hoe ga je het dan borgen, zowel in je primaire processen als in volgende subsidievormen. Nogmaals ik vind het belangrijk dat er een meerjarige onderzoeksagenda bij moet komen. Dat is veel duurzamer dan losse en tijdelijke initiatieven. Onderzoeksoplossingen leiden ook weer tot onderzoeksvragen waardoor je een logische lijn krijgt, onderzoek moet echt een marktonderdeel worden.”
Waar ben je het meest trots op?
“Ik ben trots dat het ons gelukt is, dat het nog steeds groeit en we elkaar blijven vasthouden. We werken met actieve partners. Een hele bijzondere waar ik bijvoorbeeld trots op is het partnerschap met de Defensie Academie in Breda. Vooral trots ben ik toch dat we een gezamenlijke werkplek hebben gevonden in die Urban Living Labs. Ik denk dat als je het allemaal blijft doen vanuit je veilige hoekje in je school, of eigen gemeentebureau, dat het moeilijk blijft om elkaar te ontmoeten. De Urban Living Labs zijn een fysieke ontmoetingsplek voor de triple of quadrupel helix: onderzoek, onderwijs, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, overheid, de burger, de student. Dan gaat het leven en blijft het ook leven. Het zijn de broedplaatsen van de City Deal.”
Laat een reactie achter